lieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
1907.
46ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 93.
1 b
r
L
De toekomst der Rijkszuivelschool.
Donderdag 21 November.
I-
3
1
VOOR
Afzonderlijke
beveling
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
landbouw Hoogere
van 50 H.a. noodig
den beer Schenkius alhier,
van de volgende punten
van Commissarissen tot het
een overeenkomst met de Al-
Binnenlandsche Stoom vaart-Maat-
willen de praktijk, om
theorie te demonstreer en
leerlingen te plaatsen in
waar dagelijks, door de
aan Commissarissen om
overeenkomst tot stand te
A
zelf die, zelfs bij eene
school eene boerderij
acht.
En thans nog enkele argumenten met
het oog op het zuivel- onderwijs zelve.
Voor ons ligt het leerplan der Rijkszuivel
school. Op dat leerplan komen voor lO1^
uur per week voor onderwijs in handels-
correspondentie en vakliteratuur in Neder-
landsch, Fransch, Duitsch en Engelsch.
Voor zoover dit onderwijs betreft de vreemde
talen, zijn de leerlingen vrij er al of niet
aan deel te nemen. Uit deze bepaling volgt
reeds, dat dit onderwijs niet strikt noodig
wordt geacht. Volgens onze opvatting kan
deze kennis ook op andere wijze worden
opgedaan en in elk geval behoort ze niet
tot het eigenlijke zuivel-onderwijs.
Er blijven dan over onderwijs in zuivel
bereiding; bacteriologie scheikunde natuur
kunde en mechanicavoedings- en gezond
heidsleer van het rundvee, en boekhouden.
En nu durven wij vragen, zou dit onderwijs
niet veel beter en gemakkelijker te geven
zijn als beschikbaar was een veestapel en
een uitstekend ingericht, en uitstekend
werkend bedrijf Zou de kennis er niet
beter worden opgenomen als de leerlingen
datgene, wat zij dagelijks hooren, ook dage
lijks kunnen toetsen aan de praktijk Wij
zullen dit denkbeeld niet verder uitspinnen,
ieder die zich de moeite neemt over de
details eens ernstig na te denken, zal ge
voelen wat wij meenen. Natuurlijk zijn wij
bereid onze opvatting uitvoeriger te verde
digen als de juistheid mocht worden be
twijfeld.
Verder meenen wij, dat het bezoek der
school zou worden bevorderd indien daaraan
een practisch bedrijf was verbondeü. In de
kringen, waaruit de leerlingen moeten komen,
bestaat, volgens onze ervaring, nog meest de
overtuiging, dat practische kennis boven
theoretische gaat.
Wanneer eene practische onderwijs-inrich-
ting aan de markt komt met onberispelijke
producten, en met die soort producten die
de hoogste waarde aan de grondstof bezorgen,
dan bestaat een belangrijke prikkel om aan
eene dergelijke inrichting les te gaan nemen.
Er komt hier nog iets bij. Vele ouders
zullen hun zoons liever zien deelnemen aan
onderwijs waarbij de gewone plattelands
levenswijze (vroeg opstaan, zelf eenigen
handenarbeid verrichten enz.) gehandhaafd
blijft, dan aan dat, hetwelk een geheel
andere levenswijze toebrengt. Bij meer dan
'een bestaat de, wellicht geheel ongegronde,
vrees dat de jongelui zich een beetje student
zullen gevoelen. En zou ook een diploma
van een school waar altijd uitstekende pro
ducten worden vervaardigd niet meer waard
zijn, althans meer gewaardeerd worden, als
dat van een zuiver theoretische inrichting
Ten slotte stellen wij ons voor dat aan
eene school, zooals wij ons die voorstellen,
gelegenheid zou bestaan tot het geven van
korte cursussen aan personen in de praktijk
werkzaam over speciale onderdeelen van het
bedrijf. Het succes dat dergelijke cursussen
in meerdere buitenlandsche onder wij s-inrich-
tingen hebben, geeft ons recht tot de ver
wachting dat er iets goeds in zit.
Van bevoegde zijde is ons de opmerking
gemaakt dat de practische onderwijs-inrichting,
zooals wij die ons voorstellen, is een niet
te bereiken ideaal. Is dit waar? Ja! dan ver
valt grootendeels de waarde van onze beschou
wing. Een middelmatig bedrijf, of nog minder,
zooals vroeger te Oudshoorn en te Bolsward,
bevredigt ons in de verste verte niet. Wij
vragen als onderwijskrachten de beste prak
tische boter- en kaasmakers en willen die
desnoods koopen. Wij vragen de meest
doelmatige inrichting. Wij vragen van den
leider der inrichting eenige grondige kennis
van de vormen van zuivelbereiding die het
meest loonend zijn. Is het onmogelijk zoo
iets daar te stellen, dan vervalt voor ons
de waarde van praktisch onderwijs. Middel
matig werken kan men overal leeren, daarvoor
is geen school noodig. Zoolang echter,
door ervaring, niet is aangetoond dat ons ideaal
eene illusie is, zoolang hebben wij het vaste
geloof dat dit ideaal kan worden bereikt.
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
BINNENLAND.
Sneek. De heer dr. A. Kuyper heeft
heden bericht gezonden dat hij bedankt voor
de hem aangeboden candidatuur voor de a.s.
Kamerverkiezing in dit district, omdat de
christelijk-historischen hem niet hebben ge-
candideerd.
Naar we vernemen is het nog niet zeker
of door de anti-rev. zijne candidatuur zal
worden losgelaten en zal hierover in eene
Donderdag te houden vergadering eene be
slissing worden genomen.
De aandeelhouders der Sneeker Stoom-
boot-Maatschappij //Nijverheid” zijn opge
roepen tot het houden eener buitengewone
algemeene vergadering op Maandag 25 Nov.
a.s., ’s avonds 8 uur, in het café //De Ver-
eeniging” van
ter behandeling
1. Voorstel
aangaan van
gemeene
schappij Verschure Co. te Amsterdam,
waarbij alle bezittingen en schulden onzer
Maatschappij in deze handen overgaan, tegen
ruiling van de bestaande Aandeelen in Obli
gation rentende 4 pCt. per jaar met jaar-
lijksche uitloting van minstens 10 aandeelen,
onder dien verstande echter dat de geheele
Obligatieleening binnen 30 jaren moet zijn
afgelost; tot zekerheid wordt voldoende waar
borg gegeven.
2. Machtiging
bovenstaande
brengen.
Tot toelichting dezer voorstellen wordt door
heeren Commissarissen medegedeeld, dat na
een 14-jarig bestaan de rentabiliteit der
Maatschappij niet is gebleken; dat door de
concurrentie van Spoor- en Stoomboot-Mijen
zulke resultaten werden verkregen, dat slechts
enkele jaren den aandeelhouders een klein
dividend kon worden uitgekeerd; dat bij de
grootere lasten, duurder steenkolen, prijs-
verhooging van materialen, verouderen der
booten in de le jaren geen verbetering in
uitzicht is, op grond waarvan Commissarissen
yan oordeel zijn, het aanbod door de Binnenl.
Stoomvaart-Maatschappij gedaan, te moeten
accepteeren.
Stavoren De palingvisscherij is als af-
geloopen te beschouwen, ’t Is met het
laatste donker nog wat meegevallen, er zijn
slechter jaren geweest, voor de palingvisschers.
Het kan als een middelmatig jaar geboekt,
wat betreft de paling voor onze plaats; maar
ten N. van Stavoren is niets gevangen. De
zoogenaamde roode aal is er niet geweest,
die wordt ten Noorden van onze plaats en
de schiere ten Zuiden gevangen.
Ook hebben enkele onzer visschers hun
geluk met het botvisschen beproefd, maar
dat loont de moeite ook niet, meerderen
lagen gereed maar willen met deze vangsten
niet beginnen, daar het bijna de kosten
niet vergoedt.
Kimswerd. De verzekerings-Maatschappij
van Paardenhouders in Wonseradeel telde
van 12 Mei12 Nov. dezes jaars 234 leden,
die 540 paarden hadden verzekerd voor bijna
f 147.000. Negen verliezen moesten worden
vergoed met f 956. De omslag werd door
het bestuur bepaald op 3/4 °/0.
Zaterdag moest de looper Drost van
de kassiersfirma Prince te Zeist, 1700 gulden
aan diverse quitanties ontvangen. Hij kwam
niet terug. Zondag vonden voorbijgangers in
een sloot het lijk van den jongen met het
hoofd in de modder en zijn ledige tasch met
doorgesneden riem in een café verderop. Zijn
pet en fiets worden vermist. Op het lijk zijn
teekenen van geweldpleging waargenomen. De
justitie uit Utrecht stelde met de autoriteiten
uit Zeist een onderzoek in. Twee personen
zijn aangehouden.
De O. H. Cl. kwamen geruchten ter
oore van hoogst ernstigen aard, doch het
blad kon niet de bevestiging er van verkrijgen.
Niet lang geleden werd het lijk van een
Haarlemmer gevonden en vermoed werd, dat
hij door den mist te water was geraakt en
verdronken.
Nu schijnt te zijn gebleken, dat hij met
een vrij aanzienlijke som gelds van huis is
gegaan en dat geld niet op het lijk is gevonden.
De twee personen met wie de man uit
visschen moet zijn geweest, schijnen reeds
door de politie te zijn gehoord.
meebrengt dan een uitsluitend theo
retisch diploma.
De heer Sw. staat hier dus lijnrecht tegen
over ons en wij hebben met belangstelling
gelezen wat voor zijne opvatting wordt
aangevoerd. In de eerste plaats vinden wij
dan eene vaste overtuiging. Het is niet de
eerste maal dat de heer Sw. die overtuiging
uitspreekt, ze was ons bekend en... wij
hebben er respect voor. Maar dan durven
wij ook respect vragen voor onze tegenover
gestelde overtuiging die eveneens reeds jaren
lang bestaat en vast is.
Waar nu twee personen die elkaar erkennen
als deskundige vakmannen en die zich beiden
geroepen gevoelen om hunne collega’s voor
te lichten, eene tegenovergestelde vaste over
tuiging hebben, daar vragen zij elkaar weder-
keerig naar hunne argumenten en ook het
publiek, dat belang stelt in hunne meening,
zal daarnaar vragen.
Onder erkenning dat de heer Sw. meerdere
argumenten zal kunnen bij brengen dan in het
korte naschrift, dat aanleiding gaf tot dit
opstel, en dat wij daaraan eventueel volledig
aandacht zullen schenken, constateeren wij
dal voor ditmaal alleen het volgende is aan
gevoerd
z/Uit persoonlijke ervaring weet ik dat,
als men van ’s morgens vijf uur, half zes,
tot ongeveer elf uur aan de practische
werkzaamheden deel neemt, men dan
’s middags te moe is om bij de theoretische
lessen het hoofd er goed bij te hebben”.
Ofschoon onze persoonlijke ervaring iets
anders is, ofschoon wij gelooven dat gezonde
personen van 18 a 19 jaar, na een uur of
zes gewerkt te hebben, nog niet zoo moe
zijn als de heer Sw. zich voorstelt, willen
wij hierop niet dieper ingaan. Wat wij echter
met eenigen nadruk opmerken is dit, dat
wij ons van practisch onderwijs geene onjuiste
voorstelling moeten maken. Wij meenen niet
dat daarvoor noodig is geregeld het zware
werk te doen. Er zijn, in het buitenland,
sommige inrichtingen die scholen genoemd
worden. De ondernemers daarvan zijn parti
culiere zuivelbereiders die de leerlingen ge
bruiken om werkvolk uit te sparen. Bij
zulke inrichtingen kan het genoemde bezwaar
werkelijk bestaan.
Onze opvatting is iets geheel anderswij
ten allen tijde de
ons doel is de
eene inrichting
meest bekwame
praktici, onberispelijke producten worden
gemaaktwij willen, dat zij langzamerhand
daaraan leeren meewerken om ten slotte
ook zelf onberispelijke producten te kunnen
maken.
Is het wenschelijk, en wij meenen, dat
dit zoo is, dat aanstaande zuivelbereiders
alle werk, ook het ruwe en het zware, een
tijd lang meedoen, dan kan dit zeer goed
plaats hebben bij de voorafgaande opleiding,
op de school is zulks niet precies noodig.
Volgens onze overtuiging zal het praktisch
onderwijs, zooals wij dat opvatten, de leer
lingen volstrekt niet ongeschikt maken om
de theoretische lessen te volgen.
En thans nog iets om onze opvatting te
arguinenteeren. In de eerste plaats wijzen
wij er op, dat de meest bekende vakscholen
in het buitenland, praktijk en theorie ver
binden. Nu erkennen wij, dat wij in Neder
land het vakonderwijs moeten inrichten
volgens eigen behoeften, maar in dit opzicht
mogen we toch wel aandacht schenken aan
het feit, dat nergens geklaagd wordt, dat
het practisch onderwijs het theorelisch in
den weg staat. Zijn wij nu zooveel wijzer
dan anderen
In de tweede plaats merken wij op, dat
op menig ander gebied de aanraking van
praktijk en theorie wordt gezocht; een enkel
voorbeeld slechts. Wij lazen dezer dagen
nog eens het hoogst interessante werkje, dat
in 1906 onder den titel //Hooger Land-
bouw-onderwijs” door den heer P. v. Hoek
werd uitgegeven. In dat boek vinden wij
zeer talrijke voorbeelden van uitstekende
onderwijs-inrichtingen waar praktijk en
theorie samengaan. Daarin vinden wij de
beteekenisvolle uitspraak van een Duitsch
deskundigede geschiedenis leert ons dat
Thaer gelijk had met zijn eisch, om de
landbouw-wetenschap niet van de praktijk te
scheiden, in dat boek vinden wij eindelijk
ook het oordeel van den heer van Hoek
Ouder bovenstaanden titel bevat de Zuivel
courant het volgend artikel.
Waar Bolsward ook bijzonder geïnteresseerd
is bij den bloei der Rijkszuivelschool, achten
wij het van belang het onder de oogen der
Bolswarders te brengen.
In het Ned. Weekblad voor Zuivelbereiding
en Veeteelt, lezen wij onder bovenstaand op
schrift een opstel van een „Oud-leerling’
der zuivelschool. De schrijver vindt de aan
leiding tot zijn artikel in het feit dat, voor
het uu gehouden toelatings-examen, zich
slechts 7 leerlingen hadden aangemeld. Hij
meent dat de geringe deelneming wordt ver
oorzaakt door de vrees dat men, na volbrachte
studie, geene voldoende kans heeft op eene
spoedige plaatsing in eene loonende betrek
king en dat het diploma der Rijkszuivelschool,
door bestuurders van zuivelfabrieken, tegen
over andere getuigschriften, niet genoeg wordt
gewaardeerd.
Dit opstel zelf zou ons geene aanleiding
geven om het onderwerp te bespreken. Wij
vinden daarin eenvoudig eene sympathieke
uiting van een oud-leerling der school. Erken
telijk voor het aldaar genoten ouderwijs wil
hij zijnerzijds meewerken om tot deelneming
aan het ouderwijs, tot waardeering van het
aldaar behaalde diploma op te wekken, om
aldus den bloei der school te helpen be
vorderen.
Het uitgangspunt van ons schrijven is:
het naschrift dat de Redactie heelt gemeend
bij bet opstel te moeten voegen, welk naschrift
is onderteekend met de bekende letters Sw.
Met den aanhef daarvan stemmen wij gaarne
in. Dat jonge menschen, die H/g jaar lang
onderwijs genieten, daarvan later in hun
maatschappelijk leven, en ook in hun bedrijf,
nut hebben, spreekt van zelf. Ook wij be
velen gaarne aan het bezoek der Rijkszuivel
school, tot zoover gaan wij dusaccoord.
De heer Sw. bepaalt zich echter niet hierbij,
maar spreekt ook een oordeel uit over den
vorm van het onderwijs door ingenomenheid
te betuigen met het uitsluitend theorelisch
onderricht. Dat is, volgens den heer Sw.
de goede weg; practische en theoretische
vorming eischen beiden volle inspanning en
toewijding, en deze kan alleen gegeven worden
als men ze vraagt op verschillende tijden.
Theorie en practijk tegelijk beoefenen, dat
gaat niet.
Met deze uitspraak zijn wij het ten eenen-
male oneens. Enkele weken geleden hebben
wij, in een reeks opstellen, onze meening
over vakonderwijs in zuivelbereiding uitvoerig
uiteengezet en daarbij verkondigd dat, bij dat
onderwijs, practijk en theorie moeten samen
gaan. Wij meenen thans die opvatting tegen
over het gezegde van den heer Sw. te moeten
verdedigen. Het is ons daarbij uitsluitend
te doen om het belang der zaak. Op den
voorgrond staat daarbij hetzelfde feit dat den
z/oud-leerling” gaf zijn opstel te schrijven.
Slechts 7 personen gaven zich op als adspi-
ranten voor de zuivelschool, daarvan zijn 6
toegelaten. In de komende l1/2 jaar zullen
dus alleen deze 6 personen in geheel Neder
land vakonderwijs in zuivelbereiding ontvan
gen. Dat is een treurig beetje, tevens wel
geschikt om het vermoeden te doen ontstaan,
dat er geene behoefte aan zuivelouderwijs
bestaat.
Dat laatste nu, daarover zal wel geen
verschil van gevoelen bestaan, is onjuist.
Zal onze zuivelbereiding zich in de goede
richting ontwikkelen, zal ze blijven op de
hoogte van den tijd, zal ze tegenover het
buitenland //concurenzfahig” zijn, dan is
onderwijs en uitbreiding daarvan, ontwijfel
baar noodig. Bij die opvatting is het nood
zakelijk om ernstig, zonder nevenbedoelingen,
maar ook zonder schroom, te zoeken naar
de oorzaken van de weinige lust om van
het bestaande onderwijs te profiteeren.
Nu meenen wij dat één der oorzaken is:
het zuiver theoretisch karakter van dat
onderwijs. Onze opvatting is dat iemand,
die ter zelfdertijd dat hij theoretisch onderwijs
ontvangt, ook dagelijks verkeert, in eene
omgeving waar onberispelijke producten wor
den gemaakt, beter onderlegd is dan als hij
zijn theoretische en practische kennis afzon
derlijk opdoet. Ja wij meenen ook dat een
leerling die afkomstig is van eene onderwijs-
Utriohting, als door ons bedoeld, betere aan-
Bolswardsclie Courant
V
T
9.