Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. H I 1907. 46ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. No. 31. I 1 Donderdag 18 April. f a 11 DE GELDKWESTIE. VOOR Afzonderlijke de f V 1 't ongeveer ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Cent. geen van het zoo r en zilver dat zich in de wereld ons uit Lange- dit droevig ongeluk. Ds. Schutte- bij ieder, niet het minst bij de zeer bemind. Als er een zieke armoede werd geleden, of als slachtoffer had genomen, was van welken aard ook; on zes Eene beschouwing van James Edson White. hij sprak van debatteerde in vergaderingen, vurig propagandist Zijn weduwe en treuren een braven echtgenoot Van andere zijde wordt zwaag geschreven Ruim twee jaar slechts mocht ds. Schuttevaêr hier werkzaam zijn, doch in dien tijd heeft hij aller hart gewonnen door de liefde en den ernst, waarmee hij zijn vaak moeilijke taak opvatte. Begaafd met een hart, brandende van liefde voor zijn naasten, trachtte hij leed weg te nemen of te verzachten, waar dit in zijn vermogen was. Moeite noch opofferingen waren hem daarvoor ooit te groot. In de gansche omgeving stond hij dan ook bekend als iemand met een edel hart en een nobel karakter. Zelden zag men woord en daad in zoo volkomen overeenstemming als bij den overledene het geval was. Hij was een christen in den hoogsten zin des woords. Met hem is een braaf mensch van ons heen gegaan. Zijn nagedachtenis blijft bij ons in gezegende herinnering. Hepk. Nieuwsbl. v. Fr. Sneek, 16 April. Nu de Raad de aan geboden grond onder Hommerts, eigenaar Dr. Hoedemaker te De Steeg, voor f 10000 (eigenlijk f9000, aangezien de waarborgsom f 1000 is teruggegeven) heeft gekocht, is ’t zeker, dat onze waterleiding tot stand komt. Voor ’t maken ervan moeten er twee ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. eenige onderneming, toe vertrouwen. Ten derde liggen in de munten en schat- bewaarplaatsen der wereld enorme sommen opgehoopt. Ten vierde is door vele volken der Oude Wereld een fonds opgericht, dat als oorlogs- reservefonds bekend is, ten einde op elke onvoorziene gebeurtenis voorbereid te zijn. De hier volgende sommen zijn niet in dit algemeen reservefonds begrepen en kunnen niet anders dan in geval van oorlog gebruikt worden. Duitschland heeft een oorlogsreservefonds van ongeveer 750.000.000 gulden (dollars 300.000.000); Frankrijk heeft 1.000.000.000 gulden (dollars 400.000.000); Rusland heeft 1061.500.000 gulden (dollars 430.600.000) Oostenrijk heeft 365.000.000 gulden. Deze groote sommen, tezamen met het geregelde fonds der overige volken (Amerika’s fonds bedraagt dollars 500.000.000), beloopen meer dan een derde van al het geld, dat in de wereld is. Is het een wonder, dat het geld schaarsch is? De groote menigte goud in Klondike, de rijke schatten in de Cripple Creek met al het andere kort geleden ontdekte goud, en daarenboven nog de vrije zilvermunting,x zullen het kwaad niet genezen. Men moge voor een korten tijd tengevolge van deze vermeerdering van goud en zilver eenige verademing bemerken; maar de op- hooping van schatten schijnt formeel een manie te zijn geworden, die de enkele per sonen /.syndicaten”, trusts en geheele volken overmeesterd heeft. Zij zullen spoedig het overal voorkomende //overschot” verzamelen, hetzij goud of zilver. Deze schaarschheid van geld treft het allereerst de arbeidende klasse. Als gevolg daarvan ontstaan ontevredenheid, betoogingen en stakingen, oproer en geweldplegingen, die wederom te meer het wantrouwen der kapi talisten vermeerderen en hen bevreesd maken om hun geld in arbeidersondernemingen te beleggen, /zoolang, de tijden zoo onrustig zijn”, en zoo bewaren zij hunne millioenen achter slot en grendel. Zij kunnen wachten. fThemisF 400.000.000 2.400.000.000 3.712.500.000 11.222.500.000 20.348.250.000 tijds ligt in het massa geld de wereld is, meer dan genoeg om al de behoeften der handelswereld te slechts ongeveer vijf percent daarvan in omloop is. Waar thans vijfennegentig pCt. van de geldschat dezer wereld, naar verhouding in weinige handen berust en dus letterlijk opgehoopt is en slechts vijf pCt. voor het bedrijf van den wereldhandel in omloop is, ontstaat de vraag: Waar is dan al dat geld Ten eerste. In 1890 wasomtr. 2.000.000.000 of ongeveer een vierde van al het geld, dat in de wereld is, opgehoopt in de brandkasten der banken van zeventien volken, van welke berichten verkregen werden. Ten tweede worden ongehoorde sommen in de veiligheidskelders bewaard door hen, die hun geld noch aan banken noch aan BINNENLAND. De aanvrage tot faillietverklaring der Ned. Tramweg-Mij. ingetrokken. Heerenveen, 15 April. Uit goede bron vernemen wij betreffende de aanvrage van het faillissement der Nederlandsche Tramweg Maatschappij het volgende: Verschillende onjuiste berichten zijn tot nu toe over deze zaak verspreid; zelfs werd in een bericht, o a. in de Telegraaf opge nomen, op de zaak vooruitgeloopen door een //bevoegde”, die de voorspelling waagde, dat het faillissement niet zou worden uitgesproken omdat n.b. eerst de „insolventverklaring” moest worden uitgesproken. Als men nu weet dat volgens onze faillissementswet de insol ventie de toestand is, die eerst na de verificatie vergadering van rechtswege intreedt, zal men den onzin van die bewering eens „bevoegden” licht inzien. De Ned. Tramweg Mij. heeft die optimistische zienswijze welke ook sprak uit eene in een ander bericht voor komende geheel onjuiste vergelijking met de destijds gedane faillissementsaanvrage der Noord Friesche Locaalspoorweg Mij. blijk baar dan ook volstrekt niet gedeeld. Zij heeft de uitspraak des rechters liever niet willen afwachten, en geheel voldaan aan de sommatie tot betaling der op de obligatie verschenen coupons, loopende tot en met Februari 1907, met alle gemaakte onkosten. Mr. T. Binnerts, de advocaat van den aanvragenden schuldeischer den heer no taris Ouwersloot te Oldeberkoop heeft daarop natuurlijk de bij de Arr. Rechtbank te Heerenveen gedane aanvrage ingetrokken; genoemde obligatiehouder (een der 160, die niet hebben willen toetreden tot de vereeni- ging van obligatiehouders, die genoegen nemen met halve rentebetaling) heeft nu weer een rente gevend effect verkregen. Waar het publiek juist dient te worden ingelicht over deze voor het Noorden zoo gewichtige aangelegenheid, meenden we deze mededeelingen niet te mogen achterhouden. Ds. H. Schuttevaêr. f Langezwaag, 13 April. Een droeve slag heeft onze Ned. Hervormde gemeente, ja, we plannen zijn, van welke het duurste naar alle waarschijnlijkheid wel tot uitvoering zal komen. ’t Ligt in de bedoeling de leiding in het volgend jaar reeds in werking te stellen. Naar ons wordt meegedeeld, zal dat zaakje een derdehalf ton moeten kosten. 16 April. We hebben gisterenavond met ons ruim veertigen een paar hoogst ge notvolle uren doorgebracht in onze Herv. Kerk. Daar klonk van uit den hoogen de heer lijke sopraanstem van mevrouw W. Secrève- v. Emminckhoven daar werden aan de snaren van een viool tonen onttokkeld, zoo god delijk schoon, als we hier in geen jaren, ja misschien nooit hoorden. En een orgelspel, dat alle aanwezigen in verrukking bracht, volmaakte het geheel. Och, dat men in Bolsward deze kunstenaars eens liet komen, wellicht, neen zeker, zal een grooter publiek daar ’t werk loonen, ’t welk men hier zoo schandelijk in den steek liet. Aan de markt alhier werden Dinsdag aangevoerd ongeveer 3090 kievitseieren, waar voor van 15 tot 17 cent per stuk werd betaald. Maandag is alhier een geval van typhus (febris typhoïdea) geconstateerd bij den 27- jarigen A. H., wonende in de Looxmadwars- straat alhier. De jonge man is nog dienzelfden avond overgebracht naar het ziekenhuis voor be smettelijke ziekten aan de Westersingel. Maandagmorgen roeide een timmermans- gezel, C. P., van Ulst naar hier. Halfweg haalde de „Piet Hein” die een tjalk op sleeptouw had, hem in. ’t Vaartuigje van den jongman kwam door onvoorzichtigheid tusschen boot en schip, met ’t gevolg, dat ’t bootje plotseling onderstboven raakte, waar door de schipper niet alleen, maar ook diens gereedschap in ’t water terecht kwam. Gelukkig mochten rappe handen er spoedig in slagen den drenkeling binnen te loodsen, ’t Gereedschap, waarmee hij te Sneek aan den arbeid zou trekken, zal wel verloren zijn. Workum, 15 April. De werkzaamheden in den Workumermeer Polder nabij de zege- ineente, de jaarlijksche turf campagne, is weer in vollen gang. Vele handen zijn aan den arbeid. Toch is het getal vreemde werk lieden dit jaar niet groot. Zelfs schieten hier en daar werkkrachten te kort. Er zijn dit voorjaar vele arbeiders over de grens gegaan, die andere jaren hier de campagne meemaakten. Het is algemeen bekend, dat hier in de venen in 't voorjaar flink geld valt te verdienen, doch de loonen in Duitschland zijn ook hoog. Hiermede hebben zij een geruimen tijd werk, waarna de hooiing bij den boer invalt, welke in de laatste jaren eveneens flink loonend is. De jaarlijks terugkeerende lenteboden, de Ooievaars, hebben hun zomerverblijf dit jaar weder betrokken. De stelphuizinge, be woond door P. Haijtema in de Bagijnestraat alhier is de aangewezen plek, en die jaren herwaarts door deze vogels hiervoor wordt gebruikt. Het paartje is thans druk bezig het nest in orde te maken. Men schrijft van de Balkbrug aan Zw. Crt. Onze streek heeft weder een „monument” verloren, waaraan herinneringen van velen in geheel den lande vastknoopen. Het is de oude Ömmerschans. Na gedurende een kleine 20 jaren ongebruikt te zijn geweest werd het geheel den 3 Januari j.l. bij inschrijving verkocht aan de h.h. W. ter Haar en H. Snijders te Avereest. Een 30-tal arbeiders werden aan het werk gezet en binnen 2 maanden lag het geheele gebouw tegen den grond. Bovengenoemde heeren verkoch ten de afbraak bij gedeelten en een aardig gezicht bood in de laatste maanden de anders tamelijke stille Ömmerschans aan. Tallooze karren reden onophoudelijk af en aan om hout en steen te vervoeren, terwijl de breede „gracht” een kleine haven geleek gevuld met bokken, schuiten en schepen, die ook hun deel kwamen halen. Nog slechts eenige puinhoopen liggen op de plaats, waar vroeger het hoofdgebouw verrees. Ook dit laatste overblijfsel zal spoedig verdwenen zijn, zoo- dat dan nog slechts eenige bijgebouwen, in gebruik bij het Kijksopvoedingsgesticht „Veld zicht” zullen wijzen op baar vroeger bestaan. mogen wel zeggen heel ons dorp en om geving getroffen. De algemeen geachte en beminde leeraar, Ds. Schuttevaêr, is Vrijdag op jammerlijke wijze om het leven gekomen. ’s Middags had Z.Eerwaarde nog een be grafenis geleid. Daarna was hij per fiets uit gereden om eenige gemeenteleden te bezoeken, ’t Laatst kwam hij bij Jan de Jong aan den Luxterhooiweg. Te ongeveer vier uur nam hij afscheid om naar huis terug te keeren. Een dochter van de Jong zag hem nog even na en dachtwat waggelt dominé vreemd op de fiets. Bijna een uur daarna ging een jongen op een fiets en eene vrouw dien weg langs. Daar zag de vrouw een fiets in het slootje aan den kant van den weg, en bij nader onderzoek daarbij een man... „Gauw, jonge, helje folk, der leit in man yn ’e sleat!” De jongen riep De Jong en Hendrik Kracht, ook in die buurt wonend, en fietste door om dr. Keidel van Terwispel te halen. Kracht sprong direct in de niet diepe sloot, en tilde het hoofd van den drenkeling uit de modder, „’t Is mijnheer!” zei een der toegeschoten buren. „Ik gevoelde geen water meer, ’t was alsof ik door den grond ging”, vertelde Kracht ons later. De drenkeling werd naar ’t huis van Kracht vervoerd. Daar paste men nog de kunstmatige ademhaling toe, maar ’t mocht niet meer baten. Toen Dr. Keidel kwam, kon hij slechts den dood constateeren. Hoe het ongeluk zich heeft toegedragen, kan men slechts gissen. De weg is vrij breed, en goed geplaveid. Voor ’t naaste wordt aan een duizeling gedacht, maar waar Ds. Schuttevaêr in de laatste dagen erge hartkloppingen had, is ’t ook niet onmogelijk, dat dit met het ongeval verband houdt. Alle gemeenteleden zijn zeer onder den indruk van vaêr was I mingegoeden, was, als er de dood een dominé de liefderijke medelijdende hulp vaardige herder, de helper als ’t noodig was, de trooster waar men troost behoefde. Toen hij voor eenigen tijd voor een beroep naar Jorwerd bedankte, was er blijdschap bij al de gemeenteleden. Ds. H. Schuttevaêr Jz., geboren in 1867, legde in 1893 te Groningen zijn candidaats- examen af, werd 17 Sept. 1893 bevestigd tot predikant te Ursum, deed in 1895 zijn intrede te Abbekerk, vertrok in 1899 van daar naar Onderdendam, in 1902 naar Bols ward, en werd op 11 Dec. 1904 predikant te Langezwaag. Goed redenaar, met een sympathieke, kern achtige wijze van spreken, was hij steeds verzekerd van een aandaehtig gehoor, hetzij den kansel of kort en pittig Hij was een voor de drankbestrijding, twee jonge kinderen be en vader. In het „Ingersoll en Bland debat omtrent de geldkwestie," opende Colonel Ingersoll het met de woorden: „Er is waarschijnlijk geen onderwerp in de wereld, dat minder algemeen verstaan wordt dan de geldkwestie.” En professor Bland begon zijn antwoord met te zeggen: „Colonel Ingersoll heeft gelijk met het beweren, dat in het algemeen geen kwestie minder begrepen wordt dan die van het geld.” In het debat poogde de een den ander en tegelijk aan allen, die er bij tegenwoordig waren, alles te vertellen wat hij er van wist. Ongetwijfeld waren beiden oprecht; maar de een zeide dat er geld genoeg in het land is om de bedrijven uit te oefenen, en was voor een geldstandaard of goud basis. De andere nam de tegenovergestelde stelling in en adviseerde dat wij getrouw zouden blijven aan het ware Amerikaansche koers-systeem, zilver en goudmunten, en papieren munt biljetten. Hoe meer wij dit probleem bestudeeren, hoe meer ingewikkeld zullen wij het vinden. Het mag met recht het moeilijkste vraagstuk onzer eeuw genoemd worden. In elk geval is het zeker dat de wetgevers en de raadslieden der verschillende volken, haar niet hebben opgelost. De eene klasse beweert, dat de aanneming van den goudstandaard het vertrouwen zal herstellen, de geld kelders zal ontsluiten, en eene herleving in het handelsbedrijf zal bevorderen. Een andere klasse houdt vol, dat er niet voldoende geld voorhanden is om den wereld handel te drijven, waarom zij de vrije en onbeperkte zilvermunting en de ver- meerdering van papieren geld noodwendig acht. Wanneer wij echter acht geven op de lessen der jaren achter ons, en letten op de ervaringen van volken, die den een of anderen standaard hebben aangenomen, dan zien we dat geen van beiden de begeerde oplossing moeilijke raadsel gebracht heeft. De aanneming van een goudstandaard zal de met veiligheidssleutels voorziene geldkasten niet ontsluiten en de vrije zilvermunting brengt het noodige kapitaal tot bedrijf der wereld-industrie niet in omloop. Allen erkennen het feit, dat wanneer het geld vrij circuleert, de tijden goed zijn. Als het geld schaarsch is, lijdt de arme daaronder en de handel kwijnt. Er is geld genoeg in de wereld, en elk plan, dat het in omloop kan brengen, zal de zoo lang begeerde goede tijden aanbrengen. Wij hebben statistieken, die ontwijfelbaar aantoonen, dat er heden meer geld in de wereld is dan ooit te vorenen toch is er zoo weinig van in omloop, dat handel en nijverheid kwijnen. Zoo weinig komt daarvan in de zakken des volks, dat velen dikwijls niet genoeg hebben om de allernoodzakelijkste levensbehoeften te koopen, niettegenstaande zij in overvloed voorhanden zijn. De volgende opgave toont ons de toeneming van goud en zilver gedurende de laatste 900 jaren. Het goud bevindt 1000 n. Chr. 1600 1700 1800 1896 De moeilijkheid feit dat, ofschoon er een groote in in voorzien Bolswardsche Courant i I i L h

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1907 | | pagina 1