Nieuws- en Advertentieblad Bolsward. en Wonseradeel. „de V 1907. 46ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. No. 74. ■1 L De briefwiksel fen Jouw, Bin en Dark. Zondag 15 September. DE RESTAURATIE DER BROEREKERK. F Ken ners van r r der Bronwaterfabri< VOOR Afzonderlijke XLV. 1 om ’t it lij arren maklik er is en better it skriuwen en lézen fen Hollansk. ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. ■i I werd alleen schade aangericht pakket. Plichten B., 5/9 ’07. Oan de efterkant fen it brieveomslach skreau Bin„Dy sleauwe Beits hat mei hjar maten efter de stoeke sitten. Mei it flaechs- rupeljen, twa dagen letter, kaem Oarke brief wer opddkeljen. Hjir is it nou, hear Kranteman. Mar in bytsje suterich”. nou linken achterwege, zoodat vele kooplieden niet nat van buiten waren en het dus voor hen ook niet noodig was erg nat van binnen te worden. Op een behoorlijk uur was de markt afge- loopen en de kooplieden vertrokken ook op een behoorlijk uur. Westergo, 11 Sept. Uit vertrouwbare bron vernemen wij dat door het Hoofdbestuur van de Eriesche Maatsch. van Landbouw aan Z.Ex. den Minister van Landbouw is geadvi- ADVERTENTIEPRIJS1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4. rood en geel, een bevallige afwisseling bij de verdere effen gele kleur der muren was ver kregen. Daar de er eenmaal opgesmeerde kalklaag moeielijk geheel te verwijderen was en ook de kanten en hoeken nogal bescha digd bleken, is alles weer bepleisterd. Aan de omlijsting van den hoofdingang kan men evenwel 'eenig denkbeeld krijgen hoe binnen in vroeger de bogen bewerkt zijn geweest, en als men bedenkt dat tegenwoordig de ver schillende metselsteenen met holle en bolle kanten, met kralen of verzinkingen, machinaal geperst en gevormd zijn voor ze worden gebakken, dan moet men eerbied hebben voor het geduld, noodig voor het hakken en slijpen van die groote steenbrokken. Wat evenwel het kerkgebouw zelf betreft, het is wat breed naar verhouding van de lengte, de zijbeuken meten ongeveer 30 meter, de breedte van middenschip met beuken is bijna 20 meter, terwijl het voormalige priesterkoor, op de breedte van ’t midden schip ruim 8 meter is, en de lengte van dit koor, dat aan den voorkant is afgeschuind, ongeveer het dubbele der breedte bedraagt. Aan den noordkant is in het dak een trancept aangebracht, waardoor het mogelijk werd aan dien kant een hoog raam en een top gevel aan te brengen, waardoor de kerk aan dien kant het aanzien eener kruiskerk had. Deze, de noordkant, was toen namelijk in ’t gezicht naar de straat, want de huizen daar nu tegen aangebouwd, zijn bepaald van latere tijden. Rondom, ten minste aan de noord en westzijde stond de kerk vrij, en was het kerkhof. Het terrein, waarop nu ’t post kantoor en ’t kantongerecht staan, be hoorde ook tot het openliggend kerkhof, de straat als toegang naar de Jongemastraat bestohd toen niet, de „Broerestraat” was toen de toegang van die zijde naar de kerk, en wellicht ongeveer waar thans de hulp brug naar ’t postkantoor ligt, was toen een hooge post, over de haven of gracht, die toen tot de Sneekerpoort doorliep. Wordt vervolgd. Dit voorjaar zijn bij ’t graven van de fundamenten voor ’t nieuwe postkantoor dan ook zooveel geraamten gevonden, dat hieruit voldoende bevestigd wordt, dat ook die hoek gtonds bij het vroegere kerkhof heeft be hoord terwijl een vorig jaar bij ’t bouwen [van het huis van den heer P. Brandenburg /genoegzaam is gebleken, dat ook daar zeer vele lijken begraven liggen. BINNENLAND. seerd geen verdere quarantaine-maatregelen te nemen ter bestrijding van het mond- en klauwzeer onder het rundvee. Men acht het beter het proces uit te laten zieken, eene opinie, welke door vele belanghebbende vee houders wordt gedeeld. Gaasterland, 11 Sept. Naar gemeld wordt zijn onderhandelingen gaande over den verkoop van het tichelwerk alhier. Deze fabriek schijnt, daar een deel der grond stoffen van elders aangevoerd moet worden, niet rendabel, in verband waarmede de zaken afgewikkeld worden. Onderscheidene arbeiders hebben gedaan werk gekregen. Sneek. In den loop dezer week hebben de heeren P. de Jong Zn., stoombootreeders alhier, hun geheelen Vracht- en Veerdienst, met stoombooten en al, overgedragen aan de heeren J. H. D. Koppe en J. M. P. Ver- schure te Amsterdam. De heer Visser te Workum, zal als agent en tevens als deelnemer optreden. St. Nicolaasga. Die goed heeft, heeft zorg, die geen zorg heeft, heeft geen... zegt het spreekwoord. Een arme weduwe en haar zoon vinden dit bewaarheid. De zoon had f 60 oververdiend en geeft dit zijn moeder in bewaring, de moeder moet eenigen tijd af wezig zijn, en ontdekt bij hare terugkomst dat het geld is verdwenen. Voorzeker een zware slag voor de arme men- schen. Door de politie worden alle nasporingen tot heden tevergeefs beproefd. In de afdeeling vvertrek van druk werk en monsters” aan het hoofdpostkantoor te Amsterdam kwam Donderdagavond om zeven uur bij het sorteeren een monster tot ontploffing toen er een pak drukwerk op geworpen werd. Het bleek dat het monster uitgeholde kurken bevatte, gevuld met eene of andere ontploffingsstof. Door de ontploffing aan een ander (Hbld.) en rechten behooren bij elkaar als de onder- en bovenkant van een muntstuk. Zonder de eerste geven de laatste alleen er geen waarde aan. Eerst gezamenlijk maken zij de munt gangbaar. Een al te vlugge postduif. Bij een te Rotterdam gehouden (of liever gezegd niet gehouden) wedvlucht voor post duiven heeft het volgende merkwaardige voor val plaats gehad. De duif van een bestuurslid was no. I, althans deze duif werd het eerst getoond. Men wenschte den gelukkigen be zitter reeds geluk, toen een bericht uit de plaats van vertrek kwam dat de mat, belast met het oplaten der snelvliegers, wegens het onstuimige weer de mand gesloten had gehouden. Intusschen, hoe grappig het voorval op zichzelf moge zijn, voor het bestuurslid kan de zaak nog onaangename gevolgen hebben. Naar men ons meldt, is tegen hem een klacht bij de justitie ingediend. (Hbld.) men aan de Brief fen Oark oan Bin Béste Bin! Wolst wol leauwe, hju, det ik der suver tsjin oanskoarje dy to skriuwen? Witstfi, hwet it is? It is my yn de wei, det ikdyn jierdei sa skandelik forgetten hab. In dei mannich fen te foareu hie ik der noch oan tocht en ik hie al in moai nusje fen de alderbêste winsken klear for dy. Nou is it wol hwet to let om der noch mei oan te kommen. As se nei Bakkefean ta moasten ef nei de Tiike, den wier it hwet oars, den koe it wol in pear dagen lije. Mar du wennest oan de greate wei en Nijjier roppe om Peaske hinne, wol ik nou Ijeaver net. Lykwols, ik wit rie, der is kans om it mei myn neilittichheid wer yn ’e es to bringen. Takomme Snein is it de 8ste, dat is ommers Hylkje hjar bertedei, wol nou, ik wiuskje jimme mar gau fen herten lok mei dy dei en hoopje tige dat jimme hem yet o sa faek yn sounens en fleur mei jimme bern wer bilibje meije. Dat is myn winsk. Ho is it mei it bernefeest to jimmes biteard Jimme habbe it troffen mei it waer, scoeik sizze. Hwet wier der sa al to dwaen for de jeugd en habbe jimme jim’sels der ek schoan by formakke? Forline jier hab ik to S. sa’n feestdei ris mei bilibbe. Fen to foaren hie ik der in bare sin oan it brocht my myn jongesjieren wer ris to binnen. Hwet wier alear sa’n dei in tréwisde aldste jonges mei-inoar hirdhoepje, oaren fetsje-kroadsje, sekje-rinne, talhout-fandelje; de fammesbern balrinne, püdtsje-knippe en al sa. Hwet in kriich tlnder-inoar en hwet in wille mei-inoar. Mar do it bernefeest dér to S. foarby wier, do stie ik to tinken en ik koe my mar net bigripe det ik soks earen mei hert en siel mei-dien hie. Ik koe der my net mear yn tinke, it moaije der net mear yn fine. Ho kaem dit dochs sa? Wier it, om ’t alders en bern, dy ’t taskógene en meidiene, meast frjemden wieren for my ef scoe berne- wille my frjemd wirded wêze, my de ald- I. 1904 in een paar arti- de restauratie van de Hebben wij in kelen gehandeld over Broerekerk, wij beloofden toen nadere bij zonderheden omtrent dit oude bedehuis te zullen nasporen, om ter gelegener tijd déze te melden. Thans- nu de restauratie is vol tooid, en het gebouw officieel is overgedragen aan de hier gevestigde vereeniging voor Evangelisatie, is de tijd gekomen, iets meer te zeggen van dit oud Friesche bouwwerk. Deze oudste der hier bestaande kerken die in 1270, volgens anderen echter in 1281, werd gebouwd, behoorde bij het zoogenaamd //Groot Klooster”, waarvan nog aan de zuid zijde der Kerk enkele brokstukken bestaan, doch waarvan ’t hoofdgebouw heeft gestaan in het //Hof”. Bij de afgraving hiervan voor enkele jaren pas geschied, zijn nog vele der oude fundamenten gevonden, en de steenen er van konden gebruikt worden bij ’t opknappen der kerkmuren. Ook de af braak der //Brak” leverde nog een partij bruikbaar steenmateriaal. Het bouwplan dezer kerk wordt toege schreven aan den 7en abt van Lidlum, Hoyte genaamd, destijds pastoor te Winsum, die meerdere der toenmaals gebouwde parochiekerken ontwierp. De kolossaal dikke muren zijn geheel opgetrokken van »oude Friesche mop”, een metselsteen 30 cM. lang, 15 breed en 10 dik. Men vermoedt, te oordeelen naar de kleur en hoedanigheid der steenen, dat zij gebakken zijn in ’t toen malige tichelwerk te Bayum. Het hout voor de balken, gebinten en het dakwerk, (alles eiken) werd volgens algemeene aange nomen overlevering, gehaald uit het Kreiler- woud, op de plaats waar thans de golven der Zuiderzee spoelen. Hoe men van de lompe groote metsel steenen een bevallig metselwerk kon maken, wekte steeds en nog bewondering. Die metselsteenen toch, met één hand eigenlijk niet te hanteeren, 4x/2 maal het volume van de tegenwoordige waaltnop, hoe zou men er bogen en nissen van goeden vorm en smaak van vervaardigen Men zie dan den voorgevel dezer kerk, hoe de topgevel met tal van smalle verdiepte nissen en contreforten is versierd, en het was vooral de top van dezen gevel, die de aandacht der oudheidkundigen trok. Er wordt door deskundigen teekening en smaak in gevonden, de leek gaat even wel dit oude eenkleurig bouwwerk, eenvoudig zonder eenigsteenhouwwerk,onvoldaan voorbij. Doch niet slechts heeft in de ouder tijden deze gevel het eenig sieraad geweest, bij de restauratie werden enkele gedeelten van de bogen tusschen middenschip en zijbeuken van de kalklaag ontdaan, en het bleek dat die gemetselde bogen fraai bewerkt, de steenen kunstig met ronde hoeken en kralen uit gehakt waren en er met twee kleuren steen, meitsje, öfgiet, as Dit is de wei om mei frucht it Frysk to bifoarderjen, seit myn bitinken. Minsken en gjin ein, dit léste stik brief hat wol fen in preek. It is ek sa, nou ’t ik hjir allinnich yn myn kombof sit en myn tinzen op it pompier delskriuw, giet it my krekt as in domeny op ’e stoelgjin ien dy ’t my tsjin sprekt, blies dus mar fit in great gat. Oan us brieveskriuwery scil oan in ein komme. Bin! AstQ mei-koarten nei dizze kontrijen forfarst en to stoel en to bank bist, den hoopje ik, dat wy faken ris op in Snein by-inoar komme seiile, om to praten oer al hwet us yn it sin sjit, ut aide en oer nije tiden. Den habbe wy it pom- pieren petear net mear brek. Habbe jimme al in went nei it sin? Rju groetenissen oan jimme allebeide. Dyn frjeon, OARK. frjemd wirded wêze, my de ald- feint, dy ’t komselden bern yn myn far- welter krij? Ik wit it net. Miskien beide wol. Op de selskipsdei hab ik mei sweager Hauk en fis Anskje nei it Wald ta wést. Hauk woe oars net fen hüs, om ’e tongblier net, //dy wier dy kant fit” sei er, mar wy habbe him dochs sa fier krige delger yn- spande en de Fryske dei is him wol aerdich meifallen, sei er op ’e weromreis. It benijde my det Du en Hylkje der net wieren. It spil roun wol aerdich. It selskip wier fleurich bidaerd en bidaerd fleurich. De foardragerij wier sa moai net as de stikken, tocht my sa. Ik hie ze alris goed lézen fit in boek, dat ik forline jier fen üs Wikje op Sinterklaes krige hab. It sjongen wier in wünder, waerd er sein. Dit siz ik ek, mar den praet ik kenders nei. Ik hab gjin gehoar, lyk ast’ wol witst. Wilhelmus en Neerldnsk bloed op de blaespoepen kenst, net fit inoar, sei Jouw ienkear, mar Jouw oerdriuwt wol ris. Him net oerbringe, hear! Oer Jouw en oer de Fryske taeliwe^w^ (gjin taeb/nW sa as inkelden sizze) spritsen, moat ik dy sizze det Jouw my lésten in Frysk lés- en taelboekje stjürd hat. Dat fen Sipma, dat tsjinst dwaen moat by it finder- wys yn us eigen tael. De beide dieltjeshab ik mei nocht ris trochgnufd. It scoe to winskjen wêze, det se in boel fortuten dwaen meije. Nei myn ynsjên scil der fen it underwys yn Fryske tael hiel hwet mear to rjuchte komme, as fen it ivige tongerjen oer de swietllldigens, de krêft en prael en oare tref- likheden fen de Fryske tael en it sangerjen foar en nei oer pa- en moe-, oom- en tante- sizzen. It earste scil gjin goeFries untkenne en it twade foroaret men net, mei lilkens en spot sa min as mei moaije wirden. Dracht- ster koeke is forneamd en nei myn smaek tige lekker, mar men kinder net tofollefen knje. En tsjin de moade kin men wol yengean, mar mei sa’n striid komt men neat fierder as Donkysjot mei de mounlen. It minsk- dom loekt oan ’e skouderblêdden en laket yen fit om yens dommens. Du witst wol, Bin, ho it earen mei de keu gyng, fis bolrinster hie op it lést ien. Lear de bern Frysk lézen en skriuwen en hja scille der letter dt hejar seis brflkme fen te plunderen, zonder dat zij daarin verhinderd konden worden. Uit Egmond-aan-Zee schrijft men: Door het gure weder zijn de meeste bad- van hier vertrokken; slechts enkelen vertoeven hier nog. Vergeleken met 1906 is het seizoen voor de belanghebbenden verre van gunstig geweest. De 60-jarige arbeider O. te Stavenisse, had een zwerenden vinger en bleef er mede aan het werk, waardoor vergiftiging ontstond. Na een vreeselijk lijden van eenige dagen PPM JTOC bezweek de man Woensdag. Eenige per sonen, die den lijder bijgestaan hadden, zijn mede aangetast, zoodat zij ook heelkundige hulp moesten inroepen. Gisternacht rukte de spuit der gemeente Stoppeldijk uit naar een brand. Op de spuit hadden enkele personen plaats genomen, waar onder de gemeenteveldwachter. De spuit reed van den dijk en de veldwachter ge raakte er onder; vanmorgen is hij aan du bekomen verwondingen overleden» Workum. Woensdagmorgen had onze cou rantenjongen, Lieuwede Jong, een vrij ernstig ongeluk. Terugkomend van eenige boodschap pen, die hij vlug had verricht, zou hij van den uitgehaalden tijd profiteeren, even fietsen, en daarna nog even vragen of er ook meer boodschappen te verrichten waren om dan ’s middags bij de keuring en muziek te kunnen zijn. Dit laatste is echter niet ge schied, want nauwelijks had hij de fiets of hij viel daarmee, voor de school voor K. O. en werd opgenomen met ontwrichte rechter- elleboog, de arm gebroken juist boven deze elleboog. Na een uiterst pijnlijke bewerking van ongeveer vijf kwartier, waaronder het Im'l ’EiJLr Jzir LI Uit Roermond meldt A. R. Cl.: Een 600 Hamburgsche dokwerkers, op reis naar Antwerpen, kwamen hier Zondagavond in dronken toestand en veroorzaakten op de perrons van het station groote opschudding. Het'Ververschingswagentje van den station restaurateur wisten zij tot op den bodem leeg n rlrii rloorin „orli i n rl cirri 18’/2 cent per literschroefflesch. F X e r k r ij g b a a r bijJ. D. VAN gasten reeds Markt, Bolsward. Bolswardsclie Courant w 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1907 | | pagina 1