Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
Meidenzorgen.
1
1906.
45ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 73.
2
Zondag 9 September.
VOOK
braden niet.
nu
ik wil ’t
I 1
Het Zilveren Jubileum van „Floralia”,
op 11 September 1906.
al
je
INGEZONDEN.
{Buiten verantwoordelijkheid der Redactie
men dat zegt, aan ’t malen
binnen enkele dagen was
een was
ander vier
was nog het
van 't toonee).
en daarvan
half jaar bij haar moeder
en een heel klein
aan ’t uitleggen, al
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
Nu, ik kwam dan om half 6 bij de
besteedster, ’n Kamer vol dames, maar geen
meid te zien. Ik weg, wat moet ik hier
doen? Ik kan best weer naar huis gaan.
Och, mevrouw zei ze,*er kan elk
oogenblik een komen, die u aanstaat, en die
ook bij u wil zijn. Gaat u zitten
Er kwamen nog drie dames, maar toen ze
den toestand zagen, gingen ze dadelijk weer
weg; een bleef zitten.
Nee, dacht ik, hier wordt ’t toch niets.
Ik ga liever naar de arbeidsbeurs. Maar
och jee, daar stonden een stuk of tien van
die akelijke kerels voor de deur; ik wilde
niet eens naar binnen, zoolang die er waren.
Ik bleef nog wat staan draaien. Daar kwam
juist een meisje aan, dat er nog al sympa
thiek uitzag, ’n doek om, geen hoed op, en
nog een vrouw er bij.
O, dacht ik, die zoekt zeker wat. En
ik achter haar aan, de wachtkamer in. Pre
cies, ze was al bezig zich de kunst te laten
afvragen door de opschrijfjuffrouw.
Nee, bij kinderen wil ik niet, zei ze.
Maar ze kreeg dadelijk een veeg uit de pan.
Ben je ook niet kind geweest? Juist
de dames met kinderen hebben ’t allereerst
behoefte aan een dienstmeisje; de anderen
kunnen zich wel behelpen.
Nu ze wilde wel goed werken en wasschen
en koken.
Ik zei eindelijk:
Dan kan je wel dadelijk bij mij terecht.
Ze zag er heel ordentelijk uit en ik begon
haar te vertellen, hoe ’t bij ons is. Het
meisje had grooten lust, bij mij te komen;
maar haar schoonzuster de vrouw, die
bij haar was raadde het af. Ze was
immers al zoo goed als afgesproken met de
vrouw van een architect; daar waren maar
twee menschen en heelemaal vier kamers.
Na, zei ik eindelijk, ompraten wil
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijkenos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Cent.
Volgens de gemeenteverordening is het
geoorloofd, dat kinderen boven de 10 jaren
hoogstens 6 weken voor den veldarbeid
worden in dienst genomen, namelijk zoo ze
in het laatste halfjaar niet met meer dan
twee ongeoorloofde verzuimen op de absentie
lijst voorkomen. Tengevolge van het gebrek
aan werkvolk staan enkele boertjes of hunne
zoons zelf aan de zeis.
Er wordt brutaal gemolken naar den tijd
des jaars gerekend, zoodat de greidboer weke
lijks een mooi sommetje van het kantoor
der fabriek haalt. De bouwboer kijkt zoo
vroolijk niet als hij op de markt nauwelijks
60 cents voor den halven H.L. aardappelen
kan bedingen. Hepk. Nieuwsbl. van Fr.
Een droevig geval.
Op den 25sten Augs. j.l. overleed te
’s-Gravenhage de heer W. C. C. Dinkhuijsen,
in leven kantoorknecht aan het postkantoor
aldaar en een der ijverigste bestuursleden
der R. K. Vereeniging van post- en telegraaf-
beambten, onderafdeeling van de N. R. K. V.
Dinkhuijsen zou op 15 Augs. zijn 40-
jarige loopbaan vieren bij de posterijen. Kort
vóór den datum van het jubilé werd Dink
huijsen bij den directeur geroepen, en den
kende dat deze een opwekkend woord tot
hem zou richten aangaande zijn 40-jarigen
dienst, werd hij inplaats daarvan beschuldigd
dat hij tijdens den dienst had gerookt. De
beschuldigde kwam daar op zeer onderdanige
wijze tegen op en zeide, dat hij nog nooit
zoo lang hij bij de posterijen was, in dienst
had gerookt, ook nu niet en zelfs zeer zelden
rookte.
Dat was olie in ’t vuurdoor den direc
teur werd volgehouden, dat hij wèl gerookt
had en dat hij zou gestraft worden.
Dinkhuijsen stond als man van trouwe
plichtsbetrachting bij ’t heele personeel hoog
aangeschreven, terwijl hij in die veertig jaren
nooit een berisping ontving van zijn chefs,
laat staan ooit eenige straf heeft gehad I
Deze brave man, ging zeer onder den
indruk van ’t gebeurde naar huis en vertelde
zijn vrouw en kinderen dat hij thans voor
’t eerst zou gestraft worden, onrechtvaardig
nog, en dat een paar dagen voor zijn jubilé,
waarvoor alles werd in orde gebracht. Hij
kon het niet verkroppen, werd ziek. Op den
dag van het jubilé stonden bestuurderen zijner
vakvereeniging en vrienden, die hem geschen
ken brachten, bij het ziekbed.
Op den 18den Augustus kwam ook een
schrij ven van den directeur van ’t postkantoor
van den volgenden inhoud
Posterijen 17 Augs. 1906.
Kantoor ’s-Ilage.
Dinkhuijsen
Aanvaard mijne gelukwenschen met het
40-jarig jubileum, dat ge dezer dagen mocht
vieren.
Daar ik vernam dat ge uwen plicht als
beambte steeds naar behooren hebt vervuld,
deel ik u tot uwe geruststelling mede, dat
ik, met het oog op uw veeljarigen dienst,
geen rapport heb gemaakt van mijne bevin
ding onlangs, dat gij rooktet tijdens de uit
oefening van uw dienst.
De Dir. v/h. Postkantoor
te ’s-Gravenhage,
(Get.) v. LIDT DE JEUDE.
Deze brief bracht den genadeslag aan-Dink-
huijsen. De directeur hield dus vol dat hij
wèl een strafbare daad had verricht, maar
schonk genade boven recht. Dit was te veel.
D. sloeg, zooals
over dat feit en
hij overleden.
De heeren mr. Borret, oud-Kamerlid, thans
lid van den Raad van State, en M. de Ras,
eveneens oud-Kamerlid, thans lid der Reken
kamer, zijn aan het sterfbed geweest en aan
hen heeft de stervende opnieuw zijn onschuld
betuigd. Beide heeren, die de familie Dink
huijsen meer dan dertig jaren kennen en
meerdere der familieleden in dienstbetrekking
hebben, twijfelen geen oogenblik aan de on
schuld van dezen trouwen beambte.
De heeren De Ras en Pastoors zijn bij
minister Kraus geweest en hebben daar, na
een lang onderhoud, den minister verzocht
een streng onderzoek te doen instellen, waaraan
Z.Ex. gevolg zal geven.
Het onderzoek heeft reeds een aanvang
genomen. De president en secretaris der vak
vereeniging zijn reeds in verhoor geweest.
Folksbaniei\
Bovengenoemd feest zal Dinsdag 11 Sep
tember e.k., des avonds ten 7 ure in „de
Doele” worden gevierd.
231 Aanvragen om stekken zijn ingekomen,
zoodat op inzending van plusm. 924 planten
kan worden gerekend.
Des namiddags tusschen 2 en 4 uur zullen
de bloemen evenals de te verloten planten,
in de Doelezaal worden tentoongesteld, de
leden en begunstigers van „Floralia” hebben
daar vrijen toegang, ieder ander kan er
komen tegen betaling van f 0,50. Men kan
zich dan overtuigen met hoeveel lust en zorg
er gekweekt is. Voor houders van loten staan
de te verloten planten eveneens ter bezich
tiging.
Des avonds ten 53/4 ure is de zaal ge
opend voor allen die bloemen inzenden en
ten 61/2 uur (’oor zoover er plaats is) voor
andere personen bovenden 16-jarigen leeftijd,
tegen betaling, ditmaal met het oog op den
feestavond, van f 0,25 per persoon.
Het Bestuur van Floralia heeft één ver
zoek verblijd het, welwillende geefsters en
gevers, evenals vorige jaren met eenige ge
schenken, die het voor de best-gekweekte
planten als prijzen kan uitreiken.
Wij kunnen de prijzen niet uit eigen
middelen bestrijden, daarom weldadige plaats-
genooten, help ons ook nu, ter gelegenheid
van het 25-jarig bestaan van Floralia, uit
onze verlegenheid.
Alle geschenken worden gaarne Maandag
10 September e.k. in „de Doele” tusschen
7 en 10 uur door het Bestuur in ontvangst
genomen.
Het Bestuur der Vereeniging Floralia”
C. J. v. d. VEEN, Voorzitter.
D. v. d. MEER, Vice-Voorzitter.
J. HOMMES.
Dr. O. J. NIEMEIJER.
D. TERHENNE.
A. BANNING.
H. BEEKHUIS.
H. EISMA.
M. SCHOTMAN Mz„ Sec.-Penu.
heeft u
Nu, dat kwam prachtig uit! Bij
ze acht dagen geweest, bij een
weken. Twee maanden, dat
langste, en nog wel bij volk
Ze diende heelemaal twee jaar,
was ze nog een
thuis.
Nee, zei ik, dan stond de eerste,
die u mij stuurde, me nog beter aan.
Nu, zei de besteedster, daar was u
slecht mee uitgeweest. Die heeft mij voor
gelogen
Wat! zei ik, gelogen? Ze maakte
een zeer goeden indruk. Ik wilde haar al
huren en heb ze enkel niet genomen, omdat
ze aangestoken longtoppen had.
Wat! die aangestoken longen? Daar,
leest u maarzij heeft zich verhuurd in ,een
restaurant u zult mij toegeven, dat een
restaurant niets is voor aangestoken longen.
Weet u, wat ze mij heeft verteld? Dat het
haar bij u niet aanstond. U kunt niet ge-
looven, wat die meiden tegenwoordig uit
halen. Ze maken valsche brieven en tele
grammen met het bericht, dat vader en
moeder dood zijn, enkel om er tusschen uit
te komen.
Wel, wel, zei ik; en
niets anders?
Ja, hier heb ik nog een boekje. De
getuigen zijn slecht, dat moet ik zeggen
toch geloof ik, dat het iets voor u is.
't Boekje zag er allesbehalve aanlokkelijk
uit. Past voor onzen dienst. Ongehoor
zaam; slecht gedrag; liegt en maakt zich
van het werk af onder voorwendsel van
ziekte.
Nee, die kan ik toch onmogelijk nemen
Als mijn man dat hoort, jaagt hij haar weg
en mij er bij
Och, u kunt op die getuigen niets
aan. Er zijn dames, die altijd allerlei goeds
opschrijven, andere alles slecht. Men
moet op het uiterlijk afgaan.
Ze ging aan de telefoon en zocht in het
boekje. Eindelijk belde ze en telefoneerde:
Is Anna er ook? Laat ze dadelijk even
aan de telefoon komen... Anna, kom eens
even hierheen. Er is een dame, die een
meisje moet hebben. Goede betrekking. De
vorige is er vijf jaar geweest. (Dat geeft den
doorslag! zei ze tegen mij.)
Och, juffrouw, ik kan niet; ik ben in
mijn werkkleeren.
Hindert niet! kom maar gauw even
hier.
Het duurde niet lang daar verscheen Anna,
’n Heel net meisje op ’t oog. Ik zei:
Maar hoe komt het, dat je zulke
slechte getuigen hebt?
Och, dat geeft niets. Bij de eerste
moest ik altijd met den hond gaan wandelen,
en daar had ik geen zin in. En bij de
tweede was ik heusch ziek, maar dat mensch
wilde mij niet gelooven en heeft maar wat
opgeschreven. Probeer u het maar eens met
mij. Ik wil alles doen.
Nu, ik heb haar genomen, op ’t uitzicht
af. We zullen eens zien wat het wordt. Ik
heb er nu tenminste een voor ’t wegjagen!
BINNENLAND.
Bergum, 6 Sept. Gisteravond omstreeks
half negen passeerden alhier drie wagens met
pleiziervolk. Te Suameer werd een oogenblik
gepleisterd. Eenige jongens moeten door het
gooien met zand en steenen, waardoor in
een der wagens een ruit brak, aanleiding
gegeven hebben tot ruzie, die oversloeg in
een hevige vechtpartij tusschen Suameerders
en pleiziergasten van Drachtster Compagnie,
waarbij duchtig van de messen gebruik werd
gemaakt. Een marechaussee in burgerkleeding
(buiten dienst) van Veenwouden, naderde en
werd onverwacht zoo gesneden, dat onmid
dellijk geneeskundige hulp noodig was. De
dokters te Bergum waren afwezig, waarom
dr. Bontekoe van Hardegarijp, inmiddels te
Bergum ontboden, hulp verleende. De ge
wonde marechaussee is naar Leeuwarden ver
voerd. Een justitieel onderzoek had heden
plaats.
Franekeradeel, 6 Sept. De oogst is in
vollen gang en daar het etgroen in de vorige
maand welig is opgeschoten, zijn er handen
te weinig voor den veldarbeid, zelfs ook nog
nu menig scholier boven den tienjarigen
leeftijd van de schoolbank is geroepen, om
bij het aardappelrooien behulpzaam te zijn.
ik je niet. Ga eerst maar naar die dame en
als je ’t daar niet lijkt, kon dan maar bij mij.
Best mevrouw!
Maar er kwam niks, hoor!
Den volgenden dag maar naar een andere
besteedster.
Die had ook geen meiden disponibel, enkel
dienstboekjes. Maar ’s middags zou ze er
een paar sturen op ’t zicht.
Om vijf uur komt er een aanzetten, ’n
beetje boersch van houding, maar dat is niets
denk ik, dat komt wel in orde. Ik laat baar
’t heele huis zien van boven naar beneden
’t stond haar allerbest aan.
Koken kon ze een beetje, maar een gans
of een haas schoonmaken en
Wil je dat leeren?
Ik wil graag alles leeren mevrouw,
als ’t u belieft.
Kan je strijken
Ja, maar fijn goed niet.
Goed, dat behoeft ook niet. Ik heb een
strijkster.
Nu ik haalde al den goospenning, een
twee-markstuk en nog een mark, en wilde
haar die geven. Toen zei ze
Maar ik moet u nog wat zeggen mijn
longtoppen zijn aangedaan.
Neen, zei ik, dan kan ik je niet
gebruiken. Heb je dat al lang
Ja; voor een half jaar heb ik mij
laten onderzoeken. En toen heb ik een
betrekking bij kinderen aangenomen; ik
dacht, dat ’t door ’t wandelen wel beter zou
worden. Mijn moeder heeft mij ook al ge
schreven, dat ik naar mijn oom moest gaan
en eens goed melk drinken.
Weet je wat zei ik - ’t zal het beste
wezen, dat je doet wat je moeder zegt. Ga
naar je oom en knap je wat op.
Ik vond ’t nu niet noodig, den goospen
ning te gevenen daarom liet ik haar gaan
met mijn beste wenschen.
Om 7 uur komt nummer twee. Mooi
groot vriendelijk gezicht
mondje. Ik maar weer
mijn kamers door.
Kan je parket boenen
Nee, dat kan ik nietmaar
wel leeren.
Zoo En in de hoekjes mag ik zeker
ook niet kijken
Maar wat denkt mevrouw welIk ben
zoo accuraat
En hoe staat ’t met thuis komen
O, als ik naar een uitvoering of op
een partij ben, dan wordt ’t wel eens drie
uur; maar dat gebeurt hoogstens eens in
de twee maanden. Anders wordt ’t nooit
later dan twaalf uur.
Hoor eens, zei ik, jij lijkt wel nog
van uitgaan te houden. Met wie ga
zoo laat Zeker dansen
Wel neen Ik ga enkel met mijn broer
en mijn nichtjes zoo eens naar een concert.
Dat duurt gewoonlijk tot half twaalfdan
kan je toch niet eerder thuis zijn
Zoo! En er komen zeker dikwijls
kennissen bij je op bezoek
Ja, mijn nichtjes komen nog al eens.
Ik moet zeggen, dat ik schik had in haar
openhartigheid. Met leugens ging ze niet
om, en ze was blijkbaar nog niet bedorven.
Werken wilde ze ook. En ’t leek er ook
wel een die je alles kon zeggen, zonder dat
ze tegenpraatte. Maar wat zou 't geven
Al leg je zoo eentje drie maal wat uit, dan
blijft ’tja, mevrouw nee mevrouw en
ze vergeet ’t dadelijk weer, ’t Eene oor in,
’t andere uit. Zoo’n echt floddertje.
Den anderen dag ging ik naar de appel-
vrouw op de markt. Ik wachtte, tot er geen
andere menschen om haar kraampje stonden
toen zei ik
Juffrouw, mijn meid heeft mij opgezegd
Wat u zegt! Die had’t zeker te goed.
’k Weet niet. Ze wil zeker eens ver
anderen dat kan ik haar niet kwalijk nemen.
Weet u niets voor mij
Ik zal eens zien. Tegen wanneer
Den eersten Juli.
Ja ziet u, ’t is zoo schielijk. Maar
als ik wat vind, stuur ik ze bij u.
Op die appel vrouw kan je ook al niet
veel aandaarom sukkelde ik maar weer
naar de besteedster in de Spreestrasse.
Dat meisje, dat u bij mij gestuurd
heeft, zei ik, kan mij niet bevallen. Tot
’s nachts drie uur uitLaat mij haar ge
tuigen eens zien
Bolswardsche Courant