Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward. en Wonseradeel.
h
4
I
B
h
a
1907.
46ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 95.
I
1
t
Donderdag 28 November.
Ingezonden,
(Builen verantwoordelijkheid der Redactie.)
VOOR
Afzonderlijke
argumentatie uiteen. Wij
den heer Sw. eens nagaan,
C. J. VAN DER VEEN.
11. BEEKHUIS.
J. KEIKES.
8. K. BAKKER,
ADVERTENTIEPRIJS:
10 Cts. per regel.
Het bureau van i
bij dag niet,
zijn evengoed
een stad bijv.
als 's nachts,
I
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
In ons
wij, over
geplaatst,
goede voeding
Wie helpt door
ademing en I’
deze hulp behoevende?
17 regels 50 Cts. Vervolgens
Overigens naar plaatsruimte.
dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
j ons vereenigen, laten wij
te voorkomen, dat dergelijke
hulp noodig zijn; laten wij
Het deed ons genoegen, dat
van geachte zijde de plaatsing
van het artikel «de toekomst der Rijks-
zuivelschool”, in ons no. van 21 November
j.l. gewaardeerd werd.
Bolsward heeft groot belang bij den bloei
der Rijkszuivelschool en algemeen wordt be
treurd, dat het tinantiëel voordeel voor
Bolsward zoo gering is, terwijl onze gemeente
daartegenover belangrijke verplichtingen op
zich heeft genomen.
Elke poging, welke dus kan dienen tot
verbetering, behoort te worden toegejuicht.
Daarom geven wij ook met instemming
plaats aan onderstaand tweede artikel over
hetzelfde onderwerp, ’t welk in De Zuivel
courant voorkwam. (Redactie.)
weekblad
den heer Sw. voor
den heer Hijlkema,
proefne-
van
van 24 November
aandacht.
aan vele anderen;
schier dagelijks kan men ze in de verschil
lende bladen vinden.
Och laten wij
samenwerken om
aanvragen om
allen met elkaar een inrichting tot stand
doen komen, waar de lijders aan tuberculose,
vóórdat ze hijgend en moede, niet meer in
staat hun dagelijksch werk te verrichten,
kunnen worden opgenomen, om te herstellen
van hunne ziekte.
Laat u niet weerhouden ons te steunen.
Meent niet, dat het klimaat in Friesland
een ligkuur in open, draaibare lighallen,
niet tot haar recht doet komende feiten
ook hier in Bolsward, weerspreken dit beslist.
Meent niet dat er bergen of heuvels noodig
zijn, om een te krachtigen wind te keeren;
neen ieder weet bij ervaring dat een dichte-
boomengroep een voldoende beschutting tegen
den wind kan geven. En of nu die boomen
op de Veluwe of in de Joure staan, zij
hebben natuurlijk dezelfde uitwerking.
En «Heremastate” is in ’t bezit van een
groot park, ongeveer 16 pondemaat, dat vele
windvrije wandelingen toestaat.
Meent niet dat men in Friesland de ramen
niet dag en nacht open kan hebben, ’s Nachts
is de lucht niet alleen even goed, maar zelfs
beter dan des daags. In den nacht maken
de verschillende bedrijven geen rook, ’s nachts
produceeren de boomen zuurstof. .(Een sana
torium ligge dan ook evenals Heremastate
in een groot park).
De nachtlucht is dus bepaald beter dan
de daglucht. «Maar die dampen en avond
nevels dan Deze ziet men
door het zonlicht, maar ze
aanwezigde grachten van
ruikt men des daags even zeer
maar dan ziet men de dampen, welke deze
geuren veroórzaken, niet boven het water
hangen, ’s nachts wel. Toch zijn ze er
natuurlijk ’s daags even goed aanwezig. Van
waar anders die pijniging van onze reuk
organen, ook bij daglicht?
Opent de ramen ook hier gerust, wakend
voor tochtde feiten hebben ook in Bols
ward bewezen, dat de nachtlucht geen kwaad
vermag. Zoowel hier, als overal elders ver
hindert een open raam, dat men bij het
binnentreden van een slaapkamer in den
ochtend, die eigenaardige onfrissche geuren
ruikt, die men kan waarnemen, wanneer in
een slaapvertrek niet voldoende is geventileerd.
«Maar dan die malaria hooren wij U
zeggen. Het zal blijken, dat wanneer eerst de
tuberculose met kracht is bestreden, er heel
wat minder chinine en droppeltjes van De
Vrij, hoe onschatbaar die middelen in be
paalde gevallen ook mogen zijn, door het
publiek op eigen gezag, zullen worden ge
bruikt wat de leek dikwerf voor malaria
houdt, is in vele gevallen veroorzaakt door
de grillige temperatuurs schommelingen van
een beginnende tuberculose.
Zeker malaria komt in Friesland voor;
in de Joure niet meer dan overal elders,
maar wanneer „Heremastate” is bevrijd,
zooals de plannen van het Hoofdcomité aan
geven, van stilstaande plassen in hare directe
omgeving, dan zal het blijken, dat er slechts
bij hooge uitzondering van een malaria-
aanval sprake zal zijn. Immers dezelfde
maatregelen, die elders bleken in dit opzicht
goede resultaten te geven, zullen ook in de
Joure hare uitwerking niet missen
Strijdt allen met onsLaat niet door
gebrek aan samenwerking dit krachtige zwaard,
dat ons zoo bereidwillig in de hand wordt
gegeven, in den vorm van «Heremastate”,
machteloos blijken te zijn in den zoo hoog
noodigen kamp.
Nog eensde Toekomst der Rijks
zuivelschool.
nummer van 10 October hebben
bovenstaand onderwerp, een artikel
naar aanleiding van een opstel van
den heer Sw., voorkomende in het Ned.
Weekblad voor Zuivelbereiding en Veeteelt.
Ons schrijven is, in het genoemde weekblad
van 22 October, beantwoord door den heer
Sw. met eene uitvoerige beschouwing waarin
onze denkbeelden worden besproken en, groo-
tendeels, bestreden.
Om de waarheid te zeggen: die bestrijding
doet ons genoegen. Eenige kalme, bezadigde,
wrijving van gedachten is, ook in de vakpers,
niet geheel overbodig.
Nu is het niet noodig, als beide partijen
hunne zienswijze hebben uiteengezet, om de
discussie in de lengte uit te spinnen. Dit
is dan ook niet ons doel, maar wij vinden
vrijheid om nog eenmaal de aandacht onzer
lezers te vragen voor eene bespreking van
de beschouwing van den heer Sw. Het onder
werp zelf is belangrijk genoeg om ons in
dezen te rechtvaardigen.
Duidelijkheidshalve herinneren wij er aan
dat het uitgangspunt van deze discussie feitelijk
ishet gering aantal candidaten voor deel
neming aan een cursus aan-de Rijkszuivel
school. De heer Sw. zich vereenigende met
eene opwekking tot meerdere deelneming,
verklaarde, als zijn oordeel, dat het uitsluitend
wetenschappelijk, of theoretisch, onderwijs de
beste vorm is voor eene doelmatige opleiding
van bekwame directeuren voor zuivelfabrieken.
Wij hebben, als onze opvatting, verdedigd
de stelling dat, bij vakonderwijs in zuivel
bereiding, theorie en practijk moeten samen
gaan. Op grond van die overtuiging zouden
wij wenschen dat, aan eene inrichting van
wetenschappelijk onderwijs, verbonden werd
een uitstekend werkend bedrijf van veehouderij
en zuivelbereiding.
Deze opvatting wordt nu op verschillende
gronden bestreden. Daarbij blijkt echter dat,
bij belangrijk verschil van meening in som
mige opzichten, toch in andere punten ook
overeenstemming bestaat. Laat ons, in de
eerste plaats, daarop het licht laten vallen.
De heer Sw. meent dat als vakonderwijs
in zuivelbereiding wordt gegeven in streken,
waar het bedrijf nog in hoofdzaak op de
boerderij wordt uitgeoefend, practijk en theorie
innig verbonden moeten zijn. Dat zijn wij
dus geheel eens.
Verder verklaart de heer Sw. dat een
practised bedrijf, beschouwd als demonstratie-
inrichting, bij een zuivelschool als die te
Bolsward, nog zoo kwaad niet zou zijn. In
beginsel komen wij dus ook hier al tamelijk
goed bij elkaar, want datzelfde is ook door
ons beweerd. Onze geachte tegenstander vindt
echter zeer groote bezwaren bij de toepassing.
Die bezwaren hebben betrekking opden vorm
van exploitatie; de comptabiliteit en de leiding
van het practised bedrijf.
Zou het nu geene overweging verdienen
om te beproeven die bezwaren op te lossen?
Waar een wil is, is in den regel ook wel
een weg! Ten opzichte van vorm van exploi
tatie en comptabiliteit denken wij, bijv, aan
de proefzuivel boerderij te Hoorn. En wat de
leiding betreft bestaan er niet een groot
aantal inrichtingen van onderwijs, Hoogere
Burgerscholen bijv., waar de directeur geas
sisteerd wordt door leeraren die zelfstandig,
en toch onder den directeur, eene afdeeling
der inrichting leiden?
Behoudens deze punten van overeenstem
ming loopt onze
gullen die van
De bij mij ingekomen gaven zullen dank
baar in dit blad worden verantwoord.
Berlicum, 11 Nov. 1907.
J. S WEERSTRA—Runia.
Gaarne bevelen ondergeteekenden boven
genoemde bede om steun aan.
Ds. L. REINDERS.
Berlicum. J. ANEMA, Postambtenaar.
Deze advertentie in het Zondagsblad
het Nieuws van den Dag
1907 trok toevallig onze
Haar inhoud is gelijk
In ons vorig opstel hebben wij gewezen
op het feit dat in het buitenland meestal
practijk en theorie te zamen worden onder
wezen. De heer Sw. neemt aan dat dit
wenschelijk is in Staten waar de zuivelberei
ding nog iets nieuws is, waar het a, b, c,
nog geleerd moet wordenhij herinnert verder
dat wij rekening moeten houden met de
omstandigheden waaronder wij leven die niet
gelijk zijn aan het buitenland en wijst eindelijk
op Denemarken waar uitsluitend theoretisch
onderwijs wordt gegeven.
Dit laatste is juist ook van andere zijde
werd ons daarop reeds attent gemaakt. Wij
kunnen tegenover dit voorbeeld aanbalen
Engeland en Canada, die waarlijk ook niet,
met hun zuivelbedrijf, op de eerste sport
staan, en vooral op Zwitserland een der oudste
zuivelstaten. De voornaamste zuivelinrichting
in Zwitserland oefent ongetwijfeld een belang
rijken invloed uit op de Zwitsersche zuivel-
nijverheid, en heeft meestal meer aanbod van
leerlingen dan geplaatst kunnen worden.
Intusschen wij willen op deze zijde van
de kwestie niet dieper ingaan. Gaarne erkennen
wij dat wij noch met Deensche, noch met
andere buitenlandsche toestanden, volledig
genoeg op de hoogte zijn voor een grondig
zelfstandig oordeel. Onze persoonlijke kennis
zoowel van het een als van het andere, is
gebaseerd op korte bezoeken. Waar wij
echter niet kunnen vragen dat iemand, die
onze opvatting niet deelt, de voortreffelijkheid
van Engelsche of Zwitsersche inrichtingen
zal erkennen, daar zijn wij ook zoo vrij niet
onmiddellijk mee te doen in de mode om met
alles weg te loopen wat uit Denemarken
komt. Voor de beoordeeling van dat alles
is grondige en veelzijdige kennis noodig.
Laat ons hopen dat hei Nederlandsche zuivel-
onderwijs, bij de betrokken autoriteiten, nog
eens zoo belangrijk zal worden bevonden dat
eene speciale, grondige en veelzijdige studie in
het buitenland wordt ingesteld.
Wij komen thans tot het hoofdpunt van
ons verschil.
De heer Sw. meent dat de practische werk
zaamheden voor en tijdens den cursus, zooals
die bij het leerplan zijn voorgeschreven, ge
voegd bij de excursies, voldoende zijn voor
het practisch onderwijs. Wij bestrijden dit.
Een enkel woord over de excursies. Wij
zijn voorstanders van dien vorm om den
gezichtskring uit te breiden, vooral voor per
sonen die dagelijks practisch werkzaam zijn
en dan liefst voor personen op wat rijperen
leeftijd. Wij betwijfelen echter dat gewone
jonge menschen van 19 a 20 jaar, die den
ernst van het leven, ook de zorgen van het
bedrijf, nog niet kennen, als zij eens een dag
uit zijn, wel veel zullen profiteeren voor
hunne practische ontwikkeling bij een kort
bezoek aan eene zuivelinrichting.
En dan de werkzaamheden in eene fabriek
vóór en tijdens den cursus. Hier ligt, ge-
looven wij, het zwaartepunt van ons verschil.
Wij zijn niet tevreden met een gewoon, goed
gedreven, bedrijf. Ons doel is om aan de
zuivelschool te hebben een uitstekend bedrijf
waar practisch les wordt gegeven in verband
met het theoretisch onderwijs. Het bedrijf
dat wij ons denken, moet zoowel door de
kwaliteit, als door de soort der producten,
meewerken om het zuivelvak in vooruitgaande
richting te ontwikkelen.
Een enkel voorbeeld, om duidelijk te zijn.
Wij kunnen ons voorstellen dat een leerling
der zuivelschool practisch werkzaam is in
een goed gedreven bedrijf waar, ter wille
van het directe hoogere voordeel, magere
Edammer kaas wordt gemaakt. Een derge
lijke practische opleiding bevredigt ons niet.
In onze voorstelling omtrent een practische
onderwijs-inrichting komt ook voor, een
melk veestapel met wat daartoe behoort. De
heer Sw. kan zich de wenschelijkheid voor
stellen met het oog op het onderwijs in de
gezondheids- en voedingsleer van het rund
vee, maar meent dat zulks ook gaat door
theoretische lessen, aangevuld met practische
lessen, aan de eene of andere boerderij. Dat
men op die wijze ontwikkelend werkt, zooals
met een voorbeeld wordt aangetoond, wij
zullen de laatsten zijn om dit te betwijfelen.
Ons doel gaat echter verder. Wij meenen
in de eerste plaats dat een bekwaam dir.
van een zuivelfabriek bekend moet zijn met
melkenmet de wijze waarop zulks plaats
heeft en plaats hebben moet; met de talrijke
kleine afwijkingen, die zich bij het melken
en het melkvee kunnen voordoen, die be
langrijken invloed kunnen hebben op de
producten. Dat alles leert men slechts door
gedurende geruimen tijd aanwezig te zijn in
een uitstekend veehoudersbedrijf, door dat
bedrijf mee te maken en daar attent te
worden gemaakt op alle bijzonderheden. Er
is nog iets; volgens onze overtuiging is een
ernstige wondeplek bij onze fabriekmatige
zuivelbereiding de onvoldoende zorg bij de
verzameling en de eerste behandeling der
melk, het gemis ook van doelmatige hulp
middelen (directe afkoeling en uitluchting
enz.) Op de boerderij der school moet aan
de leerlingen worden getoond dat men, ook
zonder veel kosten, in dezen ingrijpende
verbetering kan brengen.
Op nog één punt van verschil in opvatting
willen wij wijzen. De heer Sw. meent, dat
het tegenwoordige standpunt der zuivelbe
reiding, speciaal in Friesland, zoodanig is,
dat eene practische onderwijsinrichting over
bodig is. Onze meening is, dat wij nog
lang niet tevreden mogen zijn met het be
staande, en dat ontwikkeling in vooruit
gaande richting niet voldoende is door betere
theoretische vorming. Als toelichting van
die meening het volgende
De heer Sw. is overtuigd, dat, bij even
tueel onderwijs aan boerinnen, wij hebben
zulks boven reeds aangehaald, practijk en
theorie moeten samengaan. Nu vinden wij
in hetzelfde nummer van het
waarin het opstel van
komt een verslag van
zuivelconsulent in Utrecht, over
mingen met het maken van vette Goudsche
kaas op een zevental boerderijen. Aan dit
verslag ontleenen wij de volgende cijfers.
Van 2 tot 29 Juli werden, op de zeven
boerderijen, voor de proefneming verwerkt
4805 liters melk met een vetgehalte van
ongeveer 3 pCt. Per 100 liter melk werden
verkregen 9,3 kilo leverbare kaas. De over
gebleven wei had een gemiddeld vetgehalte
van O,60°/o.
De geldelijke opbrengst aan kaas was ge
middeld f 5,57 per 100 liter. Voegt men
daar nog bij aan weiboter f 0,40, dan komt
men tot een bruto opbrengst van f 5,97.
Zou er wel eene, van de beste, zuivelfa
brieken zijn, die in de maand Juli een der
gelijk financieel resultaat kan aan wijzen
Is het wel konsekwent om practisch onderwijs
wel wenschelijk te vinden voor de beoefenaars
van de industrie die deze resultaten aanwijst
en niet voor die van den bedrijfsvorm waarin
tot dusver dergelijke resultaten niel bereikt
kunnen worden. Het bedrijf op de boerde
rijen waaraan de cijfers zijn ontleend, is
geheel practisch en nu vragen wij valt er,
met het oog op de genoemde feiten, voor
de a.s. zuivelbereiders op uitstekend ingericht
practisch bedrijf niets te leeren
Ten slotte komen wij nog even terug op
ons punt van uitgang. De heer Sw. wenscht
niet minder dan wij onderwijs in zuivel
bereiding en, in verband daarmee, een vol
doend bezoek aan de eenige speciale inrich
ting voor het onderwijs de Rijkszuivelschool
te Bolsward. Beiden vinden wij het jammer,
dat het aantal leerlingen onvoldoende is.
De heer Sw. is overtuigd, dat die onvol
doende deelneming niet te wijten is aan de
inrichting der school en den vorm van het
onderwijs. Wij hebben gemeend de vraag
onder de oogente moeten zien of die inrichting,
en die onderwijsvorm, wel de meest wen-
schelijke zijn. Ons antwoord op die vraag
is dat aan die school ontbreekt eene uit
stekende gelegenheid voor het ontvangen
van practisch onderwijs, omdat zulks noodig
is voor een volledige opleiding en ook
omdat het diploma van eene practische
onderwijs-inrichting meer waarde heeft. Dat
standpunt zoo duidelijk mogelijk toe te
lichten is het doel van ons schrijven.
EEN LEVEN IN NOOD!
Dagelijks zie ik haar hijgend en moede
•onder hare huiselijke bezigheden, deze aan
■tering lijdende jonge vrouw! Zij heeft zoo
noodig eiken dag hulp bij haren arbeid en
en kan dat niet bekomen,
een gave, een weinig ver
licht brengen, in het leven van
Bolswardsche Courant
Jt
I
1
I
I