Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
Rede F. v. d, Pers.
1906.
45ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 13.
N
ZONDAG 11 FEBRUARI.
j
ij
VOOR
“11
JU
plaatsruimte.
Afzonderlijke
partij
Het Bureau van de „Bolswardsche Cou
rant” is telefonisch aangesloten onder No. 4.
zeide Spreker,
arbeiders zich
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Cts. per regel. Overigens naar
van slechts 4
één heer is er die meer dan 8
huurpenningen beurt. Geld is
onze tegenwoordige maatschappij
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
brengen, er zijn nog zooveel suffers, die
wakker moeten worden geschud.
Dit geld wordt ook alle jaren besteed, ja
alle jaren is er nog een te kort. Hierin
mee te spreken. Hoe
Op de vol-
De afdeeling //Bolsward” van deChristen-
Democratische Partij hield gisteren (Vrijdag)
avond hare eerste openbare vergadering waar
bij als Spreker optrad de heer F. v. d. Pers
van Groningen.
De vergadering, die slechts matig bezocht
was, het auditorium bestond uit circa 50
personen, werd gehouden in het Wilhelmina-
gebouw.
De Voorzitter, de heer H. de Bruin Jr,
riep de aanwezigen een woord van welkom
toe en dankte den 2d en Voorzitter van de
Partij, dat hij zoo bereidwillig is geweest
om het verzoek, hier op te treden, aan te
nemen.
De Christen-Democraten, zoo zeide hij,
zijn dikwijls van verschillende .zijden beoor
deeld, hij hoopte, dat deze avond de aan
wezigen een klaarder inzicht in de beweging
zou geven en dat zij dan mee ten strijde
trekken.
Na de vergadering met gebed te hebben
geopend, gaf hij ’t woord aan den Spreker.
De heer F. v. d. PERS begon met er op
te wijzen, dat een woord van dank voor de
opkomst hier geheel misplaatst was, ook
hier kwam weer duidelijk de waarheid van
het spreekwoord voor den dagonbekend
maakt onbemind. Hij hoopt evenwel dat na
met de Christen-democratie te hebben kennis
gemaakt velen zich zullen aansluiten.
Tot onderwerp had Spreker gekozen
//Conservatisme en democratie, in verband
met de beginselen des Christendoms.”
Het onderwerp begint reeds met een paar
vreemde woorden, die allengs burgerrecht
hebben gekregen, doch die ik, zoo zeide de
heer v. d. Pers, nog een weinig toelichten wil.
Conservatisme! Wat is dat? Conservatisme
komt van het woord conserveeren, dat be
waren of behouden beteekent. Is dit nu be
waren of behouden van het goede, dan is
dit ook een prijzenswaardige zaak, doch ’t
eigenaardige is, dat het conservatisme juist
bewaren en behouden wil, wat verkeerd is
en slecht. Dit conservatisme is te vinden bij
de bezittende klassen.
Waarom willen die dat slechte dan alles
behouden zal men vragen, doch hierop kan
ik antwoorden, dat juist zij van de huidige
inrichting onzer maatschappij profiteeren.
In Rusland leeren wij ’t conservatisme in
z’n ware gedaante kennen. Daar was tot
nog toe het volk bestendig uitgeperst en
uitgezogen door de hof- en ambtenaarskliek,
welke laatste in sommige steden soms i/3 der
bevolking vertegenwoordigt. Lang is er ge
vraagd, nooit iets gegeven, totdat de bom
barstte en de revolutie in bload gesmoord is.
Die revolutie is te stellen op rekening van
het conservatisme, want niet ’t volk maakt
de revolutie, doch dat dopn de conservatieven,
de mannen van ’t behoud, dat is het ware
revolutionair gebroed. (Applaus.)
lu Duitschland is ’t al even gemeen en
laag. Daar wilde men den 22sten Januari,
den rooden Wladimir-dag gedenken en daarbij
krachtige kiesrechtpropaganda voeren. Doch
de conservatieven lokten een tweeden Wla
dimir-dag uit in Berlijn. Ze hadden gedaan
weten te krijgen, dat alle troepen bij de
hand waren, tot de tanden toe gewapend,
ja zelfs brachten ze ’t zoo ver, dat bevolen
werd geen pardon te geven.
De leiders doorzagen evenwel alles en de
sociaal-democraten met roóde sjerpen om,
zorgden met de politie voor handhaving der
orde en... geen haartje ging er verkeerd.
De conservatieven kookten van binnen, niets
hadden ze liever gewild, dan dat er op in
geschoten was.
Opk in Frankrijk zijn ze te vinden en
wel de Nationalisten bekend uit het Dreyfus-
proces, terwijl zij zich thans weer verzetten,
tegen de inventarisatie der kerkelijke goederen.
In Engeland is dit volkje alweer gevaarlijk,
daar zijn het de mannen als Milner, Cha-
meson, Chamberlain, Balfour en de overleden
Rhodes, die daar gedurende 10 jaar de baas
hebben gespeeld. Hun aard is hier gemakke
lijk na te gaan, wanneer we in aanmerking
öemen, dat de groote volkerenmoord in
af. Die heeren redeneeren maar zoo: de
wereld is voor ons. ’t Grootste gedeelte van
Londen b.v. is in handen
personen en
millioen aan
’t bloed van
en iedereen die ’t heeft kan ’t gebruiken als
zuigpomp om z’n medemenschenleeg te slurpen.
Dr. Kuyper heeft destijds geschreven dat
de arme zich niet meer thuisgevoelt aan de
tafel van den rijke, dat de niet weg te nemen
ongelijkheid tusschen mensch en mensch ons
gebracht heeft tot een maatschappij waar
niets menschelijks meer is, doch alles aan
de dieren gelijk is en dat de machtige de
de zwakkere slechts uitmergelt door middel
van dat machtige wapen waar niets tegen te
doen is.
Bij de overheid behoeft hij niet aan te
kloppen, daarop heeft de machtige klasse,
zoo’n overwegenden invloed door middel van
de wetgeving, dat er inderdaad niets aan te
doen is.
En toen in 1901 Dr. Kuyper geroepen
was om voor ’t volk op te treden, toen heeft
hij gezegd z/lk doe ’t lekker niet?' Integen
deel heeft hij de arbeider nog meer willen
knechten, nog meer zoeken er onder te bren
gen... Dr Kuyper heeft 4 jaar het conserva
tisme gediend.
Die toestand, dat enkelen de macht over
allen hebben, is onhoudbaar, dat kan zoo
niet blijven. De tegenwoordige productie
maakt ’t handenwerk overbodig, bijna alles
gaat machinaal, zelfs zijn er al vele fabrieken,
die automatisch werken. Grooter wordt de
ellende en het gebrek. En dit behoeft zoo
niet te zijn, er is genoeg eten, ’s levens
disch is goed voorzien. Dr. Kuyper had ’t
destijds goed voor toen hij sprak, dat er
arbeidswetten moesten komen, doch in al
dien tijd, dat hij aan ’t roer was, heeft hij
niets gedaan. Ten laatste kwam hij met een
ontwerp, terwijl hij wist, dat daar toch niets
meer van kou komen.
Men zou moeten beginnen metden werk
tijd vast te stellen. In Algemeen Welzijn
heb ik in 4 nummers een program van actie
van onze partij ontworpen en daarin deze
maximum tijd bepaald op 8 uur. Dr. Kuyper
had 10 uur in zijn ontwerp, doch toen de
fabrikanten in Twente zich roerden, veranderde
hij ’t in 11 uur. De beteekenis van dit
getal 11 is aardig in verband te brengen met
het geheele optreden van Dr. Kuyper.
Applaus.)
In de eerste jaren zou hierdoor de werkeloos
heid verdwijnen.
Men moet tevens de minimum loonen
vaststellen. Van ’t een noch ’t ander willen
de conservatieven iets weten, zij profiteeren
juist van de werkeloosheid, daar zij dan voor
minder loon hunne werkkrachten onder den
schijn van hulpvaardigheid kunnen krijgen.
Daarom willen zij niet weten van oplossing
der sociale kwestie.
Ik heb aangetoond, dat het conservatisme
iets doodelijks en venijnigs is, waartegen
nooit genoeg kan worden gewaarschuwd.
En dat conservatisme, die mammondienst
is gediend door iemand, die ze eerst streng
bekritiseerd heeft.
De Schrift zegt: Gij kunt niet God dienen
en den mammon, doch bij de conservatieven
is alles slechts aangelegd, op ’t stoffelijk be
zit. Op een vreeselijke wijze heeft Dr. Kuyper
de conservatieven bestreden en daarmee ons
een wapen in de hand gegeven voor het
zelfde doel. Hij ging zelfs de partijen be
strijden. De mannen met twee namen wees
hij aan als conservatieven en deze vormden
daarom de partij der vrij-anti-revolutionairen.
Ook de Christelijk-Historischen zijn voor
sociale hervormingen niet te vinden.
De tegenwoordige conservatieve partijen
zijn de oud-liberalen, de vrij-anti-revolutie-
onairen, die zich later vereenigd hebben met
de Christelijk-Historischen, de Friescli Chris
telijk-Historischen en ook de Anti-revoluti-
onaire partij is in dat vaarwater verzeild.
Van die partijen is niets te wachten, van
recht willen zij niets weten.
Democratie is afgeleid van het Grieksche
demos, dat volk beteekent, iemand die dus
de volksbelangen wenscht te behartigen is
een democraat.
Een democraat vraagt dan in de eerste
plaats medezeggingschap van het volk, dat
is algemeen kiesrecht. Dat moeten we zien
in handen te. krijgen. Dr, Kuyper achtte
Zuid-Afrika, alleen voortvloeiende uit hun
onverzadelijke diamanten- en gouddorst, op
hun rekening is te stellen.
Ook in ons land hebben we dat gevloekte
conservatisme en ook hier brouwt ’t ontzag
gelijk veel kwaad, alleen het is hier niet
zoo bijzonder merkbaar als elders. Wie de
toestanden goed nagaat, merkt er wel iets
van. In 1903 schreeuwden de conservatieven
moord en brand over de spoorwegstaking.
En wiens werk is het geweest, dat al die
soldaten werden opgeroepen, wie is de man,
die hier een revolutie wilde uitlokken? Die
man, mijne hoorders, was Jonkh. Mr. A.
F. de Savornin Lohman.
Ik ben wel eens hard gevallen dat ik
voor de arbeiders trok, doch ook Mr.
de Vries sprong voor ’t Comité van Verweer
in de bres, hoewel Staalman daartegen
ageerde. Dat is de reden, dat deze laatsten
uitelkaar liepen.
In ons land is het eveneens verschrikkelijk.
In die stakingsdagen waren er beschaafde
heeren met mr. voor hun naam, die tegen mij
zeiden, kwam er maar een gelegenheid om
ze aan te pakken. Wie? Wel, die arme
spoorwegarbeiders, die jaren geknecht waren,
aan wie de spoorwegdirecties zich steeds ver
grepen hadden. En ook zijn er reeds heeren
gekomen, die dit bekennen, die het goed
recht der arbeiders beamen. Dr. Bos heeft
in een rede te Groningen verklaard, dat
wij en het personeel steeds bij de sporen de
dupe zijn geweest van de zucht naar winst
der aandeelhouders. En thans wordt het
nog niets beter, alleen wordt het nog een
haartje erger. De werkzaamheden vermeer
deren, doch het personeel blijft even talrijk
en velen zijn er dan ook, die geen enkelen
vrijen dag meer hebben. Het personeel laat
men zwoegen, het materieel wordt verwaar
loosd, want... straks komt de Staat om alles
in beslag te nemen en daarom moet er maar
zooveel mogelijk van gehaald worden. Niet
de arbeiders, doch de directie-heeren hebben
schuld aan het gebeurde.
En toen kwam het Conservatisme van
Lohman boven. Hebben, houden, dat is zijn
leuze, recht, dat staat niet in z’n woorden
boek. Betere belooning, daar kon niets van in
komen, aan geven had hij een broertje dood.
Er moesten troepen komen en voor het
minste vergrijp moest er worden geschoten.
En niet alleen voor dat oogeublik, neen,
voor alles moesten de arbeiders gekneveld
zijn, er moesten dwangwetten komen. Dat is
het werk van Lohman en van de Valckenier
Kips, de redacteur van het Utrechtsch Dag
blad, Lohman zijn geloof en Valckenier Kips
zijn ongeloof, komen samen bij de brand
kast. (Applaus).
Toen Lohman in Groningen sprak en ik
op hem wijzend tegen de arbeiders zeide:
//ziedaar, de vader der dwangwetten”, toen
maakte deze een nette buiging en bekende
hiermee, dat ik waarheid had gesproken.
Nu weten de Christelijke arbeiders in Goes
wien ze naar de Kamer zenden, nu weten
ze dat zij afvaardigen den grootsten schreeuwer
om de arbeiders onder den duim te houden.
(Applaus).
De conservatieven willen de slechte toe
standen bestendigen om daarvan te profiteeren
Een paar voorbeelden wü ik aanhalen.
De belasting dient tot instandhouding van
den Staat. Nu hebben we altijd een re-
geering gehad, die uit de bezittende klasse
voortgekomen is en ze hebben ’t belasting
stelsel dan ook zoo gemaakt, dat de arbeiders
moeten betalen. Ze worden aller ongenadigst
te pakken genomen. Suiker en sterken
drank brengen te zamen circa 50 millioen
belasting op, de vermogensbelasting, die alleen
door den grooten man wordt betaald, bedraagt
nog geen 8 millioen gulden. Is dat recht
Integendeel, ’t is schreeuwend onrecht.
Bedrijfs-, personeel-, inkomsten- en vermogens
belasting gezamenlijk brengen nog geen 40
millioen op. Wanneer men gaat narekenen
dan komt men tot de conclusie, dat 4/5 van
alle inkomsten wordt opgebracht door den
werkman en kleinen burger tegen slechts x/5
der gezeten bourgeoisie. En niettegenstaande
dat hadden die arbeiders nog niet alle mede
zeggingschap in onzen Staat.
Ik kan boos worden, zoo
wanneer die burgertjes en
laten uitkleeden tot op het hemd, onbewust
van hun treurigen toestand. Ze willen dik-
wi|h gee« moeite doen er verbetering in te
hebben velen niet
wordt dat nu wel uitgegeven
gende wijze4/5 wordt in het belang der
bezittende klasse besteed, voor dingen, die
ons niet kunnen schelen, slechts t/5 wordt
zoo’n klein beetje ten algemeenen nutte uit
gegeven.
Wat hebben wij aan dat dure consulaat
en gezantschapwezeu Waar dient dat voor
Vroeger was het noodig om op de hoogte
te blijven in zoo’n land, thans is dat niet
meer noodig. Geen haan kan er kraaien,
of het staat in de courant. Leger en vloot,
wat gaat ons dat aan 40 50 millioen
wordt er jaarlijks in den muil van het mili-
tairisme geslingerd. Ook al zulke vader
landlozen, wordt er dan wel eens gezegd.
Och vraag hieromtrent eens een militair met
gezonde hersenen, of ons land te verdedigen
is en hij zal u zeggen, dat ’t dwaas is
hieraan te denken. Ons doodvechten kunnen
we altijd nog doen. Het is schande, dat
voor die grappenmakerij circa 50 millioen
wordt ten koste gelegd. En dat is nog niet
alles, wij hebben nog een nationale-schuld
van 1200 millioen gulden. Wanneer een
zuigeling in den burgerlijken stand wordt in
geschreven, heeft die reeds dadelijk ruim
200 gulden schuld. Hiervoor moet ruim
36 millioen gulden rente worden opgebracht.
Deze schuld is in hoofdzaak ontstaan door
oorlogschuld en door uitgaven voor nieuwe
oorlogschepen, die thans een hoop oud-roest
zijn, waarvan er 52 op een gezamenlijke
waarde van f 75000 getaxeerd zijn. Met
forten bouwen is eveneens 'een kapitaal ver
kwist. Wat gaan ons die militaire uitgaven
aan, wij kunnen ons toch niet verdedigen.
Zelfs.Karnebeek, een vriendje van Lohman,
dat is te zeggen ook zoo’n aarts-conservatief,
heeft gezegdja, men zegt nu wel dat we
ons niet kunnen verdedigen tegen het buiten
land, dat geloof ik graag, maar er is ook
een binnenlandsche vijand; ons leger heeft
roeping voor het binnenland.
Die vijanden zijn de democraten, de volks
mannen, vierkant staande tegenover Karne-
beek, Lohman c.s.
Het leger is evenwel ook nog een middel
voor werkverschaffing. Al die jonkers en
baronnen, die nog wel eens mr. voor hun
naam krijgen, hoe dat doet er niet toe, doch
bij wie het verstand niet zoo diep zit, krijgen
daardoor nog een baantje. Met een ape-
pakje aan, gestreept als zebra’s leven ze dan
op rijkskosten door de geestdoodende garni
zoensdiensten bederven ze evenwel zoodanig,
dat ze in allerlei fitterijen en nesterijen ver
vallen, terwijl ze elkander daar altijd in den
weg loopen. Het kan het conservatisme
niets schelen al worden de militaire lasten
nog zoo opgejaagd.
Ook Indië wordt geheel geëxploiteerd voor
de groot-kapitalistische ondernemingen, alles
wordt gedaan in het belang der bezittende
klasse.
En wat wordt er gedaan, voor de sociale
kwestie? Niets.
Sociale kwestie, velen willen daar iets achter
zoeken, hoewel geheel ten onrechte. Het
beteekent niet anders dan de algemeene kwestie,
dat is de oeconomische of voortbrengings-
kwestie.
Vroeger plukte ieder de vruchten van z’n
arbeid. Na afgelegd proefstuk kon iemand
meester in zijn vak worden, zoodat ’t idiaal
was baas te worden; dat was in’t zoogenaamde
gilden-tijdperk.
Daarna is gekomen het manufactuuur-
tijdperk, d.i. de overgang tusschen het
handwerkswezen en de latere productie; hierbij
vereenigden velen zich om gezamenlijk een
bedrijf uit te oefenen en tegenwoordig is ’t
zoo, dat soms duizenden werken voor één of
voor enkelen, geheel afhankelijk van een
paar kapitalisten. Hebben, houden dat is de
leuze, alles leent zich er tegenwoordig toe,
dat iemand, die kapitaal heeft, kapitaal ver
dienen kan. Rockefeller b.v. verdient minstens
1 millioen per week. De geheele productie
van één artikel is tegenwoordig in één hand.
In Engeland heeft men hetzelfde met het
grondbezit. Half Engeland behoort aan 150
man, half Ierland is het eigendom van 35
personen. Allen die er op wonen hangen dus
van de genade of ongenade van deze weinigen
Bolswardsclie Courant
j
IM
1