Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. I 1908. 47ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. No. 29. J S* Donderdag 9 April. Ingezonden. (/DE BROEREKERK.’’ VOOR BINNENLAND. den de zijnen lachen 7, Gezang I ABONNEMENTSPRIJS40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. Afzonderlijkenos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. een van van 1 We steken geen en nemen geen voor de plaatsing, een gewichtige dag, die van voor de Evangelisatie” te Bols- Aan den avond van dezen dag toch de gerestaureerde Broerekerk weer in naar dit een pijnlijk dagsche (heeren) Sociëteit raakt men niet uitgepraat. Allerwege bewondering voor _den hotelier, die zoo iets aandurft! Groote aanplakbiljetten met Louis als Shy- lock verduisteren de winkels, omdat de spie gelruiten er geheel door in beslag worden genomen. Kinderen schrikken van den grim- migen Shyloch-sik. Ouwe vrouwtjes roepen: Hu, wat een barre! ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4. van het 23 vers van dezen 118 #dit is van den Heer geschied en wonderlijk in onze oogen,” maakte vergelijking tusschen het toen Hij schetste den toestand van Aan de hand dezer Schriftwoorden, meer bepaald Psalm, het is Spreker eene en het nu. het oude volk, vernederd onder de Heidenen, nu weer wonende in het land der Vaderen, hoe het in statigen optocht naar de hoogten optrok, waar het tempelgebouw was verrezen. Hij wees op de vreugde, die de leden der Evangelisatie smaakten, nu zij mochten op gaan naar dit eeuwenoude klassieke gebouw, om binnen de muren van deze historisch zoo merkwaardige plaats, God te loven op hunne wijze. Hoe ze redenen hadden om met Israël te zeggen: //Dit is van den Heer geschied en het is een wonder in onze oogen.” Want wie had gedacht, dat nog eens de deuren der Broerekerk zouden openstaan, wijd openstaan voor hen, die "zoo lang in het //Lokaal” hadden vergaderd; wie had gedacht, dat de tot den sloopershamer verwezen bouw vallige steenklomp nog weer aan zijn oude Sneek. De dag van Zaterdag jl. was voor den heer A. Bakker, chef 2e afdeeling der Ned. Tramweg Mij. alhier, zeker een van de schoonste zijns levens. Toen was het namelijk 25 jaren geleden dat hij bij voornoemde maatschappij in dienst trad. ’s Morgens te 8 uur wachtte den jubilaris in de werkplaats een groote verrassing. Een verrassing, zeggen we, want de heer B. moet al eenigen tijd geleden te kennen hebben gegeven, dat ’t personeel dezen dag zoo stil mogelijk, hoogstens door ’t zenden van hun naamkaartje, zou laten voorbijgaan. Vreemd zag de chef daarom op, toen alles in de werkplaats stil stond. Maar daar treedt de heer H. Brünner, opzichter-machinist, met ’t personeel naar voren, die in flinke taal den jubilaris toespreekt, hem namens allen met dezen dag van harte geluk wenscht en hem ten slotte als bewijs van hoogachting en genegenheid een prachtige crapeau aan biedt. Te halfnegen vertrok de heer B. naar Heerenveen, waar heeren commissarissen der maatschappij uit Amsterdam en Utrecht, gaarne met hem bij deze gelegenheid' eens kennis wilden maken. De directeur, de heer Hamelink, stelde den heer B. aan den president-commissaris, den heer Van Nierop, voor, waarop deze namens zijn medecommissarissen zijn geluk- wensch aanbood met de bijvoeging, dat ’t hem nog lang gegeven mocht zijn, de Ned. T. Mij. met zijn beste krachten te dienen. We achten 't niet noodig te vermelden, hoe groot de belangstelling van heinde en verre was in dit zilveren ambtsfeest. Maar wel dienen we aan ons verslagje nog toe te voegen, dat een werkman van de tram, W., iemand die geen bepaald vak heeft geleerd, zijn chef bij diens thuiskomst ver raste met een in bloemen gehulde miniatuur tramlocomotief, die door hem zei ven werd vervaardigd van een waardelooze carbidbus. Naar ous wordt medegedeeld is de hand van den 63-jarigen 8. W., die Vrijdag j.l. met genoemd lichaamsdeel in de koekpers bekneld raakte, gisterenmiddag boven het polsgewricht geamputeerd. Met ’t oog op voortdurende wondkoorts achtte dr. B. dit noodzakelijk. Heden waren ter markt alhier aange voerd ongeveer 3000 kievitseieren, welke voor 20 a 22 cent per stuk werden verhandeld. Franekeradeel. Handen te kort in dezen tijd, en de vochtige dampkring doet af en toe den veldarbeid eens stilstaan. De school knaap kan in den tijd van poten en planten uitnemend dienst doen, maar de leerplicht wet en de politieverordening treden tusschen- beide. Echter kan een leerplichtige knaap twee lessen in twee aaneenvolgende maanden verzuimen zonder in de bepalingen der straf wet te vallen, maar dat verzuim, herleid in werkkracht, geeft zoo weinig.' Het gebeurt in dezen tijd echter nog al eens, dat een schoolknaap, die wat buitenaf woont, ongesteld is en dan haalt men den dokter zou men zeggen, neen, dan schijnt het verkeer in de open lucht en het verrichten van een kleine bezigheid, bijv, boonzetten ofaardappelpoten heilzaam te werken op het herstel van zoo’n schoolzieken, of wil men liever van zoo’n zieken schoolknaap. ^lerdappelsetten en bean- setten is soun for de bern”, seit Hoatse, #niu doktersgoad sa goed." De //onder de Streep” schrijver van het Alg. Hdbl. schrijft. Shylock in Uitgeest. Kortzinnig-Treurspel in vijf bedrijven. EERSTE BEDRIJF. Louis Bouwmeester verzendt het volgend telegramHotel De Ooievaar, Uitgeest. Kan ik bij u spelen? Bouwmeester. TWEEDE BEDRIJF. Hotelier van De Ooievaar opent telegram. Zenuwachtige spanning. Bouwmeester in zijn zaal! Alle groote en kleine-dorpsgrootheden worden aangeroepen, Bouwmeester komt! Hotelier seint terug: ja I Groote beroering in het dorp. Op de Dinsdagsche (burger en boeren) en Woeus- bestemming zou mogen voldoen. Waarlijk het was een wonder in onze oogen! In ’t kort memoriseerde Dr. Schokking nog eens de geschiedenis van de kerk. Hoe zij had leeggestaan, jaren lang, pakhuis was geweest, tentoonstellingsterrein. Hoe men eindelijk tot het besef was gekomen, dat het niet aanging, dit in Bolswards ge schiedenis zoo belangrijke bouwwerk, tot puin te doen worden. Spreker wees er op, welk een arbeid, moeite en opoffering velen zich hadden getroost om te komen waar men nu is. De hooge Regeering, mannen van naam en invloed, het Hoofd dezer Gemeente, ja nog meer, hadden er zich voor laten vinden, het plan tot restauratie te helpen verwezenlijken. Eu het vonnis werd niet voltrokken. Aan de hand van deskundiger advies brachten bekwame uitvoerders het werk tot stand. Eu ziet, toen na jaren arbeidens de Broerekerk, geheel gerestaureerd, weer prijkte in aloude praal, toen waren er weer mannen, die belangeloos plannen maakten en uitvoerden ter geheele voltooiing. Spreker dankte allen, die hadden bij gedragen en medegewerkt aan de voltooiing van het groote werk, in ’t bijzonder het Bestuur der Evangelisatie, dat zich niet had onttrokken, toen de gedachte kwam de //Evangelisatie” naar hier over te brengen. Op deze mannen was wel het tekstwoord van toepassing: het is een wonder in onze (hunne) oogen. Doch bij alle waardeering van het werk van allen, die hieraan gearbeid hebben laat de Evangelisatie niet vergeten //dit alles is van den Heer geschied.” Hem alleen de eer, Hem de dank. Maar, dit tekstwoord moet ook zijn de grondtoon bij de voortzetting van den arbeid te dezer *plaatse. Spreker sprak een ernstig woord dienaangaande tot de leden, wees hen er op, dat zij moesten blijven in het beginsel der vereeniging, het beginsel, dat de grond toon van het leven moet zijn. Nu is het werk niet afgedaanz/niet nederliggen, maar voort arbeiden” dat is het parool. Niet pronken met een Zondagsche godsdienstviering, maar leven als christen, in werk en samenleving, vertrouwende op en palstaande voor de heilige zaak, die de Evan gelisatie voorstaat. Dan zal Gods zegen met ons zijn en nog meer blijken de waarheid van dit woord z/dit is van den Heer geschied, het is een wonder in onze oogen Gezongen werden Ps. 118 vers 3 versen 1 en 6 en Gezang 96. Het orgel deed zich als een goed instrument kennen, verdienstelijk bespeeld door den heer Vermeulen. Tot afwisseling werd ten gehoore gebracht //Fantasiafuga” (G. min?) van Bach. Dit opus sloeg niet in. Het auditorium had meer genoten bij ’t aanhooren eener bevattelijke compositie. Bjich ,/hooren en verstaan” is aan niet velen beschoren. De preludia der gemeentezangen gaven den organist gelegenheid het instrument in al zijn toontinten te laten hooren. (Zoo langzaam zingen de Bolswarders niet, mijnheer Vermeulen!) En zoo is dan weer de Broerekerk in dienst gesteld. Moge het woord binnen hare muren gesproken, met dat van hare jongere zuster de St. Maartenskerk, zij ’t ook bij verschil van inzicht, samenwerken tot den zedelijken en godsdienstige!! opbouw der Protestantsche Gemeente te dezer plaatse. Ws. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Mijnheer de Redacteur! Daar in sommige couranten berichten van het door mij geleverde orgel in de Broerekerk gezegd wordt dat het een gebruikt orgel uit de R. 0. Kerk van Woerden is (want dit is geplaatst in de Geref. Kerk te Halfweg] stel ik er prijs op te verklaren dat die mededeeliug onjuist is. Het bedoelde in strument is bij mij aan de fabriek gebouwd, dus is volstrekt geen orgel uit de R. C. Kerk te Woerden. Als men kast en frontpijpen alleen beziet (zonder meer) dan moet elkeen dit direct kunnen zien. Bij voorbaat mijn dank verblijf ik hoogachtend, M. VERMEULEN, in Orgels. Woerden, 7 April 1908. DERDE BEDRIJF. Zaterdagavond in UitgeestLouis met zijn troep aangekomen. Zij bewonderen in het maantje de bloeiende crocussen. Achter hen een sleeperswagen met dertig koffers en kisten voor de aankleeding van De Koopman. VIERDE BEDRIJF. Louis staat voor den schouwburg. Hij be rekent, dat die juist groot genoeg is om zijn koffers te bevatten Het tooneel is ongeveer twee vierkante meter. Coulissen vertoonen groote behoefte aan een nieuw rolletje behangselpapier. Kleed kamers, onbekend. In de Rederijkerskamer doet men dat verkleeden zoo maar tusschen de coulissen. Middendeur tooneel weigert gewoonlijk dienst. Gelegenheid tot opkomen aan één zijde. Louis en lachje.... Sleeperswagen moet maar weer voorkomen. Dan opladen. Louis en de zijnen volgen. Nu niet meer bewonderende de bloeiende crocus sen, maar starend naar de sombere dorps ver lichting, die wel in overeenstemming is met den schouwburg. VIJFDE BEDRIJF. Lampen worden uitgeblazen. In laken en rok, met kap en dek, de Noord-Holiandsche boerenkap, in Zondagsche plunje gestoken heeren, dames, burgers, boeren en buitenlui komen teleurgesteld voor donkere zaal. Ze mopperen eerst. Daarna spotten ze wat met den hotelier en zijn schouwburgzaal. Arme hotelier! Hij zal nog wel dikwijls geplaagd worden. Arme Louis! Die zelfs de ruimte ontbeert. (Gordijn). Bij den weg. PekingParijs... kinderspul! New-YorkParijs via de Behringstraat... ’t mocht wat FrankfortBombay... wat zou ’t! Neen, dan wij. Per automobiel van den Dam over de Torensluis, langs ’t Singel, over den Blauwburgwal, voorbij; half door de Jordaan, zoo naar den Haarlemmerweg.en weerom... èn weerom... Dat is motorrijden, dat zijn triomfen van chaffeurskunst! En ’t mooie is, dat we er geen drukte van maken. Als we den tocht beginnen, laten we ons niet vooraf kieken in ’n motorpels. We laten ons niet inter viewen door de Matin. testament in onzen zak roerend afscheid van verwanten. We stappen zóó maar, dood-nuchter in, en koopen, alsof we veilig in ’n tram reden, z/pasje” wat op zichzelf al een daad verholen heldenmoed is, want dal nemen ’n pasje beteekent niet alleen „ik ga”, maar ook vik kom terug.” We laten ons niet toejuichen door ’t bij den Damkiosk samenscholende en langs den weg in be wondering staande publiek. We rooken vóór op het balcon een sigaar, alsof niet elke brughelling, elke hoek, elke straatopbreking (die vele zijn in getal) een doodskans ware; we zitten binnen-in, in ’t schommelend binnen in, praten er over ’t weer en over verhuurde bovenhuizen, alsof we niet ’t zelfde moment de gracht in zouden kunnen sukkelen en door ’t in den wagen stijgende Singelwater genoodzaakt worden uit ’t achterraampje te vluchten, met de kans, dat onze corpulente buurman er midden in blijft zitten en den laatsten uitgang afsluit Een snelverkeers-risico, dat je er bij onze trekschuit-voorouders met geen stok had in gekregen, dat accepteeren wij, Amsterdam mers, met Spartaansche doodsverachting en Muzelmansch fatalisme. Ja waarlijk, wij zijn moderne menschen. J. L. P, Het was Zondag j.l., ward. zou dienst worden gesteld. Was het te verwonderen, dat oogenblik met verlangen was uitgezien? Hadden de godsdienstige bijeenkomsten jaren lang plaats gevonden in het //Lokaal”, thans zouden die voortaan worden gehouden in de Broerekerk, nu zoo keurig ingericht. Reeds lang voor den aanvang van dienst, waren de deuren geopend en vulde zich de ruimte met honderden leden en be langstellenden in het werk der Evangelisatie. Van heinde en verre waren zij opgekomen, mannen en vrouwen, geestverwanten, om van de plechtigheid getuige te zijn. Verscheidene predikanten uit den omtrek, ressorteerende. onder de classis Franeker, hadden plaats ge nomen in het //vierkant”, met hen deputaties uit de omliggende dorpen. En intusschen stroomde het gebouw vol, belangstellenden en nieuwsgierigen, zoekende naar een plaats in de nu eivolle kerk. Door de goede zorgen van het Bestuur kwam menigeen nog te stoel of te bank. Daar slaat het orgel aan, in zachte tonen, bespeeld door den heer Vermeulen, orgel- fabrikant te Woerden, leverancier van het instrument. En straks zwelt die toon aan tot breed, forsch accoord, bruischend in klank- golven door de gewelven, dan weer is 't een enkel solo-register, dat men hoort. Nu klinkt het psalmgezang. Psalm 100 wordt gezongen, versen 1, 3 en 4. Krachtig klinkt de Lofzang door de ruimte, gedragen op de volle accoorden des orgels. De Heer Dr. Mr. J. Schokking heeft in middels den kansel beklommen. Een kort votum, lezen van een gedeelte van den 118 psalm, het voorgebed en dan wacht de gemeente wat de Eerw. Spreker zal zeggen op en naar aanleiding van dit heugelijk oogenblik Toen Israël, na de Babylonische ballingschap weer in het oude vaderland mocht terug- keeren, was het eerste werk, den tempel, verwoest en tot puin geworden, weer in zijn ouden glans op te bouwen. En toen die tempel was verrezen, gingen er boden door het land, verkondende dat het Godsgebouw weer zou gewijd worden aan Javebs dienst. Van heinde en verre toog het volk op naar den tempelberg, vol verwachting naar het oogenblik, dat het weer zou zien //de heilige plaats, waar de Heer woonde.” En gekomen aan den ingang van het heiligdom, zong Israël het lied: //Doet open de poorten der gerechtigheid, ik zal daardoor ingaan en den Heer loven.” Dit is de poort des Heeren, doorwelken de rechtvaardigen zullen ingaan. Ik zal U loven, omdat Gij mij verhoord hebt en mij tot heil geweest zijt. De steen, dien de bouwlieden verworpen hadden, is tot een hoofd des hoeks geworden. Dit. is van den Heer geschied en het is wonderlijk in onze oogen. Dit is de dag, dien de Heer gemaakt heeft, laat ons op denzelven ons verheugen en verblijd zijn.” A 1 II I I Bolswardsclie Courant lil i r

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1908 | | pagina 1