lieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseracleel.
'M.
II
No. 70.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
46ste Jaargang.
1907.
Amsterdamsche Beelden.
De briefwiksel fen Jouw, Bin en Dark.
Zondag 1 September.
Uit de Raadszaal.
’•'SS
0
VOOR
4
earst det it letter waerd.
3.
toezicht
BIN.
Bd., 26/8 ’07.
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijkenos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
het vooretel van B.
de bouwverordening.
Vergadering op Vrijdag 30 Augustus 1907.
No. 20
No. 3
No. 9
1
om advies, de
- 28000
- 5000
- 14000
Tegenwoordig waren 10 leden. De heeren
Keikes en Praamsma waren afwezig, de laatste
met kennisgeving.
De notulen der vorige vergadering werden
gelezen en goedgekeurd.
Ingekomen stukken;
II.
DUN GESNEDEN.
„Meheer, mag ik als ’t u blieft een ons
Leidsche kaas van u van 7 centen, maar
vooral heel dun gesneden”.
„Zeker meisje, mevrouw het zeker commen
saals?”
„Neen dat niet, maar dan deelt het zoo
goed uit, zeit mijn mevrouw.”
Angstvallig zet de komenijsbaas de schaaf
op een zoo dun mogelijke plak en schuift
het stuk kaas over het staal, zoodat dunne
vliesjes, doorzichtbaar als vloei dat nat ge-
is door de gleuf op het papier
o a n Jouw.
Grof ging het deze week ook toe op het
congres der anarchisten. Dat men standjes
heeft, dat men elkaar af en toe in de haren
vliegt, nu dat is zoo erg niet, dat komt
meer voor op vergaderingen. Maar als men
elkaar blauwe oogen slaat en bloedende lippen,
dan ligt het er toch wel wat al te dik op.
Dat men dagen tezamen komt zonder iets
wijzer te worden, zonder zelfs te kunnen
omschrijven wat men wil, dat is toch wel
een sterk stukje. Maar veel verwijt kunnen
wij er den anarchisten ook niet van maken
want op de tegenhanger, de conferentie van
den „wereldvrede” is men al even weinig tot
overeenstemming gekomen.
De anarchisten hebben veel gepraat, veel
gebulderd, veel groote woorden gebruikt.
Maar gezegd hebben zij niets.
van ƒ32000,
geldl. f 17000 wordt getrokken No. 12
ff
- 32000 worden
Nos. 5,
a. Een resolutie van Ged. Staten, houdende
goedkeuring der onderhandsche verpachting
van een staanplaats voor de stoomcaroussel.
b. Idem, goedkeurende het besluit tot toe
lating der nieuwbenoemde leden van den raad.
a en b voor kennisgeving aangenomen.
c. Een adres van veehouders te en bij
Bolsward, verzoekende een veearts te be
noemen, wijl bijna geen geneeskundige bij
hun vee is te bekomen.
In handen van B. en W. om advies.
d. Een adres van Mej. F. L. W. Wester-
baan, verzoekende ontslag als onderwijzeres
in de handwerken aan school No. II, met
ingang van 1 October, wijl zij plan heeft
de gemeente te verlaten.
In handen van B. en W.
pi. schoolcommissie gehoord.
PUNTEN VAN BEHANDELING.
1Behandeling van
en (F. tot wijziging van
De wijziging der bouwverordening, heeft
ter inzage gelegen en wordt zonder discussie
goedgekeurd met algemeene stemmen.
2. Uittoting van één aandeel in de geld-
leening van ƒ17000,ƒ28000,ƒ5000,
en ƒ14000,en van drie aandeelen in de
geldleening
In de
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
De kunst, waar het meest mee te verdienen
is, is het grove variété-werk. Een clown, die
de leelijkste gezichten kan trekken, een
komiek die de banaalste grappen vertoont is
in Nederland de meest gewaardeerde kun
stenaar al wordt hij op dit gebied van tijd
tot tijd ook overtroffen door een acrobaat of
fietser die op de onverantwoordelijkste wijze
zijn leven waagt of een worstel-„kunstenaar”
die zijn collega een paar ribben breekt.
Dik moet het sensationeele er op liggen.
Een spreker die een fijne causerie houdt,
wordt door het groote publiek een saaie baas
genoemd. Maar een, die tusschen een hoop
bombast, groote woorden en napraterij van
anderen, met aplomb eenige van buiten ge
leerde phrasen kan uitstooten in ’t gerne
van: „We zullen overwinnen, goedschiks als
’t kan, kwaadschiks als ’t moet, maar in elk
geval!” is verzekerd van enthousiasten bijval.
De feuilletons van eenige bekende volks
bladen voldoen evenzeer aan de banale, grof-
gesneden sensatie-eischen van het publiek.
En zelfs de platen met grof-gekleurde on
mogelijke tooneelen uit 't buitenland, die
altijd prachtig zijn als er maar vuur, bloed,
vlaggen of militairen zijn, platen die op
eenige geïllustreerde uitgaven „prijken” zijn
een sprekend bewijs van wat het publiek wil.
O was het maar wat minder bij leverworst
en kaas en wat meer bij geestelijke zaken,
dat de eisch dun gesneden gehoord werd.
2 en 13.
Onderzoek van den geloofsbrief enz.
van den heer D. Eerdmans, benoemd raadslid.
De heeren Boersma, v.d. Meer en Ooster-
baan worden verzocht de stukken te onder
zoeken. Deze verlaten daarop de zaal, terwijl
de vergadering zoolang geschorst wordt.
Na heropening der zitting rapporteert de
commissie dat de stukken in orde zijn
bevonden en zij adviseert tot toelating van
den heer Eerdmans.
Met algemeene stemmen alzoo besloten.
4. Behandeling van de gemeente-rekening
over 1906; met het rapport der commissie en
het antwoord van Burg, en Wethouders.
De commissie heeft in haar rapport eenige
punten aangestipt, welke hare aandacht
bijzonder trokken, als bij degemeentereiniging:
of de proef met turfstrooisel een gunstig
resultaat heeft gehad.
B. en W. antwoordden, dat de uitkomsten
geenszins voordeelig waren.
Dat het aanbesteden van de uitgifte van
het officieel raadsverslag beter dan telken
jare, voor een langeren tijd geschiedde bijv,
voor 3 jaren. B. en W. antwoordden hier
tegen geen bezwaar te hebben.
De heer Boersma merkt op dat de com
missie een langeren tijdduur beter acht, wijl
de verslaggever dan meer routine krijgt.
Dat het wenschelijk voorkomt in plaats
van 1 voortaan 2 exemplaren van het tijd
schrift De gemeentebelangen aan te schaffen,
opdat de leden allen het blad tijdiger kunnen
ontvangen.
B. en W. achten 2 ex. niet noodig als
maar voor vlugge rondzending zorg gedragen
wordt, doch zijn er niet tegen.
De heer Boersma. De gemeentezaken zijn
hierin nogal populair behandeld, en de com
missie acht het noodig dat alle leden er
tijdig kennis van kunnen nemen. Bij het
onderhoud van den trek weg naar Pijphorne
is een bedrag verantwoord aan den Directeur
der Gemeente-reiniging voor aarde, wrak en
praamhuur, waarvan geen kwitantiën aan
wezig zijn.
B. en W. antwoordden dat deze opgaven
omtrent arbeidsloon en praamhuur zijn op
gegeven, en door den opzichter ingediend.
De commissie vraagt of er bij de uitvoering
van gemeentewerken wel voldoend toezicht
wordt gehouden, wijl werken van kleine
beteekenis soms belangrijk hoog opliepen.
B. en W. antwoordden dat voor
behoorlijk zorg wordt gedragen.
Dat voor timmerwerk derrijkszuivelschool
f 114,99 is uitgegeven, en dit voor een nieuw
gebouw hoog werd gevonden.
B. en W. antwoordden dat door den
westenwind enkele ramen van school en
woning water doorlieten. Dit moest hersteld
en enkele goten iets gewijzigd worden.
Het stucadoorwerk aan school No. 1. bedroeg
XLIII.
Brief fen Bin
Béste Jouw!
Fen herten tank for dyn lokwinsk op
myn jierdei. Noflik habbe Hylkje en ik de
dei fen jister sliten. Us bern hienen in hopen
wille; hja fottelen en tommelen mei dy fen
üs fêste arbeider op it hiem yn it gêrs om,
det it sahwet die. It wier in lust der nei
to sjèn. Gjin greater wille as bernewille.
Gjin echter laeits as dy fen blide bernkes.
It is to bearren det er opwfillet ut it hert.
Allyk de klank fen edel metael is it gegou
en gegei fen bern, jonge wêzens, dy sünder
erchtinken en finbitrousumens de wrald yet
blier to miette laitsje en him wol om ’e hals
falie wolle. En wy hiene wille mei, kin ik
dy sizze. It oanskógjen fen it hjoeddeiske
yn us bern, sa derten en sa soun, en in
tobeksjên op it óflein eintsje libbenspaed
moast us wol stimme ta tankberens.
Op ’e joun kamen der inkelde fen us
goekenders; hja habbe praet amper oan’t
hynstemiddei ta, goed healwei binne hja
öfsakke. Yn in feech wier it oer Mven; do
mirken wy earst det it letter waerd. In
kertier risselwaesje, de fleet fitkonfoaije, do
yet hwet omskaeije, sa stoep ik oer ’e bêds-
planke, krekt do ’t us staesjeklok toalve ure
sloech en de jierdei wier foarby.
Hwet wjukkelt de tiid dochs. bird foart.
De simmer, dy ’t gjin simmer en gjin sinne
joech, selfs yn de hounsdagen en yn de
kattedagen gjin waermte, rint al gau ta ’n
ein. Mar in wike ef njuggen mear, den kin
ik myn wirk hjir farwol sizze. By tiden
mei ik der net rjucht oan tinke, det ik mei
koarten skiede soil fen al itjinge my, buten
wiif en bern, Ijeaf wirden is op dit sté. It
is waerliken net maklik óf to sjên fen hwet
men ryklik tsjien jier oanien sa mei soarch
hoedde en biarbeidde hat. De nije saken
jowe my qflieding en bringe nije tinkbylden,
dit is lokkich sa, en sa hab ik ek wol wer
sin oan de foroaring. Bar om bar bin ik
yn de do-, de nou- en de neitiid.
It foarige jier wier for us greidboeren
wol aerdich f’oardielich. Oan us direkteur
hab ik forstien, det it der dizze jiergong sa
goed net foarstiet. De simmer liet it hwet
lizze. De priis fen de büter is wol goed,
mar dy fen de tsjiis is hird fen boppen
komd. Wy scille it mar fen de goede kant
bisjên, tinkt my, en oannimme as in teiken
det wy de hichte hawn habbe. Mei de
kleisykte foar de boech reitsje de kij ek fen
de priis. Dy teikens yn ’t fesie.r, sa scille
de nije ynhieringen allicht net mear opskroeve
wirde. Sa’n fjirtich goune hier, faek fen
sober lan, dat is de hals ek, scoe ik tinke.
Nou oer hwet oars. Wy moatte skielk
wer stimme, us keamerlid Tak is hastich
stoarn. It wier in baes man wirdt der fen
sein. Ik hoopje det wy in goede brave
demokraet wer krije.
Forline wike habbe wy iu moaije keats-
party hawn. Alle bollebazen wieren der sahwet.
In boel moaije ballen en slaggen sjoen.
De jacht is ek iepen op eineu en sa. Dit
fyn ik tige to bitiid. De einepiken sile yet
efter de ald-ein oan en kinne net ienris
fleanne. Dêr hoeft net in gewear by, om
se to krijen. Jagers mei en sunder permisje
geane op ’e jacht en komme mei in sjou
einegud thfis. It aerdige en it moaije is
der frijhwet öf. Einepike-kneppeljen en sjitten
eren moast men it net byinoar neame. Mar,
kom nou 1
Us wounjonge kaem fen ’e moarn by de
kofjetafel mei syn lytse pinke yn ’e rjuchter
han fêst boun. Hy hie ut it lofter noasgat
biedt, dit woe mar net ophalde, nou hie dit
binen in prebatum middel wést. Mei blieden
fit it oare noaster, den moast ek de pinke
fen de oare han opboun wirde, hie syn beppe
sein.
Nou bin ik fitpraet, Jouw. Sounens en
de groetenissen fen fis.
Dyn frjeon
worden
vallen.
En van de tien klanten die zijn winkel
bezoeken, moet hij bij negen hetzelfde liedje
aanhooren.
Wij Hollanders houden van dun gesneden
in ’t materieele, in ’t stoffelijke. We willen
veel hebben voor weinig geld, iets van belang
uitgeven voor iets dat wat waard is valt ons
niet in, maar ons geld versnipperen, vele
bagatellen uitgeven die een som vormen van
bagatellen, die te samen niets waard zijn,
daarmee sympathiseeren wij. In ’t materieele
kijkt de ouderwetsche Hollander op een klei
nigheid. Van tijd tot tijd een fijne sigaar
rooken, stel van 5 cents, ’t zal hem niet
invallen. Maar om tien sigaren te rooken
van 2 cents per stuk op één dag, zoodat Zijn
maag en longen bezwangerd zijn met allerlei
geurige dampen, o, daar ziet hij niets in.
Als ’t maar goedkoop is. ’s Maandags
werken sommige Amsterdamsche bazars op
de koopziekte der huismoeders. Dan stallen
zij verschillende artikelen uit, die alleen dien
dag verkrijgbaar zijn en dan zoo goedkoop.
Zij weten dat de vrouwtjes aan die lokstem
gevolg moeten 'geven, zij moeten dan koopen,
niet omdat ze het noodig hebben, soms niet
eens wijl ze het gebruiken kunnen, maar
alleen wijl ze het zoo goedkoop krijgen.
Op het gebied van eetwaren moet in Hol
land alles voordeelig zijn anders wil het
algemeen er niet aan. Nergens kan zooveel
bocht verkocht worden als hier. Nu de nieuwe
haring al zoo binnen ieders bereik is, wordt
nog dapper oude winterharing, brein zout,
drie a tien cents gegeten. Sommige artikelen
uit Nederland afkomstig kan men alleen in
’t buitenland consumeeren. Bijv, ten opzichte
van een der meest Hollandsche producten
kaas; welk uitschot mindere soort kaas ziet
men in de meeste winkels der hoofdstad niet
uitgestald, terwijl in eiken winkel in Brussel
de fijne oude presenteerkaas (zware Goudsche)
te koop is. Van Middelbare of Commissie-
kazen weten de meeste Hollanders niet eens
het bestaan. Ik mag er daarom wel bij voegen
dat dit plm. 5 of 3x/2 kilo’s kazen zijn.
Al die artikelen gaan naar ’t buitenland omdat
zij minder geschikt zijn dun gesneden te
worden. Alleen door ’t meer bezoeken van
’t buitenland beginnen we op dit gebied wat
minder krenterig te worden, bestellen we in
een restaurant ten minste een portie kaas,
een portie leverworst.
Zoo „dun gesneden” wij alles op stoffelijk
gebied wenschen, zoo „dik” moet alles in
’t geestelijke „er op liggen”. Ware dit
niet zoo, ik zou mij aan ’t eerste niet zoo
ergeren.
Kom maar eens in den schouwburg, een
fijne satyre, comedie of een tooneelspel uit
het leven, waarbij de schrijver getracht heeft
de menschen voor te stellen zooals ze zijn
met al hun menschelijke zwakheden en deug
den, dus geen moordenaars of brave Hen-
drikken, maar ’t is er meestal stampleeg of
het moet een heel voornaam gezelschap zijn
dat het opvoert, waar het voor aanzienlijke
lieden een mode is er heen te gaan. Maar
gaat er een draak, zoo onzinnig bombastisch
mogelijk waarin mijnheer A. gelegenheid
heeft te schreeuwen en mevr. B. om te
galmen, waarin om de vijf minuten een
doode valt en de aliermisselijkste grappen
makerij als intermezzo wordt vertoond (de
Levende Brug, de Twee Weezen, de Roode
Brug etc.) dan is het „op de koppen.”
Een laf Duitsch blijspel met officieren
uniformen en Hiskinki-geestigheid (Huzaren
koorts bijv.) trekt veel publiek, een geestig
stuk van Molière of een 'oorspronkelijk werk
wordt bijna uitsluitend voor drie kwart leege
zalen opgevoerd.
Er is dezer dagen een man overleden, die
een tegenstander was van anarchisme al was
hij ook sociaal-democraat pur et simple. Een
populair man was hij niet, kon hij niet zijn,
wou hij niet zijn. Hij bezat niet den tact
de domme massa te imponeeren door gloeiende
phrasen, hij wist ook niet den oppervlakkigen
lezer te boeien door hel-gekleurde schilderin
gen van maatschappelijk leed. Toch was hij
geen middenman F. L. Tak had hij
een overtuiging steviger misschien dan menig
een, die meer de allures van held, gloedvol
strijder of martelaar weet aan te nemen. Hij
bezag elk geval zonder vooroordeel van alle
kanten, zag er het voor en tegen van in,
vroeg of er verzachtende omstandigheden
waren, en vormde met medewerking van al
die factoren zijn eindconclusie. Dat is het
niet wat het volk wil. Vuiligheid willen de
menschen, zei mij dezer dagen een humorist
die in ’t voornaamste specialiteiten-theater
van Nederland werkt, als ik probeerde fijn-
geestig te zijn, zou mijn baas me wegjagen,
een duim dik moet het er op liggen. De
humorist deed als zijn baas, als sommige
uitgevers, als de tooneeldirecteurenook hij
is slaaf van de menschen, waarvan hij en
zij eten moeten.
Tak stond hooger. Hij weigerde grof te
worden om minder-fijn besnaarde lezers te
voldoen. Misschien had hij ’t niet gekund,
als hij gewild had. Maar juist daarom rouwde
heel intellectueel Nederland mee aan zijn
graf, het Nederland van alle kleuren, dat
in e’n spectrum één kleur gemeen had:
die van „geest”.
Bolswardsche Courant
i
ff
f)
ff
ff
ff
ff