Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
Zondag 14 October.
©i wy wm
2
1906.
45ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 83.
i
I
VOOR
Afzonderlijke
het
I
ruw, koud
I
d
Jf
I
het
Laat mij
Ik gaf toe
mij te bezoeken.
Hij kwam
begaan.
en noodigde Lo-Keong uit,
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
1
Exmorra. Ds.
predikant bij de
Oost-Indië, hoopt
’s namiddags zijn afscheid te preeken.
Oldeboorn, 9 Oct. Onder de lotelingen
voor de nat. mil. alhier bevond zich ook een
gehuwd man, vader van twee kinderen.
De dienstbode van Bakker H. P. alhier,
viel hedenmiddag van een trap, en brak
tengevolge daarvan een arm.
Treurige omstandigheden.
Een 25-jarige vrouw te Zwolle woon
achtig, was door haar man verlatenin
armoedige omstandigheden bleef zij met haar
voorkind achter. Toen haar kind was over
leden, besloot ze naar Amsterdam te gaan,
in de meening, dat ze daar als dienstbode
beter aan den kost zou komen. Ze verhuurde
zich tegen f 3 in de week met kost en in
woning. Slechts kort bleef ze echter werk-
richting gehoord moet worden buiten de be-
tonning om den Vorm en den Staart, on
diepten om Urk, waarop in den loop der
jaren menig vaartuig vastgeraakt, ook wel
verloren gegaan is.
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Laat in den avond kwam Grimshard
ademloos bij ons aanloopen.
Weten jullie het al?
Wat?
Lo-Keong is dood!
Dood
Ja, hij is op de openbare straat ver
moord. Hij is den dood gestorven, dien hij
jou had toegedacht.
Ónmogelijk riep ik, terwijl mijn vrouw
zich angstig aan mij vastklemde.
Ónmogelijk? Neen, bij die vervloekte
Chineezen is alles mogelijk. Weet je wat
een jaspis-oog voor hen beteekent? Ik weet
het nu.
Wat dan
Het is het teeken der zelfmoordenaars.
Ik begrijp je niet. Verklaar je nader.
Nu dan, de geschiedenis is heel een
voudig. Als een Chinees lust heeft te sterven,
maar geen zelfmoord wil begaan, om den
toorn der góden niet op te wekken, hangt
hij, ten teeken van zijn besluit, een jaspis
oog aan zijn lichaam. Iedere Chinees, die
dat teeken ziet, beschouwt het als een der
góden welgevallig werk, als hij den man in
quaestie het genoegen doet, hem van kant
te maken. Nu heb je de verklaring voor
alle aanslagen, die op jou en je vrouw zijn
gepleegd, en voor den dood van Lo-Keong.
BINNENLAND.
Sneek. Maandagavond j.l. vergaderde op
de bovenzaal van „De Gouden Leeuw” de
alhier bestaande afdeeling van den Bond
voor Staatspensioneering.
De vergadering werd bezocht door 35 leden.
De notulen van een vorige bijeenkomst
werden na lezing goedgekeurd.
Uit ’t jaarverslag bleek, dat de afdeeling
thans kan bogen op een ledental van 364
en een kassaldo van f 318 ruim.
De afgevaardigde naar de in Mei j.l.
gehouden algemeene vergadering, de heer
A. Bouma, bracht verslag uit van ’t aldaar
behandelde.
De vergadering besloot nog tot
houden van eene openbare vergadering.
Gisterenavond werd het gebouw voor
Christelijke Belangen aan ’t Achterom alhier,
in tegenwoordigheid van een groote schare,
door Dr. G. A. Wumkes ingewijd, naar
aanleiding van een tekst uit de Klaagliederen
van Jerimia.
Een aantal genoodigden, onder welke de
Burgemeesters van Sneek en Wymbritseradeel,
woonden de predikatie bij.
’t Gebouw ziet er zeer netjes uit en heeft
beneden, naar men ons meedeelt, plaats voor
minstens 400 personen.
Aan den cursus voor voorbereidend
militair onderricht, welke alhier dezen winter
wordt gehouden, nemen 26 jongelingen deel.
Zuidwesthoek, 10 Sept. Het prachtige
weder, dat September ons tot heden schonk,
is voor ieder aangenaam, behalve voor allen,
die bij het wildvak betrokken zijn, zooals
jagers, vogelvangers, kooplieden enz. Bij
duizenden en duizenden toch zijn in de
laatste dagen de wildboutjes door de warmte
bedorven, wat een onberekenbare schade be
rokkent aan de verzenders in de eerste plaats,
en vervolgens aan de vangers.
Dat dezen dus hartelijk naar
weder verlangen, ligt voor de hand,
Workum Eooruit.
Jansen alhier, benoemd
Prot. Kerken in Ned.
Zondag 21 October a.s.,
en was zichtbaar verrast mij
gezond en wel aan te treffen. Toen hij echter
zag, dat ik mijn arm in een draagband had,
speelde een tevreden glimlachje om zijn
lippen. Tegelijkertijd wierp hij een blik op
mijn horlogeketting.
Maar w’aarom draagt de zegevierende
bestrijder niet den talisman des geluks
vroeg hij.
Ik heb hém naar mijn vaderland gezonden.
Wee it, wat hebt gij gedaan? riep
hij, blijkbaar verschrikt. In het buitenland
verliest hij zijn tooverkracht en maakt zijn
eigenaar ongelukkig.
Toen Lo-Keong een oogenblik later afscheid
nam, zag ik, dat het jaspis-oog op zijn rug
was bevestigd.
Grimshard lachte.
Daar gaat hij en de talisman gaat
mee. Heb ik dat niet netjes in orde gebracht
Het is een Chineesche geschiedenis met
Europeesche intermezzi en zij gebeurde onge
veer 25 jaar geleden, toen ik als dokter te
Kanton was gevestigd. Het jaspisoog, dat
mij een rijke koopman, Lo-Keong genaamd,
ten geschenke had gegeven, is het begin en
het eind dezer geschiedenis. Was ik geen
dokter geweest, dan had ik geen aanleiding
gehad, tegen het opium-gebruik te ijveren en
in dat geval zou Lo-Keong mijn vriend ge
bleven zijn. Maar nu ik dokter was, werd
het heel anders.
Lo-Keong was namelijk de eigenaar van
een half dozijn opium-kitten en verdiende er
ontzaglijk veel geld mee. Kwamen nu zijn
klanten volkomen te gronde gericht bij mij,
dan was natuurlijk het eerste, wat ik pro
beerde, hun het opiumrooken af te leeren.
Dat kon de koopman mij niet vergeven en
hij beschouwde mij als zijn ergsten en
gevaarlijksten vijand.
Men waarschuwde mij dikwijls voor
Lo-Keong en op zekeren dag kwam zelfs
Ped Grimshard bij me en zeide tot mij:
Neem je in acht voor den ouden
scheefoog. Hij voert iets tegen je in het
schild.
En wie kwam twee dagen later bij mij
binnen? Niemand anders dan Lo-Keong, van
het hoofd tot de voeten prachtig gekleed.
Uw onderdanige slaaf komt, om hulp
bij u te zoekenbij u, die over alle duivels
der ziekten heerscht, zeide hij in de bloem
rijke taal der Chineezen.
Wat scheelt er dan aan? vroeg ik.
Mijn ellendig lichaam heeft dén toorn
der góden gewekt en zij hebben mij zwak
gemaakt als een vrouw.
Zijn gezondheid beweerde hij was
door het overdreven gebruik van opium
even sterk ondermijnd als die zijner klanten.
Ik schreef hem een middel voor en liet hem
gaan. Bij het afscheid gaf hij mij als bewijs
zijner dankbaarheid een geschenk. Het was
een kunstig bewerkt oog van jaspis-steen.
De pupil bestond uit een rooden koraal en
het geheel was aan een zilveren ketting
bevestigd.
Hemelsche bezweerder van alle duivels,
sprak hij, neem dit teeken der dankbaarheid
van den ellendigsten uwer slaven aan. Het
zal u geluk en rijkdom brengen, als gij
het aan uw horlogeketting bevestigt.
Ik wilde het geschenk weigeren, dat voor
een enkel consult te kostbaar was, doch het
hielp nietsLo-Keong maakte het zelf aan
mijn horlogeketting vast.
Sedert dien dag scheen het ongeluk mij
te achtervolgen. Of de talisman daaraan
schuld had, wist ik niet, maar ik was geen
oogenblik mijn leven zeker. Ik ging naar
het telegraafkantoor, om aan mijn vrouw, die
uit de stad was, te telegrafeeren, dat zij zoo
spoedig mogelijk naar huis moest komen.
Op weg daarheen kwam ik voorbij een huis,
dat in aanbouw was, en plotseling kwam
krakend een balk naar omlaag, die mij bijna
het hoofd verbrijzelde. Den volgenden avond
viel ik, zoolang ik was, en kreeg daardoor
een groot gat in het hoofd. De een of ander
had een grooten steen voor mijn huisdeur
gelegd, waarover ik in de duisternis nood
zakelijk moest vallen. Drie dagen later werd
ik met mijn draagstoel omgeworpen en viel
in een diepe leemgroeve, waaruit ik mij met
groote moeite weer omhoog werkte. In den
loop der volgende week werd ik driemaal
aangerand en had het alleen aan mijn goede
revolver te danken, dat ik er het leven af
bracht. Op een der volgende dagen werd ik
toen ik een huwelijksvoltrekking bijwoonde,
weer aangerand en ik kreeg daarbij een ern-
stigen dolksteek in den arm.
Dat werd toch te kras.
Heeft de heele wereld dan tegen mij
saamgespannen riep ik. Er gaat geen dag
meer voorbij, zonder dat ik gevaar loop,
gedood te worden. Het is ongeloofelijk!
Je kunt er van op aan, zei Grimshard,
dat Lo-Keong daarbij de hand in het spel
heeft.
Och, onzin! Als hij me naar het leven
stond, zou hij me niet zulk een kostbaar
geschenk gegeven hebben, antwoordde ik,
terwijl ik op het jaspis-oog wees,
zaam, om daarna achtereenvolgens in twee
andere diensten te gaan. In al die diensten
maakte ze zich schuldig aan diefstal, meest
van lijfgoederen, eens ook van een zilveren
broche.
Hoe ze tot die diefstallen gekomen was
Gebrek aan ondergoed had er haar toe
gebracht en ook drankzucht, want tenge
volge van het doorgestane leed was zij aan
den drank geraakt.
Berouwvol bekende de beklaagde, die voor
de 5de kamer der Rechtbank te Amsterdam
terechtstond.
Het O. M., mr. Bol, eischte met het oog
op de treurige omstandigheden van bekl.,
de clemente straf van drie maandener zal,
deelde hij mede, voor de beklaagde, die van
fatsoenlijke familie is, na het verstrijken van
haar straftijd gezorgd worden. Een dame uit
Zwolle trekt zich haar lot aan. Voor rekening
van deze dame gaat ze eerst naar een her
stellingsoord voor drankzuchtigen en daarna
zal er ook verder voor haar worden zorg
gedragen.
Mr. Vis, toegevoegd verdediger, refereerde
zich aan het oordeel der Rechtbank.
26 October a.s. uitspraak.
Ernstig ongeluk.
Vrijdagochtend heeft te Haarlem een ernstig
ongeluk plaats gehad in de kleerbleekerij van
de firma Vasen aan het Zuider-Buiten-Spaarne
13a.
Voor de eerste maal werd in gebruik ge
nomen een door de firma M. A. Spronk te
Rotterdam geleverde centrifugaal-machine,
die in de bleekerijen gebruikt worden om het
goed droog te slaan. De zoon van den heer
Spronk en twee monteurs waren bij de beproe
ving aanwezig. De machine had reeds drie
maal met goede resultaten gedraaid doch de
vierdemaal sprong, waarschijnlijk door over
belasting, de binuenbak uit elkaar. De stuk
ken koper en ander metaal drongen door den
buitenbak, met het noodlottig gevolg, dat de
metselaar Zuid wij k, die bezig was steenen in
te metselen, ernstig aan slapen en voorhoofd
gewond werd en bewusteloos neerstortte. Hij
werd onmiddellijk in ernstigen toestand naar
het Elisabethsgasthuis gebracht.
Den zoon van den heer Vasen, een 16-jarigen
jongen, werd een been verbrijzeld, zoodat zijn
opneming in de Maria-Stichting noodig was,
terwijl de monteur Nic. Nieuwstraten een
slag tegen de borst kreeg, die echter geen
ernstige gevolgen heeft gehad.
De politie heeft onmiddellijk een onder
zoek ingesteld naar de oorzaken van het
gebeurde en beslag gelegd op de machine-
deelen enz.
Een dienstmeisje uit Opperdoes (N.-H.),
kocht dezer dagen twee loten van de Hard-
draverij-vereeniging te Medemblik. Een lot
schonk ze aan haar behoeftigen vader. Zij
zelve won den hoofdprijs, een span paarden
haar vader den derden prijs, een paard.
Het stalen ros wordt op het platteland
steeds meer populair. In het N.-H. dorp
Andijk met een bevolking van 2700 zielen
zijn ongeveer 500 rijwielen in gebruik. Er
is bijna geen huisgezin meer zonder fiets.
Het hoofd eener openbare school in
den Haag, het slachtoffer geworden van een
verkeerd geplaatst waarschuwingsbordje voor
fietsrijders, wees den kantonrechter op het
onbillijke van den eisch van het O. M.
De bovenmeester was, naar hij zeide, liever
maar even zelf gekomen om het den kan
tonrechter uit te leggen in plaats van zich
te laten verstekken.
Wat is dat verstekken? vroeg de kanton
rechter.
Nu ja... verstek laten gaan!
O, zoo, ik hoop dat u dat nieuwe woord
niet voor de klasse zult onderwijzen, adviseerde
de kantonrechter gemoedelijk.
Tegen mist.
In den 23 meter hoogen ijzeren opstand
is thans het uurwerk voor de mistklok te
Urk gesteld. Een heldere klank geeft deze
klok, waarop de hamers 20 malen per minuut
nederkomen, welke ook bij ongunstigewind-
In jouw plaats stuurde ik hem zijn
geschenk liever vandaag dan morgen terug.
Het mankeerde er nog maar aan, dat
ik zoo bijgeloovig was.
De hemel mocht echter weten, hoe het
kwam, maar iedere dag bracht een aanslag
op mijn leven. Ik werd ten slotte aangetast
door zenuwachtigheid in den hoogsten graad,
die bijna in vervolgingswaanzin ontaardde.
Het was een waar geluk, dat mijn vrouw
van haar uitstapje terugkeerde. Toen zij mijn
gewonden arm zag, vertelde ik haar al mijn
avonturen en zij was het er dadelijk met
Grimshard over eens, dat Lo-Keong de
schuld van alles was. Eindelijk zag zij het
jaspis-oog.
O, hoe mooi! riep zij. Van wien heb
je dat gekregen?
Van Lo-Keong.
Van hem? Dat is niet mogelijk!
Toch is het zoo, en Grimshard beweert
zelfs, dat het met mijn ongeluk in verband
staat.
Kom, komMaar weet je wel, dat de
steen ervan in een broche heel mooi zou uit
zien?
Als ik je er een plezier mee doe, kun
je hem krijgen.
Reeds den volgenden dag droeg mijn
vrouw de nieuwe broche.
Op denzelfden dag bemerkte zij een
zonderlingen bijsmaak aan haar lievelings
gerecht. Bij onderzoek bleek, dat de spijs
vergiftigd was. De kok was spoorloos ver
dwenen. Den volgenden dag viel mijn vrouw
in een grooten waterput, die op de binnen
plaats was gegraven en waarvan men kwaad
willig ’t deksel had afgenomen. Kortom
mijn geheele pech scheen op mijn vrouw
overgegaan te zijn.
Wij hielden krijgsraad.
Amice, zei Grimshard, leefde je niet
rustigen tevreden, vóór je het jaspis-oog kreeg
Ja.
En je vrouw
Eveneens.
Sedert het oogenblik, dat Lo-Keong
je den steen heeft gegeven, heb je geen
oogenblik rust, nietwaar?
Daar heb je gelijk in.
En sedert je het jaspis-oog aan je
vrouw hebt gegeven, doet niemand je meer
leed.
Dat is zoo.
Daarentegen is je vrouw geen oogen
blik haar leven zeker.
Ja maar...
Geen maren... Dit jaspis-oog houdt
direct verband met al het ongeluk, dat gij
beiden in den laatsten tijd hebt gehad.
Dat is duidelijk.
Grimshard heeft gelijk, zei mijn vrouw.
Maar Clara
Hij heeft gelijk, zeg ik nog eens.
En tegelijkertijd deed zij de broche af en
wierp ze van zich af.
Grimshard nam de broche in de hand en
bekeek ze van alle kanten.
Er is geen twijfel mogelijk, zei hij,
dit oog is van alles de schuld. Het brengt
ongeluk aan en wij moeten het Lo-Keong
terugzenden.
Als het ongeluk aanbrengt, zal hij het
wel niet terugnemen, meende ik.
Dat is ook niet noodig. We moeten
hem geven, zonder dat hij het weet,
maar begaan.
Bolswardsche Courant
u
I
‘I
i