Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. 1908. 47ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. No. 51. Donderdag 25 Juni. VOOR BINNENLAND. 4 ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. Afzonderlijkenos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Dat heeft Oldeboorn, 22 Juni. Nu de machines ook bij de veehouders, meer en meer en in vele opzichten den handenarbeid wegnemen, gaat het als 't moet, met den oogst zeer vlug. Dat zagen belangstellenden hier. ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4. Op een vrij groot stuk land stond ’s morgens nog het gras. Toen kwam de maaimachine en sneed het af, daarna een machine die het afgemaaide bijelkaar verzamelde en ’s avonds was het veld schoon en alles ingekuild. Friesche Zuidwesthoek, 22 Juni. De loophengelaars, wetende, dat de pret het volgende jaar geld zal kosten, profiteeren thans nog eens van het gratis-genot. Overal worden ze gezien tegenwoordig, soms bij troepjes, achter elkaar marcheerende, waardoor den snoek weinig kans gegund wordt, om te ontkomen. Goede vangsten worden nog binnengehaald, ofschoon de droge zomers wel teruggang hebben gebracht in dezen visch- stand. Jammer is ’t, dat dikwijls veel kleine snoekjes, van beneden het pond, die al even vraatzuchtig zijn als de grootere, worden gevangen. Dit bezwaar is echter moeielijk te ondervangen. Peuëraars, die later ook belast zullen worden doen mede hun best, als het avondweder gunstig is! Workum, 22 Juni. De twee personen, die indertijd wegens diefstal bij ,/Onnoozelen Tjerk” ieder tot 4 jaar gevangenisstraf ver oordeeld werden, hebben gratie gekregen en zijn in hunne woonplaats teruggekeerd. Hepk. Nieuwsbl. v. Fr. Snoek. Heden voormiddag is alhier door de politie aangehouden C. de B., die zich heeft schuldig gemaakt aan diefstal te Gro ningen. Door de marechaussee wordt hij morgen derwaarts gebracht voor confrontatie. Hij heeft bekend. Hedenmorgen arriveerden alhier een 20-tal militairen te paard van verschillende bereden korpsen. Naar men ons mededeelt werden hedenmiddag en zullen ook morgen in den omtrek onzer stad kaderoefeningen worden gehouden. De Kaatswedstrijd van Zondag J.l. De Belgen komen hier 21 Juni kaatsen! Dagente commissie heinde Klein en groot, rijk en arm, ieder was er vol van dat op den eersten dag van zomer maand onze zuidelijke buren zich hier op’t kaatsterrein zouden komen meten met de bloem der kaatsers uit onze provincie. ’t Kostte geld, zoo’n onderneming. Maar toen de commissie eenmaal had besloten tot den bewusten wedstrijd, toen duurde ’t ook niet lang of ’t waarborgfonds was vol- teekend. Alles hing natuurlijk van’t weer af. Reeds Zaterdag richtten de oogen zich steeds naar ’t firmament met de vraagz/hoe zal ’t komen?” Want de genoodigden zouden dien avond van den trein worden gehaald, die half acht van Stavoren binnenkomt. Reeds na den middag wapperde uit onder scheidene woningen en ook van onzen Martini toren de driekleur. Al lang vóór halfacht bewoog zich een groote schare op den Stations weg, om die Belgen te zien, van welke velen zich ongetwijfeld wat meer dan gewone men- schen hadden voorgesteid. Marechaussee’s hielden ’t publiek op eerbiedigen afstand. Daar komt de trein met de lang gewenschte bezoekers. De commissie onzer Kaatsvereeni- ging verwelkomt bij aankomst de 11 reizigers (de voorzitter der Belgische Kaatsvereeniging met de ons reeds bekende 10 amateurs) waarop de muziek ’t vervolgstuk leverde. En dan ging ’t met ons orchest voorop door de stad naar de //Wijnberg” waar den gasten een diner werd aangeboden. En terwijl de heeren dineerden, lieten de vroolijke tonen onzer muziek zich op de Marktstraat den ganschen avond hooren. De Wedstrijd. Vroolijk wapperde de driekleur Zondag morgen van den toren. De wind Noord, de barometer stijgende, wat wou men meer. ’t Was te denken dat honderden van buiten zich opmaakten om koers te zetten naar ’t terrein van de Ijsbaan te Sneek. Met sporen en trammen, op fietsen en in rijtuigen stroom den dan ook de bezoekers onze veste binnen. Stond er aangekondigd dat de strijd 9 uur een aanvang zou nemen, ’t werd wel bij tienen voor de eerste nummers binnen 't perk traden. Wat kranige heertjes, die Belgen, ’t Ge leken allerminst tobbers, die van den vroegen morgen tot den laten avond in de weer We hebben hier, kort geleden, weer ge legenheid gehad een troepje Zigeuners te zien, ’t Was als gewoonlijk een' kleine groep, rondtrekkende in hun woonwagen, door een armzalig paardje getrokken. Onwillekeurig krijgt men medelijden met die goor getinte, arme zwervers, in hun bedelaarsgewaad, die zulk een treurig, sober bestaan moeten leiden en op zoo geheimzinnige wijze zich het noodige moeten zien te verschaffen. Maar ook onwillekeurig rijzen er omtrent dat volkje allerlei vragen bij ons opwaar ze vandaan zijn, waar ze wonen, hoe ze leven of ze een godsdienst hebben en een taal, wanneer ze hier zijn gekomen enz. enz. Er zijn mannen geweest, die, door weetgierigheid gedrongen alle middelen hebben aangewend om van die Zigeuners, hier te lande ook wel Heidens genoemd, het een en ander gewaar te worden. Dit was niet gemakkelijk, want een Zigeuner wantrouwt de menschen, die niet tot zijn stam behooren. Die onderzoekers hebben dan ook buitengewone middelen moeten aanwenden om hun doel te bereiken. Er zijn er geweest, die jaren lang met en onder de Zigeuners medegeleefd hebben en daardoor het een en ander zijn gewaar geworden. Tegenwoordig is men dan ook vrij goed op de hoogte van hun geschiedenis, hun geloof, hun zeden en gewoonten, hun afkomst. De Zigeuners vormen een volk, uit zeer oude tijden al bekend. Men neemt aan, dat reeds voor het begin onzer jaartelling geheele horden hun trek door het Westen van Azië begonnen zijn, en hun oorsprong te zoeken is in voor-Indië. Zij zijn over een groot deel der wereld, het meest over de Europeesche landen ver spreid. Hun aantal wordt op minstens één millioen geschat. In massa treden ze op in Rumenië, Zevenbergen, Hongarije, Turkije, Rusland, maar ook, al is ’t in kleiner getale, in de meer Westelijk gelegen staten van ons werelddeel. Ook in Afrika en Amerika worden ze reeds gevonden. Ondanks deze verspreiding hebben ze in de vijf eeuwen hunner meer bekende historie hun volkskarakter weten te bewaren, een geheel anders dan die der wier midden zij zich bewogen volksaard, zoo volkeren in en nog bewegen. De Zigeuner is een zwerver; een vaderland kent hij niet. De geheele wereld, waar hij ook komt, rekent hij als zijn terrein, waarop hij naar hartelust kan ronddolen. Nergens beschouwt hij zich als een vreemde; hem behoort de wereld. De menschen buiten zijn stam, dus de bewoners des lands, stelt hij beneden zich; in zijn oog zijn het creaturen, die zijn heilige erve in bezit hebben genomen. Voor een nomadenvolk als de Zigeuners zijn de minst bevolkte landen de meest begeerlijke. Zij tieren het best, waar uitge strekte woeste streken, waar bosschen hun een schuilplaats aanbieden en waar de ver van elkander wonende landbouwers hun den toegang niet kunnen beletten. Neemt dus in een land de bevolking sterk toe, dan wordt dat land voor de Zigeuners minder geschikt en dus zal men ze meest vinden in de minst bewoonde streken. Het is vrij zeker, dat ze het eerst in ons land voorkwamen in het begin der 15e eeuw, ongeveer 1420, toen ze krachtens een besluit in een gemeenschappelijke Zigeunervergadering in 1417 genomen, hun tochten door West- Europa begonnen. Toen vonden ze tal van open plekken, onder andere bij ons op de Veluwe, in Montferland en in de Graafschap. Naarmate de bevolking in deze beschaafde landen toenam, moesten de Zigeuners hun horden in groepen en vervolgens in groepjes verdeelen en eindelijk werden hun zwerf tochten meer en meer bemoeilijkt zoodat velen onder hen het zwerven opgaven en vaste woonplaatsen kozen, maat niettemin bleven ook onder dezen de oude trekken van hun volkskarakter voortleven, hun huis nog steeds beschouwende als een tent en afkeerig van huisraad of meubilair. Huwelijken tusschen Zigeunervrouwen en Europeanen komen in Hongarije, Rumenië en Rusland wel voor, dojh ze zijn zeldzaam. Wie uit een Zigeunerstam met een Europeaan huwt, wordt door zijn volk uitgestooten, als een die zich zelf verlaagt. Hun godsdienst is moeilijk te beschrijven; zij laten er zich niet over uit en spelen in dit opzicht een valsch spel, dikwijls om de menschen te believen waaronder zij zwerven. Wel schijnt het dat ze godsdienst hebben. John Bunyan, bekend door zijn //Pelgrimsreize” wordt algemeen voor een Zigeuner gehouden. Dat ze het met het geloof niet heel nauw nemen, blijkt wel hieruit, dat ze zoo ge makkelijk een nieuw geloof aannemen. De eene eeredienst schijnt hun zoo goed als de andere; het is hun een kleed dat ze aan-en uittrekken. Zij zien er volstrekt geen bezwaar in zich opnieuw te laten doopen, als ze in andere oorden zijn gekomen, waar een ander kerkgenootschap het heerschende is. nieuwe geloof zat er buiten op en klaarblijkelijk met hun eigen godsdienstig leven weinig uit te staan, zooals blijkt uit hun verregaand bijgeloof en de eigenaardige plechtigheden, die ze houden, bij doop, ge boorte, sterven en ziekte. Over het begin der wereld en een verder leven hebben ze hun eigen opvattingen. De geschapen wereld gaat bij hen niet verder dan de maan, de rest is slechts flikkerlicht. Het eerste menschenpaar had vijf zonen den zon-, den maan-, den vuur-, den wind en den nevelkoning. Door de booze geesten ging het paradijsgeluk te loor, kwam de dood en het leven van lijden en ellende. De Zigeuners vereeren de zon, de reusachtige bergen, enkele dieren als de slangen en enkele boomen. Ook vreezen ze de daemonen, die de ziekten veroorzaakten, waarvan zij er negen onderscheiden. Veel wordt onder dit zwervende volk gedaan aan tooverij en waarzeggerij. Dit is het werk der oude vrouwtjes, de met groote slimheid en overleg den schijn aannemen ziekten te kunnen genezen en de toekomst te voorspellen, zonder dat men nog kan zeggen dat dit geheel bedrog is. Om hun bedriegerijen, hun vuilheid, hun roof- en hebzucht en hun list, zijn ze steeds door andere volken gevreesd, gehaat en vaak schandelijk vervolgd. Veel moeite is aange wend de Zigeuners tot een beter en meer en hooger beschaafd volk op te voeren; meestal bleek dit te zijn een ploegen op de rotsen. Typisch is het volgende verhaal, waaruit blijkt,, hoe ook bij de Zigeuners de natuur gaat boven de leer, in zoo sterke mate, dat zelfs de zorgvuldigste en liefderijkste privaat- opvoeding den wilden zin bij de Zigeuners niet meester kan worden. Een klein Zigeuner-meisje, dat tot haar tiende jaar met haar volk de bosschen van Engeland had rondgezworven, viel bijzonder in den smaak van een aanzienlijke kinder- looze dame van hoogen adel. Deze ontfermde zich over de kleine wees, nam haar tot zich, liet haar onderwijs geven; in ’t kort, voedde haar op als haar dochter. Charlotte, zoo noemde men de kleine, lieftallige wilde, groeide op tot een schoone, talentvolle, zeer beschaafde jonkvrouw. Een rijk jong heer, bloedverwant der pleegmoeder, vatte liefde voor de bekoorlijke Zigeunerin op en vroeg haar ten huwelijk. Hoe meer de dag van het huwelijk naderde, des te stiller en melancho lische! werd de Hifidostansche bruid en op een goeden dag was zij ,tot groote ontsteltenis der familie, verdwenen. Dienzelfden dag had den om het slot Zigeuners gezworven en bij dezen troep vond men weldra de gevluchte Charlotte, weer onder de kinderen des wouds, aan den arm van een zwartharigen, langen man, het hoofd der bende. Zij verklaarde, dat zij zijn vrouw was geworden en dat niemand het recht had haar van hem af te scheuren. Haar pleegmoeder en bruigom waren ontroostbaar. Later kwam Charlotte nog eens een bezoek op het slot brengen en vertelde toen hoe het haar in de kamers van het kasteel te benauwd was geworden en hoe een onweerstaanbare trek naar een vrij en zwer vend leven zich hoe langer hoe meer deed gevoelen. De man, dien zij voor zich uitge kozen had was losbandig. Hij mishandelde haar, maar niettemin bleef ze hem getrouw en verlangde niet naar haar vroeger leven van weelde terug te keeren. Steenw. Cl. moeten zijn, om den mond open te houden, ’t Waren Vlamingen en Walen, welke laatsten zich meestal kenmerken door hun zwarte haarkleur. Hoe vlug de heeren zich op ’t terrein ook bewogen, ze schenen echter tegen onze Friezen niet opgewassen te zijn. Of de schuld er van moet gezocht worden in de Friesche kaatsmanier we kunnen er moeilijk over oordeelen. Wij voor ons deelen de meening van velen, dat den Frieschen opslagers voor een groot deel hun nederlaag is te wijten. Allerminst willen we op de capaciteiten van de bh. Jan Vlietstra van Franeker, A. Brouwer van Baard, E. Banning van Woudsend, R. Feitsma van Wommels en Tijmstra van Lemmer afdingen, die immers door onze kaatscommissie als opslagers aan de Belgische parturen werden toegevoegd; maar ’t was toch wel in ’t oogloopend, dat enkelen van die opslagers soms 3 tot 4 malen buiten sloegen. Wel is waar speelde de wind, die soms aardig aanwakkerde, hun parten. Daar staat echter tegenover, dat de tegen partij ook met hetzelfde euvel had te kampen. Neen, onze idee is dat, als de Belgen ge lukkiger medehelpers hadden gehad, dan waren allen niet gesneuveld. De le prijs f 120 viel ten deel aan C. Werkhoven van Witmarsum, R. Anema van Behingen en T. W. Kooistra van Dokkum, benevens ieder een verguld zilveren medaille, uitgeloofd door ’t Dag. Bestuur der gemeente. De 2e prijs f 60, benevens 3 zilveren medailles, uitgeloofd door V. V. V. alhier, aan 8. Kooistra van Witmarsum, M. Helfrich van Kimswerd, en A. Terpstra van Oosterend. 3e prijs f 30, aan P. Hovinga van Engelum, A. Groeneveld van Beetgum en J. Jellema van Peins. De zilveren medaille, uitgeloofd door een paar sportliefhebbers voor den Belgischen kaatser, die den versten bovenslag maakte, viel ten deel aan Jean de Launoit van Gram- mont met een slag van 51.7 meter, terwijl C. Werkhoven van Witmarsum de medailie ontving, die aangeboden werd door ’t Belgische Sportblad Le Jeu de Balie aan den Frieschen kaatser voor den versten bovenslag, hier 48.8 meter. ’t Was bij zevenen, toen de wedstrijd was afgeloopen. De fleurige muziek van het 9e regiment speelde nog een paar mopjes en de duizenden kaatslief hebbers gingen onge twijfeld heen .met de gedachte door dezen spannenden wedstrijd een dag van werkelijk genot te hebben gesmaakt. In de Buiten-Societeit, waar de prijsuit- deeling werd gehouden, en waar de Staf van ’t 9e de bezoekers vergastte op een heerlijk concert, was 't recht gezellig. Na afloop der muziekuitvoering kregen de dans- lustigen overvloedig gelegenheid hun hart eens op te halen van welke gelegenheid dan ook druk gebruik werd gemaakt. Jammer dat de bediening te wenschen liet. De sociteithouder had o.i. meer in zijn voordeel gehandeld, als hij bij een ge legenheid als deze, (’t was te voorzien dat ’t druk moest loopen) een flink stel bedienden ter zijner beschikking had gehad. Een woord van dank aan het wakkere bestuur van de kaatsvereeniging #Sneek,/ die dezen wedstrijd organiseerde. Sn. Cl. Abattoir te Meppel. De gemeenteraad van Meppel heeft in beginsel besloten tot het oprichten van een openbaar slachthuis. W. H. 8., die voor een maand zich door de vlucht aan de justitie teTiel onttrok, toen hij als gedetineerde een verhoor had ondergaan, is Maandagmiddag uit Duitsch- land teruggekeerd en heeft zich aan het huis van bewaring te Tiel aangemeld. Zondagmiddag zag een agent van politie in de Johannes Verhulststraat te Amsterdam een man loopen met druipnatte kleeren. Hij wilde niet zeggen hoe hij zoo nat geworden was, hetgeen den agent wel wat verdacht voorkwam, waarom hij hem dan ook mede- nam naar het politieposthuis in de Roelof Hartstraat. Kort daarna werd door de politie uit Nieuwer-Amstel bericht, dat een persoon, die met den aangehoudene overeenkwam, daar een rijwiel had gestolen, zich achter volgd ziende, de gestolen fiets te water had geworpen en toen door een sloot de vlucht had genomen. De man werd naar Nieuwer» Amstel overgebracht. voren had onze ijverige kaats er voor gezorgd, dat die tijding en ver bekend werd gemaakt. en groot, rijk en arm, ieder dat op den eersten dag f Bolswardsche Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1908 | | pagina 1