Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward. en Wonseradeel.
Firma Wed.
Boek-, Papier- en
1907.
46ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 17.
Bijzonder fr door de politie,
nog al verre rei:
in den Boekhandel van
Deze weeK v(af te leggen.
Donderdag 28 Februari.
Voor het Kantongerecht.
VOOR
Afzonderlijke
13.
nam
W. W. te Bolsward
nog jeugdige weduwe met een
BINNENLAND.
was het ongeluk te
aan de periodieke
aftreding werd bij acclamatie tot
herkozen en
Tot nieuw
van het
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
kwam bij verhoor van
dat er
Zitting van Vrijdag 22 Februari 1907.
9.
een
klas,
loopen. Toch werd dit dier in den nacht
9 op 10 Januari op den weg aangetroffen
en ’t scheen dat de hond
reizen deed des nachts want
de ontmoeting had plaats geheel op de Hie-
merterlaan onder Burgwerd.
Beklaagde is absent. Eisch bij verstek
f 5 of 4 dagen.
E. v. d. M. te Makkum werd den
19 Januari bekeurd, wegens dronkenschap.
is thans aanwezig en zegt niet dronken
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4
Maandagmorgen omstreeks 9 uur had
op de Geeuw, nabij het Tichelwerk, een
droevig ongeluk plaats.
De 25-jarige G. Z., hooikoopman alhier,
is bij het vervoeren van een met pakken 9
stroo beladen schouw vermoedelijk uitgegleden
en in het water gevallen.
Op het hulpgeroep kwam spoedig redding
opdagen, doch te laat; Z. was, reeds in de
diepte verdwenen. Wel werden nog geruimen
tijd pogingen aangewend de levensgeesten
weer op te wekken, doch het mocht niet
baten. De inmiddels ter hulp geroepen
geneesheer dr. Wissel, kon slechts den dood
constateeren.
Z. laat eene
kindje na.
Maandagmorgen ontdekten de reizigers
in de ongeveer 8 uur van Bolsward naar
hier vertrekkende tram eensklaps, dat de
vloer in de 1ste klasse-afdeeling van een der
wagens begon te smeulen. Dadelijk werd
de conducteur gewaarschuwd, die daarna
liet stoppen. Eenige jongens brachten in
hun klompen water aan en mochten er in
slagen het vuur te dooven, waarna de reis
kon worden vervolgd.
Naar we vernemen was het ongeluk te
wijten aan de in de tram staande kachel.
De crisis. K
De Nieuwe Crt. schrijft
Z/De vrij algemeene verwachting, die ook
de onze was, dat de crisis haar einde nadert,
geweest te zijn. De politie wordt daarop voor
geroepen en deze refereert zich aan den
inhoud van ’t opgemaakt verbaal. Bekl. zegt
daarentegen, dat hij niet dronken was. Zij
waren .met hun zessen en toen de anderen
wat roerig werden, ging hij naar huis. Hij
heeft nog met den agent gesproken, hem
zelfs een sigaar gepresenteerd, „dat alles weet
ik heel goed, en dus was ik niet dronken,
ik was nog een van de besten van het clubje.”
De agent daarentegen weet heel goed dat hij
in kenlijken staat was, hij sprak wartaal en
kon den weg in de Kerkstraat niet recht
maken.
Eisch f 3 of 2 dagen.
Op de vraag of hij nog iets heeft te zeggen,
antwoordt hij, dat er toch wel niet veel aan
te doen zal zijn maar onrechtvaardig wordt
hij hier beschuldigd.
11. K. D. te Makkum was ook een van
’t vorige clubje dat in den Zaterdagavond
van 19 Jan. te Makkum een wat al te vroolijk
zin had. Deze bekl. is niet tegenwoordig.
Eisch bij verstek f 6 of 3 dagen.
12. J. P. te Sneek was op 17 Januari
op de Marktstraat hier te Bolsward in ken
lijken staat.
Eisch bij verstek f 3 of 2 dagen.
W. de J. te Stavoren bevond zich
21 Jan. bij den zeedijk in het veld met een
jachtgeweer, een zoogenaamden afdraaier, d.i.
een geweer dat uit elkaar genomen kan worden.
De politie nam het in beslag.
Bekl. is tegenwoordig, bekent met het
wapen te hebben geloopen, doch het zat in
een foudraal, en dan meende hij dat het wel
mocht.
Dè heer Kantonrechter ontkent dit, en de
eisch luidt f 5 of 3 dagen met verbeurdverkl.
van het geweer.
Bekl. ziet nog al eens met leedwezen naar
zijn mooi nieuw wapen, en wilde het graag
terug hebben, maar dat zal wel niet glad
zitten.
14. J. P. te Workum had
in dienst, en
van 9 op 10 Janu
de afdeeling evenals het vorige jaar, gunstig
had gewerkt en weder onderscheidene miliciens
had bewaard voor broodeloosheid. Dertien
miliciens hadden de hulp der afd. ingeroepen.
Bijna allen hadden door de bemoeiingen van
het bestuur een werkkring verkregen. Aan
één werd wegens zijn berispelijk gedrag bij
het korps, steun geweigerd, eveneens later
aan twee, die eerst waren geholpen aan werk,
doch door hun eigendunkelijke handelwijze
spoedig weer zonder werk waren. Geldelijke
steun behoefde niet uitgekeerd te worden.
De afdeeling telde over het afgeloopen jaar
95 leden en 2 begunstigers. Het aantal af-
deelingen in den lande was géklommen
tot 19.
Door den heer dr. Chaillet werd, mede
namens zijn mede-afgevaardigde, verslag uit
gebracht van de handelingen der algemeene
vergadering der vereeniging, gehouden 5 Juni
1906 te Amsterdam. Den heeren Koopman
en dr. Chaillet werd dank gebracht voor
hunne nauwkeurige verslagen.
De rekening en verantwoording van den
penningmeester, groot in ontvang en uitgaaf
f 268.66, met inbegrip van het saldo ad
f 129.35 van het vorige boekjaar, werd goed
gekeurd.
De heer K. G. Bouma,
•beurt van
bestuurslid (penningmeester)
zijne herbenoeming aan.
bestuurslid werd door uitbreiding
bestuur van 3 op 5 leden, gekozen de heer
dr. Chaillet, die zijne benoeming aannam.
Het bestuur werd gemachtigd het 5e lid
naar eigen keuze te benoemen. Tot afge
vaardigden naar de algemeene vergadering in
Juni a.s. werden gekozen de heeren dr.
Chaillet en K. G. Bouma.
In de j.l. Vrijdag gehouden strafzitting
van het Kantongerecht werden o.a. behandeld
de navolgende zaken.
1. S. D. te Bolsward vischte op Oude
jaarsdag in de Kloostervaart onder Bolsward.
De pachter van dat vischwater, J. Wielinga
van Burgwerd, had daar geen vrede mee, hij
deed er beklag van en zoo moet D. nu
terechtstaan.
Bekl. is aanwezig en zegt dat hij voor
dit vischwater vergunning heeft van den
boer, wiens land aan de vaart ligt. Wielinga
daarentegen heeft het eveneens maar van
den eigenaar aan de andere zijde van de
vaart, en verklaart dat ten allen tijde de
Ned. Herv. Kerkvoogdij te Bolsward daar
vergunning kon verleenen voor het vischwater.
De Kerkvoogdij heeft den boer Mensonides
volmacht verleend, over dat vischrecht.
De arbeider Walstra van Burgwerd heeft
evenals Wielinga gezien dat bekl. daar
vischte en beklaagde bekent ook volledig,
maar hij meent daartoe gerechtigd te zijn
want hij heeft een acte en ook vergunning
van Bangma.
De heer J. Mensonides als getuige gehoord,
verklaart ook dat hem door de Kerkvoogdij
is opgedragen om dat vischrecht te verleenen,
aan Wie hem daarvoor het geschiktst voorkomt.
Bekl. zegt dat het land aan de andere
zijde in gebruik is bij Bangma, en die geeft
hem vergunning om te visschen. Dat land
behoort aan een der leenen in eigendom.
Tot nader onderzoek wordt deze zaak ver
daagd tot de volgende zitting, zijnde 5 April,
om dan te hooren de president van de Kerk
voogdij en tevens den bestuurder van het leen.
2. P. B. te Stavoren was den 5 Januari
over zijn bier. Hij hield luidruchtige toe
spraken tot het hem omringende publiek,
en verstoorde daardoor de orde. Bekl. is niet
tegenwoordig.
Bij verstek wordt tegen hem 3 dagen
hechtenis geëischt.
3. J. H. Y. te Arum werd den 3 Januari
in het land gezien met een dubbelloops
jachtgeweer, loopende in jagende houding.
Bekl. is present en bekent dat hij daar
in ’t land geloopen heeft, maar bet proces
verbaal berust geheel op vermoedens. De
politieagent kwam bij mij op het hiem, het
geweer was niet geladen.
Op de vraag echter van den Kantonrechter
wat bekl. daar met het geweer in het land
deed, antwoordde deze ronduit, dat het zijn
plan was om eenden te schieten.
Hem wordt nu gewezen op den gesloten
jachttijd, en dat de agent dus volkomen
correct handelde met het geweer in beslag
te nemen en hem te bekeuren.
Eisch f 20 boete of 4 dagen hechtenis
met verbeurdverklaring van het geweer.
4. D. v. D. te Bolsward is den 15
Januari in kennelijken staat aangetroffen in
de Hoogstraat. De agent die daar surveilleerde
hoorde geroep en geschreeuw en het bleek
hem dat deze bekl. zoo luidruchtig was.
Ter ontnuchtering werd hij meegenomen naar
’t bureau.
r de jóuhs 8 ure by Sj. MEIJÉR.
Witmarsum, 25 Febr. Alhier zijn in
een a twee jaren tijds circa 30 nieuwe wonin
gen bijgebouwd. Thans weer zijn er een
6-tal in aanbouw, terwijl de bouwvereeniging
ook niet stilzit. Het dorp, de boofdplaats
dezer gemeente, wordt door een en ander
veel verfraaid en vergroot.
Franekeradeel, 25 Febr. Men zij gewaar
schuwd! In de omstreken van Franeker
is weer opgemerkt zeker berucht brillen
koopman, in deze environs al bekend.
Hij dringt de woningen binnen en treft
hij er geen manvolk aan, dan treedt hij
tegen de vrouwen brutaal op, zelfs met
dreigementen. Voor een paar jaar heeft hij
o.a. te Tzum nog al eens zijn siag geslagen;
hij is daar nu weer gezien. Aan meer dan
eene woning is hem do> deur gewezen.
In verscheidene plaatsen heerscht weer de
influenza, doch niet in hevige mate.
De sneeuw is verdwenen en daarmee ook
de groepjes veldarbeiders, die men op de
vaste plaatsen zag beurshouden. Men vindt
gelukkig op den akker werk en dat is eene
uitkomst, want vlas en dorsch zijn af.
De meeste losse arbeiders huren eenige
akkers bouwland, wat niettegenstaande den
hoogen huurprijs aan te bevelen is. Ze hebben
over ’t geheel juist geen voordeeligen winter
gehad.
Hertk. Nieuwsbl. v. Fr.
Sneek. De afdeeling //Sneek* van de ver
eeniging tot steun aan miliciens hield Vrijdag
avond in //Amicitia* haar jaarlijksche alge
meene vergadering.
Uit het jaarverslag over 1906 van den
heer B. G, Koopman, secretaris, bleek, dat
Op den 9 Januari was het //aangifte van
lotelingen voor de nationale militie.” Op
dien dag hebben een paar a.s. landverdedigers
bij dezen kastelein eerst een paar glazen
bier gedronken en zijn toen in de keuken
op iets anders getracteerd.
De politie, die wel reeds vermoeden had
dat ten huize van beklaagde wel sterken
drank getapt werd, kon dit moeielijk con
stateeren, wijl de bezoekers dan steeds in de
keuken moesten gaan. Op den 9en Januari
de jongelui het uit,
citroen-brandewijn te koop was /,in
die keuken” en nu volgde proces.
Bekl. is thans aanwezig en verklaart dat
den jongelingen geen sterke drank is getapt,
maar madera met punch. De twee getuigen
worden nu achtereenvolgend verhoord.
R. de Jong van Stavoren zegt dat hij bij
bekl. eerst een paar glazen bier heeft ge
bruikt en toen ook nog wat anders, maar
wat dat was //dat kon hij zoo niet zeggen.”
De heer Kantonrechter wijst beklaagde op
het twijfelachtige dezer verklaring, die in
strijd is met hetgeen hij vroeger aan den
rijks veld wachter heeft verklaard, wijst met
klem op de gevolgen van meineed en vraagt
nu nog eens wat er na dat bier gedronken is.
Getuige, die eerst nog weifelde, verklaart
nu dat beklaagde zei, toen zij een slokje
vroegen, z/ga maar mee in de keuken, daar
heb ik wel wat voor je.”
Kantonrechter: Wat kreeg je toen?
Getuige: Een slokje, daar was drank door.
Kantonrechter: Ja, maar ik moet pertinent
weten wat je daar gedronken hebt. Het is
je zeer goed bekend, en de geheele waarheid
moet je verklaren, dat heb je bij eede beloofd.
Getuige: Nu dan, het was brandewijn met
citroen, en daar wat pons door zei de kastelein.
Kantonrechter: Dus brandewijn heb je
daar gekregen, en heb je daar twee glaasjes
van gehad.
Getuige: Wel meer, mijnheer!
De tweede getuige was L. Steigenga.
Deze wordt na de beëediging opmerkzaam
gemaakt op het gewicht van den eed, en
nu wordt ook hem gevraagd wat hij in den
avond van 9 Januari bij beklaagde gedronken
heeft.
Na eenige aarzeling en weifeling komt er
uit, dat ook bij in de keuken citroen-brande
wijn heeft gehad, wel acht glaasjes zelfs die
a 5 cent berekend werden.
Bekl. ontkent. Hij had ook anderen, die
dronken madera en zij vroegen ook wat, en
toen gaf hij ze madera met wat pnnch er
door. Hij had punch die niet best weg ging
en daar deed hij wat madera door, dan
smaakte het best. Toen ze het proefden
zeiden ze dan ook: Drommels wat is dat
lekker, geef mij daar nog maar wat van.
Hij heeft een fleschje bij zich, daar is van
denzelfden drank in.
Het fleschje behoeft niet voor den dag te
komen en uit de verdere behandeling blijkt
nog dat deze beklaagde invloed op deze
jeugdige getuigen heeft uitgeoefend om hem
niet door hun verklaringen te bezwaren.
Bekl. ontkent ook dit, maar de getuigen
bevestigen het, al is het dan ook eerst na
eenige weifeling.
Bekl. wordt gewezen op het verkeerde
om drank te tappen zonder vergunning maar
tevens op het hoogst laakbare feit, om
deze jeugdige beklaagden in verzoeking te
brengen, zich zelven in 't ongeluk te brengen,
w door hen te verleiden een valsche verklaring
De heer Ambtenaar eiscbt f 50 boete of
n DDFNTDDl"t...
fS M IU I 1^ K I invloed uitoefenen op deze getuigen en zal
'k j I I 4 I V I I I I 1 I in hooger beroep gaan, als hij onschuldig
JL AIaJA 1 A A.U veroordeeld wordt.
H. H. onder Hartwerd is houder van
hond welke aangegeveu is in de eerste
en dus in Wonseradeel niet los mag
schijnt naar ons heden ter oore kwam, niet
juist te zijn. Van het gerucht, dat de
Tweede Kamer tegen Woensdag zou worden
bijeengeroepen (blijkbaar om dan de oplossing
te vernemen) konden wij geen bevestiging
verkrijgenintegendeel vernamen wij heden
van een lid der Kamer, dat door hem nog
geen oproeping was ontvangen.
//Het is mogelijk, dat de crisis een oplos
sing in den zin van een aanblijven van het
al of niet gereconstrueerde Kabinet-De
Meester vrij nabij geweest is, maar althans
op dit oogenblik schijnen aan een dergelijke
oplossing nog moeilijkheden in den weg te
staan, die haar geheel onzeker maken‘*en
welker wegruiming, indien mogelijk, nog veel
tijd kan kosten.
//Eigenaardig is de onzekerheid, die omtrent
den stand der crisis allerwege heerscht. Zelfs
Kamerleden, die tot de naaste politieke
vrienden van het demissionnaire Kabinet
behooren, verkeeren, naar wij herhaaldelijk
waarnamen, te dien aanzien in algeheel^
onwetendheid,"
een jongen
vergat de arbeidskaart weer in
te leveren, toen de jongen den dienst verliet.
Bij verstek luidt de eisch f 3 of 2 dagen.
15. W. W. te Bolsward was 27 Jan.
dronken.
Eisch bij verstek f 5 of 3 dagen.
16. J. R. de J. te Koudum heeft 30
Jan. geloopen over bouwland waarvan de
toegang verboden was, wat door borden was
aangeduid.
Bij verstek luidt de eisch f 3 of 2 dagen.
Uitspraak over 14 dagen zijde 8 Maart a.s.
10.
H
Bolswardsche Courant
Ramp Harwic