Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
L. ÏAN
I
MODERNE I
PORTRETTEN vai
lët§ anders te laten doen; ën vraagt ot er
iemand tegen is dat deze motie dadelijk in
behandeling komt.
II
1908.
47ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 26.
BOLSWARD, Groote Markt
Dagelijks geopei
R
Zondag 29 Maart.
Uit de Raadszaal.
VOOR
Afzonderlijke
Vergadering op Donderdag 26 Maart 1908.
van den ontwerper
dit plan, ook is het
critiek daarop uit te
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
en W. om den heer de
3 jaren te benoemen
ver
en goedgekeurd,
stukken:
van den heer J. Brouwers
van toelichting
B. en W.
van Randen
deze rekening en
trokken, dat voor
is uitgegeven f 28, doch veel meer nog heeft het
zijn aandacht getrokken, dat er aan werkloon
van de
De heer v. d. Meer. Ik ben daar tegen.
Wat de heer Rosier aan voerde is het vorig
jaar ook door een ander lid gezegd. Nieuw
is dus die opmerking niet, middelen ter op
lossing te zoeken is al oud. Ook vroeger
is door B. en W. gepoogd iets beters te
vinden en die zijn nog waakzaam op dit punt.
Wanneer de raad iets weet, wordt gaarne
zulk een wenk ontvangen. Ik vind evenwel
de zaak niet zoo urgent cm dadelijk tot be
handeling over te gaan, dat kan een volgende
vergadering wel.
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
LO.,Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4
Behandeling van de Rekening
Leening over 1907.
Zonder discussie met algemeene stemmen
goedgekeurd.
2.
Behandeling van de Rekening
Stadswerkinrichting over 1907.
De heer Rosier zegt, dat hij heeft nagegaan
’t heeft zijn aandacht ge-
vertering op vergaderingen
Tegenwoordig 12 leden, de heer
was afwezig wegens ongesteldheid.
De notulen van de twee voorgaande
gaderingen worden gelezen
Ingekomen
a. Een missive
waarin hij dank betuigt voor de toestemming
de betrekking van secretaris-ontvanger
om
van den weg Bolsward-Harlingen te mogen
waarnemen.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Een missive van de Gascommissie
waarbij het verslag, de rekening en de lijst
van inventaris der Gasfabriek wordt ingedieud.
Ter visie gelegd.
c. Een adres van de Besturen der Gym
nastiek vereenigingen „Lycurgus”, „Wilhel
mina” en „Hollandia”, verzoekende tot gym-
nastiekonderwijzer alhier te benoemen den
heer Sutherland Rooyaards.
Zal worden gevoegd bij de stukken der
overige sollicitanten.
d. Een adres van de agenten van politie
2e klas, verzoekende verhooging van salaris,
wijl dit niet in overeenstemming is met den
omvang hunner werkzaamheden.
In handen van B. en W. om advies.
e. Een adres van den Bond van Ned.
Onderwijzers, afd. Bolsward en Omstreken,
er op wijzende dat de gemeenteraad dit jaar
moet herzien de salarisregeling der onderwij
zers, waarom zij verzoeken verhooging van:
het aan vangssalans, de periodieke verhoogi ogen
(met verkorting der periodes) en de vergoeding
van huishuur.
Dit adres met memorie
wordt gesteld in handen van B. en W. om
als die zaak aan de orde komt te behandelen.
f. Een nader adres van den heer M.
Kuiper, berichtende dat hij met bevreemding
vernam, dat voor de overdracht van den
grond, bij zijn erf behoorende, doch bij abuis
op naam der gemeente geschreven, hij f 25
zal moeten betalen. Hij meent, dat de ge
meente geen recht heeft op dien grond, daar
het recht door verjaring toch reeds zou zijn
vervallen. Hij bedoelde meer, dat een abuis
zou worden hersteld. Hij ontvangt in werke
lijkheid niets, doch om aan den vreemden
toestand een eind te maken, meent hij dat
50 cent per c.A., dus een bedrag van f 5,625,
al voldoende zal zijn.
Gesteld in handen van B. en W. om advies.
PUNTEN VAN BEHANDELING.
1. Behandeling van de Rekening van de
Stadsbank van
laat gaan over de stad, dan zie ik dat er de
laatste 25 jaren veel verbeteringen zijn aan
gebracht. Aan de oostzijde der stad is de
toegang veel verfraaid en aangebouwd, ook
de westzijde is door demping veel verbeterd,
aan den zuidkant heeft men niet stilgezeten
en is voor een flink vaarwatgi* gezorgd, doch
de noordkant is wel wat als een stiefkind
behandeld. Daar komt men nog binnen over
een haast verouderd systeem ophaalbrug, en
dan kan het gezicht op de gasfabriek niet
strekken om den ingang te verfraaien.
Nu men toch voor enorme uitgaven staat
had ik gaarne gezien dat naast dit plan van
verbouwing ook een gedetailleerd plan ware
overgelegd eener geheel nieuwe fabriek, dan
kon men beter beoordeelen of het wel wen-
schelijk is, dit plan te bevorderen, daar het
mij voorkomt dat de ruimte nu toch te
beperkt zal blijven. Het is mij niet te doen
om critiek op de plannen der deskundigen
uit te oefenen, maar ik vrees dat men achter
af er spijt van zal hebben, dat men op dit
beperkte terrein die sommen heeft besteed,
en deze vrees doet mij huiveren, mijne stem
aan dit voorstel te geven.
De heer Praamsma. Ik wil beginnen met
hulde te brengen aan B. en W. en de Gas
commissie voor de royale wijze, waarop zij
deze plannen ingediend hebben. Door teeke-
ningen en memorie van toelichting kon ieder
onzer zich geheel op de hoogte stellen van
de veranderingen, die men voorstelt uit te
voeren, en ik hoop dat bij belangrijke zaken
deze royale weg meer gevolgd wordt, wijl
men dan met meer kennis van zaken kan
oordeelen. Ik wil verder wel zeggen dat dit
voorstel wel mijn sympathie wegdraagt, doch
de volle sympathie niet. Hadden wij over
groote kapitalen te beschikken, ik zou dan
gaarne een nieuwe fabriek op een andere
plaats gezien hebben, maar de uitvoering
daarvan zou de draagkracht der gemeente te
boven gaan, gelijk de Voorzitter reeds vooraf
zeide. Ik moet een woord van lof brengen
aan den ontwerper van dit plan van ver
bouwing, en uit de memorie van toelichting
blijkt toch dat de deskundige, die men ge
raadpleegd heeft, met het plan in alle onder-
deelen kon meegaan, slechts één kleine wij
ziging heeft hij aangebracht, ’t Is hierom
dat ik met het voorstel kan meegaan, hoewel
er nog enkele bedenkingen zijn te maken,
doch misschien dat anderen ook daarover
willen spreken, daarotn wil ik er nu nog
even mee wachten.
De heer Rosier. Met vollen ernst heb ook
ik deze plannen nagegaan doch voor mij geldt
als groot bezwaar op dit beperkt terrein
ongeveer f 100.000 te verbouwen, terwijl men
er later mee vast zit en verdere uitbreiding
niet mogelijk is. Dat de wandelweg slecht
wordt is ook een bezwaar, doch een nieuwe
fabriek komt te duur. Er valt dus te kiezen
tusschen dit plan of een nieuwe fabriek,
twee zure appels, en ik zal in den minst
zure maar bijten, en aan dit plan mijn stem
geven.
De heer Lunter. Aangezien verplaatsing
der fabriek niet kan, zal het aangegeven idéé
het beste zijn. Wel is het een bezwaar, dat
de hoofdweg wordt weggenomen, doch ’t
verbreeden van het andere pad gaat met
aanmerkelijke kosten gepaard, en blijkt het
voor het bedrijf zoo het best te zijn. Een
nieuwe fabriek komt ook te hoog, zoodat er
niets rest dan mee te gaan met dit uitbreidings
plan.
De heer Vis. ’t Spijt mij, dat de heer
Van Randen heden verhinderd is hier te
zijn, ’t Is bekend, dat hij geen voorstander
van dit plan is. Bij de bespreking in comité
heeft hij nog al bezwaren te berde gebracht,
waarop hij heden bij de publieke behandeling
zou terug komen. Hij is eigenlijk van ons
allen de meest deskundige, .en als ik mij
plaats op zijn standpunt, dat het te doen is
om vergrooting van gas- en kolen berging en
deze voor ongeveer f 40.009 is te bekomen,
dan vraag ik mij af, waarom moeten wij nu
een ton verbouwen. Ik heb sedert een be
spreking met den Directeur der fabriek gehad
en ’t speet mij, dat ik niet vroeger op ’t
terrein was geweest. Ik vreesde, dat wij hier
ook de fout zouden begaan, die met den bouw
van school no. 2 is begaan, n.l. te bouwen
op te beperkt terrein. Zoo dacht ik ook over
de gasfabriek, doch nu mij op het terrein
alles is aangetoond, ben ik van meening
veranderd, en het is mij voldoende gebleken
datjkde voorstellers niet over ijs van één
nacht zijn ingegaan. Thans kan ik er mijn
stem aan geven.
De heer Praamsma. Ik heb met den heer
Vis er spijt van, dat de heer Van Randen
dit avonduur hier niet tegenwoordig kan zijn
die toch de meest deskundige is, en bij de
gehouden bespreking had hij de meeste be
zwaren. Ik heb die bezwaren onderzocht en
kan verklaren, dat ze geheel zijn ontzenuwd.
Zijn hoofdbezwaar was dat er tusschen de
ovens en ’t huis van den directeur een slechts
2 meter breede gang overbleef. Ik wenschte
wel, dat hier omtrent dit en ook zijn andere
bezwaren werd uitgesproken, wat de ideeën
daaromtrent zijn van den directeur.
Ik onderstreep volkomen het gezegde van
den heer Boersma, dat de St. Janspoort
stiefmoederlijk is behandeld, maar er kan
nu een verbetering tot stand komen. De
voorgevel volgens het nu ingediend plan zal
meewerken tot verfraaiing van den ingang
van die zijde der stad, door het verbreeden
der vaart, wordt een vuile hoek weggenomen
die nergens voor dient, dan er soms eens
een houtboelgoed te houden. Door het graven
van de kolk wordt het daar een stuk mooier
en het is practisch voor de lossing der
kolen aan de fabriek, maar tegelijk is het
een mooie aanlegplaats voor de stoomboöten
waarvan er nu Donderdags al vier liggen
en ’t is ook meer dan primitief hoe thans
de menschen, die met die booten aankomen,
hier aan wal moeten raken. Ik zou dat
kruiswater flink breed uitgevoerd willen
hebben, aan den nieuwen wal kunnen dan
ook die vier booten aanleggen en de andere
zijde ook als aanlegplaats willen inrichten, dan
kunnen er later wel acht booten plaats
vinden. Ook zou ik die tuintjes en heg
voor de huizen der gemeente graag verwijderd
zien, want dat geeft nog zoo’n dorpsch aan
zien aan dien kant.
De heer Kramer. Over zulk een groot
plan als hier zou men een ellenlange dis
cussie verwachten en dat dit niet het geval
is, schrijf ik toe aan de wijze, waarop dit
plan is voorbereid. Ook ik heb nagedacht
over de keuze verbouwen of een nieuwe
fabriek. Zelf heb ik als Voorzitter der Gas
commissie de zaak in den beginne meege
maakt en weet hoevele en welke besprekingen
plaats hadden, voor beslist ifrerd, dat ver
bouwing de voorkeur verdiende.
Ik moet zeggen, dat het mij spijt, dat er
zulk een nauwe gang voor wandelweg over
blijft, maar dit bezwaar weegt niet zoo zwaar,
mén mag het met een klein onderdeel niet
te ernstig opnemen, als het bedrijf het
vordert, moet het aangename wijken voor
het nuttige. De heer Praamsma heeft wel
gezegd, dat de heer van Randen bezwaren
opperde, maar ook die bezwaren zijn weer
overwogen en weerlegd. Het geheele plan
is tot in de finesses goed voorbereid, en ik
kan er mee gaan.
De heer Boersma. Ik neem niets terug
van ’t geen ik zei. Ik twijfel volstrekt niet
aan de goede bedoelingen
en de voorstellers van
mij niet te doen om
oefenen, doch de vrees, dat men iets zal
doen, waar men later spijt van krijgt, weer
houdt mij mijn stem er aan te geven.
De heer van der Meer. De geschiedenis
te herhalen van het ontstaan van dit plan
tot verbouwing is niet noodig, door de
memorie van toelichting is deze voldoende
bekend, toch meen ik in groote lijnen even
te moeten aangeven het* hoe en waarom.
De heer Vis gevoelde iets voor de bezwaren
door den heer van Randen aangevoerd, en
vooral dat als het te doen was om te voor
zien in het gebrek aan gas- en kolenberging
dan was de verbouwing niet noodig. Inder
daad het is te doen om in dat gebrek te
voorzien en nu is onderzocht dat het moei
lijk ging, maar toch de mogelijkheid bestaat
om een nieuwen gashouder te plaatsen van
voldoende capaciteit, en als de wandelweg
bij het terrein wordt genomen, is ook ruimte
voor kolenberging te vinden. En toch is
onze conclusie dat wij leelijk uit zijn, als
wij daarvoor f 40.000 besteden, die som zou
improductief worden, wijl er geen stère gas,
geen kruimel cokes meer door werd ver
kregen, w(jl dan de productie op de tegen
woordige methode zou voortduren. Als er
komen nieuwe ovens, zuiveraars en machines,
krijgen wij ’t geld terug, dat wij er voor
De heer Kramer. Voorstellen om andere
middelen van werkverschaffing zijn ook vroeger
wel gedaan en ’t is met iets anders wel
beproefd ook, maar ’t resultaat bleef altoos
schade. Ik ben tegen die motie; als er nog
stond dat B. en W. een onderzoek naar iets
beters zouden instellen, zou het kunnen, maar
te zeggen dat zij met voorstellen tot iets
anders moeten komen, kan ik niet goedkeuren.
De Voorzitter brengt in stemming of aan
deze motie urgentie zal worden verleend,
hetwelk met 10 tegen 2 stemmen (de heeren
Rosier en Boersma) wordt verworpen.
De Voorzilter. Door de heeren v. d. Meer
en Kramer is reeds gerepliceerd omtrent de
strekking dezer motie. Ik wil hieraan toe
voegen, dat het mij voorkomt, dat de heer
Rosier niet op de hoogte is met den aard
der werkverschaffingen. Die werken haast
altijd met verlies. In de 27 jaren dat ik
Burgemeester ben, is mij elders en hier ge
bleken, dat wat men ook liet uitvoeren, (ook
hier is het vroeger met een klompenmakerij
beproefd) het blijkt altoos moeielijk, ja on
mogelijk, dien arbeid productief te maken.
Was hiervoor mogelijkheid, dan zou men er
immers ook des zomers wel mee kunnen
doorgaan. Ik zal evenwel nu de rekening
in stemming brengen.
Met algemeene stemmen werd deze goed
gekeurd.
3. Behandeling van het adres van den
heer J. de Boer om herbenoemd te worden
als opzichter der gemeentereiniging met
advies van Burgem. en IVeths.
B. en W. adviseeren, de Commissie der
Gemeentereiniging gehoord, den heer de Boer
weder te benoemen voor den tijd van 3 jaren.
De heer Rosier. Ik vond wel goed met
de gewoonte, om voor 3 jaren te benoemen,
te breken en voor vast dezen ambtenaar aan
te stellen, maar dan met de bepaling dat hij
er geen bijbaantjes bij mag hebben, die hem
soms ver buiten de gemeente voeren. Mij
dunkt, dat hij bij zijn werk behoort te zijn.
Hij heeft het toezicht over 10, 12 ja soms
nog meer werklieden en dan is ’t niet goed
dat hij om bijbaantjes vaak buiten de gemeente
gaat. Verdient hij niet genoeg, dan moet zijn
salaris verhoogd, doch bijbaantjes vind ik
niet goed.
De Voorzitter. Wat de heer Rosier bij
baantjes gelieft te noemen, zal alleen zijn,
dat hij agent is der Onderl. Aannemersver-
zekerings-Mij. van Zwolle en daarvoor heeft
hij de toestemming van den raad. Zijn trac-
tementsverhooging is nog van recenten datum,
zoodat ook daarmee in uw geest is gehandeld.
Het zou geen principieel bezwaar zijn de
benoeming voor vast te doen geschieden, doch
’t is usance de ambtenaren der gemeente
telkens voor 3 jaren te benoemen. Tegen de
benoeming voor vast is echter geen bezwaar,
als hij zijn plicht niet deed, zou na over
weging en waarschuwing toch ontslag kunnen
gegeven worden.
De heer Praamsma. Ik zou er toch niet
voor zijn te breken met de gewoonte om de
ambtenaren voor 3 jaren te benoemen. Het
zal toch de activiteit verhoogen, als zij weten,
dat na een zeker getal jaren weer opnieuw
over hun benoeming geoordeeld wordt.
De heer Boersma. Ik zit nog slechts kort
in de Commissie voor de Gemeentereiniging,
maar, toen dit verzoek om herbenoeming ter
sprake kwam, vond die Commissie goed hem
weder voor 3 jaren te benoemen. Ik verkeer
in ’t zelfde geval als de heer Praamsma en
wensch niet af te wijken van die gewoonte.
De Voorzitter vraagt of iemand het voorstel
Rosier ondersteunt. Daar allen zwijgen, vindt
het geen ondersteuning en blijft het dus
buiten behandeling.
Het vooiste] B.
Boer wederom voor
wordt met algemeene stemmen goedgekeurd.
4. Behandeling van de voorstellen lot uit
breiding der Gasfabriek.
De Voorzitter. De plannen van verbouwing
der Gasfabriek zijn nu aan de orde. B. en W.
hebben aan dit plan de voorkeur gegeven
en meenen dat niet moet worden overgegaan
tot den bouw eener nieuwe fabriek, wijl de
groote kosten daarvan de draagkracht der
gemeente te boven zouden gaan.
De heer Boersma. Wij staan hier voor een
zaak van groote beteekenis, en hierbij dient
wel het oog te worden gehouden op de spreuk
bezint eer gij begint, Wanneer ik myu blik
I
1 M
Ht
w
Bolswardsche Courant
i-
4