Kieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. Hollandsche I Jzerer HYPOTHEEKBANK, gevestigd te GRONINGEN en A. VIS. Van 1 Juli tot 30 Sep uitgegeven Speciale Goedkooi de goedkoopste en aan; en hij had wel een lunvannj - brandde niet, zoodat de politie hem aanhield en bekeurde. D. TERHENNE 1907. 46ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. No. 55 4 pCt. Pandbrieven a 97 pCt. J Donderdag 11 Juli. Friesch-Groningsche a.s., Voor het Kantongerecht. via STAVOREN geldig gedurende éénc ma: aan alle Stations, zoowel oj Voor reizen in de vac;i biljetten Dinsdag 16 Juli DRINGEND aan, de Heeren; Workum in Feestkleed 907—1907. VOOR i ii. Bolswardsche Courant Afzonderlijke 12. 17. den 13. nacht De Directie, Mr. R. P. DORHOUT MEES. Mr. P. B. J. REELING BROUWER. omdat hij het 1. J. B. en loopen zijn in den morgen den grooten voortgang van bedrijf, maar de tiden zijn gunste is ongunste gekomen Het Bestuur: II. J. BOERSMA, waarn. Voorzitter. J. BOSMA. S. MOLLEMA. K. 11. de VRIES. J. C. CUPERUS, Secretaris. P. B. R. te Hichtum had een hond, de 2e klas, los laten Eisch f 5 of 4 dg. Zitting van Vrijdag 5 Juli 1907. ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. maar abuis verkeerd in vullen van dezen datum l invloed. mee, en Geplaatst Maatsch. kapitaal f2,000,000. Reserves f 400,062 78. Hoofdagentsehap voor Friesland de Firma GEBRs. MISPELBLOM BEIJER te Leeu warden, Heerenveen. Bolsward, Joure,Sneek. De Bank verstrekt GELDEN op eerste hypotheek op zeer aannemelijke voorwaar den en geeft thans uit Gratis inlichtingen verstrekken H. H. Hoofdagenten en Agenten, bjj wie tevens de Coupons der Pandbrieven betaalbaar zjjn. Beklaagde is tegenwoordig en zegt, dat hij een ongeluk met zijn lantaarn had gehad. Die vloog in de brand en ze moesten haar in de sloot uitmaken. Voor zij verder reden, beproefden ze weer haar op te steken en er brandde dan ook een heel klein lichtje in. Beklaagde zegt dus ,/k had wel licht op, maar te min”. De politie zegt, dat de lantaarn eigenlijk niet brandde, maar er een puntje gloeide. Licht gaf die lantaarn niet, zoodat er niet 16. K. Eisch idem. J. D. te Oosterend ging in Mei onder Oosterend, nog eens eizoeken. 12 Mei, Zondag, dan heeft menigeen den tijd en ook soms de lust om eens het veld in te gaan, maar de politie loert met argusoogen rond, en zoo werd ook deze des morgens omstreeks half tien gesnapt. Eisch f 8 of 4 dagen. 18. IJ. L. te Waaxens werd 9 Mei onder Lollum bekeurd wegens eierzoeken. Eisch f 10 of 4 dagen met verbeurdver klaring van het? in beslag genomen ei. 19. W. S. te Genemuiden, doch verblijf- houdende te Franeker, werd 8 Mei bekeurd, wijl hij zijn kar, waarmede hij langs den weg ventte, onbeheerd op den weg had staan, zonder voorzorgsmaatregelen genomen te hebben voor de honden die er onder lagen. Bekl. is aanwezig en zegt, dat hij er onbekend mee is, dat hij telkens de kar en honden moet vastleggen, als hij even bij de huizen aanvraagt, dat is in Overijsel zoo niet, daar moeten de honden wel aan de maat voldoen, maar van vastleggen is daar geen sprake. De heer Ambtenaar zegt daarop, dat hij zich hierin vergist. Het is een rijkswet en die geldt ook in Overijsel. Eisch f 3 of 2 dagen. Bekl. verzoekt vrijspraak niet wist, ’t was de eerste maal dat hij in Friesland was. 20. ook een blieken weg staan. Deze zaak wordt uitgesteld tot 6 Sept, voor ’t hooren van een getuige. 21. niet aangegeven in loopen langs den weg. Slot volgend nummer. C. H. te Witmarsum had 16 Mei hondenkar onbeheerd aan den pu- R. B. beiden te Hinde- i van 5 Mei aan het eierzoeken geweest. Een der beklaagden is aanwezig en verklaart, dat ’t hunne be doeling niet was, naar kievitseieren te zoeken. Voornamelijk trachtten zij eeude-eieren mach tig te worden. Doch dat helpt hun niets, daar ze niet voorzien zijn van eene vergunning van den eigenaar tot het zoeken in diens land en luidt daarom de eisch voor de eerste f 10 nf 4 darton Haer, namens Magisstraat en Vroedschap. Camper spreekt H. K. H. aldus toe Doorlugtige Hoogheid Voor de agtbare regeringe der Stad Worckum en alle deszelfs ingezetenen was het een oor sake van verblijdinge toen wij Uwer majesteits intentie vernamen ter gelegenheid van het jubelfeest van deesen dag in onze stad te willen verschijnen. Uwe inkomste is eene grote verheugenisse, wijl zij voor ons is een teken van Uwe goedgunstigheid jegens Uw getrouwe stad. Moge Uwe komst leiden, dat de troebeling van de periculeuse tijden ut fractien en partij schappen geboren, als het viandig saad in den goeden akker gesaaid verdwijne en de braave ingesetenen van Worckum voortaan in eenheid en vriendelijke gesind- heid jegens elkander, samenwerken tot meer dere bloei onzer woonstede, tot heil des Vaderlands en tot roem voor Uwdoorlugtig geslagt. De princes antwoordt Wij danken U Edele, erentfeste ende hoog geleerde professor Camper,'ook namens mijn doorlugtigeu gemaal, en hebben te eer de nodiging van Uwe stad voor deesen dag aan vaard, omdat wij verlangden de gelegenheid te vinden ons sonderling genoegen te be tuigen voor het o igeveinst en kragtig bewijs van UEd. vrindschap en affectie voor ons en voor ons Huis bij de viandelijke inbreuken op onse rechten in dit gewest, die voor eenige jaren werden ondernomen. Op het baldakijn gezeten, komt van het raadhuis de Secretaris Tieboel met ongedeklen hoofde en vraagt Doorlugtige Hoogheid Met alle tekenen van eerbied en respect vrage ik oorlof voor de agtbare Magistraat en Vroedschap deser stede, U vorstelijke princesse, hunne opwachtingen te mogen maken bij Uwe komste op dit 1000-jarig jubelfeest. De princes antwoordt Het sal, hooggeëerde heer Secretaris deeser stad, ons een sonderling genoegen zijn, den agtbaren Magistraat en Vroedschap deeser stede te mogen ontfangen. Magistraat en Vroedschap komen van het raadhuis, nadat Tieboel is terug gekeerd, schrijden door de twee rijen der opgestelde burgerwacht naar het baldakijn, maken een hoofsche buiging, en uit de Magistraat treedt naar voren de burgemeester Gerrit Alberts Hingst en spreekt Doorlugtige Vorstinne De stad Workum viert op deesen dag het heugelijk feest, dat zij voor meer dan 1000 jaren werd opgebouwd in deese lage landen aan see. Van wonderlijke veranderingen spreken de oude kronieken, alsof door de invloeiing van het solte water zij in voortijden werd verlegd tot op deese plaatse, vao periculeuse tijden maken zij melding, die door vianden en boose menschen gewekt, erger zijn dan storm ende tempeest. Wij hebben nog de heugenisse van scheepvaart en verloopen en na in het lot tot nu weer opgang merkelijk is, die meerdere welvaart voorspeld. Mevrouwe! Zal die voorspoed komen? De regeringedeeser en alleinwoners hopen deselve. Nu wij Uwe hooge persoon en derzelver vorstelijke kinderen mogen aanschouwen tot bijwoninge van het grote jubelfeest, komt bij de dankbaarheid voor bet eeuwenoud bestaan de gedachtenis van de vele weldaden, die de stad ontfangen mocht in de gunste van Uw doorlugtig huis, en wilden wij ons recommandeeren in de verdere goedwilligheid ten onsen waart. Want hoe wij de voorgaande tiden gedenken de komende tiden en opgaande welvaart onser stad geve grote besorgnisse. Immers in het gansche rijk bijna is geen stad wier haven zooveel bekommernisse wekt, door de voort durende invloeiingen van zand en anderdings zoodat de scheepvaart dreigt agterlijk te worden, en wat Uwe Hoogheid moge ver hoeden, te verloopen, en menig schipper met droefenisse zijn invluchtinge bij storm en tempeest, zo noodig op onse periculeuse friesche kust van Stavoren tot Harlingen toe, ziet ontnomen. Hij is gekomen de groote feestdag, vol blijde verwachting maar ook met groote vreeze tegemoet gezien. Met groote vreeze, - immers, het weer wil maar niet veranderen. Wir kriegen andre Witterung... Aber heute ist es nasz. Zoo zong eens de een of andere Duitsche coupletzanger, maar ik geloof, dat de Wor- kumers het des Dinsdags, daags te voren, ook wel, met variaties misschien, hebben gedacht en gezegd. Vol zorg tikte men herhaaldelijk op den barometer, lucht en wolken werden af en toe gade geslagen. Menig schipper, schippers zijn weerkundigen bij professie menig schipper, zeg ik, hoorde zich afvragen: ,/siz, hwet tochten jo fen ’t waer En de collega van Falb antwoordde in orakeltaal, zoo ongeveer als de Docter in zeker tooneelspel vhwet scil ik sisse, ’t kin reinen, ’t kin ek wol droeg bljieuwe”. Schrale troost! Wat heeft de burgerij het stedeke aardig versierd. Niet met grooten opschik, niet naar ’t voorbeeld der groote steden heeft het zich gestoken in een kleedij, die het bekleedde vrijwel onzichtbaar maakt, neen, op een voudige manier, met groen en bloemen, losjes aangebracht heeft men straat en huis een fleurig aanzien gegeven. Op meerdere plaatsen is op boog en poortje een ^welkom” aangebracht,dat is immers de meest gepaste groet op ’n feestdag. En zóó toegerust ging het oude landstadje slapen, wachtende op den komenden dag, de heuchelijke, de tsien ieuwige jierdei. Woendagmorgen nog vroeg. De slaapster is ontwaakt na een korten, onrustigen nacht. Fluks even ,zyn ’t waêr sjên”. Nattig, pruilerig weer. Pluvius en Aeolus zijn verstoord; zou het zijn omdat ze niet ter bruiloft zijn genoodigd, evenals de booze fee in Dornröschen? Maar ’t weerglas staat niet slecht. Als de zon maar ’n beetje doorkomt kan ’t nog wel in orde komen. Negen uur. Daar beginnen alle klokken te luiden, en het gebeier klinkt feestelijk over de stad. Van toren en huis worden de vlaggen uitgestoken, schier huis aan huis wordt versierd met de driekleur, nu is Workum in Zondagskleed. Wat wil die menigte, zich spoedende naar de Groote Kerk Daar wordt eene feestrede uitgesproken door den heer T. H. Siemelink, predikant bij de Doopsgezinde Gemeente te Workum. ’t Spreekt als van zelve, dat de Spreker het feit van den dag schildert, dat hij aan de hand der geschiedenis ons, zij ’t met groote schreden, voert door het tijdperk van Workums Geschiedenis van haar begin tot op heden. Aan wien zou deze taak ook beter zijn toevertrouwd, dan aan een geschied- vorscher en oudheidkundige, aan den feest redenaar Door een koor van 70 zangers, onder leiding van den organist der Doopsgezinde Kerk worden ter afwisseling en opluistering eenige liederen ten beste gegeven. Plechtig klinkt dat eerste lied //O zie, hoe lieflijk is Uw heil’ge woning, Heer der Heeren!" Hoe treft ons in deze gewijde ruimte het aloude «Mijn schild en mijn betrouwen, Zijt gij, o God en Heer!" Intusschen stroomt reeds van alle kant het publiek de stad binnen. Treinen, stoorn- booten, schouwen, wagens en fietsen alles stort een levenden inhoud over de stad uit. Dat geeft gezelligheid, zoo’n drukte. De boot, die vanwege de vereeniging nPlaatselijk Belang" met de leden en de genoodigden naar den haveningang zal ver trekken, teneinde daar peilingen te laten doen op de Zandbank, gaat vertrekken. De resultaten dezer reis deelen we later mee. Twee uur. Het hoofdnommer van het pro gramma zal beginnen w Aankomst van H. K. Hoogheid Frederika Sophia Wilhelmina, met hare 3 kinderen, vrij getrouw naar de wer kelijkheid (17 Sept. 1785). De hofstoet arriveert aan de Sluis. De Hooge Gasten worden hier verwelkomd door Petrus Camper en Daniel Bonifacius van der aan het wettelijk voorschrift is voldaan, dat een helder vooruitstralend licht eischt. Dezen beklaagde wordt dan ook onder ’t oog gebracht, dat hij zoo niet mocht rijden als de lantaarn defect was, had hij bij de fiets moeten loopen. Eisch f 2 of 1 dag. H. D. te Arum werd ook bekeurd wegens rijden op een rijwiel zonder licht. Eisch f 3 of 2 dagen. Y. Kr. te Bolsward reed in den van 10 op 11 Mei langs de Kade per rijwiel. Hij had geen licht op, ’t was reeds lang na middernacht, de menschen sliepen reeds lang, wie zou dan denken, dat het kwaad kon, en dus het er maar op gewaagd. Maar jawel, ook in den nacht speurt het oog der politie rond en eensklaps klonk het: halt, politie, afstijgen Dus toch er bij... Bekl. is tegenwoordig, bekent de overtreding en de eisch luidt f 3 of 2 dagen. Nadat deze eisch was uitgesproken, haalt beklaagde een papier uit den zak, hetwelk de dagvaarding bleek te zijn, en zei, dat die onjuist was, wat hem wel ontslag van rechtsvervolging kan geven. De datum van zijn geboorte is verkeerd. Hij is niet 2 maar 7 Februari jarig. Hiertegen merkt de heer Kantonrechter op, dat dit geen reden is om van rechts vervolging te worden ontslagen. Hij is de persoon, die de overtreding heeft begaan, en een verkeerde geboorte-datum heeft op de rechtsgeldigheid in dit geval geen invloed. Was er kwestie over de indentiteit des per- soons, of veranderde de leeftijd daardoor van boven tot beneden 16 jaren, dan zou’t iets anders zijn, maar in dit geval heeft het per geen invloed. Dit valt beklaagde blijkbaar niet mee, en ongetroost steekt hij zijn papier weer in den zak. 14. R. S. onder Koudum reed 10 Mei ’s avonds halfelf de stad Bolsward uit per fiets en geen licht op. Ongelukkig voor hem surveilleerde daar juist in de Franeker- straat de politie en dus hij was er bij. Eisch f 3 of 2 dagen. 15. K. R. te Bolsward reed 12 Mei ook zonder licht op zijn fiets. Eisch idem. J. W. te Kolderwolde idem.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1907 | | pagina 1