Nieuws- en Advertentieblad Bolswarcl en Wonseradeel. Vraagt: Basler Leckerly lekker, voedzaam, gezond I a 35 cts. per pakje ver- kyijgbaar bij H.H. Comes- om ook nog zoonlief geheel te onderhouden. Het deftige maar weinig betalende baantje aan het „Genootschap” heeft hij dan ook moeten opgeven en om in aanmerking te kunnen komen voor een maatschappelijke positie, waarbij het honorarium in overeen stemming was met de glacétjes, daarvoor ontbrak hem de wetenschappelijke kennis. Van den nood een deugd makende werd hij daarom maar reiziger in artikelen die door caféhouders worden gesleten; geen slecht beroep, doch waarbij je om te kunnen ver- koopen, zelf ook een goede klant van je clientèle moet zijn. Dat maalt grof, doet je wel eens vergeten van je toilet een studie te maken en geeft daarbij, wat voor geregeld dendy zijn een groote hinderpaal is, onge regelde verdiensten. CuraQaiL Vermou 1908. Verschijnt Donderdags en Zondags. 47ste Jaargang. No. 25. Amsterdainsclie Beelden. i Donderdag 26 Maart. Iriplö^SCC Coint. h’j den volgenden dag p. -j-j. zijn. Wat was het moeielijk Verkrijgbaar in den Wijr K. Planting VOOR lil Na BINNENLAND. L nu in wiens woordenboek het woord deftigheid, dat zoo vet gedrukt stond, is geschrapt. rijksdaalder boodschappen XXX. I Heerenveen, 23 Maart. Op den Zondag alhier gehouden voorturnersdag van Friesche turnclubs deed, op een oogenblik dat de voorturner niet bij het toestel was, een een overslag op het paard, neer en brak niet Ulster gymnast kwam daarbij wat ongelukkig een voet. ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10» «Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4. V. Een perceel WEILAND bij Fokken- oord onder Gaast, groot 1.98.20 H.A. (54/10 p.), tot 5 Maart 1911 in huur bij den heer D. H. Hengst voor f 155 per jaar. VI. Vier WONINGEN aan de Korte Laan, 4 DITO achter de openbare school en 2 DITO iu de Slotmakersstraat te Makkum; de gebouwen om na 12 Mei 1908 te worden afgebroken. Aanvaarding: perc. I en VI 12 Mei 1908, de landen na afloop der huurtermijnen. Betaling 12 Mei 1908. Het einde van een „George”! /George” van der Weerden deed zijn voornaam geen oneer aan. Het zou mij niets verwonderen als hij met glacé handschoenen op de wereld gekomen was. Want hoewel zijn allerprilste jeugd mij vrijwel onbekend was heb ik hem als zeer jeugdig jongmensch reeds leeren kennen als een //dendy”. Nu wel geen echte Engelsche chainberlainistische dendy met ’n monocle in ’t oog en ’n chry santhemum in ’t knoopsgat, geen Wiener gigerl met ’n stok als ’n boomstamknoest maar als ’n Amsterdamsch deftig, burger opschepper-heertje, met lange witte nagels, slobkousen, zwart costuum, hooge boord, puntschoenen en hooge hoed. Toen ik hem leerde kennen vervulde hij vanwege zijn deftig aroma een 2e rangs bestuursfunctie in een der vele liefhebberij-tooneelvereenigmgen waar door sommige jongelui ontbolsterd werden ten opzichte van het gezelschapsleven, doch anderen door levenswijze boven stand en middelen naar den kelder gingen, waar kantoor- en winkelbediendetjes met minimale salarissen een suite sloegen als maakten zij dagelijks een slag aan de Beurs en zij, vooral wanneer zij het tot de „groene tafel” hadden gebracht, op de uitvoeringen, de borst versierd met de teekenen hunner waardigheid, trots rondliepen als pauwen. Daar was onze„George” op z’n plaats, al§> Cretans.mocjit hii ’t oou late^aan trec- J/10 —«art 1911 ooer voor f 500 per George is Amsterdammer gebleven. Zijn kleeding is nu toonbaar burgerlijk. Hij is colporteur en getrouwd met de buffetjuffrouw. die nu geen „George” meer is en Hepk. Hieuwsbl. v. Fr. In de landerijen in dorp is hedenmorgen d. Plaats alhier het bleef ’t ook nadat zijn diensttijd om was, want hij hoopte nog eens sergeant-majoor te worden; een baantje dat nog iets opleverde ook, wat aan zijn zwakker wordende financiën ten goede zou komen. In z’n onderofiiciers- uniform paradeerde hij door de straten, ook dan wanneer voor het dragen ervan nu geen bepaalde noodzaak bestond; de strepen waren zijn lust en zijn leven. George pakte allerlei baantjes aan. Hij behoorde nu tot het corps der scharrelaars, menschen met beerachtige neigingen, niet voldoende onderlegd en met niet voldoende protectie om langs den weg van een vaste betrekking onbezorgd aan de kost te kunnen komen. Hij was reiziger, vertegenwoordiger, zetkastelein, ja wat niet al. En als hij niets of weinig te doen had, dan assisteerde hij maar in de zaak van mama, want ’t eindje zou toch wel zijn, dat begon men nu te begrijpen, dat hij daar en daar-alleen zijn kostje zou kunnen verdienen. Toen de chef dan ook overleed, nam hij gelijk van zelf sprak diens plaats in. Hij begon nu weer langzamerhand op te mijnheeren. op de kiezerslijst voorkomt en daarmede niet tot den uitersten termijn te wachten. 15 April is elke reclame vruchteloos. De heer Bakhoven, werkmeester 88. te Utrecht, heeft voor de verwarming een constructie uitgedacht, gelijk aan die van de Westinghouse-rem. De uitvinding, die als proef op één machine geconstrueerd is, noemt een vakman eenvoudig: „verwarmde luchtdruk”. De stoom wordt door dien verwarmde-luchtdruk door de verwar mingsbuizen gedreven. Voorloopig moeten de uitkomsten zeer gunstig zijn en men twijfelt niet of de proeven zullen volkomen kans hebben van slagen. De constructie is binnen door de rookkast der machine aangelegd. (De rookkast is dat gedeelte van de machine, waar de korte schoorsteen op gebouwd is.) De geleidingen loopen door de rookkast, om de lucht tevens te verwarmen. (In zoo’n rookkast is een hitte van 300 a 500° C.) De aldus verwarmde lucht wordt nu met den stoom door de verwarmingsbuizen gedreven, waardoor de stoom weinig van zijn spanning verliest. Naar gelang een trein langer is, wordt de spanning van den stoom minderhij koelt af en wordt weer water, zoodat de laatste rijtuigen in een minder goede conditie zijn dan de eerste. De warme-luchtdruk voorziet hierin, maar zorgt ook dat de stoom langs den weg, dien hij moet afleggen, steeds warm blijft, waardoor het afkoelen tot een minimum wordt teruggebracht; er loopt dan ook bijna geen water uit het condensatiekraantje van het laatste rijtuig. Heeft de heer Bakhoven ook verder geluk, dan is ’t niet on mogelijk dat reeds den volgenden winterdienst de vruchten van zijn vinding zullen worden geplukt, tot groot gerief van publiek en personeel. Haagsche C. Het vreemdelingen-verkeer is in aan tocht. Gistermorgen, even voor negenen, dwaalden een heer en dame om de groote kerk: hij gekleed in grijs reispak, korte broek, kodak met een riem over den schouder, Baedeker in rood bandje in de hand, zij, eveneens in practisch reiscostuum, zich alleen onderscheidend van haar Hollandsche zusteren door dat niet te definieeren „ik en weet niet wat," dat het verschil uitmaakt tusschen de harkerige doorsnee-Hollanders en de buiten landers. Bij de woning van den koster werd aangebeld. Het duurde slechts enkele oogen- blikken eer de deur werd geopend, maar toch lang genoeg om een zestigtal Arnhemmers, grootendeels schooljongens, maar ook anderen, om het tweetal te verzamelen. Met belang stelling sloegen de vreemdelingen het kringetje giechelende, elkaar aanstootende en allerlei kiesche opmerkingen makende omstanders gade, dankbaar op zulk een uiterst gemak kelijke wijze volksstudies te kunnen maken. Zoo werden zij o.a. door eenige „jonge dames” in den aanvalligen leeftijd van 1617 jaar, klaarblijkelijk werkzaam op de een of andere fabriek, in de gelegenheid gesteld het be schavingspeil van ons volk te leeren kennen. Toen n.l. het kapsel van een dier dames los schoot, boog deze met uiterste bevalligheid den romp voorover, met krachtigen greep werd het peen kleurige haar vastgegrepen, tot een wrong gedraaid en vastgestoken. Bij een tweede schoot klaarblijkelijk een kousen band los, tenminste op eenige passen afstands van de beide vreemdelingen werd het linker been op een der banken voor de kerk gezet en de noodzakelijke reparatie verricht. Mis schien was er nog meer gevolgd, maar ge lukkig ging de kosterlijke deur openen ver dween het paar in de woning. Nog eenigen tijd werden een twintigtal neuzen plat ge drukt tegen de ruiten, toen verflauwde de belangstelling. Arnh. Crt. Gevallen van bloedvergiftiging komen tegenwoordig veelvuldig voor. Een bekend chirurg deelt als zijn meening omtrent een van de oorzaken daarvan mede, dat men algemeen de verkeerde gewoonte heeft bij het bekomen van een wond deze aanstonds flink uit te wasschen. Zijn advies is het bloeden aanvankelijk eer te bevorderen dan tegen te gaan, niet te wasschen of te be dekken met carbol of dergelijke, maar uit sluitend perubalsem op de wond te doen en haar vervolgens te verbinden. Gaast, 21 Maart, den omtrek van ons door de jeugdige P. v. eerste kievitsei gevonden. Zeer netjes verpakt is hetzelve opgezonden naar H. M. de Koningin. Sneek. De Stads-Zending alhier zal ge durende de markturen, ’s Dinsdags haar lokaal openstellen voor de marktbezoekers, ten einde de vele „anti-drankmenschen” in de gelegenheid te stellen hun zaken alcohol vrij tedoen. Het lokaal, gelegen direct bij de markt op het Bolwerk, leent zich daar uitstekend voor. Sneek. De arbeider-wisselwachter, Albert van der Zee, deed Zaterdagavond halftwaalf rangeerdienst voor den laatsten goederentrein van Stavoren. Door een noodlottig toeval geraakte de man tusschen de buffers beklemd. Bewusteloos werd hij naar ’t St. Anthonius Ziekenhuis vervoerd, waar dr. Bouma constateerde dat ’s mans eene sleutelbeen, benevens twee ribben waren gebroken en de longen hoogst waarschijnlijk ook waren gekwetst. Zijn toestand is op moment redelijk. Vol strekte voorgeschreven rust zal misschien nog tot zijn herstel leiden. De man is gehuwd en vader van 3 kinderen. Gistermorgen liet de toestand van den patiënt naar omstandigheden weinig te wen- schen. Zijn longen moeten zijn platgedrukt, van daar dat hij, naar men ons meedeelt, een dag of tien moet liggen, voor de gebroken lichaamsdeelen verbonden mogen worden. Volgens de op 23 Maart j.l. vast gestelde lijst, bedraagt het aantal kiezers in deze gemeente voorde Tweede Kamer 1804, de Prov. Staten 1788, den Gemeenteraad 1545, tegen resp. 1747, 1737 en 1517 in 1907. Er zijn dus nu 57 kiezers voor de Tweede Kamer meer dan in 1907. Aan de markt alhier werden gister morgen reeds 8 kievitseieren aangevoerd, waarvoor door opkoopers 75 80 cent per stuk werd betaald. Er zijn nog wel medelijdende menschen. Vader O. had Zaterdagavond z’n weekloon gebeurd. Zoontje werd met een in de hand op weg gestuurd om te doen. Voor de veiligheid werd het geldstuk in den broekzak gestopt, zakdoek .er boven op. Op de Suupmarkt moest de zakdoek worden gebruikt, uit den zak gehaald, de rijksdaalder er mee uit en... te water. Schrikkelijk! ’t Drong tot jongskens bewustzijn door, dat moeder dat niet kon missen van ’t zuur verdiende loon. Ellende-tranen in de oogen staat ie daar. Wat te doen? Weet geen raad I Daar schiet ’m een goed idee in. Hoopgeflikker in z’n kijkers, ’n Moment van schaamtegevoel nog overwonnen; dan... de pet af en gevraagd bij de bewoners der straat en... gelukkig met goede uitkomst. Er wonen nog medelijdende menschen in onze stad. F. D. Volgens art. 28 der Kieswet liggen de voorloopig vastgestelde kiezerslijsten voor de periode 15 Mei 1908 tot 15 Mei 1909 van gisteren tot 21 April a.s. ter gemeente secretarie voor een ieder ter inzage. Tot den 15en April is, volgens het volgende artikel, ieder bevoegd bij het gemeente bestuur verbetering van die lijst te vragen op grond dat hij zelf of een ander, in strijd met de wet, daarop voorkomt, niet voorkomt of niet behoorlijk voorkomt. Allen die recht meenen te hebben op de kiesbevoegdheid bevelen wij ten ernstigste aan, zich te gaan vergewissen of hun naam Slechts opéén punt bleef hij gentlemannerig, als dilettant-militair. Toen hij door zijn f WlAlAVI jiLr v Atrf' y ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. Afzonderlijkenos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Cent. Zijn reizen in dranken had hem in relatie doen komen met ’n buffetjuffrouwtje, een knap dingetje dat echter even mooi van ge zicht als onbetrouwbaar in liefdesaangelegen heden was. Toen George nog meester over zijn tijd was en met haar geëngageerd raakte ging het wel een tijdlang goed, doch nauwelijks stond hij alleen in den winkel, die alle dag van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, Zondags en in de week was geopend, of zijn Bertha vond ’t aardiger weer van haar jonge leven te genieten, desnoods zonder haar beminde. George had er verdriet van. Eens klaagde hij mij zijn leed, toen ik iets bij hem kocht. Groote tranen biggelden langs zijn wangen. Hij wist dat ie stom deed, zich zoo te ver gooien voor dat meisje, dat toch eigenlijk geen nette huisvrouw voor hem kon zijn. Maar wat doe je er aan als je hem zoo te pakken hebt? Hij was een mensch geworden, de modepop en carricatuur-heer van vroeger, een zwak mensch met groote fouten en ge breken, maar... een mensch! Misschien was alles wel gesleten en was hij wel een eerzaam middenstander ge worden, op wiens reputatie geen smet kleefde als ’n groot ongeluk hem niet had getroffen. 1 Zijn mama kwam te overlijden. Dat trok hij zich aan, want hij hield van z’n moeder, misschien nog méér nu, daar hij zooveel ver driet had van die andere vrouw. De erfenis viel niet mee en diverse zaken moesten aanstonds worden afgerekend... Ik wist van deze verandering en zijn positie niets af, toen ik op zekeren dag den winkel gesloten vond. Een paar weken later sprak George mij op straat aan. Ik kon m’n oogen niet gelooven. Dat iemand in zoo korten tijd zoo in uiterlijk kon dalen leek mij hajst onmogelijk. Een kaal zwart pak, waar het vet vanaf glom, een boord, die meer zwart dan wit was, ongepoetste schoenen met ver dachte openingen en scheeve hakken, ’n af gerafelde broek, gedeukte hoed en ’t ergste ongeschoren gezicht. Was dat de dendy van vroeger, de 2e secretaris van Amstels club... die met z’n hoogzijden en glacétjes zoo streed voor de deftigheid zijner vereeniging? Weer klaagde hij zijn leed. Hoe hij stomp en suf geworden was, toen hem die groote slag had getroffen, hoe hij nog maar veertien dagen na dien in den winkel had gewoond en hij toen aan den zwerf was geraakt... Beleefd heidshalve moest ik vragen, wat hij nu uit voerde. Aarzelend kwam het antwoord er uit. Hij zwierf. Een paar nachten had hij al eens op straat geslapen. Een oude kennis liet hem van tijd tot tijd wat kleine werkzaamheden verrichten. Daarmee verdiende hij dan een maaltje in „de Gouden Bal” en een logies in een volkslogement. Maar nooit wist hij of weer zoo gelukkig zou zijn. Wat was het moeielijk een betrekking te krijgen. Het Leger des Heils wilde hem naar Canada sturen. Daar zou ’t dan toch wel heen moeten, want beter was ’t nog in elk geval dan Veenhuizen. Bols wardsche Courant l m

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1908 | | pagina 1