Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. I 1 1907 46ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. No. 29. I I Donderdag 11 April. Voor het Kantongerecht. Br, iS I VOOR Afzonderlijke 24. Eisch f 3 of 26. BINNENLAND. het de laatste 19. 20. 21. l Zitting van Vrijdag 5 April 1907. 9. ’s avonds met I I 27. 28. met klomp de I h I ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. die in den om gevoederd 4. B. dronken. 5. ook over 6. van die haast niets gezien, bij kwam, was het schip al door hij vertelt dat het hoofdzakelijk van beklaagde is geweest, die van deze overtreding ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. 7 Febr. in. was den was 1 Maart In deze zitting werden eerst met gesloten deuren drie zaakjes behandeld betreffende de kinderwetten, en toen de openbare terecht zitting geopend was, kwam eerst aan de orde: 1. R. W. te Bolsward die den 7 Maart een schip door de Harlingerbrug liet, zonder voor het openen der brug den aflsluitketting over te halen. Twee moeders stonden voor de brug en spraken er over dat het gevaarlijk was, wanneer er in zoo’n geval kinderen bij de brug speelden. De brugwachter scheen hierover wat gekitteld te worden en voegde de vrouwen norsch toe, dat ze dan zelf den ketting maar moesten overhalen. Daar was ook een agent 2e klas en deze wees den brugwachter er op, dat het toch verkeerd was, dat hij den ketting niet overhaalde, vóór hij de brug opende. De agent die des daags in burgerkleeding daar was, kreeg ten antwoord dat hij er niets mee te maken had, het ging hem niet aan, en vele dergelijke praatjes meer, ook nog toen de agent hem zei, wie hij was, en 't gevolg was dan ook, dat de brugwachter nu ervaart, dat die koopman toch ook wel op de bediening der brug heeft toe te zien, want hij kreeg proces. Heden bekent bekl. doch de reden dat de ketting niet was overgehaald, was omdat er een vliegende stroom ging en een schip dicht bij de brug nog het sein gaf om de brug af te draaien. Om een aanvaring te voorkomen moest hij zoo spoedig mogelijk de brug openen, het sein kon hij nog ternauwernood op onveilig zetten. De agent heeft toen hij er de brug, en de houding hem had bewogen, rapport te maken. Bekl. zegt nu 1°. dat het niet in zijn instructie staat, dat hij den ketting moet overhalen, en 2°. dat de ketting voor de veiligheid niets geeft, omdat hij niet strak gespannen wordt door het tegenwicht, doch in de midden van de brug op den grond ligt. De heer Kantonrechter merkt hiertegen op, 1°. dat de algemeene politieverordening het overhalen van den ketting voorschrijft, en 20., dat als het materieel niet in orde is, hij hiervan kennis moet geven bij de autoriteiten. Hierop antwoordt bekl. weer, dat als er iets gemaakt moet worden, hij „het voor de helsdeuren weg moet halen’', en geeft als bewijs daarvan aan, hoe een plank in het dek reeds lang stuk was en pas heden morgen gemaakt werd. Dit heeft met deze overtreding natuurlijk niets te maken en de eisch luidt f 3 of 2 dgn. Op de vraag of bekl. ook nog iets heeft aan te voeren luidt het: „Wat zal ik hierop antwoorden?" en pruttelend gaat hij heen. 2. S. D. te Bolsward heeft in de Klooster- vaart gevischt. Deze zaak was in de vorige zitting reeds behandeld, maar toen uitgesteld om nader te onderzoeken, wie gerechtigde was van dat vischwater. Als getuige werd nu nog gehoord de veehouder Bangma. Deze verklaart dat hij als huurder van de boeren plaats en landerijen aan de vaart ook ge rechtigd is, over het vischrecht in die vaart te beschikken, en hij daarom aan beklaagde vergunning heeft verleend om daar te vis- schen. In het huurcontract is het vischrecht door de eigenaren niet voorbehouden. Eisch van het O. M. is: vrijspraak. 3. F. B. te Oosterend heeft den 26 Jan. een eend bemachtigd, door die onder een bezem te houden en dood te drukken. Wijl bekl. geen eigenaar was van die eend, werd er proces-verbaal van opgemaakt. Bekl. is tegenwoordig, bekent de eend gedood te hebben, maar omdat er geen eigenaar voor is aan te wijzen, had hij niet verwacht daarvoor vervolgd te worden. Getuige Jorritsmate Oosterend heeft gezien dat beklaagde de eend onder een bezem klapte, dat het een wilde eend was komt hem vreemd voor, wijl hij niet kan denken, dat die zich zoo maar laten vangen. De vogel had bonte veeren. De agent, die er proces van heeft opge maakt, deelt mee dat naar zijn meening het een zoogenaamde veldeend was, die eigenlijk licht op zijn fiets te hebben 2 dagen. 11. J. T. te Drachten was 20 Februari dronken hier te Bolsward. Eisch f 3 of 2 dagen. 12. D. de J. te Witmarsum werd 27 Feb. door de marechaussees aangetroffen met den hondenkar, waar twee honden bij be7 hoorden, niet behoorlijk van muilbanden voorzien. Eisch f 3 of 2 dagen. Dezelfde bekl. kreeg dien morgen nog een proces, omdat hij zijn hondenkar onbeheerd op den weg had staan, zonder maatregelen te hebben genomen ter beveiliging. Eisch hiervoor f 5 of 3 dagen. Dezelfde bekl. had nog een derde proces opgeloopen doordat den 10 Maart zijn beide honden losliepen. Hiervoor luidt de eisch 2 maal f 4 of 2 dagen voor elke boete. 13. J. de B. te Workum heeft een kwajongensstreek uitgehaald, door twee fietsers die langs het Noord te Workum reden, te keeren. De fietsers geraakten daardoor met hun voertuigen in elkander, en de eene fiets was beschadigd. De getuigen Heeringa en Hijlkema, de twee fietsers, bevestigen hetgeen in ’t verbaal ten laste was gelegd. Bekl. is afwezig; de eisch luidt f 3 of 2 dagen. 14. J. B. te Witmarsum werd 23 Feb. door de marechaussees bekeurd omdat hij, als bestuurder van Ben handkar des avonds 8 uur geen licht op die kar had. Eisch f 3 of 2 dagen. 15. H. F. te Hennaard is melkrijder. Den 20 Feb. werden op zijn wagen aange troffen 42 kannen melk. Naar verhouding van dezen vracht, waren zijn wielbanden te smal. Eisch f 10 of 5 dagen. 16. K. N. te Wommels had 21 Feb. 23 bussen melk op zijn wagen. De wiel banden waren ook bij zijn voertuig te smal. Eisch f 10 of 5 dagen. 17. R. N. te Hidaard vervoerde den 21 Feb. langs den gemeenteweg in Hennaardera- deel ook meer melk op de melkkar, dan met de breedte der wielen overeenkwam. Eisch ook voor hem f 10 of 5 dagen. 18. G. v. d. .V. te Tirns is visscherman en had zijn fuiken uitgezet. Nu was het intusschen winter geworden, en de netten zaten bevroren in het ijs. Wat hij kon los krijgen, was uitgehaald, doch een drietal fuiken zaten met de hoepels in ’t ijs. Den 19 Feb. pas kon hij ze ophalen, maar ’t was nu gesloten vischtijd. Hij had wel kennis gegeven aan huis van den rijksveldwachter dat hij die fuiken niet tijdig had kunnen ophalen, maar hij vergat? te doen wat de wet in dit geval eischt, n.l. de visch die in de fuiken zit, weer terstond- te laten zwemmen. Toen in de verte de rijksveldwachter ver scheen, wierp hij zijn vangst wel over boord, maar toen was 't te laat en bekeuring volgde wegens vervoer van visch in gesloten tijd. Bekl. is verschenen en zegt, dat hij slechts een braadsoodje had behouden voor zichzelf. Toen hij den agent zag naderen, dacht hij, deze kan er drukte over maken en ik zal ze dus maar wegwerpen. -De heer Ambtenaar beduidt hem, dat hij zulks dadelijk had moeten doen, en eischb f 3 of 2 dagen. Bekl. gaat mopperend heen. J. V. te Workum dronken. Eisch f 3 of 2 dagen. K. W. te Bolsward 4 Maart idem. Eisch idem. A. L. te Oudega vervoerde den 1 Maart 25 melkkannen op een wagen en ook eenige op een kar geladen, achter den wagen. Van beide voertuigen waren de wielbanden te smal, ten opzichte de hoeveelheid melk. Eisch 2 maal f 8 of 4 dagen elke boete. 22. J. L. te Ytens had 4 Maart zijn arbeider op den weg te Rien met een voer tuig zonder licht er op. De rijder A. de Kroon heden als getuige, verklaart gereden te hebben op last van bekl. Hij had onder weg wat „malheur” gehad, vandaar dat het zoo laat was geworden. Hij had anders wel op tijd thuis kunnen zijn. Eisch f 3 of 2 dagen. 23. J. N. te Bolsward reed 3 Maart onder Arum op een fiets zonder lantaarn, en toch was de zon al onder, daarom luidt de eisch f 3 of 2 dagen. aan niemand toebehooren, maar winter op de boerenerven komen te worden. Vrouw Oosterhout van Oosterend heeft ook gezien dat bekl. met een bezem de eend pakte. Zij weet niet van wien de eend was, doch denkt ook dat het een was, die in ’t veld behoorde, en nu met den winter op de huizen toekwam. Bekl. zegt nog dat het hun eigen eend kan geweest zijn, omdat zij zelf jaarlijks ook eenden voederen en lieten uitbroeden. Op de vraag of zij dan eenden houden, moet hij echter ontkennend antwoorden, zij leggen in ’t voorjaar korven uit even als de andere boeren, en voederen ook wel de eenden, maar speciale eigenaars zijn er eigenlijk niet van die eenden. Wijl het bemachtigen van een wilde eend door de jachtwet is verboden, en het be machtigen van een tamme eend die aan een ander behoort, natuurlijk ook ongeoorloofd is, wordt f 3 boete of 2 dagen geëischt met f 0,25 voor de eend of 1 dag. Bekl. las later op zijn dagvaarding, dat hij door de betaling van f 20 boete ver volging dezer zaak had kunnen voorkomen. Hij wilde wel, dat de rijksveldwachter hem zulks onder het oog had gebracht, dan was hij hier niet gekomen. Z. te Bolsward was 12 Februari Eisch f 5 of 3 dagen. B. M. te Hindeloopen was zijn bier. Eisch f 3 of 2 dage; A. de B. te Hindeloopen 5 Febr. ook „onder den invloed.” Er was prijsuitdeeling en ’s avonds in de herberg van U. Haarsma was heel wat volk bijeen. Na eenig tumult sprong deze beklaagde op, trok het mes en zwaaide en dreigde daarmee. Terstond werd hij van alle kanten vast gegrepen, zoodat er geen verder onheil door het mes ontstond. De getuige Albertsma heeft wel gezien dat bekl. met het mes in de hand rondliep, maar omdat verscheidene mannen hem vast hielden, kon hij er geen kwaad mee doen. Getuige Mulder verklaart hetzelfde. Bekl. bekent dat hij het mes omhoog hield, maar dat was om kracht aan zijn woorden te geven. Hij had niet de bedoeling om iemand te raken. Hij was dronken en wist niet wat hij deed op dat oogenblik. Het spijt hem dat het gebeurd is. Hem wordt gewezen op het gevaarlijke van zijn optreden en ook op het verkeerde om zooveel te drinken, dat hij zichzelven niet meer kan beheerschen. Eisch f 10 of 5 dagen. Bekl. vraagt of de boete niet „een beetje lichter kan”, spijt hem zeer, dat het gebeurd is. 7. J. P. te Makkum had 11 Febr. ook te veel geborreld. Eisch f 3 of 2 dagen. 8. S. V. te Cornwerd werd bekeurd omdat in zijn winkel zijn aangetroftën 4 aange broken' kruiken en 1 flesch waarin ook nog een beetje sterke drank aanwezig was. Deze bekl. had vergunning om in zijn kamer te tappen, doch in den winkel heeft hij geen vergunning en dus mochten die kruiken daar niet zijn. Bekl. is aanwezig en zegt dat hij die kruiken daar altijd heeft staan; reeds 35 jaar is in zijn woning vergunning, en de politie is vroeger wel bij hem geweest, zonder dat er aanmerking op die bergplaats van den drank is gemaakt. Hem wordt beduid, dat hij vergunning heeft om in gesloten flesseben of kruiken sterken drank te verkoopen, maar bij het glaasje, dat mag niet meer, de vergunning van Ged. Staten is nu volgens de nieuwe wet vervallen. Beklaagde hoort hier vreemd van op, en als hij niet meer bij het glaasje mag tappen, wil hij ook het vergunningsrecht niet meer betalen, want dan heeft hij aan de heele vergunning niets meer. Eisch f 1 boete of 1 dag. De heer Ambtenaar zegt aan beklaagde, dat hij een heel lichte straf eischte, wijl hij aanneemt, vergunning om dat bekl. niet wist, dat zijn te tappen nu vervallen was. T. P. te Bakhuizen reed 6 Februari een fiets, zonder lantaarn. Eisch f 3 of 2 dagen. 10. J. v. d. B. te Bakhuizen reed 12 Feb. 's avonds 8 uur door Stavoren, zonder Leeuwarden, 8 April. Onder de waag was de handel in boter en kaas jl. Vrijdag ge drukt. Van een der grootste fabrieken zag men ’n honderd vaten aangevoerd. Een teeken, dat het met den handel buitenlands niet naar wensch gaat. De fabrieken hebben de laatste maanden met verlies moeten werken. Er is en er wordt veel geld verloren, kon men hooren, doch als het gaat van de winst welke voor dien tijd behaald werd of als de scha later weer kan worden ingehaald, gelijk iemand opmerkte, die er zoo over dacht, dan was dat zoo erg niet. Wel stemde hij toe en hij kon het weten, dat de fabrieken op heden vrij wat moeten verliezen. Ook in den kaashandel was dagen stil en gedrukt. Zou de ongewone duurte van het geld ook hier haar invloed laten gelden, gelijk op meer takken van handel en bedrijf, o.a. het diamantvak, dat op moment zeer slap is, mede tengevolge van het dure geld? Oldeberkoop, 7 April. Uit volkomen ver trouwbare bron kan worden medegedeeld, dat er een aanvrage is ingediend bij de Arrond. rechtbank te Heerenveen tot failliet verklaring van deNed. Tramweg-Maatschappij. De Directie is tegen 17 April opgeroepen, om daarover te worden gehoord. (Tot toelichting het volgende. Van de 3753 obligatiën van f 1000 zijn 3593 in han den van personen, die een vereeniging ge vormd hebben en genoegen nemen met halve rentebetaling. De houders van de andere 160 obligatiën wenschen daarin niet te bewilligen. Een dezer laatsteu, de heer H. D. J. Ouwersloot, notaris te Oldeberkoop, houder van een obligatie, heeft nu de failliet- aanvrage ingediend. Verleden jaar is iets dergelijks gebeurd bij de Noord-Friesche Locaal Spoor. Ook daar was het een obligatiehouder, die failliet verklaring der Mij. aanvroeg, welke aanvraag echter niet ontvankelijk werd verklaard. Red. Hepk. Nieuwsbl. v. Fr. Sneek, 9 April. Heden avond hield de afd. hier van den bond van Staatspensioneering een algemeene vergadering, waarin als spreker optrad Ds. Reinders van Dantumawoude, wiens rede zeer werd toegejuicht. Daarna zong ons a Capella Koor eenige keurige liederen, die bijzonder in den smaak vielen. Een heerlijk vertolkt tooneelstukje „Harm Mulder”, treurspel in 3 bedrijven, was het slot van dezen schoonen avond. De afdeeling van den Bond van Staats pensioneering telt hier thans 415 leden. Dinsdag waren alhier ter markt aan gevoerd ongeveer 2500 kievitseieren, waar voor van 12 tot 11 cent per stuk werd betaald. Naar we vernemen is door den wacht meester der marechaussee Dinsdag proces verbaal opgemaakt tegen den restaurateur J. F. M., wegens het voorhanden hebben van sterken drank in de wachtkamer van het tramstation alhier, voor welk lokaal alleen verlof is verleend. W. de B. te Oppenhuizen, idem. Eisch idem. 25. R. B. te Sneek. De dagvaarding tegen dezen bekl. wordt ingetrokken. J. v. d. G. te Wommels. Fietsrijden bij avond zonder licht. Eisch f 3 of 2 dagen. P. S. te Lollum, idem, eisch idem. J. de B. te Workum heeft baldadig een keisteen geworpen, en raakte de van O. Bosma. De klomp stuk, en man naar de politie om beklag te doen. Getuigen O. Bosma en H. Boersma, die beiden verklaren dat zij met anderen stonden toen beklaagde met een kei van twee pond naar hen wierp en de klomp van den eersten getuige het leven' er bij inschoot. De voet was niet beschadigd, maar de spaanders van de klomp zaten in de kous, ’t Was dus al op ’t kantje af. Eisch voor deze baldadig heid f 10 of 3 dagen. 29. D. A. te Bolsward 11 Maart dronken. Eisch f 5 of 3 dagen. Uitspraak der vonnissen op Donderdag 18 April des v.m. te 10 uur. Bolswardsclie Courant I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1907 | | pagina 1