Bolsward en Wonseradeel.
Nieuws- en Advertentieblad
No. 25.
Verschijnt Donderdags en
Het Radium.
Donderdag 28 Maart.
VOOR
Afzonderlijke
IV.
G
4-
ver-
De lang begeerde
de geheel Europa
Slot,
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Met de beste luchtpomp kan de lucht om
zoo te zeggen geheel verwijderd worden, en
in een zoodanige buis verdwijnt het roode
anodelicht geheel, terwijl van de cathode
zeldzame stralen uitgaan, de zoo belangrijke
cathodestralen. Zij gaan rechtlijnig zooals
de gestippelde lijnen bij het pijltje aangeven,
en daar, waar zij het glas treffen, dus aan
het andere eind bij a, zetten zij den glas
wand in een helderen groengelen lichtgloed.
De cathodestralen zelf hebben een heel
zwak blauwachtig licht, waar zij tegen den
glaswand stooten, komenzij tot het helderder
groengele. Deze cathode-stralen zijn door
vele geleerden bestudeerd. Brengt men tegen
over de cathode een platinaplaatje aan, dan
wordt dit door de stralen tot gloeiing ge
bracht, steensoorten geven onder den invloed
dezer stralen een zeldzaam phosphoriseerend
licht, een klein vleugelradertje wordt door
de stralen tot draaien gebracht. Maar er is
Sneek, Aan de eierenmarkt alhier werden
Dinsdag aangevoerd 6 kievitseierenprijs
f 1.25.
Maandagavond sprak de heer mr. H. P.
Marchant, afgevaardigde ter Tweede Kamer
voor Deventer, in „Amicitia” over de tegen
woordige Kabinetscrisis.
In de eerste plaats behandelde spr. de
aanleiding tot die crisis, in de tweede de
moeilijkheden, die men bij de oplossing ervan
zou kunnen vermijden. Aan ’t debat nam
alleen deel mr. H.Okma. Middernacht werd de
vergadering pas gesloten.
Naar men meedeelt, heeft een handige
dief Vrijdagavond j.l. een bezoek gebracht
aan de toonbanklade van den koopman H. H.,
aan de Kruizebroederstraat alhier. Alleen het
witgeld scheen de vingervlugge te kunnen
gebruiken, want al het kopergeld had hij
laten liggen. H. had even te voren, zegt
men, nog^20 gulden uit de lade genomen,
wat voor hem als een gelukje bij een onge
luk mag worden beschouwd.
Wijmbritseradeel, 23 Mrt. Heden wap
perde de nationale driekleur op bijna alle
kerktorens dezer gemeente tot herdenking
van den 300sten geboortedag van M. A. de
Ruyter, mede op verzoek van het Gemeen
tebestuur.
Daartoe gemachtigd door den Raad heeft
het Dagelijksch Bestuur aan de ruim 2000
schoolgaande kinderen der gemeente een ge
denkplaat laten uitreiken, waarop het portret
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4
lijken, en dit is heel wat begrijpelijker dan
een kachel, die zonder toevoer steeds warmte
uitstraalt. Het ligt niet op mijn weg iets
voor of tegen deze nieuwe theorie te zeggen,
doch ik hield ze belangrijk genoeg om ze
hier ten slotte te vermelden.
Het was mijn voornemen hiermede te be
sluiten, en zulks te meer, wijl ik de mij
toegestane ruimte reeds aanzienlijk heb over
schreden. Toch kan ik niet nalaten, zij het
slechts met een paar woorden, te voldoen aan
het van geachte zijde ontvangen verzoek om
het ontstaan der Röntgenstralen iets nader
te omschrijven. Met behulp van een cliché
meen ik dat heel kort te kunnen doen.
In de uiteinden van een groote, wijde
glazen buis, die overal gesloten is, worden
twee metalen draden (bij voorkeur platina-
draden) gesmolten, waarvan een platina
plaatje k draagt. Beide draden eindigen in
een oogje, waaraan men de electrische ge-
leiddraden kan bevestigen. De het platina
plaatje dragende pool k noemt men de cathode,
de andere pool a de anode, de laatste wordt
met de positieve pool van de electri
sche geleiding verbonden, de cathode met de
negatieve pool verbonden. Zendt men
nu een electrischen stroom van hooge span
ning door de draden, dan springt een elee-
trische vonk, of beter gezegd, een onafge
broken lichtbundel in de buis tusschen
cathode en anode over. Door een zijbuis R
kan men met een luchtpomp de buis (nage
noeg) luchtledig maken. Naarmate de lucht
uit de buis getrokken wordt, verandert het
verschijnsel. De vonkenbundel verdwijnt
meer en meer en een eigenaardig gloeilicht
vervult bijna de geheele buis, alleen aan de
cathode blijft een donkere ruimte bestaan.
Dit gloeilicht gaat van de anode uit en is
roodachtig van kleur, terwijl een blauwachtig
lichtschijnsel bij de cathode zichtbaar is. Hoe
meer de lucht wordt uitgepompt, hoe meer
het roode licht zich terug trekt, en hoe
verder zich het blauwe lichtschijnsel uitstrekt.
BINNENLAND.
Nu, van achteraf bezien, moet men zich
eenigszins verwonderen,'dat deze stralen ver
schijning niet eerder is waargenomen, waar
door weer het veel gebruikte en dikwerf
misbruikte gezegde van Hamlet wordt be
vestigd, dat er tusschen hemel en aarde
dingen bestaan, die zich door onze school
wijsheid niet laten vermoeden. Het blijkt
nu namelijk, dat bijna alles wat ons omringt,
radioactief is, vooral in de diepere aardlagen
is zulks het geval. Elster en Geitel ont
dekten, dat uitgespannen koperdraden in
een kelder, waardoor een langen tijd een
zwakke electrische stroom was geleid, later
radioactief waren. In mijnschachten schijnt
zelfs de lucht radioactief te zijn, want de goud
blaadjes van een geladen electroscoop vallen
daar samen, schermen, met bepaalde zouten
bestreken, gaan licht afgeven. Stukken
metaal, die lang in de aarde begraven lagen,
vertoonen dergelijke verschijnselen, ja het
water uit sommige bronnen en moerassen
is, al zij het in zwakke mate, radioactief.
Dit vorenstaande nu, gaf de belangrijkste
verschijnselen, maar wij staan eigenlijk nog
aan het begin van de onthullingen op dit
gebied en altijd weet keert de vraag terug:
wat wel de geheimzinnige bron mag zijn,
waaraan het Radium zijn kracht ontleent.
Men heeft gesproken, dat het wellicht de
alle lichamen vervullende en doordringende
wereld-ether is, die bij de atomen van het
Radium op weerstand stoot.
Om dit duidelijk te maken, stellen wij
het ons op vergrooten maatstaf voor. Wij
weten, dat alle lichamen uit een massa van
de allerkleinste deeltjes stof bestaan, door
tusschenruimten gescheiden. Stellen wij ons
nu voor, dat een stuk ijzer bestaat uit een
massa hagelkorrels en dat die korrels door
een gas- of luchtsoort omringd zijn, dan
kunnen die korrels eenigszins heen en weer
schommelen, zooals de ijzeratomen bij ver
hitting, werkelijk doen. De wereld-ether nu
denkt men zich als een oneindig fijn gas.
Bewegen wij het stuk ijzer, dan wordt de
gewone dampkringslucht op zij gedrongen,
maar de ether kan ongestoord de tusschen
ruimten doordringen, de mazen zijn daarvoor
groot genoeg. Dit geldt voor alle gewone
lichamen. Nemen wij aan, dat de kleine
deeltjes van het Radium zoo dicht bij elkander
liggen, dat de ether er niet vrij door kan,
dan bieden de radiumkorrels een belem
mering aan de oneindig kleine trillingen,
die de ether ondergaat en door dezen weer
stand nu meent men de verschijnselen
eenigszins te moeten verklaren. Er moet een
bestendig stooten, in zekeren zin een eeuwig
durend beschieten plaats hebben op het
ondoordringbare pantser van het radium en
gelijk elke pantserplaat zou gaan gloeien,
indien zij onophoudelijk door kogels getroffen
werd, zoo moeten ook de radium deeltjes
zich verhitten en warmte afgeven.
De emanatie zou men zich dus moeten
voorstellen als een voortdurend bombarde
ment van de uiterst fijne ether, dat de
deeltjes van het radium doet afspringen.
Voorzeker een spitsvondige hypothese en in
vele opzichten niet recht met andere natuur
verschijnselen in overeenstemming te brengen 1
Dat echter inderdaad eene uitschieting
van alleronbegrijpelijkst kleine radiunadeeltjes
plaats heeft, is een gevoelen, dat zich meer
en meer gaat bevestigen, het schijnt, dat de
radiumstof zich in oeratomen ontbindt.
Indien men een of andere stof tot hare
kleinste deeltjes teruggebracht had, moest
men uit die deeltjes ook weer die stof kun
nen samenstellen, als men maar de kunst
verstond, de groepeering der deeltjes juist
in de goede verhouding te brengen.
Plotseling drnog als een bliksemstraal de
mare door, dat die gebeurtenis werkelijk
plaats greep en dus de theorie Van de
ondeelbaarheid der atomen ligt geheel omver
geworpen. Onze wijsheid van de ondeelbaar
heid der elementen steunde op eene dwaling.
Voor een nieuwe alchemie is de weg ge
baand, de theorieën der middeleeuwsche
goudmakers, gaan zich in hoofdpunten be
vestigen en niet alleen op wetenschappelijk,
ook op practisch gebied kan een algeheele
omwenteling verwacht worden. De mare, dat
A. de Ruyter, omgeven door de
van de andere zeehelden van
meer. Dr. Röntgen ontdekte dat de groengeel
lichtende glaswand stralen uitzond, die gelijk
ik in een noot reeds heb meegedeeld, door
andere ondoorschijnende lichamen drongen.
Dit licht, Röntgen- of xstralen genoemd,
ontstaat daar, waar de cathodestralen den
glaswand raken. Het is bewezen dat deze
cathodestralen niets anders zijn dan van de
cathode afgescheurde ongemeen snel voort
ijlende kleine stofdeeltjes, die uit de materie
van de metaalplaat k bestaan. Deze deeltjes
heeft men electronen genoemd en zijn met
negatieve electriciteit beladen, en ook door
dit verschijnsel is de fijnheid der stof, de
onhoudbaarheid der vroegere atomenleer vol
doende gebleken. Over de verschijnselen
en uitwerkselen van de Röntgenstralen mag
ik evenwel niet verder uitweiden, en terwijl
ik eenerzijds meen hiermede aan mijn vroegere
belofte voldoende te hebben voldaan, vraag
ik anderzijds aan de lezers verschooning voor
de gevorderde plaatsruimte.
J. S. FEENSTRA.
van M.
beeltenissen
zijn tijd.
Workum, 26 Maart. De lang begeerde
en ver vóór dien tijd gezochte kievitseieren
zijn de vorige week Vrijdag reeds gevonden.
In den omtrek van onze gemeente zijn
Maandag reeds op verschillende plaatsen
enkelen gevonden.
Naar wij vernemen is door Ids Valk één
in het Workumer Nieuwland, terwijl 2
kievitseieren in de Workumefmeer zijn ge
vonden.
Dus de lief hebbers van de geheel Europa
door bekende kievitseieren kunnen nu Paasch-
eieren gebruiken, wat hun echter duur zal
komen te staan, omdat de eersten erg
prijzig zijn.
Ter herdenking van den 300sten ge
boortedag van Michiel Adriaensz. de Ruijter
wapperde alhier van den toren en enkele
openbare gebouwen de driekleur. Overigens
ging deze gedenkdag onopgemerkt voorbij.
Gisteren herdacht de wed. M. de
Brander, te Groningen, ten huize van haar
dochter en schoonzoon, haar 10 Osten geboorte
dag.
Het oudje is nog in het bezit van al haar
zintuigen, ziet nog goed, hoort nog goed en
maakt zelfs nog wandelingen in den tuin.
Men moet de neigingen leiden, niet
uitroeien; niets is een gebrek in een normaal
mensch, alles kan het worden
(C% Vosmaerj.
zich een stof, een element, in een ander
heeft laten veranderen is door Engelands
grootsten scheikundige, professor Ramsay be
vestigd, die helium in radium en radium in
helium wist te veranderen.
Aanvankelijk dacht men toen aan een
sensatiebericht uit de nieuwsbladen, maar
met de voorzichtigheid, die men van een
geleerde als prof. Ramsay kon verwachten,
deelde de beroemde chemicus zijn ontdekking
aan de Royal Society mede. Hij liet de
emanatie van radium in een luchtledige buis
treden, teneinde het spectrum dier stof te
onderzoeken, hetwelk zich volkomen als het
spectrum van radium kenmerkte. Eenige
dagen later, toen de prof, dezelfde herme
tisch gesloten buis nogmaals onderzocht,
vertoonde zich een heel ander spectrum,
n.l. dat van helium, van een radium-spectrum
was niets meer te bespeuren. Deze proef
eenige malen herhaald, had telkens dezelfde
uitkomst en deze verandering wil zoowat
hetzelfde beteekenen, als ware het eene metaal
in een ander omgezet, bijv, van goud, lood
gemaakt of omgekeerd. Om geloofd te wor
den, moest inderdaaad een specialiteit als
prof. Ramsay er mee komen, zooveel be-
teekenis heeft deze ontdekking, zoo wonder
baar is zij, zulke uitgebreide gevolgen kan
zij hebben. De onderzoekingen zijn nog in
vollen gang, voor de proefondervindelijke
natuurkunde is een nieuw tijdperk geopend
en het moge vreemd klinken, maar wellicht
zal de tijd het onthullen, dat alle stof
eigenlijk kracht beteekent.
Ik heb gepoogd om te weten, of de ont
dekking van prof. Ramsay zich staande
hield, dan wel of zij op een misvatting be
rustte, doch de bronnen te mijner beschik
king, gaven mij geene klaarheid, wel heb
ik nog meerdere pogingen gevonden, waarbij
men het radiumraadsel trachtte op te hel
deren. O. a. werd daarbij gewezen op de
magneetkracht, die toch ook in een staal-
magneet onuitputtelijk schijnt te zijn.
Onder velerlei theorieën en spitsvondigheden
trok toch bijzonder mijn aandacht de
brochure van den Oostenrijkschen geleerde
Th. Wennest, waar deze het over de ge
leiding van electriciteit bij radium heeft,
en waarin hij de wonderlijke gedragingen
van Radium, thorium, uranium enz. op
eenigszins bevattelijke wijze weet te
klaren.
Naar algemeen bekend is, onderscheiden
wij electrische geleiders en niet-geleiders en
’t is evenzeer bekend, dat hoofdzakelijk de
dichtste d. i. de zwaarste stoften, in de
eerste plaats dus de metalen, de beste ge
leiders zijn. Nu doet Newest opmerken, dat
juist de drie stoffen, zoo pas genoemd als
de meest radioactiviteit te bezitten, verreweg
het grootste atoomgewicht hebben, nl. 230
en 260, waarbij het atoomgewicht van water
stof als eenheid is aangenomen. Bij deze
dichte stoffen, beweert Newest, is nu het
geleidiugsvermogen van electriciteit zoo ge
stegen, dat deze electriciteit niet slechts uit
de omgeving aantrekt, maar ze in den vorm
der zoogenaamde Alpha-Beta- en Gamma-
stralen en in andere emanatiën omgezet,
teruggeeft. Ten volle hiermede in overeen
stemming zou het verschijnsel staan, dat in
een experimenteer-zaal, waarin zich een ge
ring spoor van een radiumzout (chemisch
zuivere radium heeft men nog niet kunnen
afscheiden) bevindt, de electriceermachine
eenvoudig eiken dienst weigert. Men meende
dat de van radium uitgaande stralen de
lucht zoo geleidend maken, dat het in de
betreffende ruimte niet mogelijk is electri
citeit op te hoopen of te vergaren. Volgens
Newest nu is de oorzaak daarvan te zoeken
in de omstandigheid, dat het radium al de
omringende electriciteit als het ware opslorpt
en haar daardoor aan andere doeleinden ont
trekt. Nu is het wel waar, dat Newest’s
theorie niet verklaart waaraan het radium
de macht ontleent een dergelijke energie te
ontwikkelen, of waarvan het komt dat de
electriciteit aan het radium zooveel onderge-"
schiktheid betoont, maar de geheele electri
citeit is eigenlijk nog een onopgelost raadsel.
Toch heeft deze nieuwe theorie het groote
voordeel, dat zij de veronderstelling omver
werpt, als zou het radium uit zichzelf, zonder
eenigen toevoer van buiten, zijn wonderlijke
eigenschappen aan den dag leggen. Hieibij
is het radium met een bestendig verhit wor
dende en hitte afgevende kachel te verge-
Bolswardsclie Courant
ge’