Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
Aug. van de Velde,
Joh. Rueb, Tandarts
1906.
No. 5.
Versciiijnt Donderdags en Zondags.
45ste Jaargang.
ZONDAG 14 JANUARI.
BINNENLAND.
DONNA IKARIA.
VOOR
plaatsruimte.
Afzonderlijke
naar
de door de zon
vol verrukking
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Cts. per regel. Overigens naar
Het Bureau van de „Bols-
wardsche Courant” is telefo
nisch aangesloten onder No. 4.
en toe wierp ik echter een stillen blik
de bleeke vorstin, die aandachtig een
Leeuwarden, 11 Jan. Met de gasmengerij,
waarover eenig licht werd ontstoken in de
jongste raadszitting, ’t welk troostend mocht
heeten, wordt het er waarlijk niet beter op.
Men heeft het geheim, waarnaar gezocht
wordt, blijkbaar nog niet gevonden en raakt
hoe langer hoe verder van de wijs. De
Leeuwarders mogen zich er wel over ver
heugen dat de dagen lengen, want aan velen,
die bij avond moeten werken is dit kwalijk
meer mogelijk, zoo onrustbarend vliegt de
vlam van het buitendien reeds zoo zwakke
licht op en neer, waarbij dan nog komt het
meerder gevaar, 't Zal ons benieuwen, wan
neer het geheim der menging aan 't licht
komt en wij zouden wel vragen, waarom
van
Donna Ikaria en hing het in de galerij van
de villa Umbega, juist op de plaats waar
men haar lijk vond.
Dagelijks gaan honderden vreemdelingen
haar portret voorbij, doch weinigen van hen
vermoeden, welke tragédie achter dat engel
reine voorhoofd is afgespeeld.
Af
naar
Madonna beschouwde.
Eensklaps wendde .Donna Maria zich
hare vriendin om, terwijl ze
hel verlichte ‘jonge vrouw
aanstaarde.
Don Erhard, fluisterde ze, ge moet haar
schilderen. Ik betaal eiken prijs voor een
portret van haar.
Ook ik stond in stommè bewondering.
Een verhevener schouwspel kon mijn kun
stenaarsoog zich ternauwernood wenschen.
Op dat oogenblik keerde Donna Ikaria zich
om, en een purperen blos overtoog nu haar
bleek gelaat.
Donna Maria snelde op haar toe en om
klemde haar vurig. Lieve, kleine Ikaria,
ge zult wel voor Don Erhard willen zitten,
is 't niet
Ik poseeren de groote blauwe oogen
kregen een angstige uitdrukking, neen
dat zou Don Angelo nooit toestaan.
Onzin, lieve Ikaria, je tiran behoeft het
immers niet te weten.
Met uitgestrekte handen begaf de kleine
vorstin zich schrede voor schrede naar de
deur. Doch eensklaps trof haar blik mij,
terwijl ze onzeker en radeloos bleef staan.
Mijne oogen drukten eene stomme, maar
vurige bede uit.
Vorstin... smeekte ik.
Misschienfluisterde ze en verdween, ge
volgd door de lachende Donna Maria, zoo
snel mogelijk door de deur.
Verscheidene minuten bleef ik staan, ter
wijl ik als ’t ware gehypnotiseerd naar de
deur staardevervolgens greep ik mijn hoed
en snelde naar buiten, teneinde mijn bran
dend hoofd te verkoelen.
Vorst Angelo de Umbega was een van de
rijkste Romeinen, daarbij echter ook een van
de ruwste en wreedste. Men vertelde, dat
hij op eene van zijne reizen door Grieken
land de kleine Donna Ikaria had ontdekt
en haar gedwongen had hem te volgen. Bij
aankomst te Rome huwde hij haar en sloot
haar vervolgens in zijne prachtige villa op.
Afgezonderd van de menschen, bracht ze haar
leven door in gezelschap van eene oude
oppasseres, die haar streng bewaakte. De
eenige, die verlof had haar te bezoeken, was
de nicht van den vorst, Donna Maria Carotta.
Deze nam haar mede op tochten te voet en
per rijtuig, terwijl ze alles deed wat mogelijk
was om de kleine, schuchtere vorstin op te
vroolijken en haar leven te veraangenamen.
Don Angelo leefde zijn eigen vroolijk leventje
knap en trotsch als hij was, beschouwde men
hem als een groote favoriet onder de dames,
terwijl in de stad veel over zijn galante
avonturen gesproken werd.
Zoo stonden de zaken toen ik Donna
Ikaria voor het eerst in mijn atelier zag.
Op zekeren avond, kort vóór zonsonder
gang werd er schier onhoorbaar aan mijn
deur geklopt. Ik deed open, maar ver
trouwde ternauwernood mijne oogen, toen ik
de vorstin Umbega met een doodsbleek ge
laat, in het zwart gekleed voor me zag staan.
Don Eihard,... begon ze bedeesd.
Ik greep hare beide handen en geleidde
haar behoedzaam naar het atelier. Vervol
gens schoof ik een stoel bij, waarin ze met
een lichten zucht neerzonk. Er lag iets zoo
eigenaardigs, iets zoo hulpeloos en kinder
lijks over geheel haar wezen, dat ik her
innerd werd aan de bekende bloem, die haar
kelk sluit wanneer men haar aanraakt.
Langzaam trok ze de lange handschoenen
uit. en sloeg den sluier terug. Toen, met een
glimlach, wendde ze zich tot mij.
U wilde mij schilderen, Don Erhard. Ik
heb een half uur om voor u te poseeren;
dan komt Donna Carotto mij af halen.
Ik dankte haar, terwijl ik haar bij het
afleggen van mantel en hoed behulpzaam was.
Wat zag ze er betooverend uit, toep ze in
haar olijfgroen, geplooid kleed tegen den zwart
marmeren wand leunde.
Teekenpen en krijt werkten nu onafge
broken. We wisselden geen woord, doch van
tijd tot tijd zagen we elkander aan, dan
gleed er een glimlach over hare bleeke, teere
lippen.
Na verloop van een half uur stond Donna
Carotto in het atelier, ze schertste en lachte,
terwijl ze mijn teekening bewonderde.
U is een meester, Don Erhard, zeide Donna
Garrotto. Morgen komt Donna Ikaria op
hetzelfde uur terug. Dus tot weerziens.
Ik legde de pels over Donna Ikaria’s
schouders, waarna ik de dames uitgeleide
deed. Sinds dien dag kwam de vorstin dagelijks
in mijn atelier. Aanvsmkelijk vergezelde Donna
Maria haar steeds, terwijl ze haar ook af haalde;
doch na eenigen tijd liet ze dit na. Lang
zamerhand verdween de verschrikte, angstige
uitdrukking uit de oogen der vorstin, om
plaats te maken vbor eene rustige hoogheid.
Ik vertelde haar van mijn vaderland, van
mijn ouderlijk huis en dan schitterden er
tranen in hare oogen.
Op zekeren dag had’ ik den moed een
kus op hare hand te drukken. Ze liet het
kalm toe - terwijl hare andere hand over
mijn voorhoofd streek.
Weldra wist ik, hoe het met mij stond,
zoodat ik schrikte voor den dag, waarop
het portret gereed zou zijn en ik het gezel
schap van Donna Ikaria zou moeten missen.
Wat zij voor mij voelde, weet ik niet.
Eene stem in mijn binnenste zeide mij echter,
dat ik haar niet onverschillig was.
Op zekeren avond zat ik voor mijn schil
dersezel, terwijl ik de laatste hand legde aan
het portret van Donna Ikaria. Zij zelve
stond tegen den wand geleund, toen de deur
van het atelier in woeste vaart werd open
gesmeten en don Angelo binnentrad. Hij
was gekleed in rijkostuum met een rijzweep
in de hand.
Bij zijn binnentreden kromp Donna Ikaria
als het ware ineen.
Dus hier moet ik- je aantreden... Hier
heb je je dus in den laatsten tijd opgehouden
riep hij woest.
En deze ellendige verleider, zoo wendde
hij zich eensklaps tegen mij, durft het wagen
mijne vrouw als model te gebruiken
Ternauwernood lette ik op zijne woorden;
al mijn gedachten waren bij Donna Ikaria,
die bleek en sidderend, ineengezonken bij de
deur stond.
Antwoord, ellendeling, riep Angelo, en op
hetzelfde oogenblik voelde ik den brandenden
striem van zijn rijzweep in het gezicht. Een
doordringende kreet weerklonk van Donna
Ikaria’s lippen, terwijl de vorst den arm om
haar heen sloeg en haar zoo wegsleurde.
Het bloed gutste langs mijn gelaat, zoodat
ik bewustetóos op den grond viel. Den
volgenden dag zond ik hem mijne getuigen.
Hij weigerde deze te ontvangen, en ver
klaarde, dat hij zich met een vreemden
avonturier niet inliet.
Ik zocht hem daarna op in zijn club en
dwong hem tot een duel, door hem met mijn
stok een slag in het gezicht toe te brengen.
Den volgenden dag ontmoetten we elkander
buiten de stad.
Het duel vond plaats op pistolen. Ik werd
licht aan den schouder gewond, doch de
vorst kreeg een schot in de borst en stierf
in de armen van zijn secondanten.
men Donna Ikaria
van de galerij van haar
bloedige schotwonde aan de
Wij hadden de geheele villa bewonderd
met hare duizende kunstwerken, afkomstig
van de voornaamste meesters van Italië en
stonden nu op het breede terras, ziende hoe
de stralen der ondergaande zou zich in dui
zend kleurschakeeringen in de heldere spiegel
ruiten braken.
Onze gids, de oude schilder Erhard Stahl,
stelde voor, den avond in zijn atelier door
te brengen, dat in een van de oude paleizen
van het kunstenaarskwartier was gelegen.
Wij namen gretig dit voorstel aan, want de
schilder stond bekend als zeer ontwikkeld,
en was bovendien bijzonder gezien, terwijl
hij reeds over de dertig jaren te Rome had
gewoond, zoodat hij er het leven nauwkeurig
kende.
Toen we in het elegant ingerichte atelier
onder het genot van een goed glas wijn
waren gezeten, keerde ik me tot mijn gast-
heer met de woorden
Vertel me toch eens, m’neer Stahl, wie
het portret van de schoone Donna Ikaria
heeft geschilderd
Eensklaps betrok zijn gelaat, en het duurde
Hoogst interessant voor jong en oud,
daarom een uitstekend cadeau voor iedereen.
Apparaat met 20 voorstellingen, f 1,00.
Prijscourant v. Gezelschapsspellen enz. gratis.
AMSTERDAM.
niet een deskundige van elders wordt ge
roepen, om het raadsel op te lossen. Dat
was de kortste en zekerste weg om uit het
duister te geraken.
Lemmer, 11 Jan. Nog steeds is onze
haven door een massa drijfijs van de open
zee afgesloten, waardoor alleen stoomschepen
zich weten heen te werken. Dat deze toe
stand zeer schadelijk is voor onze plaats, in
het bijzonder voor visschers en neringdoen
den, is licht te begrijpen. Tien onzer vis
schers, dezen toestand moede, zijn daarom
heden met hunne schuiten binnendoor naar
Tacozijl vertrokken, ten einde van uit die
haven zee te kiezen om hun beroep uit te
oefenen.
In de Galerij van de Villa Umbega ie
Rome hangt een portret van de schoone,
maar ongelukkige Donna Ikaria, gemalin
van vorst Angelo te Umbega.
Tegeneen zwarten, marmeren achtergrond
komt het beeld van de jonge vrouw te voor
schijn; fijn en teer als eene zeldzame bloem,
gehuld in een rijk, geplooid gewaad, dat
geheel de bekoorlijke gestalte omsluit. Het
gelaat met den fijnen, rechten neus en de
blauwe oogen, is door goudblond, glanzend
haar omkranst, dat in den nek door een
bloedrooden kam bijeengebonden wordt. En
dan de mond... Onwillekeurig blijft het oog
op dezen gevestigd, zoo oneindig lief en
zacht in iedere lijn, maar zoo bleek... zoo
bleek.
Nieuwestad Deinumer Suupmarkt 65,
V<W LEEUWARDEN,
5 te
Poor onzen gezant hier ter stede gepro
tegeerd, gelukte het mij toegelaten te worden
tot de hooge kringen en zoodoende eenige
cliënten te verkrijgen. Ik schilderde de
portretten van twee voorname dames, waar
voor ik een tamelijk hoog honorarium ont
ving, daarna scheen me het geluk in elk
opzicht toe te lachen. Even zweeg Stahl,
terwijl hij met de hand over het voorhoofd
streek.
Op zekeren dag het was in het voor
jaar, kwam eene der dames, Donna Maria
Carotto wier portret ik geschilderd had, bij
me, teneinde eenige schilderijen te zien,
waaruit ze een keuze wilde doen.
Zij kwam echter niet alleenze was ver
gezeld van eene slanke, bleeke vrouw, die
ze mij als Donna Ikaria Umbega voorstelde.
Schuchter en bedeesd, gehuld in een langen
mantel van zacht fluweel, stond ze daar
temidden van het schitterend zonnelicht,
terwijl ze met haar groote vragende oogen
het atelier rondkeek. Dat was dus de vorstin
Umbega, van wie gansch Rome sprak. Arme
jonge vrouw
Ze was zeer zeker eertijds, toen ze arm
en ongeacht in het zonnige Athene rondliep,
vroolijker en levenslustiger dan thans, als
de rijke vorstin Umbega.
Donna Carotto ging intusschen van schil
derij tot schilderij, terwijl ze al mijne studies
en schetsen bekeek en als beleefde gast
heer volgde ik haar getrouw op de hielen,
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Workum, 13 Jan. Naar werd medege
deeld, is door sjouwerlieden waargenomen en
was duidelijk zichtbaar, dat ongeveer tegen
over Gaast een schip op strand zat, wat
.waarschijnlijk is veroorzaakt door den har
den wind.
Met het komende getij zal men trachten
het weder vlot te krijgen.
De naam en verdere bijzonderheden ont
breken nog.
Akmarijp. Als een treffende bijzonder
heid vermelden we, dat het jongetje, ’t welk
de vorige week hier een slachtoffer van het
verraderlijke ijs werd, dezelfde schaatsen aan
had, fivelke het zoontje van den heer W.
Schaap droeg, toen die voor enkele jaren op
zoo noodlottige wijze der familie werd ontrukt.
De schaatsen waren wegens de droevige her
innering, die ze telken jare met den winter
zouden opwekken, cadeau gedaan en zoo het
eigendom van Hoekstra geworden.
Joure. Op ’t oogenblik is alle stoomboot-
verkeer van uit onze plaats in één hand en
daarmee de concurrentie gebroken. Kapitein.
Kramer heeft n.l. de boot van kap. Dijkstra
voor de som van f 1500 overgenomen en
zal nu voorloopig den dienst volgens de be
staande regeling voortzetten. Binnen niet te
langen tijd zal echter de Flecke Joure weer
van de hand worden gedaan, want 3 booten
op Sneek is één te veel.
Sneek. Met de schoolvoeding is alhier
Donderdag weder een aanvang genomen.
Alleen op school 3 (school voor kosteloos
onderwijs) maken ongeveer 250 van de 600
leerlingen daarvan gebruik; van de andere
scholen zijn ons daaromtrent nog geen ge-
tallen bekend.
Friesch Volkssanatoriwn.
Gisteren had te Leeuwarden, onder het
voorzitterschap van dr. J. de Jager van Ter-
naard een algemeene vergadering plaats van
de onlangs opgerichte vereeniging van een
Friesch Volkssanatorium voor beginnende
borstlijders op het daarvoor door den heer
en mevrouw dr. J. G. Driessen-Vegelin van
Claerbergen te Joure afgestaan landgoed
z/Heerema-8tate” aldaar.
De ontworpen statuten en het huishoude
lijk reglement werden met.eenige wijzigingen
vastgesteld.
Tot leden van het bestuur werden gekozen
de heeren dr. .k de Jager te Ternaard; mr.
E. Schaafsma te Bergum; J. H. H. Piccardt
'te Witmarsum; W. F. de Puij, te Terkaple;
8. Burger, te Joure; dr. D. Ruitinga, te
Kollum en C. P. Vijverberg, te Leeuwarden.
De post en de tram.
Naar wij 'vernemen, zijn er onderhande-
lingen gevoerd, tusschen. de Haagsche
Tram weg-Maatschappij én het bestuur der
posterijen over het vervoer van postbeambten
in dienst (de bestellers, die naar hun wijken
moeten, of de bussen moeten lichten), alsook
voor dat van pakketten, gelijk te Amsterdam
reeds regel is. Deze onderhandelingen moeten
evenwel zijn afgebroken, omdat de H. T. M.
aanzienlijk meer vorderde dan de Amster-
damsche gemeentetram.
Het bedoelde vervoer is thans opgedragen
aan de bekende onderneming //Amsterdams
Goederenvervoer”. De bestellers zullen dus
voortaan in den Haag per as naar hun wijken
gaan, waardoor de bezorging, vooral in de
buitenwijken, zeer zal worden bespoedigd.
(L. en F.j
armen
Dienzelfden dag vond
op den marmervloer
paleis, met een
slapen.
Daar lag ze als een geknakte, bleeke
bloem, fijn en teer, met de kleine vingers
geklemd om het zware pistool.-
Donna Carotto kocht het portret
Bolswardsche Courant
f