Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
I II
No. 47.
1907.
Verschijnt Donderdags en Zondags
46ste Jaargang.
I
L
Donderdag 13 Juni.
Voor het Kantongerecht.
1
VOOR
Afzonderlijke
ze
19
36.
Toen
F
Aan
A, G. Kroeger.
Zitting van Vrijdag 7 Juni 1907.
anderen agent, die goed
wegen bekend is, in ’t
deze zegt ook, dat als
INGEZONDEN.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).
Li
en O. F.
16 April eieren ge-
de Heeren Joh. Kramer Mz. en
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per'post 95 Cents:
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
van tijd”
niet al te betrouwbaar voorkomen. Na ge
nomen inlichtingen verneemt hij dan ook,
dat de Jong nooit zijn haudteekening gezet
heeft en deze dus door bekl. nagemaakt is.
De overige, waren van andere personen vroeger
eens gezet, doch nu niet meer van kracht.
Get. de Jong is aanwezig en verklaart ook
hier, dat hij nooit schriftelijk vergunning
aan bekl. gegeven heeft.
De Kantonrechter wijst de V. er nu op,
dat hij door dit misdrijf uit een leelijke pijp
kon komen te rooken. Echter is het kanton
gerecht de plaats niet om deze kwestie te
behandelen. Voor zjjn eierzoeken eischt de
Ambtenaar f 20 of 4 dagen.
Bekl, maakte hier nu bepaald geen aan-
was 30 April
38.
Eisch idem.
39. S. C. te Scharnegoutum heeft 5 Mei
nog gezocht naar eieren van kieviten en
waterwild in land onder Oosterend.
Als Mei in ’t land is, wordt-er niet meer
naar permissie gevraagd, dan is er nergens
permissie, want met 1 Mei begint de ver
boden tijd.
De eisch is f 10 of 4 dagen.
De uitspraak der vonnissen is bepaald op
Zaterdag 15 Juni a.s.
Als zoodanig acht ik mij verplicht mij
tot u te richten. Want ik gevoel mij door
uw woorden persoonlijk beleedigd.
Gij weet, gij moet weten, dat ik telkens
en met nadruk opkom voor godsdienstig
geloof, dat ik dit een heerlijken zegen acht,
voor ieder mensch van groote waardij.
Gij weet, gij moet weten, dat ik ongeloof
bestrijd als een ramp, en geloof eer en liefheb
als een kostbare schat, bron van troost en
verheffing, van kracht en geluk.
En nu noemt gij mij een ongeloovige
Ik laat nog daar, dat ge mij daardoor
bij velen verdacht maakt. Maar ik breng
onder uw aandacht, dat gij mij daarmee ten
zeerste grieft, omdat gij het hoogste en beste
van mijn geestelijk bezit, mijn geloofsleven,
zoo kras mogelijk miskent.
Ik vraag uMeent gij het werkelijk
zooals gij het geschreven hebt? Zijn u geen
dikke woorden ontvallen, die ge eigenlijk zoo
niet bedoelt Handhaaft gij het geschrevene,
en beschouwt ge mij inderdaad als een onge
loovige
Ik hoop ook voor u dat gij bereid
zijt uw woorden terug te nemen.
Mocht dat niet het geval zijn, dan ver
zoek ik u dringend, mij de gronden mede
te deelen, waarop uw oordeel rust. Nu gij
weet, hoezeer gij daarmee anderen hebt ge
griefd, zult gij u hieraan niet kunnen en
willen onttrekken.
Ik wend mij tot u in het openbaar, omdat
mij dit voor de zuiverheid der verhoudingen
dienstig schijnt. Gij zult wel ook in het
openbaar willen antwoorden.
Dr. O. J. NIEMEIJER.
Bolsward, 11 Juni 1907.
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
■Ll
1. K. T. H. te Burgwerd is niet gauw
tevreden te stellen, althans wat betreft de
uitspraak van het Kantongerecht.
Hi^ is in verzet gekomen tegen het vonnis,
Mijne Heeren,
Dezer dagen kwam mij een circulaire in
handen, waarmee bijdragen worden gevraagd
voor de Vereeniging voor Evangelisatie alhier,
ten einde deze in staat te stellen de Broere-
kerk, die zij wil gaan gebruiken in plaats van
haar lokaal, van binnen in orde te maken.
Het stuk draagt namens het Bestuur der
Vereeniging uw onderteekening, en gij zijt dus
voor den inhoud ervan verantwoordelijk.
Ik lees er o.a. het volgende in
Evenals Naboth weigerde zijn erfgoed
zelfs aan koning Achab af te staan, al was
het tegen ruime vergoeding, alleen omdat het
zijn vaderlijk erfdeel was, evenzoo is een
groot deel der Nederd. Hervormde Gemeente
te Bolsward af keerig een barer kerkgebouwen
van de hand te doen. Het voorgeslacht heeft
het haar toebetrouwd en zij acht zich, al is
het ten koste der grootste opofferingen, ver
plicht het aan het nageslacht over te dragen.
’t Is waar, het ongeloof voelt daar niets
voor. Terwijl het de macht in handen had,
heeft het de z.g. Broerekerk, een prachtig
gebouw van architectonische waarde, laten
verwaarloozen, het heeft den tand des tijds
daarin zelfs geholpen. Het heeft het gebouw
door verwaarlooziug bijna van zijn dak be
roofd, preekstoel en orgel doen verwijderen,
en de zaag gehanteerd om de banken op te
ruimen! Het geloovig deel mocht dat aanzien
en betreuren, het mocht zich terugtrekken
in een Evangelisatiegebouw en... zwijgen!”
enz. enz.
Het is duidelijk, dat gij hier met „het
geloovig deel”, dat zich mocht terugtrekken
en zwijgen, u zelf en uw geestverwanten
bedoelt, en met -„het ongeloof”, dat de macht
in handen had en de Broerekerk liet verwaar
loozen, de vrijzinnige leden der Ned. Herv.
Gemeente.
Tot die vrijzinnige leden behoor, zooals
gij weet, ook ik.
merking op, de eisch valt hem in tegendeel
mee en „vindt hij die niet zoo zwaar
5. S. P. te Bolsward is 14 April op de
kleine Dijlakker alhier in kennelijken staat
aangetroffen. Hij sprak wartaal en riekte
naar drank.
Bekh is het met deze verklaring van den
agent niet eens.
„Ik heb wel een slukje gehad, maar „zoo
min was ik toch niet
Het O. M- schrijft hem nu een recept
voor, dat luidt f 3 of 2 dagen.
6. W. W. te Wommels heeft hetzelfde
bedreven.
Eisch f 5 of 3 dagen.
7 11 respect. L. W. te Bolsward
W. A. te Pingjum, M. B. te Oudebildtzijl,
1’. de J. te Spannum en G. v. d. S. te
Parrega zijn allen bekeurd wegens het rijden
met een rijwiel, niet voorzien van een lantaarn.
Eisch voor ieder f 3 of 2 dagen.
12 en 13 IJ. B. te Oosterend
te Rien, hebben 17 en
zocht.
Eisch voor B., die twee maal bekeurd is
twee maal f 5, iedere boete te vervangen
door 4 dagen hechtenis F. wordt ook de
keuze gelaten tusschen f 5 of 4 dagen.
14 16 H. P te Hindeloopen J. O. P.
te Makkum en D. V. te Stavoren zijn allen
dronken geweest. Eerstgenoemde heeft boven
dien nog de nachtrust verstoord.
Eisch voor ieder f 3 of 2 dagen.
17 20 C. B. te Burgwerd, R. M. te
Bakhuizen, A. de B. te Arum, W. L. a N.
te Arum en J. H. te Sandfirdenrijp hebben
proces-verbaal gekregen wegens het rijden
zonder licht.
Eisch voor ieder f 3 of 2 dagen.
22 en 23 H. B. te Arum en W. v. d. l>. te
Hindeloopen zijn ook te vrijmoedig geweest
door eieren te zoeken in een land, waar
geen permissie hadden.
Eisch voor beiden f 5 of 4 dagen.
24. S. de V. te Makkum werd den
April bekeurd wegens eizoeken in een stuk
land waarvoor hij geen vergunning had.
Bekl. is tegenwoordig en zegt dat hij wel
dwars over dat perceel is geloopen, doch
daarin zocht hij niet naar eieren. Hij ging
naar het land daar achter, waar hij permissie
had.
De veldwachter verklaart, dat hij klachten
van Broer de Witte had gekregen over het
telkens afzoeken van diens land, daarom ging
hij er eens op passen. Toen zag hij dezen
beklaagde in het land van Sietse Terpstra,
eigen aan de Hervormde gemeente te Leeu
warden.
Bekl. In ’t land van Broer de Witte had
ik permissie en die heeft dus geen klacht
over mij gedaan, ik ben ook niet bekeurd
in dat land van Terpstra, daar ben ik door
geloopen maar de politie heeft mij in ’t
andere land aangesproken.
De agent bevestigt, dat hij in ’t andere
land pas bij hem kwam om hem aan te
spreken toen hij goed had gezien dat hij het
land van Terpstra had afgezocht.
Eisch f 5 of 4 dagen.
Op de vraag of hij nog iets tot zijn ver
dediging heeft aan te voeren, antwoordt bekl.
„Dat geeft mij toch niets!”
25. H. K. te Heeg en W. K. te Gaast-
meer hebben in vereeniging onder het beheer
van Workum ook naar eieren gezocht zonder
permissie voor dat land te hebben.
Eisch voor elk f 5 of 4 dagen.
26. G. v. D. te Koudum heeft 28 April
ook eieren gezocht en gevonden ook in een
land dat voor hem verboden terrein was.
Eisch f 5 of 4 dagen en 60 cent voor de
4 gevonden eieren of 1 dag.
27. S. de V. te Wommels was 28 April
des morgens ook in ’t veld, althans de rijks-
en de gemeente-politie beiden hebben hem
dien morgen om half zes waargenomen in
een perceel land in eigendom behoorende aan
den heer Eijsinga te Leeuwarden, in gebruik
bij Anne Bergsma. Toen later op den dag
een der agenten bij dezen bekl. kwam en
zoo kwansuis vroeg, hoe is ’t gegaan van
morgen, heb je wat gevonden? was ’t ant
woord: Ja, dat gaat nog alWaarop de agent
zei t Maar je was daar op verboden terrein.
opgelegd in eene vorige zitting, waarbij hij
als beklaagde, wegens het rijden met paard
en wagen, welke laatste niet voorzien was van
een lantaarn,»in de nabijheid van Wommels.
Volgens de verklaring van den agent die
hem verbaliseerde, was het tien minuten
over zeven, aan welk proces-verbaal hij zich
nu ook refereert.
Met genoemde verklaring kan beklaagde
zich echter niet vereenigen. Volgens hem
kon het zoo laat nog niet zijn, daar, toen
hij met den wagen in Wommels aankwam,
(bekl. droeg geen horloge bij zich,) het op de
dorpsklok nog voor half acht was en de
afstand tusschen de plaats van bekeuring en
genoemd dorp, volgens H., niet in minder
dan twintig minuten met een melkwagen
afgelegd kan worden.
Beklaagde vertrouwt het horloge van den
agent niet en hecht temeer aan de opgave
geene waarde, daar, zoo hij zegt, de wet
voorschrijft, het opnemen van tijd geschieden
moet met een tijdmeter en niet met een
„oud horloge” van een agent en acht hij
zich onwettig en onschuldig veroordeeld.
Het Kantongerecht houdt zich echter wel
aan de verklaring van den agent, als zijnde
wettig en overtuigend bewezen en eischt de
Ambtenaar van het O. M. bekrachtiging van
het vonnis.
Op de vraag van den Kantonrechter, of bekl.
nog iets aan te merken heeft, zegt hij, daar
’t hem hier toch niets helpt, hij in hooger
beroep zal gaan. „Dit heb ik al eens eerder
gedaan en is mij best bevallen.”
den weg staan.
Eisch f 5 of 3 dagen.
37. G. S. te Franeker
dronken te Rien.
Eisch f 3 of 2 dagen.
E. B. te Bolsward 2 Mei idem.
Wij hebben je daar gezien op het land van
Anne Bergsma! Wat? hoe laat was dat dan
Zoo wat kwart voor zes. O, maar dan ben
ik het niet geweest. Ik was kwart over zes
al in Cubaard. Uit dit gevoerd gesprek trok
de beklaagde zijn verontschuldiging. Hij was
tegenwoordig, had 2 getuigen a decharge
meegebracht, en ontkende pertinent dat hij
kwart voor zes daar geweest was.
Bekl. zegt dat de verklaringen dezer agenten
lang niet kloppen. De afstand van dat land
tot Cubaard is zoo ver, dat hij onmogelijk
zoo gauw daar had kunnen zijn, en twee
getuigen hebben hem daar in de buren zien
komen.
H. Bakker, melkvaarder is de eerste getuige,
deze heeft gezien dat bekl. om 10 minuten
over zes bij de buurt te Cubaard was, de
andere D. Postma, heeft hem ook gezien toen
het ruim zes uur was.
Er moet nu uitgemaakt worden, hoe groot
de afstand is van dat land tot Cubaard. De
politie laat een gemeentekaartje van Hen-
naarderadeel zien, wijst op een brug over'de
vaart en beweert dat bekl. door over de slooten
te springen en op die brug toegaande, best
in drie kwartier daar kon zijn.
Er wordt nog een
met de landerijen en
verhoor genomen, en
hij vlug opliep, hij in 3 kwartier den weg
wel afleggen, kon
Na heel wat gepraat, en na halstarrige
ontkenning van beklaagde, wordt de eisch
gesteld f 5 of 4 dagen.
Beklaagde houdt vol, dat het onjuist is,
wat in ’t procesverbaal staat.
28. F. 8. te Makkum werd 25 April
bekeurd omdat er ier uit zijn mesthoop over
den openbaren weg liep.
Eisch f 10 of 4 dagen.
29. W. de V. te Workum reed 30 April
’s avonds laat op een rijwiel zonder licht.
Eisch f 3 of 2 dagen.
30. W. L. te Onstwedde (Groningen)
reed 27 April 's avonds onder Exmorra op
een fiets zonder licht.
Eisch f 3 of 2 dagen.
31. A. K. te Rien is „winkelierske”, en
op haar raam en deur kwam niet het ver-
eischte opschrift „Margarine” voor, hoewel
het toch in haar winkel te koop was.
Eisch f 3 of 2 dagen.
32. J. K. te Bolsward werd den 29 April
op ’t Bolwerk aangetroffen in „kenlijken
staat.
Eisch f 5 of 3 dagen.
33. J. P. te Bolsward reed 5 Mei ’s
avonds op de fiets zonder brandende lantaarn.
Eisch f3 of 3 dagen.
34. J. W. te Wommels 25 April idem.
Eisch idem.
35. D. Sch. te Hemelum liep 28 April
over een perceel bouwland, bezaaid met haver.
Als getuige is opgeroepen Monkelbaan de
eigenaar of gebruiker van dat land, en deze
verklaart, geen vergunning gegeven te hebben
aan*den beklaagde.
Eisch f 3 of 2 dagen.
J. 8. te Harlingen had 7 Mei zijn
kar met honden bespannen, onbeheerd op
Wij vragen nuIs „Eenheid
gewenscht of niet
2. A. de B. en L. W. te Hindeloopen
hebben aldaar op een nacht geweld gemaakt
waardoor de nachtrust hunner medeburgers
verstoord kon worden.
Eisch voor beiden f 5 of 3 dagen.
3. K. H. te Workum heeft 16 April
aldaar in een land geloopen waartoe hij geen
vergunning van den eigenaar of rechthebbende
had; Bekl. is aanwezig.
De agent, die hem bekeurde, verklaart,
bekl. in zoekende houding heen en weer
loopende, gezien te hebben en toen hij (de
agent) naar hem toe ging, bekl. wegliep.
Dit bekent bekl. ook volmondig, ook, dat
hij eieren gezocht heeft, doch dat was in
een naburig land, dat niet aan dienzelfden
eigenaar behoort.
De eisch luidt f 5 of 4 dagen.
4. „Niets veranderlijker dan de mensch
Deze menschêlijke eigenschap openbaarde
zich ook bij D. de V. te Makkum, die voor
het zelfde feit als No. 3 terecht staat.
Volgens het proces-verbaal heeft hij 14
April onder Idzegahuizum op een perceel
land, behoorende aan de Ned. Herv. Kerk
te Makkum, in huur bij A. de Jong, ten
71/4 uur v. m. eieren gezocht, althans
getracht het te doen, daar hij, het was wel
een ongeluksmorgen voor hem, ook nog
niets machtig kon worden.
De Kantonrechter zegt hem, dat hij toch
wel wist, dat zulks niet mocht, waarop bekl.
antwoordt, dat, wanneer men geen werk heeft,
men toch wat zoeken moet om een daghuurtje
te verdienen, temeer daar hij een huisgezin
met 6 kinderen heeft.
Bekl. had het dus niet al te ruim.
nu de veldwachter hem op zijn
tocht aantrof en hem naar zijn vergunning
vroeg, reikte de V. hem een aanteekenboekje
over, waarin verscheidene handteekeningen
voorkwamen, waaronder ook een van genoem
den huurder van het land, waarin de V.
aan het zoeken was geweest.
Den agent wilden deze signaturen echter
Bolswardsche Courant
1
i
J
I
'****&>-■■