Kieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. I I I 46ste Jaargang. 1907. Verschijnt Donderdags en Zondags. No. 67. Uit de Haagsche Rechtszaal. A Donderdag 22 Augustus. VOOR Afzonderlijke BINNENLAND. JL ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. OPMERKING. De lezer zal hebben begrepen, dat de bankdirecteur van wien hierboven wordt gesproken, en die als hulpbesteller bij de posterijen zijn loopbaan aanving, is B. K., gewezen directeur van de gefailleerde Effec- tenbauk te ’s Hage, zelfmoord, krankzinnigen gesticht, gevangenis, faillissement, armoede, groote schande, wordt in den regel het lot van hen die zich wagen aan gedobbel in effecten om daardoor zonder arbeid in het bezit van geld te komen. achter gebleven. Zonder geld, bijna zonder kleeren, zoodat hij hier hoewel nog niet veroordeeld in gevangeniskleeren verschijnt zwierf hij rond, in deze koude nachten sla pende op een bank in het bosch. Om het half naakte lichaam te beschutten had hij een paardedeken gestolen waarvoor hij nu terechtstaat. Vruchteloos had zijn advocaat getracht hem in een particulier gesticht geplaatst te krijgen, overal, ook bij het burgerlijk armbestuur, was hij afgewezen. In ’s mans eigen belang vorderde de officier één jaar gevangenisstraf. Dan had hij immers eten en onderdak Leven we in een tijd van humaniteit en beschaving dat zoo’n arme duivel in een gevangenis ouder dak gebracht moet worden En toen ik den pleiter ook voor dezen man clementie hoorde vragen in den vorm één dag hechtenis en plaatsing in een Rijks- werkinrichting, toen drong de vraag zich bij mij op: Wie verdient er meer clementie: deze man of de man die in weelde leefde van eens anders geld, die willens en wetens menschen bedroog die hem hun vertrouwen schonken; die toegerust met een gezond lichaam en een helderen kop, best een werkkring had kunnen vinden wanneer hij zich met minder weelde had willen tevreden, stellen. ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4. Uit den ouden tijd. Nu allerwege de vraag van de maat der visch aan de orde is, willen we er de aan dacht op vestigen dat bij placaat van 3 Juni 1609 voor Holland en West-Friesland ver boden werd Kleine oneetbare, ’t zij levende of doode visch, gevangen in de Zuiderzee, Rivieren en de Binnenwateren (spieringh uitgezonderd) te koopen of te verkoopen, omme deselve te verorberen en te gebruijcken op peijne van twaalf Carolus guldens voor de eerste reijse; voor de tweede reijse 25, ende voor de derde reijse 50 Carolus guldens te ver beuren bij dengeene die deselve verboden visch sal koopen of te verkoopen buiten de Visch- marckten en de openbare plaetsen tot ver- koopinghe gheordineert. Ook in de zestiende eeuw bestonden reeds strafbepalingen op het voorsmijten van jonge visch aan eenden, kippen en varkens, Birdaard, 19 Aug. Evenals in den vorigen zomer worden ook nu weer herhaaldelijk Gal. karpers in de Dokkumer Ee gevangen. Vooral bij en onder de bruggen en op plaatsen, waar in het diepe water stijlen en palen staan, schijnen ze zich bij voorkeur op te houden. Een schipper ving heden met den hengel vijf stuks bij de Klaarkampsterbrug, die samen ruim 20 pond wogen. Maar ook bij de uitmonding van eene vaart in de Ee krijgt men wel eens een loggen Gal. karper aan den hengel. Deze visch schijnt zich vooral in de diepte te bewegen om zijn voedsel te zoeken, want het lokaas van den hengelaar moet nabij den bodem van het water hangen om den karper te verschalken. Heeft men den karper eenmaal aan den haak, dan laat hij zich zonder veel tegenspartelen door ’t water halen, maar ’t snoer dient buiten gewoon sterk en van onderen van metaal draad voorzien te zijn. Stavoren, 19 Aug. Sneek mag zich ver heugen in de noodige animo voor zijn aan staande zeilpartij. Niet minder dan veertien Amsterdamsche jachten en kotters en wat het meer mogen zijn geweest, passeerden hier heden. Sierlijke vaartuigjes waren er onder, maar ook ranke. En dan bij zoo’n bries als er heden waait over de Zuiderzee met zoo’n notendopjel 1 Is onverantwoor delijk, hoorden we zeggen. Zooveel is zeker, dat sommigen blijde waren in de veilige haven te zijn. De Z/Ada” kwam binnen met een gebroken mast en moest onderweg op sleeptouw wor den genomen. Zuidwesthoek, 19 Aug. Hooibroei, met zooveel zekerheid voorspeld, toen het hooi onlangs zoo groen werd binnengehaald, blijft uit. In de meeste schuren is het hooi na «en korten tijd van broei tot rust gekomen. Nu is het waar, dat men zijn maatregelen had genomen, voornamelijk hierin bestaande, dat men, op welke wijze dan ook, voor de noodige uitwaseming zorgde door open gangen in de vakken te maken. Maar heel gerust is men er toch niet op, dat het broeiproces zijn volle beslag heeft gekregen. Er wordt dan ook gevreesd, dat er dezen winter heel wat beschimmeld hooi voor den dag zal komen, een verschijnsel, waarmede de vee houders al heel weinig zijn ingenumen. LLepk. Nieuu^b v. Fr. Workum, 19 Aug. In de j.l. Vrijdag avond gehouden vergadering van de Ver- eeniging //Plaatselijk Belang" in het Hotel z/De Wijnberg" van den heer P. Bonnema alhier, waren slechts 30 leden aanwezig. Het belangrijke punt, dat op de agenda voorkwam, in aanmerking genomen moesten er minstens de helft meer aanwezig geweest zijn. Om ruim 8 uur opende de Voorzitter S. Hobma de vergadering, waarna de Secretaris P. de Zwart de korte notulen van de vorige vergadering voorlas en een klein verslagje van de werkzaamheden wat door bovenge noemde Vereeniging op 10 Juli j.l. gedenkdag van Workum's 1000-jarig bestaan was verricht. Als hoofdpunt werd daarin vermeld de goedgeslaagde boottocht naar den havenmond, wie er aam deelnamen en het doel van den tocht, waaraan nog eenige mededeelingen door de vergadering werden toegevoegd, welke in het archief dienden bewaard te blijven. Door het Bestuur waren 2 leden indertijd benoemd, n. 1. de heeren S. S. Hobma en A. Brandsma, om gegevens te verzamelen en met eigen oogen te aanschouwen de werking der verschillende Stodm- Wasch-en Strijkinrichtingen in ons land, met het doel zoo mogelijk alhier eene dergelijke fabriek op te richten, iudien er een of meer geschikte mannen en het benoodigde kapitaal voor te vinden waren. Om dit aan te toonen en door cijfers duidelijk te maken, werd bij monde van laatstgenoemde een keurig en duidelijk verslag gedaan van hun reis op 31 Juli en 1 Aug. In onderscheidene fabrieken werden de heeren vriendelijk ontvangen en door ver schillende eigenaren rondgeleid en tot in de onderste deelen uitgelegd de werkingen, ver bonden aan bovengenoemde inrichtingen, deed verder uitkomen en toonde met cijfers aan, dat bij goede deelname zeer goede winsten waren te maken, wat het geval was bij de bezochte instellingen. Wilde men hier een dergelijke fabriek oprichten, waaraan dan nog een badinrichting kon worden verbonden, zou dat te zamen ongeveer f 20.000 moeten kosten. Na vele discussiën over dit p«nt werd eindelijk besloten dat het bestuur van de Vereen. Z/P. B." inlichtingen zou zien te krijgen tot deelaame en trachten te vinden een of twee geschikte mannen, die deze zaak durven te ondernemen, in de eerste plaats de voorkeur gevende aan eigen leden, doch mocht zulk een niet te vinden wezen, dan een ingezetene of een vreemde, om na ver strekte inlichtingen en gegevens te zien deze zaak tot stand te brengen. Na de gewone rondvraag sloot de Voor zitter deze belangrijke vergadering. Een requisitoir. De kantongerechtzitting te Wageningen nam gisteren een uur later aan vang dan aangekondigd was. De oorzaak daarvan was, dat de ambtenaar van het O. M., die te Arnhem woont, te Ede de aansluiting met de stoomtram, die was vertrokken voordat de trein arriveerde, had gemist. Naar aan leiding daarvan uitte de ambtenaar bij den aanvang der zitting een woord van protest tegen de hoogst treurige wijze waarop de Mpij. tot Expl. v. Staatsspoorwegen de be langen van het publiek behartigt. In het openbaar wenschte spr. aldus tevens te wijzen op de toenemende mate van veronachtzaming der door de Regeering vastgestelde dienst regeling. op goeden stand. Een paar klinkende namen van commissarissen, een paar advertentiën met zoo iets als: Maatschappelijk kapitaal f 500.000.verdeeld in aandeelen van f 1000.Reservekapitaai f 200.000.en dan komen cliënten van zelf, die (wij hebben het immers zoo dikwijls gezien) in goed vertrouwen hun effecten brengen, er geen oogenblik aan denkende dat met hun geld gespeculeerd zal worden op de grofste manier, dat zij hun spaarpenningen, waarvan zij gedacht hadden op hun ouden dag na noesten arbeid te leven, werpen in een bodemloozen put. Zso ging het ook hier, al werden de eigen zaken welke de beklaagde^begon, niet zoo pompeus opgezet, al werd slechts begonnen met een maatschappelijk kapitaal van 39 mille later verhoogd tot 44 mille, waarmede een effectenbank werd opgericht, waarvan be klaagde directeur werd, a raison van eene storting van twee aandeelen, waarbij hij zich uitdrukkelijk verbond om nimmer te speculeeren. De eerste slachtoffers van de eigen zaken waren een paar dames, die bekl. voor zoover wij uit het verhaal der aanwezige zenuwachtige dame konden opmakenruim twaalf mille in effecten toevertrouwden, waar mede de financieele operatiën werden begonnen, volgens bekl. met toestemming van een der dames, hetgeen door die dame echter beslist wordt tegengesproken. Zij administreerde het geld, had wel een oogenblik de beschikking over tien mille toegestaan, doch die beschikking weer ingetrokken. Desniettegenstaande begon beklaagde dadelijk met dit geld zijn beurs- speculatieu, doch het was of het noodlot hem vervolgde. Slag op slag, tegenvaller op tegenvaller trof hem. Hij, met zijn goeden kijk op de geldmarkt, deelde het lot van zoovele goede kijkers en in korten tijd was het hem toevertrouwde geld, waarmede hij speelde alsof het zijn eigendom was, verdwenen. Audaces fortuna juvat. Door zetten de kans zou en moest keeren en dan zouden de dames haar geld terug hebben. Maar de kans keerde niet. Al grooter werd het gat. Het thans betrokken groote weelderig ingerichte huis op een der beste standen van de residentie, de twee dienstboden, de huis houding, dat alles eischte geld, veel geld... dat er niet was en tochwezen moest, want van buiten af mocht niet gemerkt worden hoe de vulkaan werkte. Nieuwe aan beklaagde toevertrouwde fondsen werden gebruikt en gingen denzelfden weg als het geld der dames. De kans wilde niet keeren... Maar hadt ge dan aldus de president als man, geroutineerd in geldzaken, door de talrijke dé babies als van de Lanoy, de Montigny en De Geer en zoovele anderen niet geleerd dat men de fortuin niet dwingen kan; of hadt gij gedacht wel te kunnen wat zoovele anderen niet konden? Beklaagde schetst hierop den angst welke hem dreef tot speculeeren. Menigmaal had hij ’s nachts over den grond liggen kruipen. Hij moest doorzetten. Zijn zelf arme familie kon hem niet helpen. Er was geen keus. Gegeven zijne inlichtingen en kennis van zaken moest het vandaag of morgen lukken en het was of hem inwendig een stem toe riep: Schei niet uit, zet door en je bent er! En hij zette door tot de slag viel, hij failliet ging en... gevangen genomen werd wegens verduistering. Slechts kort is het requisitoir, waar de materieele feiten vaststaan door de bekentenis van den beklaagde en de verklaringen van een paar getuigen, met wier geld werd ge speculeerd of wier effecten werden verpand zonder dat zij daartoe machtiging hadden gegeven. (Om het getuigenverhoor niet te omvangrijk te maken, waren slechts enkelen van de talrijke slachtoffers gedagvaard). De eisch luidt: anderhalf jaargevangenis straf. Dan komt de verdediger aan het woord en schetst ons de jeugd en den arbeid van den man, gelijk hierboven werd medegedeeld en eindigt met, bij schuldig verklaring, een clemente straf te vragen. Hetzelfde vroeg een pleiter voor den man die vóór dezen beklaagde daar in het bankje zat, een armen zwerver, van zijn prille jeugd af verlamd en misvormd aan de rechterhand. Hij had zijn moeder verloren, die altijd goed voor hem gezorgd had. Toen was hij hulpeloos Avondpost. Wij voldoen aan het verzoek van den mij immer sympathieken pleiter, wiens groote kracht hem steeds zit in het lijn belichten der zaken waarin hij als verdediger optreedt en gaan in gedachten met hem ongeveer twintig jaren terug naar een zolderkamertje hier ter stede. Wij zien daar een gezonden stevigeu jongen happende in zijn boterham met de graagte van iemand die een zwaren dag achter den rug heeft. Die jongen is hulpbesteller bij de posterijen en heeft den geheelen dag met zijn postzak de stad koorkruist. Het een voudige avondmaal is gauw afgeloopen en vermoeid rust de krachtige knaap een oogen blik uit. Wat zou hij gaarne zijn bed op zoeken om nieuwe kracht te verzamelen voor de zware taak, welke hem morgen weer wacht. Maar al lokt hem de legerstede, nauwelijks is de laatste beet genuttigd, of hij haalt zijn boeken tuit de kast en zet zich bij het schrale licht van een petroleum lampje tot werken, ’t Is doodstil in het vertrek en men hoort niet anders dan het gekriskras van een pen over het papier en nu en dan het omslaan van een blad. Reeds lang is elk geluid op straat verstomd. Alles in den omtrek rust, maar de jongen denkt nog aan geen slapen. Werken moet hij; werken zal hij. Krachtig is zijn lichaam en helder zijn geest. Zou hij zich dan geen anderen werkring kunnen scheppen; altijd brievenbesteller moeten blijven Hij kan zich opwerken en zal zich een positie ver overen. Hij voelt het. En sneller krast de pen over het papier totdat de natuur haar rechten eischt en ook het lampje het begeeft. Dan strekt hij zich neer op zijn legerstede en slaapt in, wellicht droomende toekomst beelden van geluk. Twintig jaren later. Daar in het bankje zien wij dien jongeling, thans een man in den bloei van het leven, neergeploft van een hoogte, waartoe hij zich had opgewerkt. Moeitevol is de strijd geweest, maar des te schooner was de overwinning. De eenvoudige hulpbesteller had zich een plaats veroverd aan den levensdisch, had een positie kregen als procuratiehouder op een der groote geldkantoren der Residentie. Maar ook dat was niet zonder noesten arbeid gegaan. Als bureauchefs en andere kopstokken der firma zich verpoosden in j. Witte Sociëteit", z/Kurhaus" of elders, zat de nederige kantoor- employé te arbeiden, wederom tot laat in den nacht dikwijls, cijferende en cijferende maar langzaam en zeker zich onmisbaar makende, immer het doel voor oogen, ook een kopstuk te worden. En hij werd het. Zijn raad werd dikwijls ingewonnen. Zijn kijk op de geldmarkt werd gewaardeerd, maar volgens zijn verdediger niet evenredig gehonoreerd, zoodat de man zich met een bescheiden omgeving moest tevreden stellen, eene omgeving waarin hij zich echter, wij hooren het hem zelf ver klaren, gelukkig gevoelde. Daar eindigde plotseling de met zorg en moeite opgebouwde carrière. Waardoor? De verdediger stipte het slechts even aan; zeide er niet meer van dan dat het niet aan zijn cliënt te wijten was. Wat nu? Reeds meermalen had men hem, den helderen kop aangeraden om zelf te beginnen. Was het niet dwaas zijn beste krachten te geven aan een firma, die dit toch niet op prijs stelde, haar zak te spekken en zelf, vergelijkenderwijze gesproken, armoe te lijden Het geval' lag er nu eenmaal toe; hij stond op straat; nu of nooit! Kom vooruit, het hoofd omhoog en met moed de toekomst weer tegemoet: Audaces fortuna juvat. Kom, zelf zaken gaan doen! Heerlijk, je eigen baas en... en de verdiensten in eigen? zak. Maar om eigen zaken te doen moet je eigen middelen hebben, en hij had geen sou, gelijk hij hier zelf bekent, al beneden nul, toen hij voor zichzelf begon. Eigen middelen! Wat een dwaasheid! Gauw een vennootschap gemaakt. Een flink geëmailleerd bord met ferm aansprekend omschrift aan den gevel van een mooi perceel A Bolswardsche Courant i 1 4

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1907 | | pagina 1