Nieuws- en Advertentieblad Bols ward en Wonseradeel. -4 1908. 47ste Jaargang. No. 3. Verschijnt Donderdags en Zondags. 3| Donderdag 9 Januari. BEURSZAKEN. ■■■■■■■I VOOR - Sik Afzonderlijke BINNENLAND. Workum. 2 781 206 712 13249 378 2022 7020 13941 16509 2725 5629 15245 18560 272 ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Cent. na- Tot van op schijnt te van de crisis niet bij, hij had Maar als dat de kleeren gemaakt. De en pruim. Het nu moet de naar Oome-Jan Totaal 97249 In 1906 bedroeg de aan voer 88855 1 i zoodat in 1907 de meerdere aanvoer 8394 stuks vee bedroeg. Eenige Engelsche liefhebbers van ijs- sport, onder wie de heer Tebbut, die vroeger aan internationale wedstrijden deelgenomen heeft, hebben gisteren te Heerenveen de wed strijden om het ainateurs-kampioenschap van Friesland en een hardrijderij van beroeps rijders op de korte baan bijgewoond. Zij hadden het plan, eenige dagen in Friesland te blijven, om te genieten van het ijsvermaak. Een 18-jarige rijder is Zondag op het ijs bij lip gevallen en aan de gevolgen over leden. Prins medaille Siebenga van Rauwerd, den winnaar van den prijs (een gouden horloge) bij gelegenheid van de hardrijderij op schaatsen, uitgeschreven door de IJsvereeniging „De Friesche Jeugd" te Sneek, en gehouden Zaterdag j.l. De laatsten. In Friesland waren den Isten Januari j.l. nog 4 oud-strijders van 1830’32, gerechtig den tot het dragen van het Metalen Kruis, 96 en 97 jaar oud, die in behoeftige om standigheden verkeeren en van het comité voor oud-strijders onderstand genieten. Gemeentefnancién. Gister verscheen in druk het rapport der staatscommissie voor de gemeentefinanciën. Daaraan is toegevoegd een door de commissie saamgesteld wetsontwerp tot verruiming van het plaatselijk beslastingstelsel dat met groote meerderheid is aangenomen. Daar het verslag inzake de regeling der geldelijke verhouding in opgaande beweging zijn en die noemen wij de optimisten. Er zijn ook lui, die meenen, dat alles naar den duivel gaat. Dat zijn de lui die cascarapillen moeten innemen. De verstandigen houden het gulden midden en zeggen, dat het thans geen tijd is voor beursatfaires. Had elke crisis een verloop zooals de vorige, dan zou-je makkelijk kunnen weten wanneer de misère ongeveer geleden zou zijn, maar sedert 1893 is er heel wat veranderd. Vooral in de industrie in Amerika had-je toen ook al groote combinaties, maar over ’t algemeen zou,het op industrieel gebied nog een vrijgevochten terrein zijn, waar ieder een zijn vuisten gebruikte om den ander er onder te helpen. Thans is de toestand anders. De Steel Corporation beheerscht vrijwel de staal- en ijzenndustrie. En wat heeft zij gedaan, toen allerwege de crisis merkbaar werd Zij heeft eenvoudig hare productie tot op 2/5 besnoeid. Ik hoor, dat sociaal democraten daarop wel wat te zeggen hebben. Als dat waar is, dan zijn die heeren olie-dom. Niets toch is beter m een crisis dan een aanpassing van het aanbod aan de vraag. Men wijkt terstond voor den druk en bederft de wereldmarkt niet door aanbod a tout prix. Daardoor zal deze crisis althans zich niet zoo toespitsen als vorige en ook veel korter verloop hebben. Natuurlijk is er een on bekende factor van beteekenis, en die is deze: De reactie is steeds in verhouding tot de actie. De industriëele reactie moet dus in zekere verhouding slaan tot de actie, dat wil zeggen tot de overdrijving, waarvan wij in de laatste jaren getuigen zijn geweest. Nu is deze absoluut niet na te gaan, en daaraan is het ook toe te schrijven, dat we nu en dan hooren van fabrieken, welke na korten tijd weer op gang zijn gebracht. Terwijl men vroeger stopte, door den nood gedwongen, spelen thans de trustleiders hier en daar voor voorzienigheidje, waarmede zij zich tuurlijk af en toe moeten vergissen, nog toe zijn echter de vergissingen niet i veel beteekenis, hetgeen er wijzen, dat de omvang ten onrechte als zeer groot is voorgesteld. Enfin, daarover valt later nog wel te redeneeren, als we goed en wel in 1908 zijn overgegaan en de teekenen aan den horizont duidelijker worden. Thans is het nog een chaos, waaruit alles kan voortkomen. Evenwel met op gezonde basis gegrondveste willige beurzen. Als die in de eerste weken komen, kalf men gerustelijk zijn hart vasthouden voor de gevolgen. PLUTUS (Controleur.) Schaatsenrijden. Hendrik heeft een groote zilveren toegekend aan den 15-jangen J. ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per-regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. Wieringen, vanaf Makkum zonder kijker gezien, was zelfs aan ouderen van dagen nooit overkomen. Sneek. De plotseling invallende dooi speelde Maandagnamiddag tal van lui niet zuinige parten. De regen had in een omme zien onze straten in een spiegelglad ijsveld herschapen, waarop jong en oud zoo potsier lijk voortscharrelden, dat men soms van achter de gordijnen ’t lachen niet kon weer houden. Hier zag men iemand een oud moedertje in den arm nemen, daar ging men hand aan hand bij de helling van een brug op. En ginds daar zag men een jong man hulp verleenen aan een gezonde deern, die door den harden wind geen kans zag op den ijsspiegel ’t pad recht te houden. En tegen haren wil, en zonder er iets tegen te kunnen doen, slierde de oolijke vrijer met zijn steun punt langs de gladde baan, onder luid gelach natuurlijk van de omstanders. Maar bij al die aardigheden moeten we ’t treurig nieuws melden, dat onderscheidenen op een leelijke wijze kennis maakten met de aarde, ja, een enkele zelfs zoo op zijn neus kwam te vallen, dat het neusbeen, naar men ons meedeelt, brak. Gelukkig dat een uur of zeven door den aanhoudenden regen ’t gaan niet meer werd bemoeilijkt. Voor onze neringdoenden was de dooi met recht een groote teleurstelling. Was ’t vriezend, mooi weer geweest, vrijzeker had de gansche stad rijk geprofiteerd van de honderden buitenlui, die dan per schaats onze stad hadden bezocht. Thans waren er maar weinigen, die per schaats onze weekmarkt bezochten. Of de reis goed bevallen is? We betwijfelen ’t. Aan de veemarkt alhier werden in 1&07 aangevoerd Paarden en veulens Stieren en ossen Vette koeien Melke en kalve koeien Pinken Vette kalveren Graskalveren Nuchteren kalveren Vette varkens Magere varkens Kleine biggen Schapen Lammeren Bokken en geiten Arnhem, 6 Jan. Iemand uit Nijmegen had zijne vrouw, die als hersteld uit het krankzinnigengesticht te Deventer was ont slagen, daar van daan gehaald. Te Arnhem, waar moest worden overgestapt bracht hij de vrouw in de 3e klasse wachtkamer. Voor gevende even een boodschap te moeten doen liet hij haar daar alleen achter en kwam niet terug. De politie bemoeide zich met het geval, en daar de vrouw zoo’n onsamen hangend verhaal gaf en tevens wat vreemd deed, meende men met een ontvluchte krank zinnige te doen te hebben en bracht haar naar Deventer terug. Daar bleek echter, dat ze door haar echtgenoot te Arnhem laaghartig was achtergelaten. De laatste maal in het ongeluksjaar 1907, dat ik mijn causerie ga schrijven, doe ik het met een zucht van verlichting, omdat ik, na nog enkele dagen, mijn boeken kan afsluiten en beginnen met een schoone lei. De geheele wereld ziet even reikhalzend uit naar 1908. Ik laat het aan financieele schrijvers van professie gaarne over, de balans van het jaar op te maken en nog weer eens al het lugubere op te diepen, waarover zij nu al twaalf maanden hebben geschreven. Ik heb daaraan volstrekt geen aardigheid. Er is misschien voor sommigen iets amu sants in, te schrijven over zaken, die de existentie van honderden hebben verwoest, en duizenden een aanzienlijk deel van hun fortuin heeft gekost. Ik pas daarvoor. Alleen zou ik wel voor boeman willen spelen, wanneer ik daarbij 1908 durfde presenteeren als een tijd van melk en honig. Zonder mij te rekenen tot de bewonderaars der Parijsche clairvojante, madame Thebès, die voor 1908 een mand vol rampen voor spelt, komt het mij voor, dat je geen groot licht behoeft te zijn, om thans te constateeren, dat het nog niet uit is, gelijk de beursterm luidt. Ik wil wel even zeggen waarom. Er is in de laatste jaren door de geheele wereld op de meest onzinnige manier met de drukpers gewerkt. Een stevig stuk papier met namen en regels had al waarde. Men gaf er zijn goed geld op. Alles Was toch zoo mooi. De drukpers heeft echter te snel ge- loopen en er is meer papier gefabriceerd dan betaald kon worden. Of eigenlijk, zoo is het ook weer niet, want wat gecreëerd werd, is op de een of andere wijze betaald. Ik bedoel, dat men met tal van millioenen niet zoo spoedig die sommen verdient, welke men voorspiegelde uit te keeren. Dat is vooral in Amerika het geval geweest. Daar heeft men honderd en duizend millioen in nieuwe ondernemingen," hetzij fabrieken, hetzij spoorwegen gestoken, maar nu, na den eersten roes al dat geld verinterest moet worden, kookt er wat. Er is niet gezwendeld, althans niet in hoofdzaak, maar het menschdom heeft geloofd, dat het de wetten der evolutie kon verhaasten. Men heeft als ’t ware in het samenstel der raderen nog een wiel geschoven, dat de vernieling zóó groot heeft gemaakt, dat de heele boel droogloopt, nu het smeermiddel: goud, niet in voldoende mate aanwezig is. Wil men ’t anders in beeld gebracht? De wereld heeft zich een broek, jas en vest op den groei laten maken. Eerst leek de bengel met al dat moois een heele heer. Hij rookte een sigaar, pruimde er I zakgeld en een horloge op zak. men goed toekeek, zag men te veel op den groei waren bengel werd naar van sigaar zakgeld raakte al gauw op en stumper zijn mooi horloge brengen. Van tweeën thans éénof de wereld groeit langzamerhand in haar pakje of zij laat voor een oogenblik de naden van de jas verruimen en de broekspijpen verkorten. Daar gaat het om. Op het oogenblik zijn er alle teekenen, dat de naden bedenkelijk zullen moeten worden ingeregen. In Amerika voelt men dat, zeer wijs, maar in Duitschland voedt men den jongen zooveel ’t maar kan tot een ongezonde dikte, wat wel eens over voeding zou kunnen opleveren. In 1908 zullen wij kunnen waarnemen, waartoe dit alles leiden zal. Vraagt men mij, wat ik ervan komen zie, dan wil ik wel dit zeggen, dat er m.i. nog moeielijke tijden te wachten zijn. Men wacht op de verinteresting van groote kapitalen en men zal bevinden, dat vele daarvan zijn gestoken in onder nemingen, die alles zouden kunnen geven wat zij beloofden, wanneer alles bij het oude ware gebleven. Nu dat niet zoo is, zijn zij dood kapitaal en moet men maar rustig wachten, tot de slinger weer den anderen kant gaat heenwijzen. Wij zijn op het oogenblik nog in dalende beweging en het zal wel een jaartje duren eer wij goed en wel door liet doode punt heen zijn. De beurs vergeet dat en dat is haar recht, fir ziin lieden, die al ineenen, dat wjj weer Hepk. Hieuwsbl. v. Fr. Nu het mond- en klauwzeer bijna geheel uit Friesland is verdwenen, worden door het Veeartsenij kundig Staats toezicht, op verschillende plaatsen van de provincie stalinspecties gedaan. Zaterdag j.l. scheen Workum daarvoor aan de beurt te zijn. Toen werden althans verscheidene boer- deijren door veeartsen en veeopzichters onder zocht. Gelukkig kunnen wij melden dat het vee overal gezond bevonden werd. Makkum. Zaterdagmiddag tusschen 2 en 3 uur viel hier een merkwaardig luchtver schijnsel waar te nemen. Men kon vanaf den Zeedijk in Stavoren duidelijk de woningen onderscheiden en zelfs de mistklok zien. Doch ook Enkhuizeu, Andijk, Kwadijk, het geheele eiland Wie ringen en Medembhk waren eveneens met het ongewapende oog te zien. De toren van Medemblik en de rookende sehoorsteenen van tusschen Rijk en Gemeente tot een negatieve uitkomst leidde, zijn zes afzonderlijke nota’s aan het rapport toegevoegd. Uitzetting van de grenzen van het ge meentelijk belastinggebied wenscht de com missie door nieuwe heffingen als: debietrechten op genotmiddelen of rechten op verkoop van waren in het klein; verdubbeling van het bestaande maxima der opcenten op gebouwd en ongebouwd; een gemeentelijke grondbe lasting voor de gebouwen; bijzondere belasting van bouwterreinen; ook bij overdracht; hand having en uitbreiding der straatbelasting billijke bijdrage in gemeentewerken; nieuwe regeling der inkomstenbelasting naar het Pruisische stelsel. Eindelijk wenscht de commissie minder scherpe geheimhouding inzake belasting-aan- gelegenheden door het rijk. Bange uren. Zondagnacht waren 16 visschers uit Harder wijk naar het spieringveld getrokken om daar het winterbedrijf uit te oefenen. Vroeg in den morgen veranderde het weer, zoodat al spoedig de menschen in groot levens gevaar kwamen, daar het ijs door opkomend water (wind Z.W.) zich van de kanten losliet. Nu was goede raad duur. De menschen moesten gered worden, maar hoe? Men zag den toestand erg in, zoowel voor de redders als voor ’t schip, dat zee zou kiezen, daar het ijs sterk in beweging kwam. Toezegging werd gedaan over ’t afstaan van een schuit: redders waren genoeg voor handen, die althans hun menschlie vend heid wilden toonen. Doch de schuit werd niet afgestaan, omdat men bang was, die te moeten verliezen. Daarop verscheen de heer M. de Bunte, vischhandelaar, die terstond een schip, onder leiding van de bekwame stuurlui Nikus Mons Az. en Aalt Bruinink door ’t ijs naar de open watervlakte deed slepen door minstens 260 menschen. Voorzien van nog meerdere helpers en van proviand enz, toog men op onderzoek uit, nagestaard door de vissche’rsbevolking, die de mannen en vaders alreeds verloren waande. Het weer was erg onstuimig; golven en ijs klotsten tegen de schuit. Telkens was men er tusschen ingesloten. Hierdoor was ’t mo gelijk te zeilen, omdat de golfslag minder kracht kon bij zetten. Men keek rond, men zag niets, maar liep groot gevaar om door de groote ijsstukken verder zee in te drijven. Uren bleef men zwalken, doch door ’t donker weer was er weinig te onderscheiden. Ondertusschen hadden er enkelen bezuiden Harderwijk aan land kunnen komen, badende door het water, doch gelukkig... gered. Nog eenigen kwamen opdagen langs den wal en toen men overtuigd was, dat allen van ’t ijs terug waren gekomen, begon men ongerust te worden over de schuit met bemanning. Doch ook hiervoor keerde een goede kans. Men had van de schuit opgemerkt, dat boven op den vuurtoren een vlag was aangebracht, zeker een goed teeken. Hierdoor begon men te denken aan terugkeeren, althans te trachten korter bij wal te komen. Daar merkte men tot groote vreugde ook de Hollandsche vlag aan den kop van de haven, dus teekens van vreugde. Nu naar huis, maar dit wasnietgemakkelijk. Aldoor bestond de kans om zee-in te worden gestuwd, doch gelukkig, na veel moeite en krachtsinspanning kwam men nader aan wal en weer geholpen door een massa volks kwamen schip en redders in veilige haven. Te Apeldoorn is dezer dagen een per soon wegens oplichting aangehouden, die zich bij verpleegzusters aanmeldde en zich uitgaf voor een verpleegbroeder, die door infectie voor zijne betrekking ongeschikt was geworden en thans over enkele dagen een betrekking als boekhouder zou ver krijgen, doch tot zoolang ondersteuning behoefde. Natuurlijk bleef dit geen geheim en is de politie er mede in kennis gesteld, die onmiddel lijk vermoeden had op iemand, hoewel deze een anderen naam heeft. De bedoelde per soon werd in hechtenis genomenhij bekende dadelijk, doch. zeide het ter leen gevraagd te hebben, totdat hij het zou kunnen terug geven. Hij zal zich nu voor de justitie te Zutphen moeten verantwoorden. A. v. d. A I Bolswardsche Courant ikwii t. J

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1908 | | pagina 1