lieuws- en Advertentieblad
VABWSU
i:' Bolsward en Wonseradeel.
A. FABER
1907.
46ste Jaargang.
Financieele openbaarheid.
Loopers.
VITRAGES.
Afgepaste Gordijnen.
Ondergordijntjes.
Karpetten, Vloerkleedjes,
Donderdags en Zondags.
1
Donderdag 2 Mei.
d
y
firma J. JAKLES,
VOOR
1
«u
ml
BINNENLAND-
"V
Maar niettegenstaande dien betrekkelijk
hoogen leeftijd is de man nog een toonbeeld
van ijver, die menig jong onderwijzer nog
tot voorbeeld kan strekken.
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4.
den trein naar
voorkwam dat een
gedaan
Een landbouwer te Absdale, onderSt.
Jansteen, zag Woensdagmorgen aan een on-
diepen waterplas een reiger moeite doen iets
uit ’t water op te trekken, wat niet gelukte.
Naderbij gekomen, bespeurde hij dat de vogel
een grooten karper nabij diens staart zoo ge
havend had, dat de visch een diepe wonde
had ter grootte van een rijksdaalder, en zich
bij eiken greep van den vogel uit den snavel
wist los te rukken.
Hij had echter weinig kracht meer om
weg te zwemmen, en werd gemakkelijk door
den landbouwer buitgemaakt. M. Cl.
Maandagmorgen zijn de stakers te
Rijssen, na gehouden vergadering, zingende
opgetrokken naar de nieuwe fabriek, waar
zij zich aanboden het werk op de oude voor
waarden te hervatten. Alle namen zijn geno
teerd en hun is medegedeeld dat zij te zijner
tijd zouden vernemen of zij geplaatst konden
worden. Naar matige schatting zullen door
de combineering der weefgetouwen en door
het aanneemen van nieuwe krachten ruim
150 stakers niet worden aangenomen.
(Hbld.)
liet geheim van een gelukkig leven is
niet te doen waar men lust in heeft, maar
te trachten lust te hebben in hetgeen men
te doen heeft. (Mis Mülok.\
Sneek, 29 April. Maandagmorgen zes
uur. Vertrek van de eerste tram richting
Heerenveen. Onder de passagiers een paarden-
kooper. Waar moet de reis heen? vraagt de
conducteur.
.Naar Heerenveen, en verder naar de
peerdemerk in Steenwiek. Maar wat liekt
het mij vreemd toe, dat er anders geen
kooplui ut Sneek in ’e tram sitte.
Maar m’n goeie man, zegt de conducteur
da’s geen wonder, die peerdemerk was fleden
week al.
Wat??!
En verder sprakeloos stapt de paarden-
kooper direct uit de tram en kuiert naar
huis terug.
Heerenveen, 30 April. Er lag gister
een scheepje aan de Konijnenpolle. De vrouw
zelve was er met negotie op uit, de man
deed, wat in normale verhouding de vrouw
zou hebben gedaan, hij zette het theewater
op, sloeg daarvoor een houtje stuk, en...
hakte in één moeite zich zelf een vinger af,
zoodat die er aan een velletje bij hing. Toen
de vrouw achterna om centen, want hij moest
vóór hij doodbloedde, trachten bij een dokter
te komen. En toen hij de centen had en de
vinger maar aldoor bloedde en hij zoo wee
om ’t hart werd, toen... toen stonden er
zooveel drankhuisjes aan zijn weg en... Enfin,
aan den dokter is hij niet toegekomen, hij
nam er maar liever wat voor in, en toen hij
eindelijk bij thuiskomst nog altijd een vinger
te weinig en ettelijke borrels te veel bleek
te hebben, volgde er een zeeslag, waarop
echter met een even snelle wisseling als van
het weer in April de vrede volgde met
muziek en zang. Heden is het stelletje ver
trokken.
Leeuwarden, 30 April. De bij het 9e
reg. infanterie benoemde militie-2e-luitenants
S. Dijkstra, K. Plantinga, G. Terpstra,
S. Westra, B. Nieuwenhuis, J. Schut en
J. F. P. Schönfeld, zullen a.s. Zaterdag
vóór het front van de beide bataljons van
dat korps alhier in garnizoen, door den
kolonel-commandant van het regiment in
hun nieuwen rang worden beëedigd en in
functie gesteld.
Hepk. Niewosbl. v. Fr.
Workum, 29 April. Onderwijzers behoeven
tegenwoordig niet lang op eene betrekking
te wachten. Dit is zelfs zoo erg, dat kwee-
kelingen die nog examen moeten doen, al
een betrekking hebben, indien zij de akte
ontvangen.
Twee kweekelingen onzer Chr. Normaal
school alhier, welke pas de vorige week
examen hebben afgelegd, hebben al reeds
eene betrekking.
De heer J. Wiersma alhier is benoemd
aan de Chr. School te Abbega
BOLSWARD.
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijkenos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
-Bij de Ned. Tramw.-Mij. is benoemd
tot opzichter-machinist onze vroegere stad
genoot, de heer W. H. Bakker, thans te
Amsterdam, in plaats van den heer Brünner,
die overgeplaatst wordt naar Heerenveen.
Westergo, 28 April. Wat van de koe
komt is zeer duur tegenwoordig; wat de
koe c. s. noodig heeft is nog duurder, inzon
derheid het gras. Tegenwoordig worden weer
tal van losse perceelen land verhuurd
het gras er van, de naweide, de voorvrucht,
het hooi er van, alles voor één seizoen. Wie
koopt of huurt, moet er aan geloovenwie
wacht gaat vaak nog duurder uit. En, waar
koemelkers e. d. de zaak aan kant doen, omdat
't zoo niet gaat en nu de veeprijzen ook
zeer hoog zijn, daar wagen anderen ’t weer.
Als ’t meeloopt, dan... ja, maar ’t kan ook
tegenloopen. Eu dan?
Wij willen maar zeggen, dat ’t te betreuren
is het sterke opdrijven der pachtprijzen.
De grondeigenaar profiteert er alléén van;
de kleine melker niet, omdat, wat met de
eene hand ontvangen wordt, met deandere weer
uitgegeven moet worden.
Door een defect is Zondagmiddag de
sneltrein vau Groningen naar Zwolle te Assen
blijven staan, tengevolge waarvan de locomotief
zijn dienst niet kon verrichten. Een inmiddels
ontboden hulpmachine uit Groningen bracht
bestemming, wat echter niet
vertraging van een uur
werd ondervonden. Het ongeval liep met
deze stoornis af.
Te Hekendorp heeft zich bij een elf
jarig jongentje een geval van meningitis
cerebrospinalis met doodelijken afloop voor-
wantoestanden naar voorkoming van financieele
schandalen, doordringe men zich in de eerste
plaats van de waarheid van het oude spreek
woord: gelijke monniken, gelijke kappen. P.
21 April 1907. N. C.
Reizen is het op de baan
Van dit korte leven:
Wat u heden wordt gegeven,
Ziet ge morgen weder gaan.
W. F. G. Jr.
Vaarwel! Een berg van schrijnend wee
ligt in dat kleine woordje opgesloten, die
zich iedere keer, wanneer wij het uitspreken
doet gevoelen en ons zoo droevig, zoo terneer
geslagen maakt.
VaarwelAch waarom moet dat woord
ons zoo vaak van de lippen in dit leven?
„Vaarwel!” roepen wij toe aan ons lief
tehuis, dat we moeten verlaten, omdat we op
eigen wieken de wereld in zullen drijven;
,zvaarwel!” zeggen we nog tegen ieder plekje,
waar we steeds zoo gelukkig waren en waar
van elk zijn eigenaardige herinneringen heeft;
„vaarwel!” fluisteren we tegen het onbezorgde
leventje, dat we daar hebben gesleten.
En „vaarwelspreken we ook straks tegen
de bloedverwanten en kennissen, die ons tot
de spóorweg-coupé vergezellen. Nog zijn we
bij elkander, doch zoo dadelijk klinkt het
sein van vertrek en zet de trein zich in
beweging, om ons mijlen ver van elkaar te
scheiden. Zoo treden we dan de toekomst in,
aanvankelijk alleen, doch weldra sluiten we
nieuwe vriendschapsbanden; maar voor hoe
lang? Tot morgen of overmorgen, dan reizen
we weer verder en zijn opnieuw gedwongen
dat vaarwel uit te spreken en weer is het
ons even smartelijk als voorheen.
Maar wreeder, folterender is het vaarwel,
uitgesproken aan het sterfbed. Wij kunnen,
neen wij kunnen niet scheiden van die lieve,
welbekende gestaltewij kunnen de blik niet
wenden van dat gelaat, dat zoo menigmaal
tegen het onze rustte; wij kunnen niet? En
toch hetscheidensoogenblik nadert: Vaarwel
vaarwel
Gelukkig, wie daarbij vol hoop zeggen
kan: Tot wederziens.
Helaas, een ieder kan dat niet en hoe zijn
deze ongelukkige» te beklagen. Donker is
het om hen heen, niets dan donkerheid ook
op de baan, die zich voor hen uitstrekt en
in doffe wanhoop vragen zij zich af, waarom
ze eigenlijk nog voortloopen zoo werktuigelijk,
zoo lusteloos, zoo doelloos. Ze vinden geen
antwoord, ’t Liefst zouden ze maar neerzinken
aan de zijde van den weg en blijven staren
naar die gegrendelde poort en terugdenken
aan de wonderbare schoonheid van het paradijs,
dat deze voor altijd voor hen afgesloten houdt.
Ze kunnen het zich niet voorstellen dat ook
voor hen nog aangename dagen zullen aan
breken; ’t schijnt onmogelijk en ze verlangen
het ook niet, ze willen alleen blijven met
hun smart en hun herinneringen en terug
denken aan dat laatste vaarwel.
Gelukkig, het is anders over hen beschikt.
Ieder mensch is iets mede gegeven op de
levensreis, aan welks invloed hij zich tegen
wil en dank heeft te onderwerpen en dit is:
de veerkracht; de veerkracht, waarmede ook
zij zijn bedeeld. En zij is het, die de last,
welke hun nu zoo zwaar drukt, dat hij hen
de adem beneemt en het voortgaan belet,
langzamerhand aan zwaarte doet verliezen,
tot dat hij eindelijk wel degelijk te torsen
blijkt. En ook, hebben zij wel recht daar
traag neder te zinken, hebben zij geen plich
ten tegenover anderen, eenvoudige dagelijksche
plichten, maar die eischen met blijmoedigheid
vervuld te worden
Van Nievelt zei eens: „Klauter moedig
naar boven en ontsteekt uw baken getrouwe
lijk, zoolang gij klauteren kunt. Gij zelf
verheugt u niet bij dat schijnsel, maar mis
schien verkwikt uw lichtje het hart van een
bange zwerveling, of wijst de koers aan een
trotsch stoomschip”. En ’t is waar, er zijn
nog vele bange zwervelingen en trotsche
stoomschepen, die onbewust de koers zijn
kwijtgeraakt.
Er is een rouwtijd voor ieder leed en aan
iedere bedroefde is het gegund, die tijd te
wijden aan herinneringen van het verlorene.
Maar dan moeten die rouwkleederen weer
afgelegd worden en de omgeving geen betraand
gelaat meer getoond en de wereld geen aan
dacht meer gevraagd voor hunne smart.
Vergeten behoeft men het niet, dat wordt
niet verlangd, doch men moet berusten, be
rusten in ’t vaarwel, dat vaak zoo moeilijk
is uit te spreken. Fr. Cl.
tot onderwijzer
bij Sneek.
En de heer J. Haagsma te Heidenschap
is benoemd aan de Chr. School te Garijp.
Beide heeren hebben de benoeming aan
genomen. Eerstgenoemde treedt 1 en laatst
genoemde 15 Mei in functie.
27 April. Terwijl eenige kinderen bij
het Station alhier aan het spelen waren, kwam
het dochtertje van M. W. te vallen over
een touw, dat zoodanig aankwam, dat na
onderzoek bleek dat haar arm gebroken was.
Kermende van pijn spoedde het meisje zich
huiswaarts, waar de geneesheer haar zoo spoe
dig mogelijk verbond.
Sneek, 30 April. Een treurig ongeval
had hier heden morgen plaats.
De timmerman J. v. d. W., van Oosthem,
werkzaam bij den heer P. Olij alhier, viel
van een steiger, met het treurig gevolg,
dat zijn hoofd vreeselijk verwond werd en
zijn opneming in het ziekenhuis daardoor
noodig werd geacht.
30 April. De heer J. Bergmans, sedert
1864 hoofd eener school alhier, eerst van
de Armen- en later van de Tüsschenschool,
heeft tegen 1 September a.s. eervol ontslag
aangevraagd.-
17 Maart j.l. werd de heer B. 69 jaar.
Onze tijd staat in het teeken van openbaar
heid op financieel gebiedzoowel in de groote
pers als in de vakbladen gaan steeds meer
stemmen op die aandringen op een aan naam-
looze vennootschappen op te leggen wettelijke,
verplichting tot publiceering van bepaalde
gegevens. Men wenscht jaarverslagen die niet
slechts een dorre opsomming van balanscijfers
bevatten, maar waarin voorkomt een duidelijke
uiteenzetting van situatie en vooruitzichten
van het bedrijf, opdat aandeelhouders kunnen
beoordeelen hoe hun belangen worden behar
tigd en aandeelhouders in spe met eenige
zekerheid de wenschelijkheid van eventueele
deelneming kunnen overwegen.
Principieel is voor dien wensch zeer zeker
veel te zeggenhet stellen van dergelijke
verplichtingen kan den grondslag vormen
voor een vertrouwenswaardig financieel beheer.
Maar waarom wordt er bij dit betoog, bijna
zonder uitzondering, alleen gedacht aan aan
deelhouders, alsof die de eenige categorie van
personen ware die door wanbeheer in een
handelslichaam kan werden benadeeld? In
onze handelswereld en we denken hier in
de eerste plaats aan het bankwezen is aan
de vennootschap onder firma een niet minder
belangrijke plaats ingeruimd dan aan haar
naamlooze zuster. Des te zonderlinger dan,
dat de stevigste waarborgen worden geëischt
ter bescherming van belanghebbenden bij een
naamlooze vennootschap, terwijl bestuurderen
eener vennootschappelijke firma van iederen
waarborgenden dwang mogen vrij blijven.
Een handelsrelatie zonder fiduciairen band is
uitzondering; de elasticiteit van dien band
te beoordeelen is iets waartoe elke derde, die
zijn belangen aan een handelslichaam toe
vertrouwt, behoort in staat gesteld te worden.
Deze mogelijkheid nu voor hem te eischen
ten opzichte van een lichaam op aandeelen,
doch niet tegenover een firma, terwijl zijn
verhouding tot beiden toch geheel dezelfde
blijft, is op zijn zachtst onlogisch.
Er is toch moeilijk een grond denkbaar
waarom de belangen van den aandeelhouder
eerder behartigenswaard zouden zijn, dan die
van den cliënt die de bank zijn gelden toe
vertrouwt; veeleer het tegendeel. De aandeel
houder heeft zich stilzwijgend verbonden bij
het koopen van zijn stuk om, zoolang hij
het bezit, mede te deelen in het wel en wee
der zaak. Deprecieert zijn fonds des te erger
voor hem; incasseert hij daarentegen een
schoon dividend, dan plukt hij de vruchten
van zijn risico. Geheel anders is het met een
cliënt. Deze heeft geen voordeel bij den bloei
der zaakgaat deze slecht, dan loopt hij
gevaar zijn gelden te zien verdwijnen, een
risico dus waarvoor hij nooit equivalent
bekomt.
Waarom dan, wil men eenerzijds alle
mogelijke hervormingen voor de naamlooze
vennootschap, en daar het beginsel van open
baarheid tot de uiterste consequenties door
drijven, terwijl anderzijds voor een lichaam
dat een identiek bedrijf uitoefent, in een
identieke verhouding tot derden staat, maar
inwendig anders is geconstrueerd, dezelfde
waarborgen overbodig worden geacht Toch
zeker niet omdat firmanten hoofdelijk met
hun geheele persoonlijke vermogen aanspra
kelijk zijn voor de verplichtingen der firma.
Een solide waarborg; zij toont u de fraaie
geldkist van buiten, maar houdt het deksel
krampachtig voor uw blikken gesloten. Het
is gebleken bij de Haarlemsche, Delftsche,
Leeuwarder financieele debacles wat die waar
borg beteekent, debacles waarbij huizen te
gronde gingen, bestuurd gelijk een ieder
meende door bekwame, vertrouwens-waar-
dige, vermogende mannen, van wie bleek
toen het te laat was dat hun reputatie
reeds lang, met de toen eerst geconstateerde
feiten in strijd was. Had men buitenaf die
feiten slechts kunnen vermoeden, hadden
bestuurderen niet de gelegenheid gehad iedere
critiek op hun beleid a priori onmogelijk te
maken door schuil te gaan achter hun on
verplichtheid tot publiceering van eenig ge
geven, hoeveel ellende ware dan hier menigeen
bespaard gebleven. Wil men streng zijn voor
de naamlooze vennootschappen, goedMaar
behandel dan ook niet de vennootschap onder
firma als een bedorven kind, dat door de
hand des wetgevers vooral niet mag worden
geraakt. Bij een streven naar verbetering van
Naar berekening werden hier heden
13000 kievitseieren aangevoerd, prijs meest
16 ct. Dat vormt zoowat met ’t getal, ’t welk
hier vanaf 't laatst van Maart ter markt
kwam, om en bij de 27000.
De hoogste prijs was f 1,10 per stuk, de
laagste officieele prijs 15 ct.
In 1906 kregen we hier binnen onze veste
ruim 40000 eieren, hoogste prijs f 1,30,
laagste 14 ct.
Dat verschil van een dertien duizend eieren
wijten we in de eerste plaats aan ’t koude
weer, in de tweede aan ’t kleiner getal vogels
dat naar de eierzoekers ons meedeelen, elk
jaar minimer wordt wegens ’t bij honderden
dooden van den kievit in Fransche en Bel
gische slagnetten.
Bonte eieren waren er dit jaar ook weinig
de prijzen ervan varieeren van 21/2 tot 5 ct.
Heden hadden we hier een 1000 van dat
soort waarvan de markt opende met 41/2 en
sloot met 2 tot 2x/2 ct.
Tjirken o.a. konden ’t niet verder brengen
dan van 3 tot 4 ct.
1
S’ i
f
wrdsclie Courant.