Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. I I j 1906. No. 7. Verschijnt Donderdags en Zondags. 45ste Jaargang. 1 ZONDAG 21 JANUARI. Het adres over de werkeloosheid. BINNENLAND. I VOOR Afzonderlijke 't Zal Het Bureau van de „Bolswardsche Cou rant” is telefonisch aangesloten onder No. 4. Burge- den raad INGEZONDEN. jBuiten verantwoordelijkheid der Redactie). ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. zijner handen. Twee een er van Direct werd en per kee- zijne woon- zijn zooveel woningen in de gemeente aange bouwd, oude woningen verbeterd of geamo- veerd, dat behoefte aan meer one niet bekend D, zoadat er ook geen voldoende grond be- etaat, daarvoor geld beechikbaar te stellen”. Maar dan zijn de Heeren niet goed be kend met de toestanden in onze goede stad. Dan bied ik mij gaarne aan, hen eens rond te leiden. Ik zal hen dan allereerst brengen naar mijn eigen buren, om de Groote Kerk en in de Kampensteeg, die met vaak groote gezinnen moeten leven in krotten van hui zen, zonder voldoende licht en lucht, zonder voldoende drinkwater. Ik zal hen dan leiden naar het zoogenaamde „menschenpakbuis” liefelijke en teekenende benaming waar ik nog nooit geweest ben of het rookte er waar een groot aantal menschen moe ten leven in vier kamertjes, die op één gang uitkomen. Ook zal ik met hen eens wandelen door de stegen bij ’t Hoog en de Gedempte Wortelhaven, waar ik hen zal brengen in meer krotten dan hun waarschijnlijk aange naam zal zijn. En dan zijn er in onze stad nog wel meer van die paleizen. Vele van deze huizen, zoo zal ik de Heeren dan kunnen vertellen, behooren toe aan het Burgerlijk Armbestuur van Bolsward. Ongetwijfeld zullen B. en W. na zoo’n wandeling van dit oordeel terugkomen. B. en W. zeggen verder: „nu moge het gewenscht zijn, dat eleehte woningen niet ge bruikt worden, doch het beetaan van zulke woningen bewijst nog geenszins de noodzake lijkheid van het stichten van nieuwe.” Had ik ongelijk, toen ik beweerde, dat enkele zinsneden uit het advies tot het maken van tegenwerpingen uitlokken S. K. BAKKER. Lemmer, 18 Jan. Onze slagers hadden een koe gekocht. Toen het dier de markt passeerde, schrok het voor een rekje, rukte zich los, wierp zijn geleider tegen den grond, sloeg öp hol en rende ons dorp door, ver schillende personen omver werpende en meer of minder ernstig kwetsende. Zoo bereikte het den Zeedijk en liep dien op in de rich ting van Schoterzijl, van waar het ook ge komen was. Nadat de slagers den geheelen nacht hebben getracht het beest weer op te vangen, wat hun niet mocht gelukken, is tegen den morgen een jager ontboden, die de koe heeft doodgeschoten. Leeuwarden, 19 Jan. Na aankomst van den markttrein van Sneek is bij het dicht slaan van een der portieren een conducteur ernstig verwond aan een vingers bleken ernstig gekwetst; zal vermoedelijk verloren zijn, geneeskundige hulp ingeroepen renden trein is de patient naar plaats Sneek teruggekeerd. Heerenveen, 19 Jan. ’t Zal nu twaalf, dertien jaren geleden zijn, dat Daniël de Lange’s vermaard a capella koor ons hier een ongemeen kunstgenot bereidde en er geen plaatsje onbezet was. Nu komen de Wog- numers en het blijkt, dat nog oneindig grooter roep zich heeft verbreid van deze zangver- eeniging, gevormd door boeren en boerinnetjes, komende uit een dorpje, dat men nauw bij name kent en toch als zangkoor eene plaats innemende, die geheel eenig is in ons land. De Wognumers hooren! Dat is een verlangen, waardoor als het ware ieder is aangegrepen. Zondagavond komen ze hier en reeds Woens dagmorgen waren er zooveel kaarten genomen, dat de Posthuiszalen tot in de uiterste hoeken bezet zullen zijn. En nog steeds komen er meerdere aanvragen. Nooit nog is hier zoo- iets beleefd. Moeten nu honderden terug gewezen worden? Voor Zondagavond wel, doch de Wognumers hebben zich bereid ver klaard Maandagmiddag 1 uur een tweede concert te geven voor hen, die voor Zondag avond geen plaats konden bekomen. Of er Maandag ruimte wezen zal? Er is bij zoo’n grooten toeloop geen waarborg voor te geven. In elk geval zal men verstandig doen, zich zoo tijdig mogelijk van kaarten te voorzien. Hepk. Nieuwsbl. v. Fr. Sneek, 19 Jan. Voor ’t Wognumerconcert van a.s. Zondag zijn hier alle plaatsen be- sproken. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens TO Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Onze haven, welke nog steeds door het ijs, althans voor zeilschepen geslo ten was, is nu sedert Woensdagmorgen weder voor de scheepvaart geopend. Het nog langs de kust alhier aanwezige ijs werd door de aanhoudende Zuiden - en Zuidwestenwinden voor een groot deel opgeruimd. De haven vuren zijn weder ontstoken. Het gevaar van oude brandkasten. Te Lisse ontstond brand bij den notaris van Stockum. Toen den volgenden morgen de brandkast onder de puinhoopen werd te voorschijn gehaald, bleek, dat de geldtrom- mels waren ineengesmolten en alle documenten verbrand. De kast was al 40 jaren in het bezit van den notaris en van verouderd systeem. Tot haar leedwezen moest ’t comité ter bevordering van tooneelvoorstellingen ruim 100 personen teleurstellen. ’t Ware te wenschen, dat de commissie de Wognumers voor een tweede concert ging engageeren. Als we lezen, dat per advertentie kaarten te koop worden gevraagd, dan lijdt ’t geen twijfel of een 2e editie moet slagen. In de alhier gisterenavond gehouden vergadering van bakkers, is in beginsel be sloten tot oprichting van een Bak kerspat roons- Vereeniging. 27 personen hebben zich reeds als lid opgegeven. ’t Voorloopig bestuur bestaat uit de heeren R. Regenbogen, T. K. v. d. Meulen en F. Martens. Toen Woensdagmiddag, ruim 2 uur, een lijkkoets van het kerkhof terugkwam en reeds over de hooge brug bij de Kerkhofslaan was, sloegen de paarden eensklaps op hol, naar men zegt, door dat ze van de tram schrikten. De lijkwagen kwam daarna eerst in botsing met een bagagekar van het hotel z/De Stad Munster” en toen nog met een der spoorpalen, met het gevolg, dat de dis selboom van den lijkwagen brak en de paarden los kwamen. De koetsier A. Whield de paarden eerst nog aan de teugels vast, doch viel toen plotseling van den bok, waarbij hij nog al ernstig aan de heup gekwetst raakte. De paarden, die nu vrij waren, konden gelukkig reeds op de Noorderpoortsbrug ge grepen worden, doordat een der dieren was komen te vallen. A. W. werd in het hotel Pino binnenge dragen, vanwaar hij later per ziekenwagen naar huis werd getransporteerd. De bestuurder van de aangereden kar, H. t. H., liep ook nog al eenige verwon dingen op, doch gelukkig niet van ernstigen aard, De Rechtbank te Heerenveen heeft de uitspraak van het vonnis omtrent dr. B. te Sneek, wegens weigering van afgifte van een bewijs van overlijden, verdaagd. Workum, 18 Jan. Het zoontje van A. H., leerling aan de Ambachtsschool te Sneek, had gisteren tijdens de werkzaamheden het ongeluk, zich zoo met een hamer op zijn vinger te slaan, dat hij eenigen tijd rust zal moeten nemen. Leeuwarden, 19 Jan. Daar het waar borgfonds, groot f 30.000, van de in Juli en Augustus a.s. alhier te houden tentoon stelling van nijverheid, bijna volteekend is, heeft het uitvoerend comité besloten, de ten toonstelling te laten doorgaan. Volgens de plannen zal deze tentoonstelling alle tot dusver alhier gehouden tentoonstellingen overtreffen. Te Leeuwarden heeft in het hotel //Duinkerken” de jaarlijksche algemeene ver gadering plaats gehad van de leden van den Bond //Friesche Stoomvaartbelangen.” Als secretaris van den Bond, ter vervan ging van den heer P. de Jong Pz. Jr., van Sneek, die niet weder in aanmerking wenschte te komen, werd benoemd de heer G. Pot, van Dokkum. Na uitvoerige besprekingen over de be langen van de binnenvaart in deze provincie en al wat daarmede in verband staat, besloot de vergadering met gepaste middelen ver betering te brengen daar, waar die noodig werd geacht. Den leden der vereeniging zal voortaan het orgaan Schuttevaer gratis worden toege zonden'. Lemmer. In November j.l. werd door de Afdeeling Bolsward der S. D. A. P. een adres gericht tot den raad onzer gemeente, waarin gewezen werd op de alhier bestaande groote werke loosheid, voornamelijk onder de bouwvak arbeiders, en waarin den raad gevraagd werd, te willen overwegen, of en op wrelke wijze daarin van gemeentewege het best zou kunnen worden voorzien. De aandacht van den raad werd verder gericht op de behoefte aan goede arbeiderswoningen en er werd daarom in overweging gegeven, over te gaan tot het stichten van zulke woningen, waar door èn een blijvend nuttig werk zou worden tot stand gebracht, èn tevens aan vele handen productieve arbeid worden verschaft. Dit adres werd in handen van meester en Wethouders gesteld om van advies te dienen. In de raadsvergadering van 28 December j.l. hebben B. en W. het gevraagde advies uitgebracht. Daar de zaak van groot gewicht is en mij en velen met mij groote belangstelling inboezemt, kan ik, waar ik met B. en W. van tneening meen te moeten verschillen, niet nalaten, enkele losse kantteekeningen te maken bij de missive die zij tot den raad richtten. Allereerst zij opgemerkt, dat het vraag stuk der werkeloosheid een der moeilijkste is onder de vele, die zich tegenwoordig voor doen. Zij is geen toevallig, plaatselijk ver schijnsel, maar doet zich overal telkens weer voor. Ze is een gevolg van de tegenwoor dige inrichting der maatschappij, een gevolg van de huidige productiewijze, waarin nog steeds regelloosheid heerscht en die derhalve steeds crisissen te voorschijn roept, die voor vele arbeiders werkeloosheid met zich brengt. En zoolang het tegenwoordige voortbrengings- stelsel van kracht blijft, zal de werkeloos heid zich ook telkens weer vertoonen. Nu brengt ze noodwendig met zich ont bering en ellende voor zeer velen. Ze moet dus zooveel mogelijk bestreden worden. De vraag is, hoe dat het beste kan ge schieden. Dat is niet gemakkelijk te zeggen. Nu is door bovengenoemd adres de zaak onder de aandacht van den gemeenteraad gebracht. Zooals men zal hebben opgemerkt, bestaat het uit twee gedeelten. Aan den raad werd gevraagd, te willen overwegen, op welke wijze het best maatregelen tegen de werke loosheid zouden zijn te nemen. Dat was het, waar het om ging. Nu werd verder, daar het meest bouwvakarbeiders zijn, die zonder werk rondloopen, gewezen op de behoefte aan goede arbeiderswoningen. De adressante heeft natuurlijk niet bedoeld te zeggenzie, daar is nu het middel, waardoor eens en vooral de werkeloosheid kan worden opge heven. Maar in dit bizondere geval zouden die twee, een nuttig en noodzakelijk werk doen en tevens eenigen nood der werke loosheid lenigen mooi gecombineerd kun nen worden. Wat antwoorden nu B. en W. Het antwoord maakt in vele opzichten een zeer sympathieken indruk, omdat er in doorstraalt, dat B. en W. evenzeer als de adressante den ernst van den toestand inzien en bewogen zijn met den nood. Aan den anderen kant echter komen in de missive enkele zinsneden voor, die mij tot het maken van enkele tegenwerpingen uitlökken. B. en W. beginnen met toe te geven, dat de feiten zijn, gelijk zij in het adres genoemd worden. Zij erkennen ik laat dit heel vet drukken, omdat op deze uit spraak van B. en W. wel de aandacht mag gevestigd worden „dat in den druksten tijd van arbeid door de meeste werklie den niet zooveel verdiend wordt, dat een noemenswaardig bedrag van hun loon kan worden overgespaard voor den slappen tijd”. En dat „wanneer dit lang duurt, er zeer spoedig gebrek, zelfs bij de beste en zuinigste werklieden ontstaat”. Na deze ruiterlijke erkenning, waaruit blijkt dat B. en W. zeer göed den nood inzien, had men, dunkt mij, minstens een voorstel kunnen verwachten, om de zaak eens te onderzoeken. Doch dat gebeurt niet. „Maar toch is het onmogelijk, om in die omstandigheden naar wensch te voorzien” zeggen B. en W. En waarom noemen ze dat onmogelijk. „De gemeente kan evenmin als een particulier den toestand dadelijk breidelen, daar de gemeente daarvoor geen fondsen bezit en haar eigen huishouden op het zuinigste geregeld is”. Nu lijkt mij dit een zeer zwak argument. Er wordt gezegddoor de werkeloosheid lijden velen onzer stadgenooten gebrek. Over weeg eens, of er niet wat goeds tegen te doen is. Antwoorder is niets tegen te doen. Wadrom niet? Er is geen geld. Dus dan moeten ze maar verder honger lijden? Neen, zeggen B. en W., dat is natuurlijk onze bedoeling niet. Maar het burgerlijk armbestuur kan eenige leniging brengen. Tegen dat denkbeeld echter zijn ernstige bezwaren in te brengen. Wat B. en W. willen, moet juist niet. Zuinige en oppassende werklieden, moeten, als ’t eenigs- zins kan, buiten de bedeeling blijven. Aal moezen vernederen. Verdiend brood smaakt voor een flink mensch zoeter dan gekregen. Ik erken, gelijk ik boven reeds zeide, dat het vraagstuk heel moeilijk is, maar het komt mij voor, dat er toch nog wél wat meer van te zeggen is, dan dat het onmoge lijk is voor de gemeente, in den nood te voorzien, daar er geen fondsen zijn. Geen fondsen 1 Maar wat lezen we aan het slot der missive? „Doelmatiger zou het waar schijnlijk zijn, dat een commissie van werk verschaffing zich vormde, en de gemeente daar aan eenige subsidie verleende”Dus nu weer wèl fondsen Géén fondsenIk heb mij laten vertellen, dat de gemeente een jaarlijksche subsidie geeft aan het stedelijk muziekkorps. Ik vind dat voortreffelijk, daar ik meen dat de ge meente ook in dat opzicht een taak heeft, en ik zou niet graag zien, dat die subsidie weer werd ingetrokken, maar zoolang men jaarlijks wel eenige honderden guldens beschikbaar stelt om te voldoen aan de muzikale behoeften der gemeentenaren, gaat bet toch moeilijk aan, te zeggen: we kun nen als gemeente niets doen om te voorzien in de stoffelijke nooden van vele stadgenoo ten, wijl de fondsen ontbreken. Blijkens de laatst aangehaalde zinsnede willen B. en W. dus de zaak verwijzen naar particulieren. Maar dat moet juist niet. Om twee redenenle. schiet die particuliere hulp blijkens de ervaring overal te kort, en 2e. is het de plicht der geheele gemeenschap, te zorgen voor de leniging van een nood, die een uitvloeisel is van de wijze waarop die gemeenschap leeft. En nu mag die zorg niet aan enkele welwillende personen worden opgedragen, maar de gemeenschap als geheel moet er voor staan. En nu dunkt mij de burgerlijke gemeente het aangewezen orgaan, waardoor zij (de gemeenschap) in dezen dient op te treden. Natuurlijk, dat geef ik dadelijk toe, kun nen B. en W. hier anders over denken, maar in dat geval ware een eenigszins bree- dere motiveering dan zij hier gaven, niet overbodig geweest. Het is te hopen, dat de raad zich niet zonder meer bij dit advies zal neerleggen. En nu de andere helft van het adres het bouwen van goede arbeiderswoningen. B. en W. zeggen: woningen bouwen om werk te verschaffen is niet het doel van de woningwet. Neen, dat weet ieder, adressante ook. Er werd ook niet gezegdbouw wo ningen om de werkeloosheid op te heffen, maar betoogd werd, dat er groote behoefte bestaat aan goede woningen, dat de bouw daarvan dus een nuttig werk zou zijn en dat daardoor tevens dit goede zou worden be reikt, dat de hu, hier heerschende werkeloos heid, wat werd tegengegaan. Hetgeen heel wat anders is. Maar B. en W. ontkennen in hun mis sive de wenschelijkheid en de noodzakelijk heid van den bouw van goede arbeiders woningen. Zij zeggenMZ» taaiste jaren ■^saess" Bolswardsche Courant J

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1906 | | pagina 1