Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. I 3 1906. 45ste Jaargang. No. 36. Verschijnt Donderdags en Zondags. DONDERDAG 3 MEI. KALMTE. V„„ zeeheld, een domkerk en een graf. 1 I I r J I VOOR dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Cent. BINNENLAND. De opmerkzame lezer Friesche Crt. UEr. Aegtb. Dienstwillige ALBERTINE. 17 regels. Ver- naar plaatsruimte. dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. Aangaande het leven van den admiraal er zijn o zqq vele verhaaltjes omtrent hem. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van volgens 10 Cts. per regel. Overigens Het bureau van in optreden dan in kennis. Dit laatste is minder moeielijk dan het eerste, men zich door studie, door ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. T^ranco per post 95 Cents. Afzonderlijke no& van f aide lieu stil efter syn gromje in omloop geweest, verhaaltjes even on waarschijnlijk als de plaats van zijn graf. Veel wetenswaardigs omtrent hem is ver zameld door den Frieschen historicus, S. Haagsma, in zijn werk: Z/Eenige bladzijden uit Frieslands zeegeschiedenis”, in ’t bizonder in het II deel daarvan: zzTierck Hiddes de Vries, Luitn Admirael van Vrieslandt, en het Friesche Smaldeel, in de jaren 1665 en 1666. Ook in zzAlgemeen noodwendig Woor denboek der Zamenleving” (Witsen Geysbeek) vindt men (pag. 4560) eene lezenswaardige schets: T. H. de Vries betreffende. Ik wil deze beschouwing eindigen met een aanhaling uit zzRimen ind Teltjes”, fen de broarren Halbertsma. zz Admirael-Tsjerk koe it Hollansk opper- baest, mar it wier him sa hiem naet as syn moars-teale. Daerom spriik er Ijeafst Frysc. Men scoe sizze, hwat koene uws foaralders opjeye mei sa ’n pringel, dy plomp boersk praette Hy koe nin versen opsnye oer Neerlands vlagnin lange oanspraken uwt- brommenin volkslied mei de matroazen sjongeadmirael Tsjerk koe fjochte. Sjoch daer alles I Fjochte, dat er de spuónnen neifleagen Mar it lyke wol as dy boeren er better regaet onder halde koenen as uws Ijouwe. Want as de Ingelscen do naet ien fyftich oarlogscippen by eltsoar hienen, doarsten se naet op sea komme, sa bang wierne se foar dy Ijouwe, dy boersk praettene end nou leit de izeren traeljes to zal hebben opge merkt, dat ik hem niet veel heb verteld van van ’s helden zzleben und streben” ter zee, ook weinig aangaande zijn particulier leven. Ik wenschte niet, wat in deze affaire zoo erg is gedaan, klakkeloos na te schrijven wat Notaris Haagsma en anderen reeds te boek stelden. Hoewel ik af en toe gebruik moest maken van het werk van dezen schrijver en anderen, zoo verzamelde ik de bouwstoffen voor mijn opstel meest op het stedelijk archief te Har lingen, waar ik meermalen vertoefde, en waar de archivaris, de heer R. v. d. Meulen Ez. mij ten zeerste behulpzaam was, bij het zoeken langs den weg der historie. Enkele bizonderheden hield ik in porte feuille, misschien vertel ik daaromtrent eerlang nog wel eena wat, Ws, sticht verwarring, daar orde te doen is. en verduistert het oog, evenals dronkenschap het doet en verbeurt alzoo het recht tot verbieden. Het recht, maar ook het vermogen om te verbieden mist hij. De driftige kan niet gebiedenAls opvoeder en elk die gezag uitoefent behoort dat het hoogste te zijn als opvoeder kan de driftige zijn pensioen vragen. Want 't bezit van al zijn kennis weegt niet op tegen het gemis, een verstandig gebruik er van te kunnen maken. Kennis is macht, niemand die 't weer spreekt. Maar wil de macht uit kennis gesproten, tot nut der maatschappij strekken, dan moet zij in kalme, breede strooming tot haar komen en niet als een stortvloed. Kalmte alzoo is een eisch voor een ieder die haar kennis zal doen komen tot haar volste recht, is een hoofdeisch voor allen, die over anderen gesteld, deze hebben te beheerschen. ’t Is toch niet genoeg, meer deren te heeten, men moet toonen dit inder daad te zijn. En dit niet minder in handelen en nu Kennis verschaft omgang met ontwikkelden door practijk. Maar meerdere te zijn in handelen en in optreden, daartoe worden de beste eigen schappen als mensch gevorderd. Onze hoedanigheden nemen niet toe als van zelve met de bevordering, die we maken, zij vormen zich voor een groot deel naar onzen werkkring en stellen daardoor zelfont wikkeling tot voortdurenden eisch. Eigen schappen die ons deel zijn en belemmerend werken op een kalm en zelfstandig handelen, een optreden als meerdere alzoo, moeten onderdrukt met krachtigen wil. Door ’t herzien van onszelven, erlangen we eerst feitelijk de meerderheid over hen, die onze minderen heeten. Verraadt ons gebrek aan gemakkelijke, rustige meerderheid zich gewoonlijk in drift, ’t bezit van die meer derheid geeft kalmte in denken en doen te aanschouwen. Die kalmte, vrucht van gemakkelijke, rustige meerderheid dan gevormd met ernst en volharding! Missive van haar Hoogheit Albertine, Prinsesse d’Orange etc. Erentveste, aegtbare, wyse, voorsienige Heeren, besonders goede Vrinden. Wij hebben naa deliberatie ende rijpe examinatie van wedersijdsche stucken noodig ende dienstig gedacht FEE. ende Aegtb. te rescriberde alsoo in deese Provincie noyt gebruijk ende admissibel is geweest, dat een persoon te gelyck politijcq ende militaire functien heeft bekleedt. Den Lieut-Admiral Tierk Hidds de Vries die militaire bedieninge aangenomen hebbende waardeur de bedieninge van Een Vroedtscaps ampt in syn persoon van selven is gecomen te vaceren Soo verstaen wij dan UEE. ende Aegtb. om denselven (tot) het trecken van de boog te admitteren. Oversulcks dat UEE. ende Aegtb. door Convocatie van de Veertigb een ander ge- qualificeerde persoon tot die bedieninge in desselfs plaatse nominerde, ende aldus ’t Reglement onverbreeken onderhouden. Hiermede, Erentveste, Aegtbare, wyse, voorsienige Heeren’ besonders goede vrinden, bevelen wij deselve in Godts heilige protectie. 4 Groningen-4-Xbr. 1665 11. Ruim eene week is het geleden, dat ik schreef: zzer is nog niets gevonden van het graf van den grooten vlootvoogd, Tjerk Hiddes de Vries.” En nu 1 Mei moet ik alweer schrijven „er is nog niets gevonden, ook met onder den preekstoel.” Dit toch was algemeen het idee, dat de preekstoel in de Nieuwe Kerk te Harlingen zich juist bevond boven het graf. Op het archief der Stad Harlingen be vindt zich een stuk, dagteekenende van 1834, dat behandelt de grafsteenen in de beide kerken te Harlingen. De auteur, de heer V. D. Fontein, geeft daarin eene vermelding van de opschriften en wapens, welke men vindt op gezegde steenen. Fontein beweert daarin, dat men het graf van Tjerk Hiddes vindt, juist onder den preekstoel. Was het wonder, dat men bij het eerste onderzoek op Maandag 23’‘f*fpril j.l., zich ging overtuigen of deze bewering op waarheid berustte? De overlevering werd gelogenstraft. Onder den preekstoel bevindt zich een vrij goed geconserveerde steen, waarop men kan lezen zzNelis Koning is Gestorven, X Martius 1575, DEN EERZAMEN Sioerd Koning X en leit hier.” Het verdere was bij ’t eerste onderzoek niet te vinden, daar het hoofdeinde van den steen onder een binnenmuur lag. Eenige dagen later heeft men echter het geheele opschrift kunnen vinden, door yt wegbreken der steenen. Verder beweert Fontein in gezegde ver handeling, dat de kerk zich vroeger ten Oosten wel 30 a 40 voeten verder uitstrekte dan de tegenwoordige. Op eene andere plaats, in hetzelfde werkje, spreekt de schrijver van: zzten Z.O. van de Kerk, waar vroeger het choor der oude kerk pleegde te wezen.” Waarop schrijver echter deze zijne bewe ring grondt, is een raadsel. Eenig geschrift dat tot zijne veronderstelling aanleiding zou kunnen geven, is op het archief van Har lingen zeer waarschijnlijk niet aanwezig. Ik nam notitie van de bestekken, voor waarden van aanbestedingen voor afbraak en ópbouw en vond daarin niets dat ook maar eenig motief kon zijn voor deze stelling. In die bestekken wordt op meerdere plaatsen de gravenkwestie behandeld, zooals ik reeds in het vorig stuk vertelde, was er bij den herbouw der kerk zzeene aparte commissie uit de Regeering gedecer- neerd, tot welken adsistentie uit de Borgers enkele geroepen werden.” In een ander boek ten archieve vond ik opgeteekend dat »de zaak der aanroeringe van graven,” door gezegde commissie naar aller genoegen was volbracht. Zeer opmerkelijk is, dat zich bij het dossier schrifturen van afbraak en op bouw niet bevindt het rapport dier commissie, of een of ander stuk dat in deze affaire nu inlichting zou kunnen geven. Hoogstwaarschijnlijk bevindt zich zoodanig epistel bij de Z/Ingekomen stukken” over 1771, ’72 en ’73. Het oudste, zzingekomen stuk” ten archieve, dagteekent van ongeveer 1790. En zoo is er op ’t oogenblik niemand, die iets weet van het gezochte graf, ’t Schijnt bovendien, dat men in de dagen van 1770 en volgende jaren geen bizondere interesse betoond heeft aan de laatste rustplaats van Tjerk Hiddes. Ten bewijze daarvan voer ik aan, dat in het bestek voor den bouw van een Consistoriekamer, waarmee men begon, nadat de Kerk bijna voltooid was, uitdruk kelijk staat vermeld, dat de steen van Ster- renberg (Stadhouder?) in het voetpad van dit gebouw moet worden gelegd. Was toen de steen, die het overschot van Tjerk Hiddes dekte, reeds te onaanzienlijk om eene bizondere plaats te erlangen, of was hij reeds toen te zoek, of verplaatst? Wat het ook zij, het zoeken naar het graf is nu, zonder betere gegevens een tasten in den blinde. Ter wille der bizonderheid vermeld ik nog iets, dat ik vond in een oud Resolutieboek van Harlingen, over 1665. Vooraf zij gezegd, dat onze admiraal, aan wal zijnde, zich ook bemoeide met den gang van zaken in de stad. Hij was zelfs lid van de Vroedschap geworden. Dienaangaande vond ik het volgende In dagen van geestelijke en lichamelijke overspanning kan het niet overbodig heeten, een eigenschap te bespreken, die dreigt ver loren te gaan. De dingen van den dag met een kalm oog te overzien, met een koel hoofd te overwegen en dan zonder gejaagd heid, met vaste hand ten uitvoer te brengen, ’t schijnt bijna niet mogelijk meer. En waar het nog mogelijk is, komt men onwillekeurig onder den invloed zijner omgeving, die den tred van den rosmolen gewoon, het geratel der machine wil hooren, ook al valt er niets te malen. Voorwaarts jaagt en voorwaarts drijft aldus de een den ander. En de resul taten van al dat gejaag en gedrijf leest men in de overspannen trekken der menschen en in den treurigen loop van zeer vele zaken. Als overspanning ’t parool van den dag gaat uitgeven, zal een strijd niet uitblijven, waarin niemand de overwinning bevechten kan; uit putting wordt het deel van allen, die onder het vaan van den dag strijden. Wie geroepen is tot een taak van regeeren, bevelen wij meer dan ooit kalmte, tot wet en regel in al zijne handelingen. Met vaste hand aan ’t roer en het geoefend oog op ’t kompas gericht, late hij zich niet en door niets van zijn stuk brengen. Om hem en zelfs in hem moge het woelen en bruischen, het roer mag dit niet merken. En hij zal meester blijven van den toestand. Zijn kalmte, die vastberadenheid in zich sluit, zal zich meedeelen aan zijn ondergeschikten, die de bevelen hebben uit te voeren, zal zich ook doen gelden ten aanzien dergenen, die hij heeft te weerstaan en de wet heeft te stellen. Van drift in zaken en in omgang met personen is niets goeds te zeggen. Voort varendheid... uitstekend! Deze heeft zich beraden en voert met snelheid het wèlberaden uit. Maar drift, drift ziet palen noch perken, onderscheidt daardoor niet den weg, die inge slagen moet en sticht verwarring, daar waar ’t juist om orde te doen is. Drift benevelt het brein Arum, 30 April. Hedenmiddag geraakte alhier een paard, gespannen voor een kar, waarop een eg werd vervoerd, op hol. De bestuurder, de arbeider J. R., viel van en onder de kar, bezeerde zich ernstig aan het gezicht en brak een schouder, zoodat ’s mans toestand zorgwekkend is. Leeuwarden, 1 Mei. Heden werd de 2e voorjaarspaardenmarkt gehouden. Aangevoerd 42 tuigpaarden, 152 werkpaarden en 1 veu len. De beste soorten werden spoedig door Duitsche handelaars gekocht, waarvoor deze van f 400-f 525 betaalden. Mindere soorten vonden weinig belangstelling en werden ver kocht tusschen de f 100 en f 250. Ook heden bleek opnieuw dat door het opkoopen van paarden bij den boer, de markten de beste soorten niet meer, of zeer weinig opleveren. Friesche Zuidwesthoek, 30 April. Al wat van het schaap komt is dit jaar buiten gewoon prijzig. Van de wol meldt men thans, dat de gemiddelde prijs niet beneden f 1,25 per K.G. zal gaan, d.i. 25 pCt. meer dan in 1905. Huiden zijn ook zeer hoog in prijs. Iemand te B. verkocht 2 stuks, samen voor f 18.50. Oude fokkers hebben nimmer vroe ger zoo’n bedrag hooren noemen. Heerenveen, 1 Mei. Waarschijnlijk gesn rennen op kermis-Donderdag. Dat zou voor ’t eerst zijn in vele jaren, maar de nieuwe renbaan-bepalingen hebben tot eisch gesteld, dat de uit te loven prijzen aanmerkelijk moeten worden verhoogd, wat in totaal een al te groot verschil zou opleveren. Om die finantieele reden durft het Groninger wedren- comité, dat steeds de leiding van onze rennen had, het hier niet meer aan. Van particu liere zijde zullen echter pogingen worden aangewend om een garantiefonds van een paar honderd gulden volteekend te krijgen. Gelukt dat, dan hoopt men het Wedren- comité alsnog te bewegen op zijn besluit terug te komen. Hepk. Nieuwsbl. v. Fr. Workum, 28 April. Heden namiddag kwam schipper Bergsma van Heeg de haven alhier binnen en wilde met die prachtige gelegen heid, bijna vlak voor den wind, nog naar zijne woonplaats varen, om daar den Zondag te houden. Er woei een flinke bries en met volle zeilen wilde men de spoorbrug door, dat meermalen gebeurt, waardoor de schepen een snellen voortgang hebben. Doch even voor de brug geraakte het z/want” van het schip achter een voor de brug staande paal, welke bij den grond af brak en het schip tegen de aan de andere zijde staande palen smakte, die eveneens afbraken. Het schip heeft geen noemenswaardige schade, naar men ons mededeelde, bekomen, terwijl de schade, veroorzaakt aan die groote zware palen, belangrijk is te noemen en een groote schadepost van ongeveer f 500 moet bedragen. Het „strijk de zeilen” zal later ook voor deze brug moeten worden toegepast. 30 April. Op verschillende plaatsen aan onze zeekust waren voor en na al eens proefvangsten gedaan om te zien of de ansjo vis zich al in de Zuiderzee vertoonde. De netten waren reeds lang voor dat doel in gereedheid gebracht, om, als ze zich ver toonden, met de geheele beug naar zee te kunnen gaan. Vrijdagmorgen begon dan eindelijk de visch te komen en werd door een onzer visschers 260 stuks gevangen. Dat was een goed begin. Nu werd aller wege een aan vang gemaakt met de voorloopige werkzaamheden om met de nieuwe week te beginnen. Een visscher had n.l. Zaterdag zijne netten in zee ge bracht en heden morgen de vangst ingehaald, waaruit bleek dat het getal verblijdend was toegenomen, wat nu ongeveer 600 stuks bedroeg. Ook van overige plaatsen als Hindeloopen en Stavoren komen berichten van goede vangsten, zoodat het daar eveneens veel drukte en beweging veroorzaakt. Na de verschillende ondervonden tegen slagen welke dit bedrijf trof, is het te hopen, dat voor hen een goede en voordeelige vangst dit jaar niet achterwege blijft en het jaar 1906 zich kenmerke als een voordeelig ansjo- visjaaj\ Bolsvardsche Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1906 | | pagina 1