Nieuws- en Advertentieblad
Bols ward en Wonseradeel.
Rede F. v. d. Pers.
1906.
45ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 24.
DONDERDAG 22 MAART.
VOOR
Afzonderlijke
waar alles
(Applaus).
gepauzeerd, waarna de
vuurkanonnen van
met de sociale kwestie,
nooit geld te vinden
altijd. Onze militaire autoriteiten zijn het
er reeds over eens, dat de nieuwe kanonnen
land niet geschikt zijn, doch in
En voor
men thans nog bergplaatsen
van ze van de hand te doen,
permanente d.i. doorloopende
van het snelvuurgeschut van
tegen Jezus zeiden: Ge zijt een
een wijnzuiper, ge gaat om met
en zondaren, doch wij, wij zijn
zoo zeggen thans wij tegen de
van tegenwoordig: Christus kent
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
voor ons
bergland gebruikt moeten worden,
dit erfenisje laat
zetten inplaats
zoodat we een
tentoonstelling
dr. Kuyper krijgen.
Alle vooruitstrevenden moeten de handen
in een slaan, de strijd is niet van Christenen
tegen paganisten, van geloovigen tegen onge-
loovigen; de antithese wordt door ons C.-D.
geheel verworpen.
Spreker eindigde met de aanwezigen op
te wekken om mee te strijden in de gelederen
der C.-D.
Daarna werd gelegenheid gegeven tot
debat. De heer v. d. Pers vroeg tevens of
de heer de Boer ook onder de aanwezigen
was. Hij zou deze wel een vraag willen
doen. Wanneer iemand een ander verwijt
geen Christen te zijn, dan moet hij zelf wel
een zeer goed Christen wezen en zoo heeft
hij zich in zijn ingezonden stukjes ook voor
gedaan.
Ik had den heer de Boer hier verwacht,
want wie kaatst moet den ba] verwachten.
Doch zou
de roskam T
feit niet anders dan
Ook op het terrein van den arbeid is
mammon heer en meester. Den voortbrenger
worden de vruchten ontnomen en daarvoor
in de plaats veel te min loon uitgekeerd.
Men vraagt wel eens, wat diefstal is. Wel
nu, op het terrein van den arbeid wordt
dag in, dag uit gestolen. In de schrift staat
dat de arbeider zijn loon waard is, maar
hoeveel zijn er die krijgen wat hun toekomt
Een ander plukt dë. vruchten. Onze geheele
maatschappij is gedemoraliseerd, kleine dieven
pakt men, de grooten loopen vrij rond.
De mammon ontwricht de geheele maat
schappij. Aan den eenen kant heeft men
milliardairs, aan den anderen kant zijn al
talloozen in armoede en ellende verzonken.
Zeer treffend heeft dr. Kuyper dit gezegd
Den eenen steken de broodkruimels, de anderen
zijn broodelooser zijn er die vadzig en
oververzadigd naar bed gaan, anderen gaan
met een leege maag naar hun stroozak, ja
dikwijls hebben ze geen stroozak om op te
rusten.
En thans moet er gewerkt worden. Reeds
vinden we menschen in die richting werk
zaam, dat zijn de ongeloovige S. D. En nu
mogen deze onderling wel eens kibbelen, dat
gebeurt in elke huishouding wel, zij zijn ’t
toch, die de zaken aanpakken. En weer is
’t dr. Kuyper geweest, die dit verklaarde.
Zoowel de S. D. als wij trekken zich het
lot der kleine luyden aan, hoewel elk op
zijn wijs. Het verschil bestaat alleen in
uitgangspunt, de een gaat uit van de rede,
de andere van de beginselen des Christen
doms. De Anti’s hebben de kleine luyden
laten varen, ook dr. Kuyper heeft ’t te druk,
die moet naar den sultan van Turkije. Wij
C. D. nemen thans hun standpunt van vroe
ger in n.l. om te werken in de richting van
gemeenschappelijke voortbrenging.
En thans kunnen we reeds iets doen, in
allen gevalle moeten we zorgen voor onze
ouden van dagen, hun moet een onbezorgden
dag verzekerd zijn. Ook hier hebben de
z.g. ongeloovigen zich het eerst voorgespannen
en niet de Christenen.
Verder moeten we gelijke rechten voor
alle burgers verlangen. De A.-R. zeiden
voor Huismanskiesrecht te zijn, doch toen
Staalman op de laatste deputaten-vergadering
daarnaar vroeg, zeide de heer Talma, dat
deze kwestie al lang van de baan was.
Hierna weidde spreker uit over de snel-
dr. Kuyper in verband
Dat voor dit laatste
is, voor dit eerste
laatste doen onze Christenen hard mee, ook
zij zien zooveel mogelijk land in hun bezit
te verkrijgen. Zeer zeker lezen ze den ge-
heelen Bijbel niet, anders zouden ze op deze
woorden ook wel eens zijn gestuit.
Uit eenen bloede heeft God de menschen
geschapen staat in de Schrift, allen zijn
gelijk, er is geen rang of stand en wij Chr.
Dem. erkennen daarom ook geen adel, even
min als zulks ’t geval is in Zwitserland.
Op politiek terrein wordt ook in ons land
geen recht gehuldigd, dan zouden allen
medezeggingsschap hebben, ieder zou met
de verkiezingen in het bezit worden gesteld
van een stembiljet. Wij hebben geen volks
vertegenwoordiging, pnder de regeering Kuy
per zaten er niet minder dan 47 advocaten
in de Tweede Kamer.
Men vraagt mij wel eens naar ’t arbeids
contract, dat thans in den maak is, doch
ik neem daar niet veel notitie van, want ik
zeg met dr. Kuyper: „De heeren kunnen
geen wetten maken voor de arbeiders”. Wij,
C. D. moeten propaganda maken voor het
stembillet, door dr. Kuyper de electorale
kwestie, dat is de kwestie waar alles om
draait, genoemd.
Hierop werd even
spreker zijn rede vervolgde.
De 0. D. bewegen zich op drieërlei ter
rein, op godsdienstig, maatschappelijk en
politiek terrein.
Wij wenschen ’t aloude evangelie tot zijn
recht te doen komen en gaan daartoe na
hoe Jezus gehandeld heeft, ’t Blijkt ons dan
dat dit evangelie vrijwel verduisterd is. Gij
allen moet ons meehelpen het practisch
Christendom te herstellen, om op te treden
tegen de mannen van het starre behoud
gelijk de heer J. de Boer, die de maatschappe
lijke orde, die er niet is, wenschen te be
waren.
Dr. Kuyper zeide destijds, dat zoo ge nog
een menschelijk hart hebt, elke aspiratie
vloeken moet tegen den tegenwoordigen toe
stand. Dat is volkomen waar, zoo is het
geworden, dat men zich van Christus los
maakt en voor den mammon in het stof
kruipt. Op alles, wat God het menschdom
geeft, wordt door den mammon beslag gelegd.
De dorst naar goud doet de kapitalisten voor
niets terugdeinzen. De moorddadigste oorlogen
worden uitgelokt en ook onze Christelijke
regeering heeft daaraan meegewerkt.
Gewoonlijk zien wij dan naar het Oosten,
waar Rusland en Japan tegen elkaar zijn
gaan .slachten. Ook daar zat de mammon
tusschen. Rusland wilde afzetgebied hebben,
Japan eveneens, hun belangen troffen samen
in Mandsjoerije, het Russisch kapitaal nam
de regeering in den arm, het Japansch kapitaal
deed precies zoo en toen zonden de regeerin-
gen hun troepen er op uit, de massa werd
weer gebruikt ten voordeele van enkelen. En
het resultaat is geweest, dat de mammon
van Japan geld verdienen kan in Mandsjoerije.
Doch ook Nederland doet hieraan mee.
Onder het bewind van dr. Kuyper werden
in de Gajoe- en Allas-landen 3000 mannen,
vrouwen en kinderen omgebracht. Er werd
mee geleefd alsof het ongedierte was. Dat
was het werk van ons Christelijk Nederland.
En toen in ’s lands vergaderzaal hiertegen
opgekomen werd, was het een ongeloovige
sociaal-democraat die zulks deed.
En heeft Kuyper zich als Christen ge
schaamd over deze daden? Neen, met opge
heven hoofde zeide hijTrekt ge u daar iets
van aan? Dan moet ge ook zijn tegen een
operatie, want dan vloeit er ook bloed.
En toen ik dat in een vergadering in
Leeuwarden zeide, hernam een der A.-R.
voormannen daar ter stede, maar als dat
waar is, dan was immers de geheele christe
lijke meerderheid en Patrimonium, let wel
het doode Patrimonium, op zijn achterste
pooten gaan staan. Welnu, men behoeft
mij niet te gelooven, in de Handelingen der
Tweede Kamer kan men dit lezen.
En toen Van Kol daarop vroeg, maar is dat
niet verschrikkelijk? antwoordde dr. Kuyper
die soldaten doen hun plicht, als er iemand
is, die schuld heeft, zijn wij het. Nooit,
zoo zeide Van Kol mij, toen ik hem later
sprak, zal ik het cynische gezicht vergeten,
dat Kuyper bij die gelegenheid zette.
Als nu de door alle Gereformeerden als de
grootste Christen beschouwde man, zoo on
beschaamd is, wat moet er van de anderen
dan wel overbüjveu.
aan
moet kosten,
langzaam en
vermoord.
En als men dien toestand schildert, wordt
men sociaal genoemd. Maar ook Leo XIII,
die geen socialist was, zegt in zijn Rerum
Hovarum: „De heeren kapitalisten leggen de
arbeiders een juk op, dat niet veel verschilt bij
dat van slaven.Onvoldoende voeding is de
oorzaak van vele ziekten en vooral van de
tering. De statistieken wijzen uit, dat t/6
deel der arbeiders aan de tering sterft, de
helft der drukkers en drievijfde der potte-
bakkers aan die gevreesde ziekte wegkwijnen.
Gladstone noemde de sultan van Turkije de
„groot-moordenaar/z, doch in dezen wordt
hij door den kapitalist nog overtroffen. Door
het tegenwoordig productiestelsel worden de
menschen verlaagd, het menschdom gedemo
raliseerd. Vuile gewinzucht is de drijfveer
van alles, wat God gegeven heeft ten be
hoeve van allen, wordt aangewend ten be
hoeve van het algemeen. Wij Chr. Dem.
zeggen „De aarde is des Heeren mitsgaders
hare volheid” en „Wee u die land aan land
en akker aan akker trekt”. En aan dit
’t hier zijn: de schurftige vreest
Indien dit waar is kan op dit
-Lu een vernietigend vonnis
volgen. Aan de vruchten kent men den boom.
Ik wenschte hier een motie aan te nemen,
waarin we den heer de Boer danken voor
het genot, dat hij ons bezorgd heeft.
(Applaus.)
Spreker zeide een motie te zullen opstellen
en die te plaatsen in de Bolsw. Courant.
Van de gelegenheid om vragen te stellen
werd alleen gebruik gemaakt door den
jongeheer K. NAWIJN.
Hij vroeg Spreker hoe deze den bijbeltekst
opvatte: Wie gelooft zal zalig worden. Ten
dat het christendom van de C.-H., Fr. C.-H.,
A.-R. en R.-K. geen christendom is.
De Heer heeft geleerd, dat het christendom
moet zijn een zout, een licht en een stad
op een berg. Het moet zijn een zout, dat
alles moet doortrekken en smakelijk maken;
een licht, dat leven is en levenwekkend; een
stad op een berg, dien iedereen moet, kan en
mag zien, die aan ’t daglicht moet komen.
Het christendom is geen zaak voor iemand
persoonlijk, al zegt prof. v. d. Vlugt ook
ik nader tot mijn God in de binnenkamer.
Een christen moet iemand zijn, die zich zelf
verloochent, die zijn naasten zoekt. De
wereld moet van het christendom, de koeste
rende, levenwekkende stralen ontvangen. De
christen leeft niet meer zich zelf, hij zoekt
niet meer zichzelf, doch hij zoekt God en
let ook op zijn naaste, want indien ge God
lief hebt en uw naaste nipt, zij.t ge een
leugenaar. Liefde is het hoofdkenmerk van
het christendom en vindt men die onder de
christenen van tegenwoordig? De barmhartige
Samaritaan bracht het ware, reine, hoogste
christelijk beginsel in toepassing. Daar heeft
Jezus ons een voorbeeld gegeven waaraan
we kunnen toetsen, wie inderdaad aanspraak
kan maken op dien naam.
Doch, helaas, bij onze Christenen blijven
de daden achterwege. Vier jaar hebben we
een Christelijke regeering gehad, met aan
’t hoofd dr. Kuyper, die de maatschappij van
tegenwoordig eens vergeleek bij een maat
schappij van dieren, waar de sterkste regeert,
waar onrecht heerscht. Nu zou men denken,
dat er recht zou geschieden onder het Chr.
bewind, doch in geenen deele was zulks ’t
geval. De Christelijke mannen hebben hun
plicht niet gedaan, zij laten deze maat
schappij van dieren, waarin het grootste ge
deelte leeft bij de gratie van den mammon,
waarin de arbeider beschouwd wordt als
koopwaar of als verlengstuk der machine,
voortbestaan.
Lodewijk XIV, de vervolger der Huge-
nooten, zeide destijds „L’état c’est-moi”, de
staat ben ik. Wat nu vroeger gold ten aan
zien van den vorst, dat is thans waar ten
opzichte van het geld. Het kapitaal, de
kapitalisten hebben de plaats van den vorst
ingenomen. Thans hangt het wel en wee van
’t volk af van het kapitaal. Van den kapi
talist hangt 't af of de arbeider zal werken,
op welke wijze en hoelang. De laatste brengt
voort, waarvan de eerste geniet en zoolang
het kapitaal den arbeider kan exploiteeren,
mag deze arbeiden. Alles is in het bezit
van de kapitalisten, de arbeiders zijn vreem
delingen geworden op deez’ aardbodem, ze
verrichten slechts den arbeid, die hen licha
melijk en moreel doodt, waarbij ze dikwijls
aanhoudend in levensgevaar verkeeren. Ik
wil hierbij slechts wijzen op Noord-Frankrijk.
Daar ziet men hoe er met de arbeiders wordt
geleefd. Al een maand was er in een der
schachten een brand uitgebroken, ’t was er
dus geruimen tijd reeds gevaarlijk. Doch dat
telde niet, ’t ging enkel en alleen om de
winst van het kapitaal. Schreit ’t niet ten
hemel, dat om wat winst zoovele levens in
de waagschaal worden gesteld? En thans
reeds heeft het Handelsblad uitgerekend,
hoeveel deze ramp den heeren kapitalisten
uitkeeringen aan weduwen en weezen
Duizenden arbeiders worden
zeker door het kapitalisme
Maandagavond j.l. trad voor een volle
zaal in „de Doele" op de heer F. v. d. Pers
van Groningen met het onderwerp: „De
Christen-Democraten als hervormers.”
Ongeveer kwartier over acht opende de
heer v. d. PERS met gebed, waarna hij met
zijn rede aanving. Spreker begon met de
reden, waarom reeds thans weer de Christen-
Democraten hier ter stede een vergadering
hebben belegd, als bekend te veronderstellen,
’t Is ouder onze tegenstanders, zoo zeide hij,
zoqwat gewoonte, dat zij op onze vergaderingen
schitteren door afwezigheid of zich stil houden.
Zoo ook hier. Doch dank zij ’t verslag in
de Bolsw. Courant is een van dezen uitzijn
slof geschoten, een zekere heer J. de Boer.
Na eenige artikels over en weer werd be
sloten een vergadering te beleggen om dien
heer gelegenheid te geven de door hem
geuite beschuldigingen te bewijzen, wij zijn
gewoon steeds te bewijzen. Wanneer mijnheer
de Boer hier aanwezig is, wat ik wel ver
trouw, dan hoop ik, dat hij goed zal toe-
hooren om flink als een vrije Fries met zijn
bezwaren voor den dag te komen. Ik hoop
dat hij zal toonen, niet alleen te kunnen
schrijven, doch ook te spreken. Ik begrijp
de handeling van den heer de Boer zeer goed.
Naar ik vernomen heb is hij Christelijk-
Historiscb, dus geheel iets anders dan
Christen-Democraat. De beteekenis van het
woord christen is hier dan ook geheel ver
schillend. En toch is er maar één Christen
dom, gelijk er ook maar één Christus is.
Om ware christenen te zijn, zijn we genood
zaakt naar de woorden en daden van Christus
terug te keeren. Als we de zaak dan op den
keper beschouwen, zullen we zien, dat er
toch nog zoovele menschen zijn, die zich
Christenen noemen, zonder het te zijn,
’t Is toch zoo gemakkelijk te zeggen: ik
ben geloovig, maar daarmee is men nog geen
christen. In de Schrift staat, dat de duivelen
ook gelooven, maar daar staat tevens bij...
en sidderen. Allen zullen geoordeeld worden,
de duivelen dus ook en daarvoor sidderen ze.
Welnu, dat doen de z.g. christenen nog niet
eens, ze zeggen gelijk de FarizeërsHeer,
ik dank U, dat ik niet ben als die daar, of
zooals ze
vraat en
tollenaren
Abrahams kinderen. Hierop antwoordde Jezus
Abraham kent u niet, want als gij Abraham’s
kinderen waart, zoudt gij Abrahams werken
doenen
christenen
u niet.
De C.-H. zijn conservatieven. Nu is het
eigenaardige van het conservatisme onder de
menschen, dat zij steeds het verkeerde willen
behouden. De C.-H. willen de tegenwoordige
maatschappij met haar onrecht en geweld
pleging behouden. Terecht heeft dr. Kuyper
gezegdConservatisme is mammonnisme.
In de Schrift wordt het ook de wortel van
alle kwaad genoemd. Zij willen behouden,
omdat ze er voordeel van trekken. Dat
zeggen de leiders niet, neen, ze houden dit
achteraf, dikwijls treedt het mammonnisme
op in het geestelijk gewaad, iets waar Jezus
reeds tegen gewaarschuwd heeft. De Fari
zeërs waren ook vroom, ze waren de conser
vatieven van die dagen en niet te vergeefs
riepen ze: Kruist hem! Kruist hem! Het
conservatisme is als de wolf, die in een
schaapsvacht de kooi binnensluipt om zoo
zijn prooi te bemachtigen.
Wanneer we de stemlijsten nagaan, staan
we verwonderd over het aantal stemmen
uitgebracht op conservatieve kopstukken.
Hoeveel arbeiders zijn daar niet onder, „kleine
luyden” die dus allen misleid zijn, ’t Is
hoog noodig, dat er hervormers optreden.
Het christendom wordt misbruikt, het is
in verval. Wel wordt er geroepen Heere 1
lleere! doch Jezus zeide reeds: Niet zij die
Heere Heere roepen zullen het Koninkrijk
der Hemelen ingaan, doch zij die doen den
wil des Hemelschen Vaders.
Hier haalde de Spreker de gelijkenis aan
van den vijgeboom, waar Jezus tevergeefs
zocht naar de vruchten.
Aan de vruchten kent men den boom
vervolgde de Spreker. Lk zal thans aantoonen
Bolsvardsche Courant
BCSMNU.' -