Nieuws- en Advertentieblad Bols ward en Wonseradeel. 1908. 47ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. No. 9. Amsterdamsclie Beelden. Donderdag 30 Januari. I V VOOR Afzonderlijke speler bij respectable BINNENLAND. het uitgedoofd. Toen l gehad hij geval terug wijl het delict gepleegd werd door particulier detectieve, 'n exploitant dus Eigenlijk vond ik leden week van v. Fr. gewoonte bracht de zijn boer J. Bok ma wagen naar de Coöp. Dank zij een ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. uit z n Hij was er nooit goed volgehouden een bewijs geleek een club was, waarin ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau, van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4 gevolge waarvan de telefoonpaal op het Klein- zand het zwaar kreeg te verantwoorden en de top wel 2 meter afweek. Ter voorkoming van mogelijke onheilen, Werd dan ook de noordzijde van het Klein- zand, bij dezen paal, door de politie afgezet. Met de Magyresladder der brandweer werd zoo hoog mogelijk een draad vastgemaakt en verbonden aan een steunpunt in den tuin van den heer Kuperus. Behalve deze zijn nog een paar andere palen, die in dreigende houding stonden, geschoord moeten worden. Gelukkig is in onze stad geen enkele paal gebroken. Niettemin was het telefoonnet Zatm-dag een ruïne gelijk, er waren niet minder dan 37 van de 145 aansluitingen verbroken; de schade voor de coöperatieve Telefoonvereeniging is dan ook nog al aan zienlijk. Met het herstellen van de draden is reeds een begin gemaakt. Nadat de scheepvaart ongeveer vier weken gesloten is geweest, is tengevolge de Zaterdagavond ingevallen sterke dooi, het ijs dermate afgenomen, dat gisteren, Maandag middag, de stoomboot van hier op Leeuwarden, haar eerste reis bijna zonder stoornis heeft kunnen volbrengen. Heden Dinsdagmiddag heeft dezelfde boot de tocht wederom onder nomen. Langs de Franekervaart kwam heden morgen de Harlingerboot de stad binnen. Het meerendeel der booten heeft echter den tocht nog niet aangedurfd. De vaart langs de binnenwateren zal nu wel spoedig geopend zijn, doch, naar men ons mededeelt, moet het ijs in wijde plassen nog een dikte hebben. Een half gros bekeuringen. Door politie-agenten te Rotterdam is tegen een 17-jarig meisje 72 keer proces-verbaal opgemaakt wegens overtreding der verordening op de straatpolitie. Het meisje, dat in visch handelt, weigert steeds op order der politie door te rijden. Het ijs in de Zuiderzee. De motorboot van Marken heeft voor het eerst den weg naar den vasten wal volbracht. Het ging echter met veel moeite gepaard, daar het ijs in het Monnikendammer gat nog sterk is. Heerenveen, 25 Jan. Er helpt geen ver bloemen aan. 't Is alles waar, wat verschillende bladen van Bouwmeester en zijn troep gezegd hebben. Hijzelf is nog altijd de oude; hij voert u me.e waarheen hij wilhij weet een groffe onwaarschijnlijkheid tot iets gebeurlijks te maken. Maar de anderen.Slechts juffrouw Brakensiek gaf vaak goed spel, zoo goed echter niet dat zij de aandacht geheel tot zich vermocht te trekken en daardoor de situatie wist te redden. De doordringende kracht van den grooten meester, naast wien slecht spel niet stoort, ontbrak haar geheel. Zoodra Bouwmeester van ’t tooneel was, had de onbeholpenheid Er was een tijd, dat de heeren dagblad schrijvers weinig ambitie vertoonden als jour nalist karig bezoldigde politie-assistentie te verleenen, door op de terechtzitting de ambts- eedige verklaringen der rechercheurs door hun getuigenissen te steunen. Dat was in de dagen toen de politieke vergaderingen nog interessant waren, de sprekers in het vuur hunner rede zich nog wel eens iets lieten ontglippen, dat op opruiing of belee- diging geleek en eenige der meest aandachtige toehoorders dan ook steeds een paar politie mannen waren. Die tijden zijn voorbij vergaderingen zijn hier al net zoo saai ge worden als heel Amsterdam is en voor afwis seling vindt een dagbladschrijver het blijkbaar wel eens aardig als hulp der straffende ge rechtigheid getuigenis der waarheid te mogen afleggen. Zoo had dr. Feenstra, de zoeklichtschrijver van de Telegraaf en apotheker te Hilversum zich zelf aangeboden als getuige in de zaak tegen de bestuurders van de „Bienfaisance”. Hij verlangde geen getuigengeld en evenmin vergoeding van reiskosten, wat ik heel mooi van hem vond, daar hij weinig „schlagends” te vertellen had. En daar hij op een na de hekkensluiter was in dit gemoedelijke straf geding en het spreekwoord zegt, dat de laatste loodjes het zwaarst wegen, kon de balans van vrouw Justitia deze wel eens te licht bevinden. In de eerste plaats moest de zoeklicht- schrij ver een bekentenis doenheel de pakkende beschrijving van het speelhol met al de intieme bizouderheden was uit z n journa- listieken duim gezogen, geweest, komedie, die wel iets op dat de club werkelijk alleen vreemdelingen werden toegelaten, waren hij en zijn broeder als leden aangenomen. Doch vooraf moest voor ieder f 20 con tributie betaald worden, eu daar de expeditie voor eigen rekening en risico geschiedde, hij f 20 per artikel betaald kreeg, doch betwij felde of de Telegraaf hem de onkosten zou vergoeden, trok hij zich terug. Het was grappig die twee antipoden herr Politzér en dr. Feenstra daar tegenoverelkaar te zien. Toen de laatste het woord „herr” voor Politzér „vergat”, interrompeerde hem de beklaagde, doch toen deze zich aan dezelfde fout schuldig maakte, naar hij zelf verklaarde met voorbedachte rade, lieten zoowel de gemoedelijke president als de getuige alles maar waaien. Politzér vertelde nog iets van „maitre chanteur”, dr. Feenstra hoorde, de armen voor de borst, glimlachend, alles aan, vaak met den rug naar de groene tafel gekeerd. De laatste getuige, een inspecteur, kon zich in de heerlijke naïviteit van sommige politiemannen verheugen. Hij had het toezicht gehad in de Vondelstraat in die dagen van beroering en op moeten treden tegen het gepeupel, dat de vreemdelingen medesleurde. Of die relletjes echter het gevolg waren van het geschrijf in de Telegraaf daar kon hij geen antwoord op geven. Daar had de goede man nooit van gehoord. Eten en drinken voor mr. van Gigch in zijn pleidooi. Toen hij de Telegraaf met het bewuste zoeklicht ontving, bevond hij zich in het heerlijke Schwarzwald en de lezing er van had een diepen indruk gemaakt op zijn ontvankelijk gemoed. Hé, dacht hij, wat een edele beweegredenen moet de man gehad hebben, die zóó kan schrijven en hij was dan ook verheugd geweest hem hier te zullen hooren. Maar wat was dat een teleurstelling geweest! De schrijver verklaarde nu zelf, dat hij naar de Vondelstraat geweest was om copy te halen. Toen hij het paradijs kon binnentreden, de geheimzinnige zaal waarover zooveel gefluisterd werd, waar zooveel onge rechtigheden geschiedden, waar personen samenkomsten hielden, was hij teruggekrabbeld omdat het hem f 20 kostte. En dan zoo had hij gedacht en verklaard hij kon er mooiere copy uithalen, als hij er met dan als hij er wel bij geweest was. Onder dat deel van het pleidooi schitterde achter in de zaal het zoeklicht van de Tele graaf. Even later was was het een licht dat zoek was. weer de overhand. Soms werd het pijnlijk. Bij de ernstigste scènes zat de een te blozen van ergernis, de ander met verbeten lachen recht voor zich uit te staren. Van de stukken zullen we niets zeggen, 't Is bekend dat de hoogbegaafde tooneel- een slechte keuze heeft, in dit opzicht. 25 Jan. De schoenmaker v.d. V. kwhm gisteravond bij een klant een paar schoenen halen, die hersteld moesten worden. En nu krijg ik’ze gauw terug, niet waar? zei de vrouw. Ja zeker, zei v.d. V., die ook aanspreker is, als er geen sterfgeval ofzooiets tusschen- beide komt, dan morgen wel. Pas had hij het gezegd, of hij zakte, door een beroerte getroffen, ineen, en enkele uren later bad hij reeds opgehouden te leven. Hepk. Nieuwsbl. Workum. Als naar arbeider M. de J. voor de melk met paard en Stoomzuivelfabriek „de Goede Verwachting”. Halverwege de Stationsweg gekomen, brak een zwaar met ijzel beladen tak van den boom waardoor het paard zoo hevig schrok dat het bijna niet te houden was, waardoor de wagen, beladen met gevulde kannen in de sloot terecht kwam, terwijl men het paard op den wal kon houden. Hulpvaardige handen hielpen mede om den kostbaren inhoud op het droge te brengen. Het bleek dat een gedeelte van de melk is verloren gegaan en de wagen is beschadigd geworden. Sneek. Ter verkrijging van een beteren weg, moet de Directie van de Ned. Tramweg- Maatschappij pogingen aanwenden om door aankoop eigenares te worden van een paar panden aan de Wijde Noorderhorne bij de Noorderpoort. Door amoveering dezer huizen zou de lijn verlegd en daardoor de scherpe en lastige bocht niet zooveel onaangenaam heden meer veroorzaken. De tegenwoordige eigenaren der lan derijen, gelegen in het Convent Ee, zijn, naar we vernemen, tegen het vonnis der Arr. Rechtbank te Leeuwarden, waarbij hun alle rechten van eigendom en gebruik zijn ont zegd en de gemeente Sneek als eigenares wordt erkend, in hooger beroep gekomen. Zaterdagnacht werd de politie alhier gewaarschuwd, dat er zeer zeker een binnen brand was in een woning nabij den oliemolen „de Monnik” aan de Franekervaart. Daar de bewoners afwezig waren, durfden de buren zeker niet handelend optreden. Bij de komst der politie kon de brand nog gelukkig met emmers water gebluscht worden. In de kamer vond men bij onderzoek een pot of test met vuur en kolen en niet ver van daar opge stalde manufacturen langs den wand. Ook vond men o.m. een laken, riekende naar petroleum. De bewoner, een kleine koopman, is Zaterdagmorgen nog in zijne woning geweest en daarna naar Woudsend gegaan. Daar een en ander de politie verdacht voorkomt, is de man in bewaring genomen. (L. Ct.) Men meldt nog aangaande deze zaak aan de Sneeker Ct.: Maandag vertoonden zich aan ’t commis sariaat van politie hh. rechters uit Leeuwarden, om een onderzoek in te stellen naar een poging om brand te stichten in een van de panden bij den molen „De Monnik” aan de Franekervaart. In deze zaak werden gehoord J. G. en H. D., welke laatste Maandagavond is op gezonden naar Leeuwarden. Zaterdagavond is de dooi ingevallen en heeft in een paar uur tijds de boomen van hun fraaie winterpracht het werk van mist en stil vorstig weer beroofd, terwijl telefoon- en telegraaflijnen ook spoedig van hun ergsten vijand, den rijp, waren bevrijd. Door de belasting van den rijp zijn heel wat boomtakken bezweken doch ook tal van telefoon- en telegraafdraden gebroken. Het draadverkeer was in de laatste dagen dan ook zeer gestoord en op verschillende plaat sen geheel afgesloten. Op enkele trajecten ondervond de treinenloop zelfs vertraging wegens defecte seintoestellen. Het telefoonnet alhier heeft ook heel wat schade, vele draden zijn gebroken; Zaterdag morgen braken een 10-tal tusschen de palen op Kleinzand en Hooiblokstraat tegelijk, teu- Hulp van de draadlooze telegraphic. Den Helder is, als zoovele plaatsen, reeds sinds Vrijdag van het telegraphische- en tele- phonische verkeer met Amsterdam en het binnenland verstoken. Alleen met Alkmaar, met de eilanden en met Harlingen is de verbinding niet verbroken. Het station van de draadlooze telegraphie aan boord van het wachtschip aldaar seint nu voor zoover doenlijk de berichten over naar het station op de werf te Amsterdam. De vertraging is echter dikwijls groot. Gekanteld. Op de scheepswerf van de firma Landman te Schiedam kantelde een ijzeren kapspant, die met de electrische kraan was verplaatst en viel tegen een man die voor de zaag machine zat te werken, waardoor hij tegen de machine werd gedrukt en aan borst en hals ernstig werd gekwetst. In bewusteloozen toestand werd hij per brancard naar het ziekenhuis vervoerd. In den hoedenwinkel van C. te Enschede komt een juffrouw, die gaarne eenige hoeden op zicht wenscht mede te nemen. De winkelier gaat hiertoe niet graag over, voldoet eindelijk aan haar verlangen, doch laat uit voorzorg een bediende meegaan. Op weg naar haar woning passeert ze een sigarenwinkel, koopt daar kwansuis eenige sigaren, vraagt of ze daar even een hoed mag laten staan, wat haar wordt toegestaan en vult de doos weer met een oud kleeding- stuk. Met den bediende aan hare zooge naamde woning gekomen, zegt ze tot dezen, dat het wenschelijk is niet mee binnen te gaan. Daarmede niet gediend gaat de bediende, na de hoedendoos in ontvangst genomen te hebben, terug naar den winkel, den patroon zeggende, hoe goed de maatregel van hem is geweest. Deze, in zijn nopjes, dat hij ten minste zijn hoeden heeft behouden, pakt de doos uit en ziet wat er gebeurd is. De politie, met het feit in kennis gesteld, heeft de handige dievegge een vreemdelinge blijkbaar nog niet gevonden, van heel wat meer beteekenis een onbeduidend zaakje, dat ver- op de rol stond, 't Was een smaadschrift, doch ik kom er op een van een klein informatiebureau. Van zoo’n instel ling zijn velen afhankelijk. Als men een jong koopman of iemand met wien men nog nooit zaken deed, crediet moet verleenen, een crediet dat als het een „waardige” wordt verleend, zoowel credietgever als nemer geld doet verdienen, gaat men voorlichting zoeken bij een deskundige, een informator. Precies dus zooals een zieke naar een dokter, een rechtzoekende naar een advocaat gaat. Doch terwijl voor de laatste functies door de wet waarborgen worden geëischt, zoodat het eigen schuld is wanneer men bij een kwakzalver of beunhaas terecht komt, kan ieder die een beetje ondernemingsdurf heeft, dit hoogst verantwoordelijke beroep opnemen, zonder ook maar in de minste mate te hebben bewezen daarvoor de noodige menschen- en zaken kennis te hebben. Veel kapitaal is er ook niet voor noodig, want de klanten, die ge woonlijk een couponboekje hebben, betalen vooruit. In het algemeen ligt het op den weg van elk bureau zooveel mogelijk juiste informaties te geven. Doch daarom juist moeten m. i. de serieuse bureaux het toejuichen wanneer niet alles wat in dit vak geschiedt met een sluier van geheimzinnigheid blijft bedekt, als er een weg wordt gevonden om het informatie wezen onder controle te stellen. Hoe het nu soms 'toegaat? Mij is een jongmensch bekend, die reiziger was bij een Ned. glas fabrikant. Hij was nog niet mondig, had evenmin handlichting. Hij meent echter meer te kunnen verdienen als agent van buitenlandsche firma's, met wie hij in cor respondentie treedt. Op zekeren dag komt er iemand bij hem die zich noemtinspecteur van het informatiebureau van X., een bureau dat hij nooit had hooren noemen. Deze wenscht allerlei intieme bizouderheden betreffende zijn zaken etc. te weten, doch de glasreiziger ziet daar niet het belang van in. Later gaat hij aan het opgegeven adres toch eens zien hoe dat informatiebureau er uit ziet. Het blijkt dat het zich op een bovenhuis bevindt en dat bureau, directeur, inspecteur, controleur, administrateur en colporteur allemaal in die mijnheer X. is vertegenwoordigd. Eenige dagen later ontvangt hij een brief uit Duitsch- land. De directie van een fabriek, waarmee hij in onderhandeling stond voor de vertegen woordiging, schrijft hem af. Hij vraagt de reden. Eu zie, wat bijna nooit gebeurt, de directie zegt hem dieuit de informatie was gebleken, dat hij al eens failliet was geweest! Hoe serieus die informatie was geweest, hoef ik hier niet bij te voegen. 'n Ander jongmensch, dat nimmer in de gelegenheid was geweest veel algemeene kennis op te doen, kwam van de lagere school als jongste bediende in een winkel. Daarna ging hij naar een „ketoortje”, kwam toen in de „Fransche Bazar” en werd ten slotte belast met de afdeeling postzegeltjesplakken en adres senschrijver op een informatiekantoor van den zooveelsten rang. Toen hij hier eenige jaren was geweest en het klappen van de zweep had geleerd, begon hij voor eigen rekening zoo'n zaakje. 1 Hij is nu rechter over de credietwaardig- heid van ervaren kooplieden, den onderne mingsgeest van bekwame industriëelen, de moraliteit en ijver van menschen, die ver- trouwensposten vervullen, de kunde van ge diplomeerden. Is 't niet een beetje bar? Bolswardsche Courant 1 I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1908 | | pagina 1