Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
F
1906.
45ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 26.
s
DONDERDAG 29 MAART.
HOOGER OP!
Bi
93
VOOR
Afzonderlijke
BINNENLAND.
De kastelein
van
het aandeelen-
tot uitbreiding
INGEZONDEN.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).
stand, wellicht alleen blijken voordeelig te
geweest voor de bankiers, die wel zoo goed
hebben willen zijn aan de maatschappij
f 1,800,000 preferente obligaties te leenen.
X.
uitzondering geweest lieden, die wisten te
zegevieren in den kamp met lagere harts
tochten van velerlei soort.
Slechts de sterke kan in dien strijd over
winnen. En wie krachtig is in de worsteling
om maatschappelijke glorie, in edeler en
hooger zin, zal ook de sterke moeten ge
bleken zijn in het „corps-è-corps” met den
slechten mensch in hem
Friesche Ct.)
en
contributie
gunstigers
uitgegeven
kosten enz. f 13824. Aanvankelijk telde ’t
fonds 73 leden en thans 106. Van de 73
zijn 14 en in ’t geheel 24 overleden.
Stavoren, 26 Maart. In de afgeloopen
week werd hier aan de coöperatieve rookerij
aangevoerd door 40 booten circa 400 tal
haring, waarvoor besomd werd van f 6 tot
f 3 per tal.
Heden kwamen hier in de haven
van twee sleepbooten,
de Gebr. Goedkoop
om de Hunze XIII,
Hindeloopen, boven
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar b. 5 Cent.
Fr. Zuidwesthoek, 26 Maart. De eieren-
rapers verschijnen thans eiken dag in de
weilanden, maar hun succes isnogonbeduidend
hier en daar één enkel eitje, daar blijft het
bij. Voor de kieviten is het weer trouwens
ook zeer ongunstig om te produceeren. Het
verboden terrein wordt elk jaar grooter, wat
op meerdere plaatsen nog al aanleiding geeft
tot gevoeligheid. De verbodsbepalingen worden
ook strenger gehandhaafd, zoodat zelfs knapen
dagelijks het hazenpad opgedreven worden.
Wegens het hooge water is de nestgelegenheid
voor de vogels kleiner’t vinden der eieren
wordt daardoor echter gemakkelijker. De
totaal uitslag in Friesland was in 1905 als
volgtAantal gevonden eieren 140 a 150
duizend; gemiddelde prijs 18 ct. (hoogste
f 2laagste 9 ct.)de totaal opbrengst
bedroeg f 26000.
Lemmer, 26 Maart. Een gelukkig vader
deed hier heden aangifte van de geboorte
van zijn 18e kind allen van één moeder.
Het ontwerpen en de inrichting van
een gasfabriek is door B. en W. opgedragen
aan den heer Jan Brandenburg Rz., directeur
der gasfabriek te Joure.
Beetsterzwaag, 26 Maart.
Z. alhier kwam heden tot de ontdekking,
dat twee zijner lammeren door ratten de
oogen waren uitgehaald.
Kimswerd, 26 Maart. Zaterdagavond werd
het 25-jarig bestaan van’t ziekenfonds „Nut
en Voordeel” alhier feestelijk herdacht. 200
personen van beiderlei kunne hadden aan
de oproeping van ’t Bestuur gehoor gegeven.
Sedert de oprichting van ’t fonds door de
heeren J. Postma Lz., J. Timmer, E. Westra
P. R. Dijkstra Sz. is er ontvangen aan
van de leden, bijdragen van be
en renten de som van f 14604;
aan zestien leden, vergaderings-
voor
zoo
houding
wegvalt.
Maar deze moeder zag niet in, dat haar
kind niet was van de soort, waaruit genieën
voortkomen. Hij was een doodgewone, mid
delmatige knaap. Die gelukkig en bruikbaar
misschien geworden was in z’n eigen kring.
Maar dat mocht niet. Hij moest zachte,
blanke, fijne handen hebben. Een meneer
zijn. De andere jongens moesten bij hem
afsteken. Hij was voor iets anders in de
wieg gelegd.
En toen ’t op school niet best vlotten
wou, werd-ie op een kantoor gedaan. Hij
werd een van die ongelukkige, half-slachtige
pennelikkers, voor wie zeker de groote stad
den ondergang bereidt
Ik zal m’n vertelling niet uitrekken.
Maar wel helder staat mij vóór den geest
die rechtszitting, waar op de bank der be
schuldigden zat de bleekneuzige, vroegrijpe
bengel, die gestolen had, en toen voor de
rechters kwam dat jammerende, dat handen
wringende, bleeke, doodongelukkige vrouwtje,
sidderend van onzegbare smart
Ook deze jongen was een slachtoffer
het verkeerd begrepen „hooger op.”
genoeg om te kuunen gaan rusten wanneer
Vader Tijd u wenkt, dat ’t nu bergafwaarts
gaat: dan hebt gij dien schat lief met zuiver
en sympathiek gevoel van gehechtheid. Want
uw bezit vertegenwoordigt de vrucht van
hetgeen gij ten offer bracht van uw geest
en uw vlijt. Duizendmaal meer vreugd en
voldoening en levensgeluk verschaft die u
dan de u door het toeval toegeworpen bundel
bankbiljetten en goudstukken!
Hooger-op willen wij. En vooral in onze
dagen is dat de groote algemeene leuze
geworden.
Wanneer ge om u heen ziet, dan kunt
gij ontdekken zoowel de armzalige slaven
van het kwalijk-begrepen parool als de ge
lukkigen, die ’t anders en beter begrepen.
Mijn overbuurman had een aardig, welbeklant
zaakje. Maar hij was „eerzuchtig”, de man.
Hij schaamde zich voor het witte-jassie,
waarmee hij z’n klanten bediende. Voor het
vettige toon bankje. Voor de plompe letters,
waarmeê z’n naam geverfd stond op den gevel.
Hij ging „bouwen”. Hij stak zich in
schulden. Hij praatte zich in, dat alles terecht
zou komen. Hij liet schilderen prachtige,
brillantmooie, stralend-gouden krulletters op
de nieuwe spiegelruiten. Hij werd meneer
en verscheen nooit anders dan in fantasie-
kostuum. Een „employé” werd aangesteld
voor de bediening. En het gehalte der waren
werd minder. En de oude klanten bleven weg.
En mijn arme overbuurman raakte aan
lagerwal. Nu is hij geruïneerd. Nu loopt
hij door de stad, met een vettig valiesje, en
moet uren draven voor een dubbeltje provisie.
Hij woü hooger op.
Ik heb gekend eene moeder, die haar
eenigen jongen liefhad met grenzenlooze
toewijding, maar tevens met on bezadigd en
onverstandig verafgoden. Zij, de ouders,
waren brave, fatsoenlijke burgermenschjes.
Hij was een werkezel, die oog noch oor had
voor iets anders dan zijn dagtaak. Maar
moeder leefde voor haar jongen. Die moest
worden in de wereldja, wat ?’t Beste
en mooiste en hoogste was toch nog niet
te goed voor hem. Het moederhart mag
zich zulke illusiën scheppen en wij hebben
niet het recht om daarover te spotten, want
de moeder is haar kind zoo heilig en
lief en zoo groot, dat alle gewone ver
en nuchterkoele berekening er bij
Niet kunstmatig-en met forschen dwang
en door bedriegelijke hulpmiddelen en door
zot schijnvertoon stijgt men op de maat
schappelijke ladder, in aanzien en beteekenis.
Wie geboren is om ’t tot zekere hoogte te
brengen, voelt, half-bewust, dien aandrang
in zich. Streeft niet naar de uiterlijke
futiliteiten, welke den ijdeltuit een wellust
zijn, maar geeft zich, spant zich in, spaart
geen krachten, omdat hij niet anders kan.
Volgt den machtigen drang, die in hem
leeft en heeft tegelijk lief, met oprechten
en waarachtigen hartstocht, de taak, waar
hij zich voor gaf
Wie aldus „hooger op” wil, beseft ook, dat
hetgeen met valsche en bedrieglijke middelen
veroverd, bemachtigd wordt, de kern des
doods in zich draagt.
Groote figuren, mannen van beteekenis
als mensch en als burger, zijn schier zonder
maken tot hetgeen
zoo vurig wenschen te kunnen worden.
De soldaat, die door een wonderbare gril
van het toeval, onder zeer bijzondere om
standigheden, eensklaps tot aanvoerder zou
worden bevorderd, zal is hij geen geboren
Napoleon, en van die soort zijn er geen
twaalf in ’t dozijn! niet gelukkig blijken
in de plots hem opgedrongen glorie
Tot zelfs de scheppers der fantastische mop
pen en grollen van de opera-bouffe zien dat
in en zorgen er voor, dat hunne door een
gril van Fortuna begunstigde helden weer
per slot van rekening in hun goeie-ouwe
doen terecht komen Wat pleit voor
het gezond verstand en de menschenkennis
dier schrijvers.
De man, wien onverwachts een fortuin in
den schoot geworpen wordt, o, men be
nijdt hem. En wie ’t waagt om te begeren,
dat hij niet zóó gelukkig is als men wel
algemeen gelooft, die wordt uitgelachen met
joelend geschater De oolijke spotter 1
Of de druiven hem ook te zuur zijn!
Maar wie van de wereld en van de menschen
iets meer dan de oppervlakte gezien heeft,
weet wel, dat er diepe waarheid schuilt in
de tot banaliteit geworden stelling, „dat ’t
geld alléén niet gelukkig maakt.”
Wanneer gij als vrucht van uw arbeiden,
uw zorgen en zwoegen, uw inspanning, uw
waken cd deuken, teo plotte bijeen hebt
Reorganisatie der Ned. Tramwegmij.
Mijnheer de Redacteur
Mag ik u eenige plaatsruimte verzoeken
voor bijgaande overdenking.
Op 28 dezer is een buitengewone verga
dering van aandeelhouders in deNederlandsche
Tramwegmaatschappij opgeroepen. Schrijver
dezes is het niet met zekerheid bekend, welke
onderwerpen daar ter sprake zullen worden
gebracht, maar hij meent dat, in verband
met het voorstel van de commissie, door de
obligatieh ouders benoemd tot waarborging
hunner belangen, voorstellen zullen ter tafel
komen, tot reduceering van
kapitaal tot op 15 pCt. en
van dit kapitaal.
Dit laatste, als een gevolg van het voorstel
van de voornoemde commissie, om de tegen
woordige obligaties te verminderen tot op de
helft en aan de houders van een obligatie,
een aandeel van even groot bedrag toe te
kennen.
Dit voorstel beduidt dus voor de aandeel
houders schade, en wegens reductie van hun
bezit op 15 pCt., verlies dus 85 pCt., en
verplichting om eventueele winst met een
grooter aantal houders te deelen.
Nu weet schrijver dezes heel goed, dat de
positie van een tegenwoordigen aandeelhouder
van de maatschappij geen benijdenswaardige
is, dat zijn kansen op dividend uiterst gering
zijn, maar dit kan toch geen reden zijn om
voor goed alle kans op winst prijs te geven
en, door toetreding tot de voorstellen, zich
zelf de hals af te snijden. Als een ander dit
doet, is dit al erg genoeg.
En dat er, na aanneming van de voorstellen
van de bovengenoemde commissie uit de
obligatiehouders, nimmer kans is op eenig
dividend, en voor de provincie op eenige
terugbetaling op het te geven voorschot, zal
wel een ieder duidelijk zijn, die de cijfers in
het rapport met aandacht nagaat.
Uit die cijfers blijkt toch, dat wel is waar
de rentelast wordt teruggebracht op f 65,677,
zoodat het overschot volgens de balans over
1904, heeft bedragen f 16,796, zoude bedragen
hebben f 16,796, (f 138,941—65,677)
of f 90,060, maar uit deze som moet bestreden
worden de storting in de fondsen, door de
commissie vee) te laag aangenomen op f32,000.
Neemt men de maatstaf door andere maat
schappijen en ook door het Rijk aangenomen,
voor de storting in fondsen aan, dan is de
bovenbedoelde som ongeveer de helft te laag.
Haar aannemende op f 60,000, blijft er een
overschot van rond f 30,000.
Wanneer men nu gelieve in aanmerking
te nemen, dat het voorschot door de Ned.
Tramwegmaatschappij aan de provincie ge
vraagd, lang niet voldoende is om den tramweg
en het rollend materieel in behoorlijken staat
van onderhoud te brengen, en daaraan pl.m.
f 200,000, te kort komt, dat volgens de
meergenoemde commissie zelve de exploitatie
van de Drentsch-Friesche lijnen waarmede
de maatschappij zich zoude belasten een
geringe rentabiliteit belooft, dat dit zelfde
kan gezegd worden van de lijn Drachten
Groningen, omdat daarover nimmer een
eenigszins beduidend direct verkeer zal zijn
te ontwikkelen, dat de eischen van de Regeering
tegenover de tramweg-maatschappijen, voor
zooveel betreft het materieel, de veiligheid,
als ook voor het personeel (pensioneering,
Zondagsrust enz.) met den dag grooter worden,
dan is het duidelijk dat het bovengenoemde
cijfer van f 30,000, nauwelijks voldoende
zal zijn, om de hoogst noodige uitgaven te
bestrijden, en er niets voor dividend op de
f 2,288,000 aandeelen, en voor provincie of
Rijk overblijft.
De ontworpen reorganisatie van de tram
wegmaatschappij zal per slot, komt zij tot
Niet ieder van ons verstaat en begrijpt
hetzelfde onder hetgeen men „eerzucht"
noemt. De een ziet er in een aandrift, die
voert tot bevrediging van zijn kleine, nietige
behoeften van ijdelheid, van uiterlijk ver
toon, van zucht om anderen jaloersch te
maken. Om te kunnen genieten van het
waarnemen der flikkering van naijver, van
afgunst in de oogen zijner naasten.
Er is ook een andere eerzucht, die staalt
en sterkt in den levensstrijd. Die moed en
kracht schenkt om te volharden, met ijzeren
zelfbedwang. Die doet doortasten en het
onwankelbaar vertrouwen in den uitslag van
uw streven behouden, omdat diep in uw
binnenste leeft, onverwoestbaar en onver-
delgbaar, het besef, dat gij zult bereiken wat
ge wilt
Het eigenaardige is, dat zulk een „Aus
dauer", zulk een bestaan van zielskracht en
zelf beheersching en zelfvertrouwen niet
zullen aangetroffen worden bij lieden, die
nietigheden van kleine ijdelheid najagen.
Bezieling tot het offeren van alle macht
en kracht, die in u zijn, wordt u slechts
gegeven door een ideaal van ernstiger, van
hooger orde.
Onder de beste woorden, eens door den
minister N. G. Pierson in de Tweede Kamer
gezegd bij de verdediging van zijn gesplitste
inkomstenbelasting, behoorde het met geest
drift wijzen op de spreuk der moedigen
„waar een wil is, daar vindt men ook een
weg
Het andere oude Hollandsche spreekwoord
„de aanhouder wint" staat wel in eenig ver
band met ’t kernachtige woord, dat we
noemden, maar ’t is flauwer, vager, ’t Doet
onwillekeurig denken aan wat dreinends,
zeurigs
In het aardige, welbekende werkje van
Samuel Smiles zijn aangehaald tal van voor
beelden van mannen, die „zich opwerkten"
uit nederigen kring tot figuren van betee
kenis, van macht, van aanzien, van invloed.
En het oude woord, dat elke soldaat den
maarschalksstaf in zijn ransel draagt, is wel
degelijk nog van volle waarde, wanneer men
den zin ervan slechts met verstand gelieft
te begrijpen.
Maar er heerscht eene jammerlijke, eene
schromelijke, eene schrikbarende spraak- en
begripsverwarring, in onze dagen, over den
zin van het „Hooger op."
Zeker, ieder soldaat heeft den gulden staf
in z’n ransel.
Doch niet aldus is ’t er meê gesteld, dat
hij, nauwelijks in dienst getreden, slechts de
hand zou hebben uit te strekken om als
zijn kameraad uit Offenbach’s „Grande
duchesse de Gerolstein” ’t plotseling tot
den hoogsten graad te brengen.
Om „er te komen’, om iets te bereiken,
moeten we ploeteren, ons inspannen, moei
zaam stijgen van schrede tot schrede.
En juist die inspanning, dat worstelen,
zijn ’t, welke ons maken tot hetgeen we
binnen, onder geleide
drie lichterschepen van
te Amsterdam, bestemd
onlangs gestrand voor
water te brengen.
Had men eerst het plan de boot door
pompen vlot te krijgen, thans, nu ze na de
stormen van den laatsten tijd geheel onder
water zit, kan daaraan niet meer worden
gedacht en moet een andere weg worden
ingeslagen. Naar wij vernemen zal men nu
trachten kettingen onder de boot te brengen
en dan met behulp van de lichters de boot
tot boven ’t niveau op te heffen en ver
volgens door pompen vlot te maken.
Henk. Nieuwsbl. v. Fr.
Sneek. Heden werden ter markt alhier
aangevoerd ongeveer 150 kievitseieren, welke
tegen pl.m. 60 ct. per stuk werden verhandeld.
Op 28 Maart van het vorig jaar bedroeg
de aanvoer alhier ongeveer 500, welke toen
werden verkocht tegen 30 a 40 ct. per stuk.
De miliciens der lichting 1906, die
bij hun komst onder de wapenen en de daar
op volgende keuring ongeschikt voor den
dienst worden bevonden, is vergund om,
wanneer zij zulks verlangen, onmiddellijk na
dat die ongeschiktheid geconstateerd is, met
verlof te vertrekken, in afwachting van op
roeping om te verschijnen voor Ged. Staten
die hen voor den dienst kunnen afkeuren.
Vroeger moesten deze miliciens totdat zij
voor Ged. Staten verschenen in het hospi
taal verblijven, hetgeen kostbaar voor het
rijk en soms onaangenaam voor de betrokken
personen was.
Bolswardsche Courant
i
I
i