Nieuws- en Advertentieblad Bols ward en Wonseradeel. l. 1908. No. 15. 47ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. r EEN TAFELGESPREK. Donderdag 20 Februari. Ingezonden. I VOOR - BINNENLAND. compli- L 1 i l 1 (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) I u rede vallende) Ons gesprek is Itl jBBgrMfe] ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar d 5 Cent. u wil; ik Balk, 18 Febr. Het hotel ,/Gaasterland” alhier eigendom van de gemeentebaart het Bestuur veel zorg. Sedert de vergunning er uit verdwenen is, zijn er moeielijk huur ders voor te vinden, omdat het als logement geen bestaan oplevert. Het werd thans op nieuw aangeboden, maar geen enkel inschnj- vingsbiljet is ingekomen. In den Baad zijn daarom stemmen opgegaan, om het gebouw als gemeentehuis in te richten. Wellicht zal men daartoe vroeger of later besluiten. Hepk. Rbl. v. Fr. Sneek. Doordat de aanvoer van boter en kaas aan onze waag in de laatste jaren, vrij- zeker tengevolge het verrijzen der vele zui velfabrieken, aanmerkelijk is afgenomen, zijn de rails vanaf de waag naar de wallen aan van de Wip, ook overbodig ge- is men nu bezig deze te ver- M. de R.I In het verslag der laatste raadsvergadering las ik dat Burg, en Wethouders van idéé zijn dat het noodig, althans wenschelijk is, dat er een betere controle wordt uitgeoefend op het vleesch van vee, dat hier ter stede geslacht wordt. Zij stellen daarom voor dat van gemeentewege iemand zal worden gezonden naar den cursus die van rijkswege o.a. te Groningen wordt gegeven, om onderricht te worden in de keuring van vleesch enz. In hoeverre de keuring van vleesch, voor de consumtie hier ter stede, te wenschen overlaat, durf ik niet beoordeelen. Over ’t geheel genomen wordt hier naar ik meen, vee van uitsluitend beste qualiteit geslacht, en ziek of gestorven vee zal toch zeker door een veearts, dus een alleszins bevoegd des kundige moeten worden onderzocht, alvorens het vleesch voor den verkoop mag worden bestemd, zoodat ik zou zeggen, dat eenig toezicht van de politie, dat die bepalingen voor ziek en gestorven vee worden gehandhaafd als voldoende kunnen worden aangemerkt. Waarvoor dan op kosten onzer gemeente zulk een keurmeester van vleesch moet worden aangekweekt, kan ik mij niet be grijpen, en ik werd in mijn verwondering versterkt door hetgeen mij dezer dagen uit een Nieuwsblad onder oogen kwam en ik hier letterlijk laat volgen H ulpkeur meesters. Aan de abattoirs te Utrecht, Rotterdam, Nijmegen en Groningen zal binnenkort een cursus aanvangen tot opleiding voor hulp- keurmeester. Acht personen kunnen aan eiken cursus deelnemen. Daar gewoonlijk haast alle deel nemers aan den cursus slagen voor het diploma hulpkeurmeester, wordt dus nu het aantal dergenen die rondloopen met dit diploma weer met 32 vergroot. En velen die twee, drie jaar geleden het diploma haalden, wachten nog op plaatsing. Zij hopen zeker op spoedige behandeling van het wets ontwerp tot algemeene vleeschkeuring. U dankend voor de opname, Uw bestendige lezer. zou ’t ook zijn, als de huwelijksgift van de dame en het inkomen van den mijnheer precies werden opgegeven. Wat ’n nutteloos geflirt ware bespaard, wal ’n harten zouden ongebroken blijven! En de vrouw des huizes zou dan haar werkkring kunnen uitbreiden, zij zou de passende cijfers zoo goed mogelijk kunnen groepeeren. Hij: Dan zou bijv, vermeden zijn zoo- als daarginds, dat de assessor Erfurt, die meer schulden dan haren op zijn hoofd heeft, met de doodarme Grete Melzer aan één tafeltje samen worden gebracht. Zij (bitter): Of dr. Richard Sehring met Anne-Marie, de oudste van vier volwassen dochters van den gepensioneerden kolonel Pflicht. Hij (kijkt haar scherp aan, maar vertrekt geen spier): Hier is het toeval het beginsel niet in den weg getreden, want ik ben zeer welgesteld en behoef dus niet naar de cijfers te informeeren, ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4 betreffende mijn tafeldame als ik... Zij (zenuwachtig in de Doe geen moeite, mijnbeer, immers slechts theoretisch. Hij (naar de smalle hand kijkende, die op de tafel naast hem ligt)Ik zou vrij naar Goethe willen zeggen: .Wie souderbar muss diese Hand Ein einz’ges gold'nes Ringlein schmücken 1 Zij (kleurt en trekt de hand terug)Hoe zou u T vinden als wij weer in ’t afgetrokkene spraken. HijZooals u wil, juffrouw. Ik ga voort met mijn toekomstbeeld. Nemen we dus aan, dat ik uw levensbericht had gelezen, dat wil zeggen, zoo iets heb ik niet eens noodig, ik kan het zelf wel samenstellen. ZijDat zou u toch zeer moeilijk vallen. Hij: Wil ik ’t beproeven? Zij (schouderophalend)Zooals heb er niets tegen. Hij: Ik begin dus: Anne Marie Pflicht, geboren 18..., opgevoed in een pensionaat, op achttien jarigen leeftijd voor ’t eerst uit gegaan, omringd door tallooze luitenants. Was jarenlang de koningin der casiuo-bals in een kleine garnizoensplaats, en ignoreerde alles wat burger heette. Toen kwam de pensioneering van den kolonel en het einde van het sprookjes- leven, waarvan zij misschien een paar ver welkte bloemen..., een paar brieven heeft overgehouden. Zij is zeer bleek geworden en staart in de wijde verte. Hij gaat voort(als bemerkte hij die ver andering niet): Nu komt het bescheiden leven in de Residentie, de partijen, die met ont beringen gekocht worden, het kleine tehuis. Daarbij de dorst naar het leven, naar dat wat werkelijk leven is. De koortsachtige drang om zich te verzadigen, en de weinige kans, zijn illusies vervuld te zien worden, en ook het verlangen naar... liefde. Zij krimpt ineen, maar valt hem niet in de rede; het is alsof zij verlamd is. Hij (voortgaande): En in deze stemming gaat zij naar een partij en verwacht het wonder. En in plaats daarvan ontmoet zij den een of anderen dwaas, die haar met onbe duidende praatjes verveelt, hare schitterende hoop telkens verstoort en haar moe maakt. En zoo gebeurt ’t, dat zij in verzet komt en den man tegenover haar lot een tafelgesprek dwingt, dat niet banaal, maar zeer bitter voor haar moet zijn; want vrouwen lijden altijd pijn als een verborgen hoekje van hare ziel aan ’t licht wordt gebracht. (De tafel wordt opgeheven. Geheel willoos laat zij zich door hem naar een afgelegen hoek van den wintertuin geleiden, waar zij zich werktuigelijk neer zet. Hij blijft voor haar staan)En nu komt de tweede helft van het gesprek. Deze man zou het meisje nooit leed hebben gedaan, als hij haar geen compensatie kon aanbieden. Juffrouw Anne- Mane, nu wordt de geschiedenis weder banaal I Herinnert ge u dan den assessor niet meer, die te N... vis-a-vis u woonde, u lange jaren zonder te spreken bewonderde; die het ver meed, zich aan u te laten voorstellen, omdat toen uw naam altijd met dien van een knappen luitenant verbonden werd? Jaren lang heb ik daarna uw leven gevolgd, en nu wil ik u ook bekennen, dat het geen toeval was, dat u vanavond mijn tafeldame zijt. Ik zelf heb onze beminnelijke gastvrouw daarom verzocht. ZijOm het arrogante, al oude meisje een paar bittere waarheden te zeggen. (Hare stem klinkt onnatuurlijk schril door ingehouden opgewondenheid.) Hij (ernstig)Neen, maar om u thans, nu mijn omstandigheden het mij veroorlooven, te vragen, of gij mijn vrouw wilt worden, Anne-Marie. Uw biografie zegt me, dat je nog vrij bent... Zij (heeft zich opgewonden, met driftig fonkelende oogen opgericht): Hoe kunt u't wagen, mij voor den mal te houden Hij: Voor den mal houden? U? (Hij vat hare hand en dwingt haar hem aan te zien.) Hoe slecht begrijp je den man, Anne-Marie 1 Ik bemin je innig, al lang, al jaren lang! Zie je ’t mij dan niet aan, dat ik eerlijke bedoelingen heb? Zij slaat haar oogen neer en beeft over haar geheele lichaam. O, zij had al sinds lang die droomerijen van zich afgezet en nu, zoo opeens, terwijl zij er het minst op bedacht was, lacht het geluk haar nog toe. Op dit oogenblik is ’t alsof zij nooit een anderen man bemind heeft, alsof deze heer altijd in haar leven een plaats had ingenomen. En zij her innerde zich zijn zwijgend flirten ternauwer nood. Hij: Wil je me niet antwoorden, Anne- Marie Zij zwijgt nog altijd, maar in haar blikken leest hij wat zij zeggen wil. Hij ziet om zich heen... niemand is in de nabijheid. Hij sluit haar in zijn armen. Toen het paar den wintertuin verliet zag Anne-Marie er erg blozend uit en advpcaat Sehring met zoo correct als gewoonlijk, maar beiden stralen van geluk. De vrouw des.huizes stoot haar echtgenoot aan: Mijn werkschijnt zij te zeggen. En zoo zal het wel altijd zijn. Amor zal zich die con currentie wel ^Itijd moeten laten welgevallen. Arnh. Crt. Tooneel: Een carnavals-souper te Berlijn W. Personen: Anne-Marie Pflicht, dr. Eduard Sehring. (Hij beeft een intelligent, gladgeschoren aangezicht, zijn rok zit onverbeterlijk, zijn fijne handen zijn goed verzorgd, hij is 40. Zij heeft heel in de stilte haar 30sten ver jaardag gevierd, ofschoon welwillend gezinde tantes en nichten haar met eenigen ophef 25 jaren geven. Zij is slank, veerkrachtig in haar wit empirekleed, dat mooie, ivoor witte schouders vrij laat. De oogen boeien door hun uitdrukking. Soms licht er een zeldzame glans in, maar dikwijls ook zien ze er mat en melancholiek uit. Om den mond ligt de moede trek van iemand die te veel gedanst heeft.) HijU hebt zeker dezen winter al veel partijen meegemaakt? Zij (ziet hem aan, een glimlach speelt om haar lippen. Dat kwetst hem. Juist, als hij een opmerking wil maken, zegt zij met een weeke, diepe stem)’t Is de zestiende maal dezen winter dat ik uitga. Ik heb het niet erg warm, ik heb noch ^Frühlingserwachen” gezien, noch #Frauen, die den Ruf ver- nommen” gelezen. Hij ziet haar eerst sprakeloos aan, dan begrijpt hij en moet onwillekeurig lachen. ZijAls u nog stof voor een discours weet te vinden, vraag ik excuus voor mijn ongemanierdheid. Stel u in mijn plaats! Zes tien tafelheeren heb ik dezen winter al achter mij en altijd heb ik, zooals een welopgevoede dame past, op al die vragen een antwoord gegeven. Vandaag kon ik met den besten wil niet meer. Maar iets zegt mij, dat het de moeite waard is, u een wandeling langs den gebruikelijken weg te besparen. Hij (glimlachend): Moet dat een ment verbeelden Zij: Hoogstens’n vleiende veronderstelling. Hij (achteroverleunend en haar aanziende) U legt daar een zware verplichting op me: maar ik wil trachten, het er goed af te brengen. Laat mij echter eerst een lans breken voor mijn ongelukkige voorgangers. Zij: Waartoe die schimmen weder op te roepen HijOmdat zij voor de ontwikkeling van mijn theorie noodig zijn. Zij (onverschillig;: Als ’t dan moet! Wat mij betreft, doe ’t dan. HijAlle menschen op deze wijde wereld, tot op die enkelen na, die door geboorte en familiebanden bij elkaar behooren, zijn elkan der vreemd. Ons maatschappelijk leven eischt desniettemin, dat men op zekere avonden twee zulke vreemde individuën aan elkanders lot overlaat. Is het niet natuurlijk, dat daaruit een soort van kwelling ontstaat? De mijn heer, die de verantwoordelijkheid draagt, moet het een of ander onderwerp op het tapijt brengen. Ja, maar welk? Waarover zal hij praten? Over philosophic? Hij weet niets van haar graad van ontwikkeling af en wil haar niet beschaamd maken, vaak trouwens weet hijzelf er niets van af. Over schilderijen Hij kan geen Rembrandt van een Böcklin onderscaeiden. Over litteratuur? Zijn betrek king staat hem weinig vrijen tijd toe voor de fraaie letteren, bovendien kan zij met Sudermann dwepen, terwijl hij Hauptmann booger stelt, of omgekeerd, en dat geeft dadelijk een hapering in het tafelgesprek. Van de rechten of de medicijnen weet hij meestal in T geheel niet te praten blijft dus over zijn toevlucht te zoeken in het banale, in het dozijn vragen, dat u straks al beantwoord hebt. Zoolang er hierin geen radicale verandering wordt gebracht, is geen verbetering van dien toestand te verwachten. Een idee heb ik al. Zij: Zoo? Dat interesseert mij wezenlijk. HijHoe zou u ’t vinden, als tegelijk met het kaartje van de tafeldame, den mijnheer een korte biografie van haar werd over handigd? Dat zou de zaak bepaald vereen voudigen, de betrokkene was dadelijk omtrent zijn vis-è-vis op de hoogte en kon domheden vermijden, zoodoende zou men al vrij aardig den idealen toestand naderen. Zij (ironisch): Heel mooi. En de dames... Hij: Ook voor haar is gezorgd. Ook zij krijgen een beknopte levensbeschrijving van haar tafelheer. Zij (een weinig bitsj; Voordeelig vooral weerszijden worden en wijderen. De coöperatieve vereeniging Z/Werk- mansbelang” alhier hield Zaterdagavond hare jaarlijksche algemeene vergadering. In zijn openingswoord wees de voorzitter op den geleidelijken groei der Coöperatie en deelde mede, dat in het afgeloopen jaar het aantal leden met ruim 30 was vermeerderd, terwijl de omzet met ruim f3500 was voor uitgegaan en f 25.559.965 had bedragen. De bruto winst bedroeg f 2439.831/2- Hiervan werd afgeschreven op gebouwen f 400 en op gereedschappen f 158.Sd1/^- Het res- teerende bedrag ad f 1881 werd volgens de statuten als volgt verdeeld: f 627 voor de reservekas, f 627 voor aflossing van schuld en f 627 voor uitkeering aan leden, zoodat deze ontvingen 6 pCt. van hun verbruik. Tot bestuursleden werden herkozen A. Visser en K. Speerstra en gekozen tot com missarissen, in de plaats van T. Aukema en J. IJpma, die niet meer herkiesbaar waren, J. de Haan en Sj. Hoekstra. Tot lid der financieele commissie werd benoemd de heer A. ten Gate. Besloten werd de stortingen in de reserve kas te doen eindigen als deze f 2000 heeft bereikt, terwijl f 50 werd uitgetrokken als vergoeding voor het bestuur voor zijne op offerende werkzaamheden. Nog werd besloten zoo mogelijk voor ge meenschappelijke rekening brandstoffen in te koopen. Leeuwarden. Voor de vacante betrekkingen van binnenvader en -moeder in het St. An- thony-gasthuis alhier zijn niet minder dan 138 paren sollicitanten. Bij de politie te Schiedam is een valsch bankbiljet van f 40 gedeponeerd. Het watermerk ontbreekt, het is groener van kleur dan de echte bankbiljetten en de kanten zijn recht afgesneden. Zondagavond is op het emplacement van de Staatsspoor te Leiden de 22-jarige machinist-leerling J. C. van den Broek van den 3^2 meter hoogen tender gevallen. Hij kwam met zijn hoofd op de steenen neer en kreeg een hersenschudding. Zijn toestand is hoogst ernstig. De 32-jarige Jan Veenhuijzen uit Groningen geraakte fietsende te water in het Aduarddiep. Bij den val sloeg de fietscape den ongelukkige over het hoofd, zoodat hij verdronk. De overledene leed aan toevallen. Men meldt uit Rotterdam aan het Fad. Een eigenaardige quaestie doet zich te Rotterdam voor. Eenige jaren geleden werd door de Recht bank een huwelijk door echtscheiding ont bonden verklaard. De man ging naar zee, de vrouw begon een koffiehuis. Dezer dagen is de man teruggekeerd en zocht dadelijk zijn gewezen vrouw weder op. Na heen en weer praten werd besloten van die echtscheiding geen notitie te nemen en maar weer als man en vrouw te gaan samen wonen. Zij kwamen nu in botsing met de ver ordening, die voorschrijft, dat de inrichting des avonds te 12 uur moet gesloten zijn en dan geen bezoekers meer mogen aanwezig zijn, maar ook daarvoor wisten ze raad, want de vrouw heeft nu haar gewezen man ala vasten huisknecht in dienst genomen. Bolswardsche Courant lil

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1908 | | pagina 1