Nieuws- en Advertentieblad Bolsward. en Wonseradeel. 1 1905. 44ste Jaargang. No. 94. DONDERDAG 23 NOVEMBER. VISSCHERIJ-BELANGEN. De toestand in Rusland. Verschijnt Donderdags en Zondags. I >1 VOOR «j duidelijk hoe de 1 ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Branco per post 95 Cents. Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. de oekase aan de de deputatie bij Witte, die niet de Polen niets gevoelt, doch die ongenegen was, iets waaraan moest. inoe- ,/Ik zaak 12 procent onrijpe en dwarskuil En van geen sprake zijn, zoo gevischt mag worden. I we in daartoe eischen algemeen, gelijk, en geheim kiesrecht tot het instellen een constitueerende vergadering. Dan zullen de boeren de wetten verkrijgen, ge maakt door menschen, die zij zelf kozen. Op voorstel van gravin Bobrinski zal het bot; spiering; paling; haring; en nest. geschikt is voor de consumtie; terwijl 2/3, zegge twee derde, als eendenvoer of als mest gebruikt wordt. Als bewijs hiervoor werd medegedeeld de snelle toename van eenden kooien b.v. te Volendam. Telde men in 1880 daar 8 van die fokkerijen, thans bedraagt dit aantal 38. Acht en dertig eendenfokke- rijen, waarvoor dagelijks een ontzaglijke hoe veelheid nest benoodigd is. Bezigden tot op 1890 voornamelijk Volen dam en ürk slechts de kuilen, daarna nam het gebruik van die kuilen sterk toe en maken alle Zuiderzeeplaatsen er tegenwoor dig in meerdere of mindere mate gebruik van. Op deze wijze worden millioenen en nog eens millioenen stuks onrijpe visch aan hare bestemming onttrokken, alleen maar om dan toch maar iets te verdienen. Bij de behandeling der interpellatie Duy- maer van Twist, erkende minister Marez Oyens den vernielenden invloed der kuilen, Doch, waar een wetsontwerp was ingediend tot intrekking der bestaande Visscherijwet en hare vervanging door nieuwe bepalingen, vond hij ’t noodig ’t oordeel van het College voor de zeevisscherij af te wachten, dat be reids begonnen was naar een en ander een nieuw en grondig onderzoek in te stellen. Sedert is een nieuw kabinet opgetreden en het is onze plicht niet voorbarig te zijn, doch af te wachten, wat het omtrent de visscherijwet en de uit Enkhuizen gezonden motie zal zeggen. Enkh. Crt. K.G. Wij willen als bekend veronderstellen, dat ieder weet, wat nest is, n.l. ondermaatsche of doode, niet voor de consumtie geschikte visch. Het wordt gebruikt voor varkens- of eendenvoer, vooral in Waterland. Dr. Hoek zegt daaromtrent: //Volendam handhaafde in 1899 in deze hare gevestigde reputatie! Van de ongeveer 101000 manden waarvan opgave gedaan werd, kwamen er 94000 te Volendam aan wal. Den visschers van dit dorp werd daarvoor ruim f20000 uitbetaald, per mand dus nog geen 22 ets. Het is de eerste maal, dat mij voor dit handelsartikel van de aanvoeren te Volendam zulke hooge cijfers zijn opgegeven. Ik mag, helaas! niet aannemen, dat het ook het eerste jaar is, waarin de Volendamsche visschers zoo ijverig met wonder- en kwak- kuil achter het nest hebben heen gezeten; men heeft de aanvoeren in vroegere jaren blijkbaar vergoelijkt, verzwegen! Één ding staat echter vast en dat is, dat zoolang de vernieling van jonge visch (van jonge haring in de eerste plaats, vervolgens van jonge spiering, jonge bot, ansjovis, enz.) zoo stelsel matig gedreven wordt, als wel het geval blijkt te zijn, het volkomen doelloos is ons omtrent de oorzaken van de slechte resul taten der Zuiderzee-visscherij in gissingen te verdiepen. Behoeft men ook niet aan te nemen, dat ieder bliekje bestemd is, of in de gelegenheid zijn zal tot een voor de markt geschikte haring op te groeien, mag men dus gerust over de vernieling van jonge visch, die, bij welke uitoefening van het bedrijf ook onvermijdelijk is, de schouders ophalen, waar de groote //nursery" de kost school of kinderkamer, die de Zuiderzee ongetwijfeld voor de. visschers is, zoo stelsel matig wordt leeggemoord, als nog altijd door de visschers van Volendam blijkt te geschie- alle recht verloren zich van de vischproductie maar verwonderd te dat de Czaar nu besluiten moet nemen, die de onrust weer gaande zullen maken. Hij zelf heeft het voorbeeld gegeven een on trouw vader te zijn, d'oor niet den man te steunen, die zich geheel opoffert, die dag en nacht werkt aan de groote taak, welke hem op de schouders is gelegd. Witte wil con cessies toestaan, de Czaar zegt dat het nood zakelijk is, onderteekent ze en... doet buiten Witte om dingen die daarmee geheel in strijd zijn. Met dit al wordt er niets uitgevoerd en zijn' we even ver als voor ruim drie weken, toen het manifest in ’t licht kwam, ’t Is wat rustiger, doch deze rust is zeer onbe stendig, wat al eenige malen gebleken is. Reeds drie of viermaal is het tot een uit barsting gekomen. Rust is nooit iets anders geweest dan stilte die den storm Vooraf gaat en weet of dit ook niet zoo zijn zal met de kalmte van dit oogenblik. Van Jodenvervolgingen hoort men niets meer. Wel is het nog eens voorgekomen, dat men vreesde voor een aanval op de Joden, doch hierbij is het gebleven. Ovéral houdt men thans inzamelingen voor deze ongeluk kige slachtoffers der vrijheidsbeweging. (Ook in ons land wordt hiervoor geijverd. In vele plaatsen zijn comité’s gevormd, die zich met de inzameling belasten. In Amster dam is een comité waarin mannen van be- teekenis van allerlei richting en kleur zitting hebben en waarvan burgemeester v. Leeuwen eere-voorz. is, zoo ook in Meppel, Enschedé en meer andere plaatsen). Wat in Polen geschied is, verwekt enorm veel afkeuring, waarop we in ons vorig nummer reeds wezen. ’t Was ons alles zoo zaken zich daar hadden toegedragen. Kolom men druks handelden over Polen, over alleen voor hen juist zeer men de oekase toeschrijven moest. Zoo schreef men toen en thans komt uit Peters burg het bericht, dat het manifest aan de Polen geheel buiten den ministerraad om uitgevaardigd is. Het een is dus geheel een weerlegging van het andere. Volgens de eerste berichten had Witte er de hand in gehad, volgens dit laatste zijn anderen de schuldigen. Dergelijke gevallen komen meer voor bij dezen opstand. Uit Kroonstad b.v. meldden de correspondenten eerst, dat de plaats bijna platgebrand was en laterdat er acht huizen verbrand waren. Verschillende offi cieren hadden het leven verloren, terwijl een latere lezing luidde, dat er geen officieren omgekomen waren. De meest ernstige beweging is de boeren opstand. Wat hieruit voortvloeien zal, ligt nog in het duister, dit blijkt nog uit alle telegrammen, dat de agrarische opstand zich met reuzenschreden uitbreidt. De boeren zijn door woede aangegrepen om te rooven en te plunderen, daarbij niet zelden de land eigenaars vermoordend. De groepen der algemeene Russische boeren- vereeniging hebben een proclamatie uitge vaardigd, waarin we o.a. het volgende lezen z/In enkele districten hebben de boeren het geduld verloren. Zij willen hulp zoeken in het eigenmachtig rooven van de wouden, weiden en akkers, die aan den landadel be- hooren. Tegen deze boeren worden militairen gezonden, om hen af te ranselen en dood te schieten, en hun het geroofde weer af te nemen. Soldaten worden in de dorpen ingek wartierd. z/De boeren moeten hen huisvesting ver- leenen en voeden, zoodat de strijd om het bestaan zwaarder inplaats van lichter wordt. Neen, zoo mag er niet gehandeld worden Eerst moet nagegaan worden wat de oor zaken zijn van de rechteloosheid en armoede”. De bond der boeren roept daarna allen op, zich bij hen aan te sluiten. z/Deze bond stelt zich ten doel verbetering te brengen in den toestand der boeren, niet door geweld, maar langs den weg van goede wetgeving. Doch hoe kan het den boeren gelukken hun eigen wetten te maken? Wij moeten direct van ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. den, dan heeft men over den achteruitgang te beklagen of ook betoonen. In de in ons vorig artikel vermelde ver gadering op 11 Februari, waar afgevaardig den uit tal van Zuiderzeeplaatsen vertegen woordigd waren, werd dan ook algemeen be weerd, dat van de visch, die met de kuilen opgehaald wordt ’-/g, zegge één derde, slechts een schromelijke verwoesting aanrichten. Men lette slechts op de volgende cijfers. Bij het proefvisschen op last van het College van zeevisscherijen tusschen 10 en 24 Septem ber 1883 was 'het resultaat, dat met een Volendammer vaartuig met den kwakkuil per dag werd opgehaald 431 K.G. visch voor de consumtie geschikt en 59 K.G. visch niet voor de consumtie geschikt ,en met een Volendammer met een dwars kuil per dag: 176 K.G. visch voor de consumtie ge schikt en 19,86 K.G. visch niet voor de consumtie geschikt; respectievelijk 14 en visch werd dus met kwak- opgehaald. En wat nu het visschen met den wonder- kuil betreft, daarvan spreken de cijfers van dien kuil bij het proefvisschen in de week na Paschen van het jaar 1884, toen in zes dagen werd opgehaald 368i/2 20 810 127i/2 21 November. Nog steeds is er geen flinke verbetering gekomen in Rusland, 't is nog altijd het zelfde liedje: men wil Witte niet helpen, alvorens deze door daden getoond heeft, dat het hem ernst is met zijne hervormings plannen, terwijl Witte niets kan uitvoeren zonder de hulp der andere partijen. Waarlijk de positie van den eersten minister is niet te benijden; aan den eenen kant een weife lende volksmassa, die geen hulp biedt, aan den anderen, kant de hofkliek, die al het mogelijke doet om graaf Witte ten val te brengen en elk oogenblik weer toont, dat al mag de graaf nog al iets kunnen zeggen, zij toch hun gang gaan en doen alsof er geen eerste minister is van een staat, die op de eerste sport staat der constitutioneele ladder. Zoo nu en dan komt weer aan het licht, dat de macht nog steeds in handen is der bureaucratie. Uit Petersburg meldt men, dat de afkondiging van den staat van beleg in Polen en de benoeming van generaals- adjudant met uitgebreide volmacht voor de districten waar boerenopstanden voorkomen, geheel buiten den ministerraad omgegaan is. Deze laatste mocht dit vernemen uit de des betreffende communiqués. Veel wordt er nog gedaan buiten den ministerraad om en toch wordt deze natuurlijk verantwoordelijk gesteld, zoolang men niet weet, dat Witte noch een zijner collega’s er de hand in heeft gehad. Wat moet men nu denken van den Czaar, die ieder oogenblik weer bewijs levert, dat hij zich in ’t minst niet stoort aan zijn manifest van 30 October, doch op allerlei manieren ten pleiziere der hofkliek besluiten neemt, die geheel in strijd zijn met de letter en den geest der oekase d.d. 30 October, wat moet men nu van zoo’n //vadertje” denken. Wordt men zoo lang zamerhand niet geneigd in te gaan zien, dat z/vader” geen tact heeft om met kinderen om te gaan, met kinderen die blijken hebben gegeven, dat zij heel veel kunnen doen, die getoond hebben zelfstandig te kunnen op treden en zou het dan te verwonderen zijn, dat men zoo’n „vader” de ouderlijke macht ontnam? Waarlijk, het gelijkt er alles op, dat eprst dit geschieden moet, want al vindt Witte sfeun bij een der partijen, wat zal dit geven, als de Czaar blijft doorgaan met dergelijke politiek, dit staat in alle gevallen vast, dat Nicolaas er de hand in heeft, zijn handteekening wordt vereischt om besluiten van kracht te doen zijn. Hij toont, dat het manifest onder den druk der omstandigheden door hem onderteekend is, anders zou hij meer eerbied hebben voor zijn eigen woorden. In het manifest lezen we: „De hooge plicht, ons door onze souvereine missie op gelegd, beveelt ons, met inspanning van alle verstand en van al onze macht, de beëindi ging te bespoedigen van deze voor den staat gevaarlijke troebelen.” Dat zijn nu zijn woorden, en de daden? Wij zien, dat hij zijn verstand niet gebruikt om de beëindiging van deze voor den staat gevaarlijke troebelen te bespoedigen, doch wel zijn macht om met mannen als Ignatief, Trepof en meer der- gelijken den toestand te bestendigen. Verder staat er nog: „Wij roepen alle getrouwe zonen van Rusland op, om zich hun plichten te herinneren jegens het vader land en om mede te helpen teneinde de ongehoorde troebelen te doen ophouden en met ons te zamen zich met al hun krachten toe te leggen op herstel van kalmte en vrede op den geboortegrond.” Die „getrouwe zonen” laten op zich wachten, omdat hun wantrouwen in de regeering te groot is, dit is toch geen reden, De Zuiderzeevisscherij gaat achteruit. Men moge daartegen inleggen, dat de opbrengst dier visscherij niet vermindert, ja, zelfs stijgende is, toch houden wij het hier boven gezegde vol, en wel om de volgende reden. In de eerste plaats neemt het aantal gemeenten en ’t aantal personen, hetwelk in die vis scherij een bestaan zoekt te vinden, van jaar tot jaar toe. Een bewijs voor dit laatste is, dat het aantal vaartuigen, ter visscherij uit gerust in de gemeenten, waarvan de gegevens bekend zijn, nl. Bunschoten, Elburg, Harder wijk, Huizen, Marken en Vollenhoven, in de jaren 1858 tot 1903 met 470 toenam. Bedroeg het aantal in 1858, 424 stuks, in 1903 telde die vloot voor genoemde plaatsen 894 stuks, zijnde een vermeerdering van ruim 100 pCt. Had men vroeger gemeenten, die uitsluitend van de vischvangst leefden, sedert de goede jaren der ansjovisopbrengst, begon zelfs de landbouwende bevolking en zij, die eertijds een ander middel van bestaan hadden, zich op de visscherij toe te leggen. In onze omgeving, noemen wij slechts Medemblik, Hoorn, Andijk, Broekerhaven enz. En er zijn door al die beroeps- en niet- beroeps-visschers wel eens goede zaken ge maakt als namelijk de ansjovis een goed be schot en een goeden prijs gaf. In het andere geval was het armoe van het begin der visscherij tot het einde. Wij allen kennen het wel wat platte spreekwoord: //Veel varkens geven dunne spoeling". En zoo is het in overdrachtelijken zin ook hier. In dit opzicht had de Minister de Marez Oyens volkomen gelijk, wanneer hij onderscheid maakte tusschen de visscherij en het visschersbedrijf. De eerste ging naar zijn meening niet achteruit, de laatste wel. Waar hij de volgende woorden sprak, ten wij hem volkomen gelijk geven: kan mij voorstellen", zei hij, //dat een op zich zelf zeer bevredigende resultaten oplevert, maar als bedrijf niet bevredigend is, om reden er te veel menschen zijn, die er van willen profiteeren. Wanneer men een groote handelszaak heeft, waar jaarlijks f 40,000 in verdiend wordt, terwijl dit vroeger f20,000 was, dan zeg ik: die zaak gaat goed; maar wanneer er dan tevens in plaats van twee acht firmanten zijn gekomen, is zij als bedrijf, veel slechter geworden. Ik vrees, dat dit wel eenigszins het geval is op de Zuiderzee. De bevolking zal toenemen; andere midde len van bestaan nemen afmisschien neemt, als overal elders, de weelde ook daar toe; kortom ik wil niet ontkennen, dat er op vele plaatsen alles behalve welvaart heerscht." Z.E. schrijft dus die mindere welvaart toe, aan de groote concurrentie en niet aan de mindere productiviteit van de Zuiderzee. Nu zegt een erkende specialiteit als Dr. Hoek: //Een zeetje als de Zuiderzee met haar eigen vischbevolking, kan verbazend veel produceeren, en wat wij van statistieken hebben medegedeeld, is daar, om de juist heid van die bewering te staven, maar er zijn grenzen. Overschrijdt men die, dan legt men de bijl aan den wortel van den boom, wier vruchten men wenscht te plukken." En wij, voor ons, gelooven, dat de bijl al bezig is den boom om te houwen. Waar het aantal arbeiders op zoo. ont zettende wijze toeneemt, moet men er op alle mogelijke wijze voor zorgen, dat het arbeidsveld tegen roofbouw, in ons geval, roofvisscherij, beveiligd wordt. En zulks geschiedt, naar ons oordeel, in het allerminst niet. Waar de Zuiderzee de broedplaats is van visschen, die daar steeds verblijf houden; maar ook van haring en ansjovis, welke alleen om kuit te schieten zich op geregelde tijden vertoonen, daar moest men er beter voor zorgen, dat het broed niet te gronde ging en moest er op zware straffen verboden worden ondermaatsche of onwaardige visch te vangen en te verkoopen. die bescherming kan volstrekt lang er met kuilen Wel geven wij toe, dat dan ook fuiken en zeegens als moord tuigen verboden moeten worden; doch men zal ’t ons niet kwalijk kunnen nemen, als wi| zeggen, dat ’t vooral de kuilen zijn, die it' Bolswardsche Courant u 15

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1905 | | pagina 1