1908. No. 1. 47ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. TE MIDDERNACHT. Hardrijderij? Schaft r a Ijsclub de „lesche J Woensdag 1 Januari. Ingezonden. VOOR BINNENLAND. vol het h vermissing van Ginds wacht de baar. ’t Komt nimmer weer. Prijs: Premie ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. Afzonderlijkenos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Onder der tijden kleed Legt het voorbije leed Zachtekens neer. Keert dan! Het leven wacht, Zegt nu het jaar goênacht, (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) ons met vertrouwen de toekomst in- Met kracht aangevat het werk, ’t Jaar dat uw Vreugd bracht Stil en te middernacht Moet het ter rust gebracht, 't Nu doode jaar. Komt, doet het rouwkleed aan, Vrome plicht dient gedaan; Treedt dan met stille schreen Fluisterzacht heen, en ween, Dekt uw gelaat! leven droeg, en wonden sloeg, Ach, het vergaat. de gedachte oud en nieuw. En liederen hebben ge- van is schrijft ons terecht een be- i ons op 't voorval op- - //is zulk een hulde er waarlijk wel notitie HET BES’! Laat dan komen wat j weg bewandelt en 1 trachtende mensch te zijn, zal ondervinden dat hij niet alleen staat. God helpt, die zich zelven helpt. De middernachtsure. Plechtig hebben ze geklonken die twaalf slagen. Hier heeft men met tintelende nectar in kristallen kelk elkan der heil gevienscht, daar is met een kus en een handdruk uiting gegeven aan van klonkenliederen van liefde, zangen hope op blijde toekomst. Het jaar 1907 heengegaan. Bannelingen. Te Rotterdam zijn gisteren 1300 Russen, meest Israëlieten, uit Amerika teruggekomen om weder naar Rusland terug te gaan. Allen klagen dat de toestand in Amerika van dien aard is, dat er voor hen niets te verdienen valt. Ze werden van het Maasstation per extratreiu naar Leipzig vervoerd, Met juichtoon is het nieuwe jaar begroet. Vreugde heerscht er bij de komst der nieuwe heerscheresse. Wij schrijven reeds 1908. ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4. Bidt, nu ’t verscheiden is God ons behoudenis In nieuwen tijd. Hij, die de toekomst ziet Weet... en wij weten niet!... Zijt gij bereid? Tiid haldt gjin skoft; wertoalve slagen vijf zeventig gv dergulden. 1e Cadeau -. tieriden. 2e Cadeauvijilden. (Ijs en U dienende). Aangifte bij mej wed. GOS) mej gOe(]e hoop onzen weg vervolgd, ,/Pasver” tot Ihrdagmorgen vlijtig, eerlijk, krachtig het nieuwe ingegaan. er wil, hij die zijn zijnen arbeid verricht, Visser verder ging, dat ik de op- en optreden der politie was begonnen met ^Daar kan de politie niks an doen”, en de boel had omgekeerd. De heer Van Beijma was er toch 't eerst over begonnen. Dan, dat ik ’t praatje over supenbrij en lammetjes had vermeld. Op zoo’n manier werden de Raadsleden bespottelijk gemaakt, als marion- netten voorgesteld, enz. enz. Zulke flauwe dingen hoorden niet in ’n verslag. Kortom, dokter was erg boos. Ook de heer Gaastra zong een lied in den- zelfden toon, had zich ook 't was al een En juist op dezen 1 Januari komt de Bolswardsche Courant zijne lezers tegemoet een welgemeend /Zveel zegen en voor- l in hel, nieuwe jaar Ons- Itiad heeft ook zijn goede voornemens voor den nieuwen tijdkring. Het wil trachten huisvriend te zijn in uwe woning. Met terzijdezetting van alles wat zou kunnen schaden aan de goede verstandhouding onder ling, kleurloos en toch niet kleurenblind, met het besliste voornemen, zich door ge paste lectuur en door z/zoo spoedig mogelijk overal bij te zijn” zal de B, C. er naar streven zich een vaste plaats te verzekeren desnoods te veroveren in uwe huiskamer. Daarvoor hopen Redactie en Uitgever op aller steun. Ws. Beschermheer de V/lele Heer C der VEEN, Buneester van (IJs en kr dienende.) jubelende feestgezindheid, elders in rouw of in smarte, ter anderer plaatse met dankbaar heid, zich uitende in hooggestemden zang en hartelijk woord. Tempelwaarts getogen zijn er velen, deze om bemoedigd te worden en steun te zoeken die om met alles wat in hem is Gode te danken voor ondervonden zegen. z/Rust een weinig”, zoo heeft het ge klonken. Even stilgestaan, herdacht wat liefs en wat leeds het bijna vervlogen jaar heeft gebracht, gebeden, gedankt... om dan weer z/de lendenen omgord” voort te gaan den levensweg, bemoedigd en gesterkt. In veler woning heeft men herdacht hen die heengingen om niet terug te keeren, heeft men gedacht hen, die soms o zoo verre zijn; ver over de groote zeeën. Een oude moeder heeft in gedachten het kind gegroet dat in vreemde gewesten met moordend klimaat hoopt op een spoedige thuisreis naar ’t stille ouderhuis. En hij, die over haar zit aan den oudejaarsavonddisch, laat het sneeuwwitte hoofd rusten op de hand, en hoe dankbaar ook zijn harte klopt voor Hoogeren zegen op zijn, ook door menschen zoo gewaardeerden arbeid, in de wereld hij zou het goud der Koninklijke onderscheiding willen geven om allen, allen die tot de zijnen behooren, op dezen avond om en bij zich te hebben, om nog eens //te saam vergaard” op éénen toon en volgens oud gebruik te spreken over huiselijk leed en huiselijke vreugde. Daar zijn ook stoelen, die niet door sterf geval ledig zijn geworden. Inbrekers te Amsterdam. Weer hebben de inbrekers in den nacht van Zaterdag op Zondag hun slag geslagen. Dat men hier ook nn met het beruchte Trio te doen heeft, lijdt geen twijfel. Zij hebben hiervan de meest ondubbelzinnige bewijzen achtergelaten. Het gold thans de cacaofabriek //Holland” van de firma Janse Co. aan de Kuiperstraat. Om zich toegang tot deze fabriek te ver schaffen, zijn de dieven in een belendend perceel doorgedrongen door in breking van een ruit en rasterwerk. Op deze wijze kwamen zij op het terrein waarop het gemunt was. En toen zij eenmaal binnengekomen waren, gingen zij aan den arbeid. Alles werd'door zocht, de lessenaars opengebroken en de boel op de meest baldadige wijze vernield. De brandkast werd naar het belendende perceel gesleept en daar opengeboord. Een bedrag van ongeveer f 101) werd medegenomen. Behalve eenige onsmakelijke artikelen werd in de brandkast gevonden een briefje met de woorden //Tot weerziens, dag, Trio”. Ook in het kasboek hadden zij den naam //Trio” geschreven. Toen de benedenverdieping voldoende door- snuffeld was, trok men naar boven naar het kantoor van den chef. Onnoodig te zeggen dat ook hier alles onderst boven gehaald en vernield werd. Niets van hun gading konden zij hier machtig worden. Zij lieten een bitter- flesch met een glas zonder voet achter. In de Mauritsstraat 1 heeft de heer Lu- berti een café //Prins Maurits”. Zaterdag avond kwamen een paar ongunstig uitziende personen een glaasje klare drinken. Het viel den heer Luberti op, dat zij alles goed opnamen. Toen hij' tegen twaalf uur wilde sluiten, vond hij de bezoekers achter de toonbank van het afgeschoten deej van het café, blijkbaar met de bedoeling zich te laten insiuiten. Ze droegen nu andere klgeren en brillen. Dadelijk herkende de heer Luberti ze echter hij achtervolgde ze en een der mannen werd op de Weesperzijde gevat en aan de politie overgeleverd. In de Raadsvergadering van Lemster- land van 21 dezer werd de zitting geschorst om den verslaggever der Jouster Courant gelegenheid te geven zich te verdedigen tegen een klacht van een der leden over diens verslag der vorige vergadering in die courant. z/Dat men een Raadszitting schorst om een verslaggever gelegenheid te geven zich te verweren”, langstel! end lezer, die inerkzaam maakte aan de pers dat zij i van mag nemen”. Het incident wordt in de Jouster Cl. van 25 dezer als volgt beschreven //Vervolgens kwam dr. Visser (die aan het woord was) met iets nieuws op de proppen. ’t Was nu gemunt op mij, verslaggever van de Jouster Courant. Ik had n.l. ten onrechte, met betrekking tot dokters op merking o ver zonder lichtdoorvliegende-fietsers, van ^canaille” gesproken. 8pr. had dat woord nooit genoemd; riep den Voorz. en de heele vergadering tot getuige en wenschte dat ik erkennen zou ’t mis te hebben ge had. ’t Waren een paar respectabele burgers uit Lemsterland geweesthoe zou hij die canaille hebben kunnen noemen en hoe zou hij dan aan den Burgemeester hebben be loofd onder vier oogen te zullen zeggen wie ’t waren, 't Was te gek om van te spreken. Noch de Voorz., noch een der heeren Raads leden koos in dezen partij, waarna de heer Visser verder ging, me hoogst kwalijk nam aanmerkingen over ’t begonnen met ,/Daar Zijn wij bereid? Want hoe moed wij nu ook weer verder gaan, wij weten niet! Hoe zal het nieuwe jaar zijn? f Laat gaan. heelen tijd geleden geërgerd, ’t Gesprokene werd verdraaid weergegeven, spr. was ook al in een bespottelijk daglicht gesteld enz. had zich voorgenomen voortaan zijn woorden te wikken en te wegen en... had de Jouster Ct. nadien nooit weer in willen zien. (Dat was jammer.) Nadat de beide verontwaardigde heeren uitgesproken hadden, vroeg ik de Voorz. me met een enkel woord even te mogen ver antwoorden. Z.E.A. vond dit niet meer dan billijk en schorste daarom voor een oogenblik de openbare zitting. We dankten den Voorz. voor zijn wel willendheid en beloofden, toen de heer Gaastra een breede uiteenzetting vreesde, kort te zullen zijn. In de eerste plaats dan ver klaarden we, dat we ons wel zouden wachten een spreker woorden als //canaille" in den mond te leggen, als we niet beslist uit onze noteering de zekerheid hadden dat het ge sproken was. Dr. Visser had dan ook wel degelijk ’t woord //canaille" in dat verband gebruikt. Hadden we echter kunnen vermoeden dat het de bedoeling niet geweest was de overtreders er mee te qualificeeren, dan hadden we ’t weggelaten, doch we meenden uit de booze stemming, waarin de heer Visser, naaf ’t ons voorkwam zijn mededeelingen uitsprak, te moeten opmaken, dat dit woord juist met opzet hier gekozen was en daarom zetten we het neer. Het is toch juist ons streven om de kern van het gesprokene zoo nauwkeurig mogelijk weer te geven, maar kleeden dan het geheel op onze wijze in, om het den lezer wat smakelijk te maken. Naar aanleiding van die andere uitdruk kingen, welke de heer Visser niet ontkende gesproken te hebben, verklaarden we te meenen, dat in een raadsvergadering de ernst moest voorzitten en zeker alle heeren wel moesten weten wat gesproken en gezwegen diende te worden. In elk geval achtten wij ons niet geroepen te beoordeelen waar de ernst der sprekers ophield en de gekheid begon. Punten worden behandeld en besproken, wij noteeren en maken daarna ons verslag en zuigen daarbij niets uit den duim, zooals de hr. Visser nog wilde beweren, maar kunnen evenmin altijd schilling houden van wat in ernst en wat in scherts is bedoeld”. Zaterdagavond, tusschen 8 en 10 uur, hebben inbrekers, tijdens afwezigheid der bewoners, een bezoek aan de le étage van het perceel Jodenbreestraat te Amsterdam gebracht, waar de familie Spijer woont. Na de deur te hebben opengebroken, zijn ze op zoek naar geld gegaan en hebben daartoe alles overhoop gehaald. Zelfs hebben ze een bed uit de stede getrokken en dit opengesneden, om te zien of daarin ook iets verborgen zat. De inbrekers moesten echter zonder buit vertrekken. Toen de bewoners thuis kwamen, waar schuwden zij de politie, die terstond een onderzoek instelde. Daarbij kwam aan het licht, dat de inbrekers een paar diamanten knopjes en een gouden ring hadden laten liggen, vermoedelijk omdat het hun om geld te doen was. Eenigen tijd geleden werd in de Schie een dameskoffertje, inhoudende muziekboeken, een exemplaar van het schoolblad en eenig damesondergoed, gevonden. De nasporingen waren vergeéfsch. Men dacht reeds aan mis daad. Thans komt eenig licht in deze zaak en is er alle grond aan te nemen dat spoor wegpersoneel den koffer, na deze openge broken en datgene wat van waarde was er uitgenomen te hebben, in de Schie heeft gegooid. Door een juffrouw buiten Rotter dam is aangifte gedaan van haar koffertje. Jute-Nijverheid. Blijkens een kennisgeving, in de beide jute-tabrieken van de firma Ter Horst Co. te Rijssen aangeplakt, zullen deze, aan vangende 6 Jan. 1908, tot nader order worden stop gezet des avonds te 5 uur in plaats van te 7 uur. Gebrek aan orders is als oorzaak te beschouwen. (Mijnheer de Redacteur Forline wike,twadde krystdei, hat de //Krite Boalsert” fen it Selskip foar Fryske Tael- en Schriftenkennisse syn gewoane feestlike gearkomste de jouns balden. It gyng wer lyk as alle jierren er wiemen in bulte minsken om to sjen nei de stikken, dy’t er opfierd waerden. It spyljen gyng flot en flink, mannich frommeske helle by it earste stik fijar busdoek ut ’e büse, en hwa’t hwet fleuricher fen aerd wier, koe by it twadde krom hingje fen 'e laeits. Net tsjinsteande de wolken reek, dêr’t men op 't lést mar amper mei syn eagen trochboarje koe (er hongen ommers papierkes oan ’e mfirre: //nét smoke”, hwet safoile sizze wol as: ^smook sa bird as jim’ kinne) net tsjinsteande dy wolken reek den, koe men ta ’t ein ta krekt genöch sjen, om alles moai to finen, en dernei fen herte to hantsjeklappen. Lykwols, ik ha dér de jouns hwet opmirken det mij de reden jown hat, om dit stikje to skriuwen. Hast alle plakken wiemen bispritsen. De bfitenminsken, dy’t de deis net bést kom me koenen ef woenen, om det to dwaen, koene allegearre lang gjin tagongskaerten krije, sa föl wier de seal. Dy’t yet sa lokkich wiemen, ien to bi- machtigjen, stapten mei in blier gesicht de seal yn tinkend: „Jonges, jonges, nou kinne we joun eris lekker hwet op in stoel sitte to sjên, en den hwet dounsje, in moaie dtsetter fen ’e krystdagenl Mar hwet det sitten oangyng, det wier hornar! In pear wiemen yette sa lokkich, mar de oaren, sa’n tritich tink ik, mochten stean ef sleau tsjin it biljert oan hingje, den dounsje, as hja ’t net litte koenen, om, as ’t in bütentnan wier, nei in fire bonkeljen sa wirch as in houn thfis to kommen. Nou kom ik hjir tsjin op: In seker oantal kaerten fit to jaen, om’t er gjin mear yn meye, en dy’t sa’n kaert krije, yette in stoel to finthalden. Mij tinkt soks komt net to pas, en myn wyt wier, om tsjin sa’n handel- wize kreftich protest oan to teikenjen. Tankjend, M. de R. for de romte, bliuw ik jou tsjinner IN TASK6GER. Bolswardsche Courant t MB Tn-.nr- t-tpii ii

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1908 | | pagina 1