Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward. en Wonseradeel.
No/13.
1908.
47ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
„Malle Geert" te Harlingen.
Amsterdainsclie Beelden.
Donderdag 13 Februari.
VOOR
-
Afzonderlijke
BINNENLAND.
wisten bewijst het
aan ’t licht kwam.
heer G. A. Leverland, is het behaalde succes
eene schoone voldoening voor hunne toe
wijding.
Aan bijvalsbetuigingen ontbrak het niet.
Aan ’t slot moest driemaal gehaald worden.
Namens de Schouwburgvereeniging werd
eene fraaie krans aangeboden, een welver
diende hulde voor de uitstekende vertolking.
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Sneek. De tentoonstelling van voorwerpen,
vervaardigd op den dezen winter gehouden
cursus in houtsnijden, onder leiding van mej.
Lettinga, mag als volkomen geslaagd worden
beschouwd.
Volledigheidshalve laten wij onderstaand
ook het oordeel der Nieuwe Harlinger Courant
volgen omtrent de aldaar gegeven opvoering.
Zij, die Donderdagavond in den Schouw
burg de opvoering van „Malle Geert'’ hebben
bijgewoond, zullen het bestuur der Schouw
burgvereeniging dankbaar zijn geweest, dat
di. de gelegenheid heeft aangeboden, kennis
te maken met het laatste toonwerk van wijlen
den begaafden stadgenoot Mart. Schuil, nog
niet geheel voltooid, toen de onverbiddelijke
dood hem wegrukte. Richard Hol heeft de
muziek voltooid en op eene wijze, die den
bekenden componist tot eer verstrekt, hoewel
uit den aard der zaak de melodiën van
Schuil, den vervaardiger van den geheelen
tekst, nauwer en inniger aan dezen verwant
zijn. Ook de instrumentatie is van de hand
van Richard Hol.
De inhoud van het zangspel komt onge
veer neer op het volgende. „Malle Geert”,
die vroeg hare ouders verloor, wordt opge
voed door hare grootmoeder, die tengevolge
van het wegzenden uit den dienst bij den
pachter Bierma met wraak jegens deze wordt
vervuld, welke zoo van invloed is op haar
humeur, dat ze weinig liefde heeft te geven
aan haar kleinkind. Vrouw Dibbel wil zich
wreken op den hardvochtigen boeren broode-
loos geworden, der wanhoop ten prooi, koes
tert ze het plan Bierma’s hooiberg in brand
te steken. Ze doet het echter niettoch
brandt de hooiberg af, doordat Bierma, haar
voornemen bemerkende, zelf den brand sticht
en zich daardoor redt uit fiuanciëele moeilijk
heden.
Geerte wordt
Bierma is
gerecht er
De diamantbewerkers zijn altijd belangrijke
steunpilaren geweest voor Opera’s in ’t al
gemeen en de Italiaansche in ’t bizonder.
Zij namen nu misschien wel niet de loge en
stalles in, een goed bezet „balcon” ié ook
veel waard. Natuurlijk heeft de algemeene
malaise ook haar invloed doen gelden op het
opera-bezoek in ’t Paleis. In verband met
de opera’s in soorten, die nu op ’t papier
al gesticht zijn, maakte m’n collega van de
Prov. Gron. Cl. een opmerking, die een on
juistheid is. Mr. F. A. van Hall, die in de
Ned. Opera, in de zooveelste macht zou
zitten had dit jaar al zooveel schatten met
de Italiaansche Opera verloren. Hoe mijn
geachte confère tot die conclusie komt is mij
een raadsel. Als eigenaar van het Paleis
verhuurt hij de zaal tegen een zooveelste
deel der recette; zijn bureaulist ontvangt en
behoudt natuurlijk het aandeel dat den heer
van Hall toekomt. Nu mag dat deel wat
minder groot zijn, van een verlies van schatten
is geen sprake, terwijl hij met de exploitatie
van de Opera niets te maken heeft.
Heclamebiljetten.
De Arnhemsche Rechtbank veroordeelde
den winkelier die terecht had gestaan wegens
het ter verspreiding in voorraad hebben van
reclamebiljetten van de maatschappij „De
Tijdgeest”, in vorm en uiterlijk gelijkende
op bankbiljetten van f 10, tot f 3 boete.
Letsel en dood door schuld.
De 4e kamer der Rechtbank te Amsterdam
veroordeelde gisteren den 24-jarigen arbeider
der Holl. Ijzeren Spoorweg-Maatschappij tot
6 maanden hechtenis (de eisch was 9 maanden)
wegens het door zijn schuld veroorzaken
van den dood van een ander en van licha
melijk letsel van een ander.
De Rechtbank maakte uit dat de man,
die als overweg-wisselwachter te Hilversum
dienst deed, bij het ophalen der boomen
ook niet de geringste oplettendheid heeft in
acht genomen, daar hij anders den trein
had moeten zien aankomen, welks komst
hij kon vermoeden.
Bij het ongeluk op den overweg Lieberger-
wegLiebergerstraat, waar bekl. dienst deed,
kwamen drie menschen om het leven en
werd een vrouw zwaar verwond.
Haarlemmer Staalwater.
Ons wordt een circulaire gezonden over
het Haarlemmer staalwater, die wij niet in
haar geheel kunnen opnemen. Maar ter
kenschetsing van de geneeskrachtige werking
van dit nationaal produet schijnt het ons
wel geschikt er op te wijzen, dat hier de
uitkomsten worden meegedeeld van een aan
tal proeven, door dr. Van Linden van den
Heuvell in het St. Elisabeth’s gasthuis te
Haarlem genomen en waaruit duidelijk blijkt,
dat in deze gevallen de qualiteit van het
bloed verbeterd is na een kuur van eenige
weken. Handelsbl.
Te Utrecht is Vrijdag een zekere G. v. G.
door J. de K., beiden wonende aan den
Gruttersdijk in de Lange Viestraat, onder
een passeerende automobiel geworpen. Het
voertuig ging geheel over den man heen, die
daardoor zoodanige kwetsuren bekwam, dat hij
dadelijk naar het ziekenhuis moest worden
overgebracht. Zijn toestand was aanvankelijk
ernstig. De borstkast was ingedrukt. Er be
staat echter nog hoop, hem in het leven te
behouden. Het geval moet aan speelschheid
te wijten zijn, ofschoon J. de K., een zeer
berucht persoon, voorloopig nog aan het
hoofdbureau van politie in bewaring werd
gehouden.
het zelf ook niet onder stoelen of banken.
Op de groote handelskantoren, waar dagelijks
misschien meer dan honderd brieven weggaan
komt het nog wel eens voor dat het jonge
mensch een bijverdienste in de postzegeicassa
zocht, daar is dan ook bijna geen controle op
mogelijk en tegenover het betrekkelijk luttele
bedrag zou dit ook te tijdroovend en, time is
money, te kostbaar zijn. Gewoonlijk bepaalt zich
de controle tot het nazien der gekochte post
zegels. Dit klopt echter steeds, want maar
al te vaak had de jongste bediende van te
voren eenige reepen postzegels in zijn bezit,
die hij dus zooveel te minder moest inkoopeu.
Vroeger konden zij met die gestolen post
zegels gemakkelijker overweg, door ze op de
kaarten voor de Rijkspostspaarbank te plakken.
Zoo’n jongen zette een kwartje op een boekje
en kwam den volgenden dag met een kaart
beplakt met postzegels waardoor zijn tegoed
f 1,25 werd en haalde dien gulden den vol
genden dag terug. Doch waar dit spelletje
geregeld werd herhaald, wilde de postspaar
bank niet langer assistentie verleenen aan die
postzegeldieven en voerde de spaarbank-
zegels in.
Het bovenvermeld trucje is natuurlijk ook
wel bij heeren patroons bekend en daarom
lieten zij de postzegels halen door een ander
persoon dan die welke later met het fran-
keeren der brieven werd belast. Maar dat zij
er dan nog wel weg mee
geval dat te Rotterdam
Tot de luidjes die met geld uitgeven altijd
goed overweg hebben gekund behooren volgens
de overlevering in de eerste plaats de diamant
bewerkers. Nu er „nood” is krijgen zij geen
ondersteuning van het comité uit de burgerij
wijl ze een weerstandskas bij stakingen hebben.
Ook wordt er nog gesproken van de hooge
loonen, die in dit vak in de laatste jaren
verdiend zijn en dat het dus eigenlijk de
straf voor hun vroegere verkwisting is. Maar
daarbij is veel overdrijving. Om te beginnen
zijn de „diamantbewerkers” der laatste jaren
met te vergelijken met de „slijpers” uit den
Haagschen tijd. Waren dit in den regel
„branies” voortgesproten uit de onderste lagen
van het volk die voor hun molen konden
zitten doch overigens geen A voor een B
kenden, die zich mal-opzichtig kleedden en
vooral kenbaar waren aan hun broeken met
aan de voeten wijd-uitloopende pijpen, die
van Vrijdagavond tot Dinsdagochtend niet
nuchter waren, rammelden met rij ksdaalders
en bij „Kras” een sigaar met een bankbiljet
van t 25 aanstaken, de tegenwoordige leden
of niet-leden van den A.N.D.B. zijn wel
eenigszins anders. Van geld wegsmijten is
nu geen sprake geweest. Zij hebben met hun
gezin buiten gewoond en de vrouwen rijke
kleeren laten dragen; het weinige chic dat
de Amsterdamsche straten opfleurt, danken
wij toch aan de Israëlietische vrouwen en
meisjes.
Vooral Zaterdagavond werd de expositie
door tal van personen bezocht, die gaarne
door mej. L. omtrent ’t een of ander, de
houtsnijkunst betreffende, op de hoogte
werden gebracht. Een 70-tal voorwerpen
van huishoudelijken aardnaai-, sigaren-,-
fichesdoozen, tafeltjes, portretlijsten, papier-
snijders, borstelhangers enz. prijkten met
zulk prachtig snijwerk, dat velen der be
zoekers verrast werden, vooral met ’t oog
op den korten tijd (van 12 Nov. tot 7. Febr.),
die er slechts gewerkt is.
Onder de vervaardigde voorwerpen viel
bovenal de aandacht op een fijn besneden
bloemen bak, een etagèrekast, een kleerhanger
en een stoeltje, alle werkstukken, die ge
tuigen van een vaste hand, een ernstigen
wil en een eindeloos geduld.
Op eene der drie tafels kon ’t publiek de
voorwerpen in wording aanschouwen.
Hier lag een blad, waarop reeds de figuren
waren geteekend, die wachtten op de mesjes
en beiteltjes. En verderop zagen we een
ander blad, half afgewerkt, dat ons een flauw
denkbeeld gaf van de moeite en de inspan
ning, die men zich moet getroosten, om
werk te leveren, dat de kleinste fouten voor
’t oog bedekt houdt.
Aan mej. Lettinga de eer, die hare 14
leerlingen in die weinige maanden zoo ver
heeft gebracht. De Sneeker afdeeling der
Mij. tot N. van ’t Alg. wenschen we succes
met deze welgeslaagde onderneming.
Van harte hopen we, dat ’t voor haar
een aansporing mag zijn, een volgenden
winter op den ingeslagen weg voort te gaan.
De nieuw benoemde directeur onzer
H. B. School, dr. H. Hemmes van Amster
dam, heeft in de vorige week voor zijne be
noeming bedankt. Naar men ons meedeelt,
houdt dat bedanken verband met verplicht
wonen.
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4
van de daad beticht en
nog wel zoo /edelmoedig” het
buiten te laten. Geerte, gebrand
merkt als de brandstichtster, wordt door
hare dorpsgenooten ontweken en als deze
haar ontmoeten, zijn scheldwoorden en ruwe
bejegeningen haar deel.
Vrouw Dibbel, zich zelf voor de schul
dige houdende, wordt na den brand ernstig
ziek, tengevolge waarvan ze haar gezicht
verliest. Met kaartleggen voorziet „Blinde
Mie” in de behoeften van zich en Geerte.
Aan ’t slot van ’t 3e bedrijf, wanneer
Bierma zijn einde voelt naderen, openbaart
hij in ’t aangezicht des doods, de daad, die
hem zijn geheele leven heeft gefolterd en
worden Blinde Mie en Malle Geert in de
tegenwoordigheid van de pachters en pachters-
vrouwen en het personeel der barones. Van
Helm, wonende op Rustoord, volkomen ge
rehabiliteerd en kan Geerte de vrouw worden
van Steven, die Arie den tuinman van Rust
oord, heeft opgevolgd. Dit blij-eindigend
slot stempelt het zangspel tot eene comedie,
hoewel de inboud overigens nogal tragisch is.
De inhoud geeft aanleiding tot pakkende
tooneelen en spant van het begin tot het
slot de aandacht in hooge mate.
De muzikale bewerking valt alleszins te
roemen door den rijkdom van melodieën,
waarvan vooral die van Schuil zeer in ’t
gehoor liggen.
„Malle Geert” werd opgevoerd door de
Operetten-vereeniging uit Bolsward, ruim 50
executanten, en over ’t geheel was de ver
tolking voortreffelijk. Het spel won het van
de zang. Aan dezen worden dan ook vrij
hooge eischen gesteld.
Toch kan de vereeniging met groote vol
doening terugzien op haren tocht naar Har
lingen. Zij heeft den aanwezigen, niet zoo
talrijk opgekomen als verwacht mocht worden,
een schoonen avond bezorgd, waarop veel te
genieten was.
De rollen lan Malle Geert en Blinde Mie
kan men zich, wat ’t spel betreft, door
dilettanten moeilijk beter vertolkt denken.
Ook de tuinman Arie met zijne „bloemrijke”
rol en Steven de tuinmansknecht, eischen
afzonderlijke vermelding. De koren waren
niet steeds gelukkig de mooi-gezette koralen
kwamen niet tot haar recht en klonken on
zuiver.
De begeleiding, strijkkwintet, piano en
orgel, werkten zeer mee tot het behaalde
succesterwijl de regie in elk opzicht zeer
verzorgd bleek. Wat deed het achterdoek,
een Friesch landschap, in hst 3e bedrijf, het
goed.
Voor den ijverigen dirigent, den heer 8.
Buiteveld en den bekwamen regisseur, den
In de laatste weken kon men in onze
dagbladen verschillende crue berichten vinden
over de armoede door werkloosheid. Eerst
waren het gestoofde aardappelen-schillen met
een half ons vet. Even kwam er ook „ge
stoofde poes” bij. Diep treürig maar toch...
als je het zoo hoorde, kwam er een grijns
over je gezicht, duizelde het in je. Juffrouw
pas op je poesje. Vooral als je later las
dat het slechts een goed gelukte speculatie
was, terwijl de echte armoede honger leed.
Al was het nu geen hazenpeper met maca
roni, het zal toch wel een voor ’t oog op
het vuur gezette „gemepte” kat geweest zijn.
Dat er op katten jacht wordt gemaakt in
deze schoone Amstelstad is bekend. Eenige
jaren terug stonden als „professionals” in
het stelen van katten aangeschreven de
heeren „morgensterren”. U kent ze toch
nog de jongens of oude mannen met hun
touwkleunge costuums in een teint die ’t
midden hield tusschen smerig beige en rood
bruine steenkleur, vlassche, slordige haren
die aan alle kanten uitstaken «onder de pet,
waarvan de klep steeds naar achter zat. Over
den schouder een zak en in de hand een
lange haak, waarmee de vodden uit de
grachten konden worden opgevischt. Wat
de „passerouter” op straat of achter een
boom vond een eindje sigaar, een wit lapje,
een spijker, een stuk oud roest, daar had hij
zijn handen voor om het in den zak te doen
verdwijnen. Doch de heeren wilden ook wel
een extraatje hebben en zoo’n extraatje was
dan voor hen een kat. Niet om er zelf
kattenpeper van te maken maar om het vel
te verhandelen aan een opkooper, die er wel
weg mee wist bij een houthandelaar en het
vleesch aan „Artis” voor de slangen. In
hoeverre hun naam als katten-meppers slechter
was dan de daad, kan ik niet zoo precies
beoordeelen, maar dat hun verschijning voor
de jeugd het sein was „En juffrouw pas
op je katje” aan te heffen, was zeker.
„Morgenstèrren’ of „passeroutes” hoe
beeldrij ker, zakelijker en j uister is vaak het volk
in het woorden maken dan een modern litte
rator; je ras sterft uitIs onze gemeente-
reiniging thans zoo wonderbaar goed geregeld
dat er niets meer voor je te verdienen valt
Een nog altijd bestaand en nog wel officieel
aanverwant vak is dat van „hondenmepper”,
de man die zomers in de vroegte in de
buurt van de hondenkar loopt en met een
eindje „loerd” (hondenworst) de honden naar
zich toe lokt om ze dan op te pakken en
in de kar te stoppen. In die honden-
meppende kringen zal het wel vreugde ge
daan hebben dat het honden-asyl (een zware
concurrent voor de „kar” en deszelfs be
ambten) over den kop is 1
Een ander bericht uit Rotterdam
meldde dat op twee personen de aandacht
der politie was gevallen, die gedurende ruim
een jaar ongebruikte postzegels verre onder
de waarde verkochten. Waarschijnlijk zijn
die personen helers bij wie kantoorbedienden
de postzegels van de hand deden. Men wil
weten dat zij voor meer dan f 30,in de
week omzetten. Te verwonderen is het niet
als men de suite opmerkt die sommige jongelui
in café’s en op „vereenigingen” slaan. Waar
doen ze het van? Dat jeugdige kantoor- en
winkelbedienden maar heel weinig verdienen
is bekend, toch zijn er velen naar de laatste
mode gekleed, hebben een dametje aan den
arm en zien niet op een „riks”. In de
winkelbedienden-weelde heeft de „cassa”
eenigszins de klad gebracht, maar slimmerds
weten er toch nog wel raad op. Ik ken
bijv, personen in Amsterdam, die nu flinke
zaken drijven, als bedienden altijd flink ver
teerd hebben en als ze geen cent verteerd
hadden, toen ze voor zich zelf begonnen,
geen f 200,rijk konden zijn. Daarvoor
was het salaris te miniem. Bnfln ze staken
i
Bolswardsche Courant
AJhA iA*