Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
1907.
46ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 18.
De briefwiksel fen Jouw, Bin en Dark.
Zondag 3 Maart.
Kamp „Harwichboot”.
VOOR
JOUW.
BINNENLAND.
oan dyn aide frjeon
S. 27-2-*07.
Sjuch ntlmer X fen dizze briefwiksel.
Red.
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4.
oan O a r k.
Ho earder ho better. Hja scille wol hald
fine by it lansregear yn den Haech. Wy
scille it sjên en iïnderfine, seit it liet.
Yette hwet oer in oare wettersaek. Deljue
bigjinne hjir to ünthMden, dit wol sizze:
tsjin de drank to wezen; foaral in party fen
de jongerein. Foar in hoart is hjir in Antsje-
drank-foriening oprjuchte mei tis skroarsfeint
ta foarman. It stribjen fen dy ljue achtsje
ik oars net min, mar elk en ien skynt gjin
goed lieder to wezen. It is hjirmei yn üs
doarpke tsjinwirdich in fordielde hóshalding.
Yn inkelde hflzen hat dêr in boel earmoederij
om wést, binammen dêr’t greate bern hjar
alden bikoare wolle en ek bikeare. It praet
giet det aide baes-skroar hjir tsjin de Antsje-
drank nou in Antsje-kaldwetterboun stichte
wol. Sa wirdt der fen beide kanten oerdreaun.
Z/It forstan foarop, dit meije üuthalders ek
wol ünthalde. To folie aksy wirket rejaksy,”
Vaster Alyn moat de wriild net for in
magazijn
INTER.
Workum. Zaterdag kon men hier langs
de huizen een man met eenige onbeduidende
koopwaren zien venten, tenminste nam hij
den schijn aan te venten. Om medelijden
op te wekken had hij een arm met doeken
omwonden en slaagde er daardoor in, vrij
spoedig een flinke daghuur te verdienen.
Een ooggetuige vertelt ons tenminste dat hij,
toen hij ’s middags 2 uur naar het station
moest, dezelfde man bij een hek aan den
stationsweg zag staan en den arm van doeken
bevrijden. In het station zag hij den man
zijn niet onbelangrijke buit natellen met 2
gezonde handen.
Hij voegde hem nog toe: //die arm is
ook spoedig genezen”. Een weinig gebrom
was het eenig antwoord.
Voor al te medelijdende zielen moge dit
geval een waarschuwing zijn.
Donderdag zag men weer een flink gezond
en sterk persoon met zijn oude moeder langs
de huizen venten en bedelen en velen zullen
zich wel herinneren hoe moeilijk die persoon
zonder iets te verkoopen of te ontvangen,
was weg te krijgen. Een enkele had zelfs
de deur gesloten.
Nu de zee zijn gewone kalmte weder
teruggekregen heeft en het water de gewone
hoogte heeft bereikt, kan men eerst zien
hoever het blazerschuitje TX. 14, dat onlangs
uit de Tesselsche haven wegdreef, op het
strand zit. Eveneens bevindt zich op het
strand een groote hoeveelheid ijs, welke daar
na den storm is blijven liggen. Om in diep
water te komen, zal het vaartuigje eenige
honderden meters verplaatst moeten worden,
wat met veel moeite en kosten gepaard zal
gaan. Men wil dit beproeven door middel
van rollen of over smeerbeddingen.
Sn eek. Donderdag had alhier eene stem
ming plaats ter benoeming van een lid van
den Gemeenteraad.
Van de 1483 kiezers hadden 1016 hun
stem uitgebracht. Van onwaarde waren 32
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijkenos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
inziende, om het papier terug te krijgen,
deed daartoe geen verdere moeite. Hoe groot
was nu zijn verrassing, toen hij Dinsdag van
dendirecteurder Brandassuran tie-maatschappij,
bij welke zijn woonhuis verzekerd is, een
brief ontving, inhoudende de polis, ten name
van den heer v. d. B. Uit een begeleidend
schrijven bleek, dat deze polis het weg
gewaaide papier was. Zij was niet op het
dak blijven liggen, doch na eenigen tijd weer
er afgewaaid en gevonden door een voorbij
ganger, die ze naar de betreffende assurantie-
maatschappij zond, met verzoek de polis aan
den rechthebbende ter hand te stellen.
(Tel.)
Wij vernemen, dat De Ruyter-jubi-
leumzegels hetzelfde formaat zullen hebben
als de bekende, weinig fraaie tuberculose-
zegels en, zijn we wélingelicht, van een waarde
van 1/2, 1 en 21/2 cent. Ook bij deze zegels
komt een randschrift voor. De zegels zullen
prijken met den kop van den zeeheld, ge
flankeerd door twee kanonnen. (N. Cl.)
,/Kinderwil moet met een bezemsteel
verjaagd worden!” zegt ’t oude spreekwoord.
Onder de vele, die wij onjuist noemen, staat
deze zeker wel boven aan.
(Dr. Ootmar.)
De proefsteen voor het geluk is de
gewaarwording, waarmee men er aan terug
denkt.
Maandag zal het voorschip der //Berlin”
met dynamiet worden opgeruimd. Zaterdag
heeft men nog laten duiken naar lijken.
Wat twee oud gezagvoerders opmerkten.
De Nieuwe Courant had een onderhoud
met een tweetal oud-gezagvoerders, leden der
Staatscommissie naar het. onderzoek van de
zeewaardigheid van visschersvaartuigen, die
geheel uit belangstelling den toestand aan
den Hoek eens in oogenschouw hadden ge
nomen.
De beide mannen achten het onmogelijk,
dat de Berlin” in de haven binnen de hoofden
geweest is en zijn van oordeel, dat de ver
klaringen van ooggetuigen, in verband met
de plaats van waar de waarneming geschiedde,
moet berusten op gezichtsbedrog. De zuide
lijke Pier is in zeemanskringen berucht als
de gevaarlijkste. Niet onmogelijk heeft de
//Berlin”, uit vrees voor die gvaarlijke zuid-
pier, het noorderhoofd gehouden. Het water
stond misleidend hoog en er woedde een
zware sneeuwstorm. Onder die omstandig
heden is het niet onmogelijk, dat men zich
aan boord in het schatten van den afstand
eenigszins heeft misrekend. Deze zeelieden
achtten het niet onwaarschijnlijk, dat de boot
zeer dicht bij den vuurtoren beland is. Mis
schien ware het zelfs tijdens de ramp voor
een man, op zoo’n oogenblik beschikkend
over moed en tegenwoordigheid van geest,
niet onmogelijk geweest een verbinding tot
stand te brengen. Naar hun oordeel moet
de boot met het achterschip, dat sedert naar
het noorden aanzienlijk moet zijn afgegleden,
op de Pier zijn beland.
Onze zegslieden betreurden het, dat de zoo
ruim vloeiende gaven alle ten goede komen
aan de redders en geredden, terwijl de zzZ. H.
Reddings-Maatschappij”, met welker stoom-
reddingsboot //President Van Heel” er gewerkt
werd, en die het zeker best kan gebruiken,
geheel wordt vergeten. In tal van Duitsche
havensteden zagen ze in de koffiehuizen en
hotels bussen, in den vorm van scheepjes,
steun vragend voor de Duitsche Redding-
Maatschappij.
Naar hun oordeel echter diende de redding
van schipbreukelingen staatszorg te zijn. De
Pieren vonden ze vrij laag; waren deze hooger
aangelegd, dan zou daardoor ook reeds ver
zanding door golven, die thans overslaan,
worden voorkomen.
Ook zij erkennen het groote nut van uit
werpen van olie bij het binnenkomen bij
hevige branding.
Beide mannen hielden een pleidooi, dat
onze groote stoomvaartlijnen, evenals de Duit
sche, hun schepen zullen uitrusten met toe
stellen tot het schieten van lijnen, daar men
over het algemeen veel gemakkelijker een
pijl kan schieten van een schip naar de
oneindige kust, dan van de kust naar een
bepaald punt, waar het schip zich bevindk
briefjes; aantal geldige stemmen alzoo 984.
Hiervan bekwam mr. D. Okma 420, J. IJtsma
128 en C. A. Zelvelder 436.
Tusschen de hh. Zelvelder en Okma moet
alzoo eene herstemming plaats hebben, die
is bepaald op Maandag 11 Maart a.s.
Fr. Zuidwesthoek, 27 Febr. Het is op
merkelijk, hoeveel ouden van dagen in dezen
winter den tol der natuur hebben moeten
betalen. Geen dorp, hoe klein, of ’t heeft
er zien heengaan en in grootere plaatsen is
’t getal ongewoon groot. De ruwe winter
met zijn vele weerswisselingen zal er mede
oorzaak van zijn.
De gezondheidstoestand liet overigens overal
veel te wenschen over. Influenza heerschte
in vele plaatsen epidemisch en ernstiger
ziekten kwamen veelvuldig voor. Sommige
geneesheeren hadden dikwijls gelijktijdig meer
dan 100 patiënten te behandelen.
Vreeselijk tramongeluk.
Donderdagmorgen vertrokken zeven man
personeel van de tramwerkplaats te Heeren-
veen met een locomotief en ’n open z.g. blauwe
wagen, om een wagen van de paardentram,
die opgeschilderd moest worden, van Drachten
te halen en die op den vrachtwagen moest,
omdat hij op ’t stoomtramspoor niet past.
Vlak bij ’t z.g. Z/Goddelooze tolhek" tus
schen Gorredijk en Beetsterzwaag, sloeg plot
seling de machine over den kop. Op de machine
bevonden zich de werkbaas J. Roorda als
machinist, verder de schilders W. Comello
en R. van der Meer, de reserve-machinist
Reienga en J. Wesseling.
De veiligheidsklep der machine brak en
stoom en heet water liepen over de mannen
die aan weerszijden van den ketel gevallen
waren, De werkmeester Roorda, die de machine
reed, kwam terecht voor den ketel. De
machinist Reienga was de eerste, die uit de
benarde positie wist te komen en begon
dadelijk den anderen hulp te bieden. De
stoom vooral maakte dit moeilijk. Roorda
werd door hem door een gebroken ruit ge
haald, dat vooraf door hem was ingetrapt.
De schilder Comello lag aan de zijde van
den ketel evenals de schilders vd. Meer en
Wesseling.
Allen kregen vreeselijke brandwonden.
Direct werd om medische hulp gevraagd uit
Gorredijk en Beetsterzwaag, die dra verscheen.
In de woning van den tolgaarder werd het
voorloopig verband gelegdonder geleide
van twee pleegzusters werd toen per tram de
reis naar Heerenveen aanvaard, waar de drie
aanwezige geneesheeren inmiddels gewaar
schuwd waren.
De toestand van Comello en v. d. Meer
was zoo, dat de geneesheeren het niet raad
zaam achtten, de patiënten te laten ver
voeren, hun toestand is zeer ernstig. In de
serre van de woning van dr. 8. zouden zij
voorloopig blijven.
De werkmeester Roorda kon per tram naar
zijne woning vervoerd worden. Wesseling
werd per vaartuig naar zijn huis gebracht.
Volgens het oordeel der medici is ook hun
toestand ernstig.
De aanleiding of oorzaak van het ongeluk
is niet bekend; de rechter-commissaris ver
trok direct met het O. M. per auto naar de
plaats van het ongeval tot onderzoek in loco.
Volgens een later bericht zijn 2 der slacht
offers, Comello en van der Meer, reeds over
leden.
Te Dordrecht wilde vrouw 8. zich
Zondagavond met haar nichtje naar een ge
maskerd bal begeven. Ze hadden daartoe
papieren jurken aan. Bij ongeluk kwam de
vrouw te dicht bij de kachel, haar costuum
vatte vlam en zij zelve ook. Het nichtje
kon na verbonden te zijn huiswaarts keeren,
maar de vrouw moest blijvenhaar toestand
is ernstig.
Op 15 Maart a.s. zal de pakketpost
der Nederlandsche postadministratie haar 25-
jarig bestaan herdenken.
Dezer dagen vertoefde de heer R. X.
v. d. B., uit Hilversum, te Naarden. Op
straat iets uit zijne portefeuille willende
nemen, woei door een plotselinge windvlaag
een papier uit zijn portefeuille. De heer
v. d. B. wilde het nog grijpen, doch tevergeefs.
Het papier dwarrelde al hooger en hooger,
totdat het terecht kwam op het dak der
Groote Kerk. De heer B., die niet wist, wat
voor een papier het was, de onmogelijkheid
XVII.
Brief fen Jouw
Alderbêste Oark!
Dyn brief fen forline wike is goed by my
oanlanne. Ik tankje dy for dat letterke.
As dyn lampe net dtgien wier, den hie
der allicht hwette wichtigers foar ’t Ijocht
kommen; dat hab ik nou fensels op in oare
kear to wachtsjen.
Dy goede frjeon fen jimme makket in
man ut; dó kinst der yn dyn frij-gesellich-
heid mar in puntsje oan süge, heite! Dü
bast fen boasfcjen en trouwen gjin grizels
koarrelke, gjin koarrels krilmke forstan; en
ek gjin waerdearring for it foaróf geand
spil? In great jonge bist’ yn dat stik fen
saken. Dêrom scil ik der neat mear fen
sizze.
Och, hwet in trurich, yntrurich ilngelok
mei dy greate stom boat, dêr op ’e Hoek fen
Hollan. Amper 140 minsken yn ien feech I
wei, for ivich wei. Ik wier der alhiel fen
ut ’e liken. Men kin der alwer ut sjên en
leare ho’n dripke wy-ljue bisteane tsjin de
oerweldigjende, natürkrêftenhjir nou dy
fen wyn en fen wetter. Eare en lof oan de
stüre séljue, dy’t alles weagene om it earme
folk, dat sa yn need siet, to helpen. Hja f
habbe den dochs it lok hawn yet 15 rédde
t0 ItTaTr hat tige rou en oerstjür wést deA (THI II 1 I VI
léste wike. Hinne en wer as it waer, wirdt i 1 lil IJ LI IJ lil
der faek sein. Hioed wier it suver wer in r“ I’ |1|1|
maitiidsdei. Jj 1 VI 1 Jjll
It is eft it spil sprekke moat. To Kriisttiid A
habbe wy der mei inoar oer praet en om
Nijjier hinne hastu my in hiele boel skreaun m <1 <1
oer de wetterkwesje yn Fryslan*) en yn dizze 1 I 111 I
dagen wier dy sack op it aljemint yn deilll JJJwlM.»
kranten en sa. It is alwer de striid twisken
skipperij en boerkerij. Sjuch, yn it winter-
healjier hat men gjin getsier oer it binnen- E
wetter. Boer en skipper habbe den beide
genóch nei hjar sin, en hwet men tofolle
hat, kin men yen kwyt meitsje mei de óf-
stroming. Mar simmers, den bigjinne de
bilangen tsjinstridich to wirden en boer en
skipper wolle fensels beide Ijeafst oan it
langste eiu lüke. De iene wol ’t wetter habbe
en de oare wol it halde. Om dit spil lyk
yn ’t bus to krijen, binne der, nei myn
ynsjên, trije middels, to sizzen
1. meitsje al de farwetters ien foet djip-
per; ef
2. lit maitiids it wetter ien foet minder
ófstróme; ef
3. bring it-Ysselwetter yn Fryslan.
De fearten oer de hiele provinsje safolle
ut to djipjen, dit scil in skat fen jild kostje
moatte en wy bliuwe den simmers sitten mei
smoarch en brak wetter. In foet minder
ófstróme, dus it peil safolle heger to setten,
bringt for alle bütlannen de needsaek fen
dykjen mei en for in hopen bïsteande kriten
de plicht fen dyk-forheegjen. Dat kostet ek
jild en hwa scil it yn beide gefallen bitelje?
Mei heger peil halde wy wol smoarch wetter
mar it scil dochs minder brak wêze. Hwet
al in oanwinst for de stoomtsjettelsKoene
wy lykwols it rivierwetter ynrinne litte den
hiene wy mei feartutdjipjen en dykmeitsjen
net sa folie to stellen en den wierne wy
forlost fen brak en fen smoarch wetter beide.
Plant en djier scoene der fen dije en de
minske der wol by farre. Ik siz it dyde
ynfier aloan fen goed farsk wetter scil it
béste middel blike.
Wy kinne wol harrewarje oer de wichtigens*
fen de bilangen fen hannel en fen lanbou
en hwet it swierste weage moat, mar it scoe
wize ljues dwaen wêze, siz ik, mei sfinder
folie praetsjes alle beide tagelyk to helpen.
Ik tink wol ris: To, hottefylje mar ta, soks
bringt lis fensels neijer oan it ófdamjen fen
de Sudersé, dat it rjuchte, it ienichste middel
is tsjin lis Hns kwael. It Lauwersé-plan
liket ek falikant. De Lauwersé kin wol óf-
mar net yntaepje. Dó hast it yn dyn brief
krekt sein, Oark, Z/dêr is mar ien goed
ófdwaend ding en dit isLied it Ysselwetter
troch Fryslan en sliit dêrta mar gau de
Sudersé óf’. Ik siz it mei dy. Mei de oare
middels bliuwt it neat oars as modderjen.
Ik hoopje det de Staten dit ynsjên meije; en
der den gau hjar wirk fen meitsje scille,
W de sédrflchmakkerjj der troch to krijen,
Bolswardsche Courant