Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
1906.
45ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 41.
ZONDAG 20 MEI.
Drie dagen //brommen!
VOOR
Afzonderlijke
16 Mei.
Eene episode uit het soldatenleven.
aan
van
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
naar het
en den haan overhaalde,
en de kogel drong den
Tot nu toe is het niet
De jongen is
BINNENLAND.
Leeuwarden, 18 Mei. Hel personeel van
de Slotener boot, kapitaal v. d. Wal, was
gisteravond den wal op geweest. De p.m. 50
jarige G. Sijperda uit IJlst, die een eigen
beurtveer heeft, doch gewoonlijk met de
boot reisde, kwam wat later thuis dan de
anderen. Na gegeten en chocolade te hebben
gedronken, ging men naar bed. ’t Zal onge
veer 11 uur zijn geweest, toen een aan boord
zijnd jongetje gerucht vernam, dat ham deed
ook dacht de schipper, welke de tent
den Circus-houder N. Cohen van de
plaats naar de andere vervoerde. De
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Cts. pef regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4.
//Kerel, ben je des duivels als ordonnans
te rooken snauwt hij me toe met zijn
bierstem.
Ik geef natuurlijk hetzelfde antwoord als
vroeger.
z/Nu, bij jullie Pruisen mag alles!" Met
deze woorden draait de dikke zich om, ter
wijl hij den weg naar Heirster inslaat, waar
ze het lekkerste //Kindl" schenken. Ik rook
na zoovele overwinningen kalm mijn sigaar
verder, pendel de straat af, terwijl ik zoo
denk bij mezelf#wat die Gottlieb toch
alles vermag" daar zie ik tot mijn schrik
onzen regiments-commandant, een vriendelijk
heer. Die kijkt me aan als een oorwurm.
z/Hoe beet je welke compagnie? we
zullen je wel vinden
Dat was me eene schrik Ik ben ’s mid
dags dan ook nauwelijks in de kazerne, of
daar haalt me iemand om bij den majoor te
komen. Nu, die heeft me mooi uitgeveegd.
Natuurlijk de heeren meenen alles te
mogen, op niemand kan men meer vertrou
wen; drie dagen arrest van den kommandant
de kapitein is woedend, enz.
De kapitein komt nog denzelfden avond,
kwakt me tegen den muur en buldert tegen
me los, en als ik probeer me te verantwoor
den, krijg ik er nog drie dagen boven op.
Ik zit er dus leelijk in. Met „Reserve-
Rust// is het voorloopig uit, en met Stine
is het heelemaal uit. Nog den laatsten dag
in de nor, dat kan ik maar niet zetten.
Ik overleg alles nog eens met mijn vriend
Berger en ga nog eens naar dén majoor,
teneinde de zaak in een behoorlijk daglicht
te stellen. Dat die mij er enkel heeft uit
gesmeten en me niet tegelijk opgegeten, zal
mij levenslang blijven verbazen. Zeer ter
neergeslagen ga ik naar den kapitein, die
hoort me heelemaal niet aan. //Hij moet
maken dat hij in de kazerne komtlaat
hij me zeggen.
In al die twee jaar heb ik zoo’n nacht
niet gehad. Ik rookte tien sigaren tegelijk,
graaf Haeseler wilde mij in arrest brengen,
de dikke kapitein van de Beijerschen presen
teerde me een kist sigaren Stine dronk het
eene glas Kindl na het andere ik
ontwaakte met een vreeselijken koppijn, ter
wijl ik slechts wist dat ik ’s middags in de
nor moest, daarom mocht ik ook mijne
spullen behouden, terwijl de anderen de
hunne afgaven.
De middag en
maar als
en geen straf krijgt, dan
wanneer je terugkomtmaar
een slungel wordt, is het uit
beiden
Dat zegt wat hoe
nu nog maar twee dagen en dan
moedertje terug, en wat Stine
Twee jaren om
heerlijk,
weer naar
betreft, dat wordt trouwen.
z/Jongen zei ze toen het naar de
grenzen ging, naar Metz jongen, wanneer
je goed oppast
trouwen we,
wanneer je
tusschen ons
Nu dat heb ik me in ’t oor geknoopt,
want wat die Stine is, als
de nor kwamen steeds
naderbij, mijn angst werd hoe langer hoe
grooter eindelijk trek ik in mijn benauwd
heid de stoute schoenen aanals er dan
niets meer aan te doen is, moet Gottlieb
helpen en ik begeef me naar graaf Haeseler
Dat mocht weliswaar niet, doch thans was
me alles egaal. Ik dus naar de Chatillon-
straat, waar ik dadelijk word binnengeroepen,
z/Wat is er aan de hand, mijn jongen
vraagt de graaf, terwijl hij me met zijne
grijze oogen strak aanstaart.
Ik sta strak in model //Excellentie, de
sigaren zijn me slecht bekomen ,/Zoo,"
zei de ouwe, //waren ze dan zoo slecht
z/Neen, Excellentie, dat niet, maar zoo
en zoo En nu vertel ik hem de geheele
geschiedenisdat ik thans in arrest moet
en dat het met Stine ook uit is.
De ouwe klopt me echter glimlachend op
den schouder, en laat me dan een poos
wachten, vervolgens geeft hij me twee brie
ven, een voor den kapitein en een voor den
luitenant, die moest ik zelf afgeven. Sigaren
heeft hij me echter ditmaal niet gegeven.
Dienzelfden middag lagen m’n spullen op
de chambree, den volgenden morgen ging
het naar huis. Dat was me toch liever dan
//drie dagen brommen", want voor Stine, die
thans mijne vrouw is, had ik toch nog de
grootste angst.
Wat er in die twee brieven heeft gestaan,
heb ik echter nooit vernomen.
schrikken. Hij wekte zijn vader, die het ter
kooi liggend personeel betastte en genoemde
Sijperda miste. Toen naar het dek en in
het water naar den vermiste gezocht. Dit
was tevergeefs. Men waarschuwde daarop de
politie en deze mocht het gelukken den
drenkeling, die aan de vaartzijde buiten boord
was gevallen, te vinden. Geneeskundige hulp
werd ingeroepen, doch de levensgeesten kon
den, helaasniet meer worden opgewekt.
De verongelukte was de kostwinner zijner
moeder.
Workum, 16 Mei. Inzake de havenver
betering alhier, waarvan de plannen al jaren
de orde zijn, is opnieuw een rapport
de daarvoor benoemde commissie ver
schenen. Dit rapport wenscht verbetering
aan te brengen door den aanleg van eene
basaltglooiïng ter lengte van 100 M., waar
van de kosten worden begroot op f 4850.
^Alvorens tot de uitvoering over te gaan,
besloot de Raad ter bekoming van provinciale
subsidie, audiëntie aan te vragen bij den
Commissaris der Koningin.
Beetsterzwaag, 16 Mei. Bij het stallen
van zijn automobiel geraakte de heer M. P.
D. B. v. Harinxma thoe Slooten hedenmid
dag tusschen dit voertuig en het kozijn der
staldeur bekneld, wat ten gevolge had, dat
een zijner beenen beneden de knie vrij ernstig
is gebroken. Door afwezigheid van Dr. de
Groot alhier, werd per auto direct genees
kundige hulp van Drachten gehaald.
Lemmer, 17 Mei. Was de ansjovisvangst
hier de eerste nachten dezer week niet bij
zonder gunstig, de beide laatste nachten was
ze overvloedig. Het gemiddelde in den afge-
loopen nacht bleek hier hedenmorgen 7000
stuks te zijn de hoogste vangst was 20,000
stuks. Telegrafische berichten hier heden
ontvangen uit Urk, luiden dat de vangst
daar in den afgeloopen nacht gemiddeld 3000
stuks was geweest, en bij Medemblik 2000
stuks.
Ook werd hier deze week voor het eerst
weer geeb aangevoerd, in het geheel 200
stuks, waarvoor 4 cts. per stuk werd besomd.
De laatste marktprijs van de ansjovis was
f 6.40 de 1000, en men vreest hier, dat
door de ruime vangst de prijs nog lager zal
worden.
Westergo, 17 Mei. Door de geregelde
rijzing der wolprijzen in de laatstejaren zijn
velen van meening, dat ook dit jaar de
prijzen der nieuwe wol weer hooger zullen
worden. Zelfs worden op vele plaatsen reeds
prijzen genoemd, die ver boven de markt
zijn. Door de steeds grootere aanvoeren uit
het buitenland, is echter de handel zeer
kalm, en zullen de prijzen van den afge
loopen winter zich ongeveer kunnen hand
haven. Voor de beste Friesche kleiwol wordt
besteed f 1,10 p. kilo, voor de beste woudwol
f 1,05 p. kilo, voor mindere soorten 90 cent
a f 1 p. kilo.
Kimswerd. 17 Mei. ’t Veefonds „Arum
en Omstreken” telde van 12 Nov. ’05 tot 12
Mei ’06 124 leden, die 913 runderen hadden
verzekerd voor f 136,670. Hiervan moesten
7 worden afgemaakt, waarvoor f516 werd ver
goed. De omslag over ’t afgeloopen halfjaar
bedraagt f 0,40 per f 100 verzekerd kapitaal,
w.o. 5 cts. voor ’t reservefonds.
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Sneek. Dinsdagavond laat is onder hevig
verzet door de marechaussee gearresteerd de
beruchte Hermanns Zw. Een der marechausee’s
moet door hem een geduchte trap zijn toe
gebracht, waarvoor hij zijne belooning in
Leeuwarden wel zal ontvangen. Manus heeft
buitendien nog meer straf te goed.
Joure. Voor eenige dagen was het 15 a
16-jarige dochtertje van schipper Krikke uit
Oudehaske, liggende achter de Sluis in de
Overspitting, ijverig bezig de kachel te poet
sen en te wrijven, met een lap gedoopt in
terpentijn. Ongelukkig raakte de lap in
brand en verschrikt als het meisje was, wierp
ze onmiddellijk de brandende wrijfdoek van
zich, met het nóg ongelukkiger gevolg, dat
die net terecht kwam tegen ’t hoofd van
het jongste zusje van plm. 10 maanden, dat
achter haar in de roef zat.
De arme kleine kreeg daardoor zulke ern
stige brandwonden, dat het nu aan de ge
volgen ia overleden.
er dan maar wat," en hij
heele kist toe.
er natuurlijk zeer
Ged. Staten onzer provincie hebben
op verzoek van een groot getal visschers,
bepaald, dat de visscherij met de zegen, die
vroeger steeds van 1 September af mocht
plaats hebben, dit jaar niet zal zijn geoor
loofd.
Franekeradeel. Het is verbazend te zien
hoeveel aardappelvelden men op een wandeling
aantreft, ’t Is een en al aardappelplanten.
Nu, die bouw kan altijd uit, placht een land
bouwer te zeggen. Maar een jaar zooals het
vorige mag zeldzaam heeten, want een buiten
gewoon groote opbrengst en een hooge prijs
gaan zelden samen. En zoo was ’t in 1905.
De mislukte oogst hier en daar was de oor
zaak van de duurte. Vooral Zeeland betrok
veel uit Friesland en zal het zeker dit jaar
weer doen, aangezien de verbouw in die
provincie gering is, vanwege de ongeschikt
heid van den bodem door den watervloed
veroorzaakt.
Er zijn verschillende nieuwe soorten, die
eenen goeden naam in het buitenland hebben.
Goed, dat onze ontwikkelde landbouwers
zulke proeven op onzen Frieschen bodem
nemen. „Pake die sa en heit die sa eak”,
dat oud wijvenpraatje doet geen opgeld meer.
De tijdstroom duwt ons voort.
Joure. Andermaal moeten we er op
wijzen dat de berichten over de ontslagaan
vrage van onzen Burgemeester, welke opnieuw
in alle bladen de rondte doen, voorbarig zijn.
Nog is bedoeld ontslag niet aangevraagd.
(Jousler Cl.)
Workum, 18 Mei. Nu in de provincie
Groningen en Friesland enkele gevallen van
de zoozeer gevreesde ziekte pokken zich voor
deden en waarbij door autoriteiten de grootste
en uitgebreidste voorzorgsmaatregelen worden
genomen om uitbreiding van de ziekte te
voorkomen, laten tal van inwoners uit onze
stad zich bij hunnen geneesheeren opnieuw
vaccineeren, (inenten,) zelfs zijn er geheele
huishoudings die zich daarvoor opnieuw dis
ponibel stellen.
18 Mei. Iedereen vischt op zijn getij,
zoo
van
eene
schipper had alhier anderhalve week vertoefd
waarin de heer Cohen met zijn paardenspel
intusschen drie voorstellingen had gegeven,
en zou de reis nu vervolgen naar Bakhuizen.
Doch even voor dien tijd, wenschte de schipper
hooger loon voor vervoer, wat niet dadelijk
door Cohen werd toegegeven.
Laatstgenoemde zal met een ander moeten
contracteeren, aangezien de schipper reeds
vertrokken is.
De kantonrechter te Rotterdam heeft
vonnis gewezen in de zaak van den //onder
wijzer”, die zijn leerlingen voor het betaalde
schoolgeld borreltjes tapte. Hij besliste dat
ofschoon beklaagde zich als bierhuishouder
had laten afschrijven, hij toch als zoodanig
moet aangemerkt worden. Zijn schoolmeester-
schap is dan ook niets anders dan een poging
om de verordening te ontduiken. Hij werd
veroordeeld tot f 15 boete subs. 5 dagen
hechtenis.
Te Terborg waren Woensdag eenige
jongens aan het spelen met een flobert en
dreigde de een den ander te zullen dood
schieten, waarop hij spelenderwijze op zijn
makker aanlegde
Het schot ging af
jongen in ’t hoofd.
gelukt deze te verwijderen,
naar Arnhem overgebracht.
Een jaargang.
De kantonrechter te Rotterdam deed uit
spraak in de zaak van den uitgever van bet
tweemaandelijkse!! tijdschrift De Architecten
den heer Stabat en besliste dat vaststaat dat
de afleveringen van het tijdschrift zijn ver
schenen in 6 maanden; dat ged. zich heeft
verbonden voor ’t plaatsen van 6 advertentiën
in een jaargangdat onder jaargang moet
verstaan worden het verschijnen van het blad
gedurende een jaar, dus in deze elke 2 maanden
een afleveringdat das’ moet aangenomen
worden dat slechts 3 afleveringen op tijd zijn
verschenen en eischer dus slechts half aan
zijne verplichtingen heeft voldaan. Gedaagde
werd daarom veroordeeld tot betaling van
f 12.50 voor 3 geplaatste advertentiën en
eischer het meerdere zijner vordering ontzegd.
ze eenmaal wat
zegt, dan weet je wat je er aan hebt.
Dus nog maar twee dagen goed gedrag
fameus gedrag geen straf en boven
dien nog een goed baantje als oppasser.
Zoo zitten we ’s morgens op de chambree
en kletsen over levend en dood, over manoeu
vres en de vele kilometermarschen, en dat
men vroeger altijd de laarzen moest vast
houden bij het zestiende korps, opdat ze niet
uit gewoonte er alleen van doorgingen en
dat mijn vriend Berger, die ook uit West
falen is, de zijne altijd voor de securiteit
had opgehangen, daar roept er opeens een
//Meijer, naar den sergeant-majoor, vooruij
Wat zal er nu gebeuren vraag ik mij
af en maak me intusschen klaar om naar
het bureau te gaan.
Ik moet vandaag als ordonnans
Brigadebureau als plaatsvervanger.
Ik me dus opgepoetst, helm op, niets
ontbreekt er aan. Krijg een gesloten brief
z/Naar het generaalkommando, daar afgeven!"
z/Tot uw orders kapitein
Ik pendel naar de Chatillonstraat, waar
het generaalkommando is.
Daar zie ik niets dan kaarten, niets dan
kaarten, en temidden van al die kaarten zie
ik graaf Haeseler.
z/Wat moet je, mijn jongen? vraagt onze
z/Gottliep", zooals wij hem noemen. Ik
ken hem natuurlijk vanwege al de inspecties
de bloed-marschen en wat al meer. Ik sta
dus stram Brief voor het generaalkom
mando //Zoo geef maar hier. Zeg
eens, rook je misschien ook sigaren."
z/Tot uw dienst, Excellentie antwoordde
ik behoorlijk.
z/Nu, neem
reikt mij een
Ik neem er natuurlijk zeer bescheiden
eene uit en bedank hem, maar nu geeft hij
me nog een handvol op den koop toe, om
in den zak te steken, en schuift ook de
lucifers naar mij toe. Ik moet dus mijn
sigaar aansteken, of ik wil of niet, en damp
er lustig op los, terwijl hij maar steeds in
de kaarten blijft gluren, en zijn Adjudant
laat schrijven.
Na een poosje krijg ik wederom een brief,
en moet oprukken. Ik vertrek en terwijl
ik zoo op het plein kom, denk ik bij me
zelf Donnerwetter, met die sigaren, daar
wil de ouwe je eens mee op de proef stellen.
Ik druk dus de sigaar tegen den muur,
opdat ze zal uitgaan, maar de ouwe, die
oogen heeft van voren en van achteren, heeft
door het venster gegluurd
z/Zeg, waarom rook je niet langer roept
hij met een stem als een kerkklok.
z/Tot uw orders, Excellentie,
ordonnans mag ik niet rooken."
z/Ik veroorloof het je, je moogt verder
rooken
Dat laat ik me natuurlijk geen tweemaal
zeggen, steek mijn sigaar weer aan, en ter
wijl ik mijn marschlaarzen in een aange
naam tempo breng, marcheer ik als een heer
door de Chatillonstraat naar ’t Brigadebureau.
Ik damp er op los, verheug me op over
morgen, al denkende aan mijn Stine, daar
staat plotseling een luitenant van de Saksers
voor me. Ik neem mijn sigaar uit mijn
kauwmachine en sla aan. Die van de Sak
sers heeft echter ook geen oogen voor niets.
//Waarom rook je snauwt hij me toe
z/weet je niet, dat het verboden is
Tot uw orders, luitenant, Excellentie Graaf
Haeseler heeft het me bevolen."
//Zoo, rook dan maar in des duivels naam
door”, bromt hij, en zet een venijnig gezicht.
Ik steek mijn sigaar weder in den mond,
ik ben echter nog niet het kommandohuis
voorbij, of een dikke kapitein van de Beier-
§chen houdt me aan.
Bolswardsche Courant