Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
I
I
I
1908.
47ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 36.
1
Amstei’damsche Beelden.
Zondag 3 Mei.
Ingezonden.
ft
I
VOOR
spiegel
t
door de
eene
een
het meisje zich thans
zal zij waarschijnlijk
het
naar
Lemmer,
dienst van
nachtdienst
der Holl.
Workum,
BINNENLAND.
Workum, 29 April. Het comité voor de
Landbouwtentoonstelling alhier heeft te be
schikken over een dertigtal verg, zilveren en
zilveren medailles. Al deze eereblijken zijn
aangeboden door particulieren en corporaties.
Van groote waarde voor de winnaars zijn
natuurlijk die van de leden van ons Vorsten
huis. Bovendien wordt aan geldprijzen een
som van ruim f400 uitgeloofd. De voor
waarden van inzending enz. worden in de
volgende week verkrijgbaar gesteld bij den
Algemeenen Secretaris, natuurlijk alleen voor
leden v. d. Er. Maatsch. v. Landb. Het
comité is er van verzekerd dat het beste vee
uit Friesland hier zal mededingen.
Hem. Oldeph. en Nw., 29 April. De
herbergiers alhier en in den omtrek, die
dubbele zaken drijven, ondervonden in de
laatste maanden den druk van de Drankwet.
Al de verbindingsdeuren tusschen winkels en
gelagkamers enz. moeten finaal weggeruimd
worden, waardoor bezoekers buiten-om bediend
moeten worden. Hier en daar ontmoet men
nu aan eene café-deur eene groote waar- oo
schuwingsbel. Op eene andere plaats (te Sondel 1 hetgeen een aardige attractie belooft te worden»
XXXV.
Feestweek!
In de periode van overgang tusschen
winter en zomer, in de maand die nog doet
wat zij wil, als je in dubio staat of je je
overjas uit zult laten of aan zult trekken
iets waar in lente 1908 wel niet hard over
gepeinsd zal worden doorleeft Amsterdam
min of meer een feestweek. Dan toch brengt
het Hoofd van den Staat het gebruikelijk
bezoek aan de Hoofdstad en de gewoonlijk
talrijke nieuwsgierigen langs de straten, die
toch maar niet tevreden zijn voor zij vroeger
den Oranjevorst en nu de Öranjevorstin goed
gezien hebben, de schittering van uniformen,
de frissche (juister m.i. dan schitterende)
kleuren van Nederlands vlag, het vriende
lijke zonnetje dat elke stoet er veel mooier
doet uitzien dan bij een neerplassende regenbui
of een sjagrijnigen motregen, brengen den
daarvoor licht ontvankelijken Amsterdammer
al spoedig in feestelijke stemming. En dan
vergeet ik nog het spelen van het carillon,
de eerewacbt en het geschitter der duizenden
lichten voor de ramen van het anders zoo
duistere paleis, het gratis militair concert op
den Dam.
Ik schrijf gelijk ge ziet in clichévorm,
alles in den tegenwoordigen tijd, juist alsof
er geen winter ’07’08 achter ons lag,
geschikt voor ’t verleden en naar we hopen
voor langen toekomst.
Hoewel het bijna een onbegonnen werk
schijnt na de kolommen nieuws die de dage-
lijksche berichtgevers aan hun bladen over
seinden, nog iets aan de beschrijving der
feestweek toe te voegen, zal ik trachten op
enkele punten nog een kleine aanvulling te
geven. Aan de schittering der uniformen
ontbrak ditmaal iets, een zaak, die niet gauw
te remplatjeeren zal zijn: de schutterij. De
gewone schutters wil ik nu nog ter zijde
laten, die bepaalden zich bij het gekleed
loopen, gewoonlijk tot de uren dat zij een
eerewacht of iets dergelijks moesten vormen
en hoewel vooral de kameraadschappelijke
terugkeer, waar de vroolijkheid in- en buiten
gelegenheden met vergunning zóó hooggehou
den werd, dat het militairisme voor het vurigste
lid der anti milit.-ver. niets afschrikwekkends
meer had, ontegenzeggelijk het leuke in onze
straten verhoogde. Maar de officierenDat
was des Pudels Hern. Want van een recht
geaard schutterij-officier was het toch niet
aan te nemen, dat hij die ééne week in
jaar, dat hij zeven heerlijke, lange dagen in
groot tenue kon loopen zonder uitgelachen te
worden, één oogenblik zonder noodzaak den
uniform uit zou trekken. En zoo’n schutterij-
officier hield er niet van zijn licht der zilver-
schitfering onder de korenmaat te zetten.
Hij wandelde langs de drukste winkelstraten
van Leidscheplein tot Kalverstraat, van Frede-
riksplein tot Martelaarsgracht! En voelde hij,
daar gekomen, zijn martelaarsschap te veel
om zóó lang te moeten wandelen voor den
luister van het dierbaar Vaderland, dan keerde
hij op zijn schreden terug en vleide zich
neer voor de ramen van „Doctrina”, „Polen”,
„Suisse” of „Neuf”, liet vóór zich de goudgele
oranje in de (lijdens) kelk parejen en plaatste
zich zoodanig voor de breede spiegelruiten,
dat van het publieke gezicht der zilver-
kwasten ook maar niets verloren ging. Ook
rustend, volbracht de schutterij-officier nog
zijn plichten. Helaas, die zilveren tijden
zijn voorbij, der Mohr hat gehen können.
Er is meer dat in ’t verleden ligt. Met
het oranjezonnetje wil het den laatsten tijd
ook niets meer. De neerplassende regenbuien
mochten in de dagen- van de Inhuldigings-
feesten, toen ieder den Prins gezien en velen
den Prins gesproken wilden hebben, niet in
staat geweest zijn het laaiend enthousiasme
te dooven, op den duur moet elk feest als
er water valt, wel in ’t water vallen. Voor
het de Ruyterfeest was die oplossing nu wel
toepasselijk, maar bij een komst der Koningin
is ze voor velen ’n grooten tegenslag. Boven
dien zijn de menschen zóó in hun vertrouwen
op het „oranjezonnetje” geschokt, dat zelfs
al is ’t droog, maar het heeft een paar uur
te voren gesneeuwd en gehageld, de lucht
grijs is en de straten smerig zijn, honderden
die anders uitgegaan zouden, zijn, nu thuis
blijven.
Of er dit jaar en meer speciaal Dinsdag
dan geen buitengewone drukte op straat was F
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
Afzonderlijkenos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Cent.
’t Begrip buitengewoon is rekbaar. In aan
merking genomen de Medembliksche stilte
en rust, waarin de oudste gedeelten van Am
sterdam zich verheugen, was het zeker buiten
gewoon druk. Maar als men denkt aan de
volksmassa’s, die vroeger bij dergelijke gele
genheden op de been waren...
Poësie is overal, als ge ze maar weet te
vinden. En vroolijkheid ook. ’n Reporter
wist ze zelfs te vinden in het schitteren der
zware goudkoperen helmen en sleepsabels der
dienstdoende inspecteurs en commissarissen
(van politie), waaruit blijkt dat Bet politie
wezen, dat door velen nog als een noodzakelijk
kwaad beschouwd wordt en in een ideaal
staat als iets overbodigs op zij gezet zou
worden, in zekeren zin dok ter vervroolijking
van het menschelijk leven kan dienen. Maar
dat muziek, kleur en licht het trio is, dat
de menschen op kan wekken tot prettige
stemming, wisten we al lang.
Muziek. Hoe bitter weinig zijn we er aan
gewend op onze straten, ’s Zomers, ééns per
week van half zeven tot half negen in het
Vondelpark. Op den avond dus dat ’t minst
uitgegaan wordt door de allerhoogste klassen
en op een uur dat de meerderheid der Am
sterdammers het middagmaal ter nauwernood
heeft genuttigd. Verder een paar keer per
jaar in een parkje of op een plein in een
volksbuurt. Dan hebben de kenners het nog
over „het schandaal” en de herrie. Best
mogelijk, maar zet een uitgehongerde een
biefstuk van een pond voor of laat een dak-
looze door een onverwachte.erfenis f 100000
rijk worden: hij -zal er een verkeerd gebruik
van maken. Stel onze burgerij in de gelegen
heid geregeld muzikaal genot te smaken, ze
zal toonen er waardig van te kunnen genieten.
Waarom geen concerten op Dam of Rem-
brandtsplein waar de afstand voor de meesten
geen beletsel was, waar velen toch heen
gingen en die naast de muziek, door het
opgewekte straatleven de stad weer aantrek
kelijk zouden maken voor vreemdelingen.
En dan liefst op Zondag, als de menschen
toch uit zijn, vroolijkheid zoeken en ze nu
moeten vinden en betrekkelijk duur betalen
in een café met een miniatuur kapel of...
electrische piano. Spiegel u aan Antwerpen,
Brussel en Luik Amsterdammers en
u hard... leers.
De Belgen kennen ook de opwekkende
kracht van de kleur. Daar wappert het Bra-
bantsch rood-geel-zwart bij elke gelegenheid.
Maar de stijve Hollanders zijn zuinig op hun
dundoek; er mocht eens wat aan komen en
daarom wapperen, zelfs in deze feestweek,
de vlaggen bijna uitsluitend in eenige winkel
straten en dan nog lang niet huis aan huis.
En van ’n mogelijke gevelversiering schijnen
wij heelemaal geen kaas te hebben gegeten.
En licht? Ook daarvan kennen wij de
waarde door de zeldzaamheid. Wie illumineert
hier? als vroeger op den avond van Willem
Ill’s verjaardag, vóór het stadhuis en de
Handelmaatschappij een verlichte W met
kroon flikkerde, stond het zwart van de
nieuwsgierigen. En ook nu staan er ’s avonds
nog wel een paar dozijn menschen het paleis
op den Dam aan te gapen, waarin een paar
verlichte vensters het duistere en sombere
van de omgeving niet kunnen wijzigen. Doch
de groote massa loopt door, daar er niets te
zien is. Diezelfde Dam leverde bij avond
zoo’n onvergetelijk schouwspel op in de kro-
ningsdagen toen de oude Beurs er nog stond
en alles licht, kleur en muziek, schoonheid
en vroolijkheid was. Alles voorbij.
Neen toch niet alles. Gebleven zijn ge
lukkig de lijvige dagbladverslagen, die ons
tot op een haartje vertellen hoe de baldakijn,
de vorstelijke personen en hun gevolg met
ridderorden en de heer Albert v. d. Horst,
helaas nog zonder lint je, er uitzag. Stroomen
van nieuws glijden door de kolommen. We
lezen dat de Standaard op het Paleis werd
geheschen, toen H. M.’s trein arriveerde, we
verwonderen er ons over, dat de burgemeester
op ’t station was, maar onze verbazing stijgt
ten top als we lezen, dat niet alleen een
paar hooge spoorwegambtenaren, maar zelfs
de stationchef, de heer H. K. Krapels, op
het perron aanwezig was. Die zou men daar
toch allerminst verwacht hebben II
En als we bedenken dat dit alles „getele
grafeerd” moest worden, daar men den vorigen
dag er toch niets van afwist, ja, dan is ’t
wel met een gevoel van dankbaarheid dat
wij de krant neerleggen,
Aan
den heer J. C. Cuperus, Uitgever der
Bolsivardsehe Courant.
Wilt u het volgende plaatsen in de
B. C. van Zondag 3 Mei a.s.
Tot nu toe heb ik mij niet bemoeid met
het twistgeschrijf in. uwe courant tusschen
N. N. en den brugwachter Westra.
Nu deze laatste echter op een wijze gaat
schrijven die beleedigend gaat worden voor
den mij onbekenden N. N. is het mijn plicht
ook even mijne stem te laten hooren.
De zaak is deze. Op den bewusten Don
derdagmiddag kwamen mijne vrouw en ik
per fiets uit Bolsward. ’t Was druk om en
bij de Blauwpoortsbrug. Er kwam een stoom
boot aanvaren die door luid bellen te kennen
gaf te willen passeeren. Een man, ’t bleek
later Westra, de brugwachter te zijn, kwam
zeer haastig aanloopen, scheurde woest den
afsluitketting los en over, en kwam in zijn
vaart tegen mijne vrouw aangeloopen, die
daardoor omviel. Zij is niet tegen den handel
aangereden.
Ik maakte hem op zijne handelwijze attent,
waarop ik werd geïnviteerd mee naar ’t
bureau te gaan. Toen ik dit aannam, kreeg
ik minder plezierige woorden te hooren,
waarvan „aap” en „boer” slechts een paar zijn.
Ik vraag nu dit:
Is de brugwachter verplicht te waarschuwen
dat de brug zal worden .afgedraaid?
Is de brugwachter gerechtigd, iemand, die
hem op een verkeerde handelwijze attent
maakt, te beleedigen en uit te schelden?
’t Verwondert mij, dat door geen der chefs
van Westra om inlichtingen is gevraagd, nog
meer dat hij in zijn laatste stukje zulk een
beleedigenden toon durft aan te slaan tegen
N. N.
Ik dank N. N. voor zijn optreden in deze
zaak, U, mijnheer Cuperus voor dit mijn
eerste, tevens laatste schrijven aangaande
Westra, brugwachter aan de Blauwpoortsbrug.
8. A. KOOISTRA.
Witmarsum 1 Mei 1908.
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
M. de R.l
Toen ik aan de Redactie der Bolswardsche
Courant verzocht mijn stukje over de han
delwijze van den bruggedraaier Westra te
willen plaatsen, deed ik zulks met het doel,
h.h. autoriteiten attent te maken op
m.i. zeer ongepaste handelwijze van
beambte der stad.
Ik heb dat doel bereikt, zelfs nog meer
dan ik dacht. Moge eene meer gepaste
houding van den bedoelden bruggeman
tegenover het publiek hiervan het gevolg
zijn.
De ongewone vorm waarin Westra zijn
laatste schrijven kleedt ga ik stilletjes
voorbij. Ik denk daarbij aan het spreek
woord elke vogel zingt zooals hij gebekt
is. Elke bruggedraaiers-klerk is nog geen
nachtegaal al krast hij. als een raaf.
Dit is mijn laatste woord in dezen.
N. N.
zagen we het) wordt de winkelnering in een
apart gebouwtje overgebracht.
Gaasterland, 29 April. De nieuwe villa
van den heer Fruitier, die gelijk we berichtten
eigenaar is geworden van de uitgestrekte
bezittingen der N. V. Maatsch. Gaasterland,
zal verrijzen op korten afstand van
bekende Slot te Rijs, aan den weg
Oudemirdum.
Nog in den a s. zomer zal, naar we ver
nemen, tot den bouw worden overgegaan.
Met 1 Juni a.s. zal de dag-
Amsterdam, en met 2 Juni de
van hier, met de salonbooten
Friesl. lijn weer worden hervat.
1 Mei. Door den gevallen
regen en de zachtere weersgesteldheid zagen
wë bij verschillende veehouders in onzen
omtrek de koeien in het land grazen. Vele
boeren verzekerden ons dat het hoog tijd
werd dat de beesten in het land kwamen,
aangezien de hooivoorraad dermate geslonken
was, dat nog slechts een paar dagen het
vee had kunnen gestald blijven.
De weiden staan over het algemeen niet
mooi, doch warmte en de gevallen regen
kan in een korten tijd veel goed maken.
Eveneens staan de tuinen, vergeleken bij
verleden jaar, zeer achterlijk, zoodat ook
door de tuinders naar mooier en warmer
yweer wordt uitgezien.
Sneek. Terwijl het 10-jarig dochtertje
van den heer T. v. d. Z. aan het Achterom
alhier, Woensdagmiddag met andere kin
deren op de Gedempte Poorte-zijlen speelde,
liepen twee groote honden al spelende tegen
haar aan, met het gevolg, dat zij achterover
viel en met het hoofd op de steenen terecht
kwam.
Het meisje bleef eerst roerloos liggen en
werd door een besteller van de tram en
den heer S., die daar juist passeerden, huis
waarts gebracht, waar de inmiddels geroepen
geneesheer, de heer Hertzberger, spoedig
hulp verleende.
Hoewel men eerst voor het ergste vreesde,
laat de toestand van
gunstig aanzien en
geen nadeelige gevolgen van den val onder
vinden.
Geleid door het succes, dat is ver
kregen door de gehouden cursussen te Leeu
warden en Heerenveen ter bekwaming in het
vak, is in eene vergadering van den Prov.
Frieschen Bakkersbond, Woensdag in het
café „De Nieuwe Doelen” gehouden, besloten
daarmede voort te gaan en deze cursussen
voor dit jaar te houden te Sneek op Dins
dagen en daaraan te verbinden het garneeren
en boetseeren. De heeren Wartena (Irnsum) en
Janzen (Harlingen) hebben zich met de leiding
en het onderwijs voor deze cursussen belast.
Hem. Oldeph. en Noordw. 28 April. De
leveringstijd voor zesweeksche lammeren is
gekomen, maar de kooplieden laten op zich
wachten. Een heel verschil met de beide
vorige jaren, toen eiken dag de opkoopers,
ook uit Holland, op de dorpen werden aan
getroffen.
De beste lammeren gelden thans 8 ii 9
gulden, tegen 12 a 14 gulden in 1906 en
’07. Verschillende veehouders zijn voorne
mens bij deze lage prijzen de lammeren zelf
te weiden.
Tentoonstelling te Harlingen.
Aangaande de Kunstnijverheidtentoonstel-
ling te Harlingen van 410 Juni a.s. kun
nen we nog het volgende melden.
Evenals H. M. de Koningin heeft ook de
Koningin-Moeder eene groote zilveren medaille
geschonken.
Aan de te maken brug, welke de beide
terreinen zal verbinden, komt eene eerepoort,
waarnaast opgesteld worden twee groote zoek
lichten ter opluistering afgestaan
heeren Jager Co. te Amsterdam.
Het aantal inschrijvingen is alreeds zeer
groot, waarbij zeer interessante inzendingen.
Een dameskapel zal zich tijdens de ten
toonstelling doen hooren, terwijl tal van
andere concerten en feestelijkheden zullen
plaats hebben. Het middenterrein tusschen
beide gebouwen zal het aanzien krijgen van
een oud-Hollandsch Marktplein, reeds een
aantal huizen zijn verhuurd en het aantal
aanvragen is groot, Het terrein achter de
gebouwen wordt ingerieht tot kermisterrein,
Bolswardsche Courant
J