Kieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
1908.
47ste Jaargang.
No. 59.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
Amsterdamsche Beelden.
f-
1
Donderdag 23 Juli.
VOOR
Afzonderlijke
aanleg
XLV.
weg gesprongen zijt. ’s Nachts
en
van
BINNENLAND.
bleven toen rusten
den molen. Op die
van de
volhardendi
v. Fr.
beheerder
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Fr. Zuidwesthoek, 20 Juli. De wolprijzen
rijzen weer, in de laatste 3 weken 15 cent
per K.G. Thans bedraagt de prijs 70 ets.
Vele opkoopers, die thans nog met de dure
voorraden van 1907 zitten, hopen nu kans
te hebben deze zonder groote verliezen eerlang
van de hand te kunnen doen. Het wordt een
zenuwachtig wachten nu, daar het ten slotte
ook weer op teleurstelling uit kan loopen.
Een enkele heeft daarom kort beraad gehouden
en nu reeds verkocht.
Witmarsum, 18 Juli. De oude Smith was
eens onze dorpsverver en de zoon Hobbe werd
ook in het vak opgeleid. Toen hij nog jong
was, verhuisde hij met zijn ouders naar
Amsterdam. Daar kon de zoon, die veel
In Friesland, met zijn vele
en plassen, worden vele eenden
gehouden. Om de boerderijen in het water
land ziet men in boomen of op stokken de
eendenkorven, waarin de kwakers de eieren
kunnen leggen en broeden. Nu is het vol
strekt niet uit de school klappen, als wij
zeggen, dat menige eend valt door het schot
van jagers, die alleen wilde eenden mogen
schieten. Dit feit is bij de wet wel strafbaar
gesteld, maar vaak heel moeilijk te consta-
teeren. De Coöperatieve Eieren verkoop-Ver-
eeniging, overtuigd dat aan dit euvel een
einde moet worden gemaakt, heeft zich nu
tot eigenaars en huurders van landerijen
gewend met verzoek, bij het verleenen van
jachtrecht de uitdrukkelijke voorwaarde te
stellen, dat geen tamme eenden worden ge
schoten. Stoort men zich hieraan niet, dan
wordt de vergunning ingetrokken.
Gisteren heeft er in het laboratorium
van de firma Joh. M. Verschure Zoon,
margarinefabrikanten en kaashandelaren aan
de Boompjes te Rotterdam, door het springen
van een ftesch met ether een ontploffing
plaats gehad. Brand is er niet veroorzaakt,
alleen eenige ruiten sprongen.
Inbraak.
Te Dordrecht is weer ingebroken, thans
in de sociëteit ^Kunstmin” waar dieven in
den nacht van Zondag op Maandag getracht
hebben hun slag te slaan. Zij vonden echter
niets dan een paar flesschen jenever en een
stel biljartballen, die zij goeden buit ver
klaarden. Eenig koperen munt voor kellners
lieten zij liggen, terwijl zij een beitel en een
schroevendraaier achterlieten.
Toen het licht stond'op de palen,
Kon een ieder het best betalen.
Toen het licht hing aan de touwen,
Kon men het nog even houwen.
Maar nu het licht komt uit den grond,
volgt een regel, die ik wegens het onfatsoenlijk
rijmwoord niet kan noemen.
Betrekkelijk is de bewaking hier nog beter
dan op het Amsterdamsche gedeelte. Want
er is nog een miniatuur politiepost, die plaats
aanbiedt voor één veldwachter en een hok
er achter om er een eventueelen boosdoener in
op te sluiten.
En dat gedeelte Watergraafsmeer aan den
Amstel is zoo klein! Nog geen drie minuten
loopen of men is aan den Omval, passeert
een smal bruggetje en is dan in de gemeente
O uder-A instel.
Dat ’t Ouder-Amstel is, kunnen we wel
zien. Wat een oude kleine huisjes zijn het
hier. Maar werklieden wonen hier toch maar
heerlijk voor hun daalder in de week, in
een vrij huis met den breeden, vrijen Amstel
voor zich.
Hun buurtje is echter spoedig afgewandeld,
want om en bij den spoordijk is deze zijde
van de rivier niet meer te beloopen.. Als het
Dag. Bestuur van Amsterdam z’n zin krijgt,
zullen deze nabuurschappen van grensge
meenten spoedig tot het verledene behooren.
Wel werd het groote annexatievoorstel door
Gedeputeerde Staten teruggezonden, doch dit
betreft slechts eenige minder belangrijke
grenswijzigingen metNiewer-Amstel. Het lijdt
dus geen twijfel of na de gewenschte correctie
gaat het Dag. Bestuur der provincie er ook
wel mee accoord. Als Amsterdammer kan ik
echter geen enkele reden zien, waarom heel
Watergraafsmeer en genoegzaam heel Sloten
bij Amsterdam zou moeten worden ingelijfd.
Toch niet om, waar in werkelijkheid de
hoofdstad in alles achteruitgaat, zelfs in
Ik heb meermalen inwonersaantal, den schijn te redden. Er pleit
c-’---
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4.
Hen brutaal stukje.
Men herinnert zich dat 30 December 1905
een kantoorlooper van de eerste Hypotheek
bank met of zonder Levensverzekering te
’s-Gravenhage, een bedrag van ruim f 20,000,
dat hij van deze bankinstelling, gevestigd in
de Korte Poten, naar een bank op de Heeren-
gracht moest brengen, beweerde verloren te
hebben. Een aanzienlijke premie werd uitge
loofd voor dengeen, die aanwijzingen kon
geven welke zouden leiden tot opsporing van
den vinder; de man werd ontslagen en door
zijn chefs en de politie meermalen aan een
gestreng verhoor onderworpen. Men kon
echter niet meer uit hem krijgen dan dat
hij het geld verloren had, hoe en wanneer
wist hij niet, en ook langs anderen weg
scheen het, niettegenstaande de ijverigste
nasporingen, niet mogelijk eenig licht op
deze zaak te werpen.
De Haagsche recherche heeft echter den
moed niet opgegeven en in alle stilte het
onderzoek voortgezet.
Na twee-en-een-half jaar heeft zij thans al
haar moeite glansrijk bekroond gezien. De
man is namelijk gisteren gearresteerd. Hij
had het heele verhaal verzonnen en zich van
het geld... een lijfrente gekocht!
(Nieuwe Ct.)
Twee jongens verdronken.
Gistermiddag gingen de jongste zoon van
den burgemeester van Hattem, baron Van
Heemstra, en zijn neefje, de oudste zoon van
het lid der Tweede Kamer, baron Van
Wassenaer van Catwijck, zeilen op het Apel-
doornsche Kanaal bij Hattem. Er was veel
wind, het schuitje sloeg om; de jongens
konden niet zwemmen. De jonge Van
Heemstra werd spoedig uit het water ge
haald, maar hoewel twee uren lang al het
mogelijke werd gedaan, de levensgeesten
konden niet meer worden opgewekt. Na een
paar uur visschen is eerst het lijk van zijn
neefje gevonden. De laatste was voor een
dagje met zijn ouders over, om een familie
feestje bij te wonen. (N. R. C.J
HondsdagenII. (Slot.)
Als een wandelaar hard tegen uw rug
aanliep en u op zij wierp, zoudt u het recht
hebben hem dit hoogst kwalijk te nemen;
verandert men het woord wandelaar door
fietser dan wordt het juist omgekeerd, dan
krijgt gij het standje wijl gij niet uit den
weg gesprongen zijt. ’s Nachts om drie uur
half vier brengt de fiets of auto echter een
aangename afwisseling in het dan wel niet
doode, maar kalme, rustige, aan Zutfen of
Amersfoort doende denken stadsleven. We
wandelen de ,/Schollenbrug” over, de huidige
grens der gemeente, vroeger de grens tusschen
Nieuwer-Amstel en Watergraafsmeer, ’k Her
inner me nog als jongen hoe de Schollenbrug
heelemaal buiten de stad was. Je maakte
er een heerlijk watertochtje naar toe met ’t
Havenstoombootje van het Rokin bij de Dam
en dat voor één stuiver. Natuurlijk moest
men daarbij onder verschillende bruggen door
en wat een pret was het niet als de pijp
naar de laagte moest en de kapitein waar
schuwend riep: //hoofden.” Dat die haven
bootjes den strijd om het bestaan niet hebben
kunnen volhouden is wel te betreuren.
Amsterdam heeft een groot deel der be
bouwde Amsteloevers ingeslikt. Aan de Wees-
perzijde het voormalige Nieuwer-Amsteldeel,
terwijl aan de overzijde het groote Amsterdam
heel ver tot aan Zorgvliet toe aan het
annexeeren is geweest.
Betrekkelijk dicht bij de Nieuwe Amstel-
brug zien wij het wel moderne, maar zeer
mooie (helaas, meestal een contradictio) voor
malige Raadhuis van Nieuwer-Amstel, dat
nu tot een politiebureel is gedegradeerd.
Doch wij zetten onze wandeling voort langs
de Weesperzijde. De gaslantaarns hebben
nu plaats gemaakt voor ouderwetsche rood-
licht uitstralende petroleumlampen. En waar
het Damocleszwaard van de 6 pCt. inkomsten
belasting boven onze hoofdén hangt, denken
we aan de dichtregelen van wijlen Jan den
Jiymer na de eerste gaslantaarns;
Aan dien top wordt de takel bevestigd.
Gisterenmorgen is de oude as goed beneden
gebracht. Toen men echter gisternamiddag
bezig was de nieuwe ijzeren as in den takel
te nemen en nog maar een halven meter
misschien had opgetrokken, weken plotseling,
door een nog niet verklaarde oorzaak, de
beide stengen zijwaarts, rukten zoo de heele
zwichtstelling weg en
tegen het achtkant van
zwichtstelling bevonden zich vier personen,
die dus plotseling hun ondersteuning voelden
wegrukken. Op één na konden ze zich nog
vastgrijpen aan de touwen van den takel en
aan een kabelband. Die eene echter, Hendrik
Roodenhuis, een knecht van den heer Van
Houten, viel van de ruim dertig voeten
hoogte naar beneden en kwam tusschen palen,
planken en de ijzeren as bekneld. Kreunend
van pijn werd hij bevrijd en opgenomen.
Overbrenging- naar Groningen was noodzake
lijk. We hoorden van een ernstige been-
kneuzing.
Een meening, die in ’t geheel geen
tegenspraak opwekt is niet de moeite waard*
dat men haar heeft.
Men schrijft uit ’t Waar (Old.) aan
het N. v. ’t N.:
Bij den zaagmolen van den heer S. van
Houten, vond gisterennamiddag een ernstig
ongeluk plaats. Men is er bezig met een
der moeilijkste reparaties, die aan een molen
kunnen gedaan worden, er wordt n.l. een
nieuwe as ingebracht. Hiervoor heeft men
noodig twee lange palen, die door de mole
naars stengen worden genoemd. De benedenste
reikt gewoonlijk tot de zwichtstelling en is
daarvoor 30 of meer voeten lang. Hierop
staat de tweede, die zoo hoog moet zijn, dat
zijn top een beetje hooger is dan de molenkap.
Schoone Amsteloevers verbergen echter dood
en verderf, ’k Was deze week getuige van
een treurig tooneeltje. Klein kleutertje,
knaapje van een jaar of negen, een kind uit
een goed burgergezin had op de stapels lange
planken gespeeld, die voor de brouwerij op
schuiten waren opgestapeld. Groote rakkers
gaven dit voorbeeld door zonder eenige nood
zaak, aanleiding of genot op het hout te
klimmen, rond te dansen op de losse deelen
en hun leven te wagen. I
gezien dat de rondkuierende agent dit spelletje'
kalmpjes liet gaan. Maar onze dreumes v „2,
zwaar gestrafthij
water geploft en 1
avond was en tal
gereed stonden om
te trekken, pogingen die maar al te vaaki
faalden, wijl hij onder het hout was wegge-:
schoten, duurde het bijna drie kwartier voor!
de arme kleine, geheel bewusteloos, op het,
aanwezige bootje der havenpolitie was getild.)
Toen werden alle pogingen aangewend om
de levensgeesten weer op te wekken. Aan’
deskundigen geen gebrek; daar was een dokter,^
eenige verpleegsters, politiemannen
land- en zeemacht... dapper en
wreven ze, pasten ze de kunstmatige adem
haling toe, meer dan een uur lang. De
wandelaars, zwart-compacte massa aan den
Weesperoever, leeft mee in dien edelen strijd
met den Dood. Helaas de macht van den
laatste ging boven het Recht op Levèn. Het
lijkje van ’t knaapje werd in zeildoek gerold
en het bootje voer naar de Sarphatikade,
naar het huis der ouders, ’t Ondergoed was
gemerkt en er was reeds aangifte gedaan.
Ontzettende thuiskomst. Blijkbaar had men
de droeve waarheid niet onmiddellijk durven
zeggen, want van buiten af hoorde ik door
de opstaande vensters eensklaps uit vrouwe-,
misschien moedermond, een snerpenden kreet:
z/Neen, hij is dood!” Toen werden alle gor
dijnen, ook voor de zolderramen, gesloten.
Arme ouders, die vergaten het monster dat
schuilt in ’t donkere water voor knaapjes,
die alleen mogen spelen langs de vriendelijke
oevers...
ie gewoonnjx aflSorgam-
seerend, de bewaking in de buitenwijken laat
nu al zooveel te wenschen over. En dat
Amsterdam zich niet zou kunnen uitbreiden,
klinkt ook al vreemd, waar de reusachtige
terreinen tusschen Amstel en Amstelveenschen
weg, waarvoor een heel straten- en pleinennet
is geprojecteerd, nog braak liggen, ondanks
den nooddrang om werk. Dus tegenover de
leuze: //Das Amsterdam soil grosser sein”
stel ikAmsterdam moet beter, gelukkiger,
welvarender worden en daarvoor hebben we
noodig in den Raad mannen van energie,
die weten van aanpakken, maar ook een
krachtig //Veto” kunnen doen hooren tegen
ultra-moderne dwangmaatregelen, die den
handel belemmeren, het vreemdelingenverkeer
knotten, de welvaart verstikken.
aanleg voor teekenen had, zich ontwikkelen
en nu is hij de vermaarde kunstschilder Hobbe
Smith. Deze week maakte hij een rondreisje
door Friesland en zoo bezocht hij gisteren
ook weer eens zijn geboorteplaats. Hij bracht
o.a. een bezoek aan eenige inwoners, die nog
teekeningen van wijlen zijn vader, die ook
een zeer bekwaam teekenaar is geweest, in
waarde hielden.
Een paar jaar geleden gaf De Prins een
portret van den kunstschilder Hobbe Smith,
en daarbij zijn levensbeschrijving.
Hepk. Nieuwsblad
Oosterend. Op het drietal voor
der Coöperatieve Stoomzuivelfabriek alhier
zijn door het Bestuur geplaatst de heeren
R. Anema te Betterwird.
T. de Boer te Hemelum.
K. Sijsling te Lollum.
Workum, 21 Juli. Gistermorgen had op
het terrein voor het bouwen van een lokaal
voor de afd. Workum van den Ned. Protes
tantenbond alhier een zeer droevig voorval
plaats. Nauwelijks eenigen tijd bezig met den
afbraak van een muur der huizinge, alwaar
het nieuwe lokaal zal verrijzen en waarmede
bezig waren de reeds bejaarde timmerknecht
H. de J. en de zoon van den aannemer A.
Y. of een groot stuk muur kwam tegelijk
naar beneden. Voor dien tijd stonden zij op
den zolder en waren met breekijzer gewapend
de steenen los te slaan. Niet bedacht dat een
stuk muur tegelijk zou neervallen, hadden
zij het ongeluk mede naar beneden te storten.
De oude man kwam ongelukkig terecht, met
het hoofd op den kant van de stoep, zoodat
het hoofd vreeselijk verwond is en de hersens
beschadigd zijn. De jongeling bezeerde zich
niet en kwam op het zitvlak terecht. Hoewel
erg geschrokken en eenige inwendige pijnen
voelende, is hij er best afgekomen. Door mede
werklieden naar huis gedragen en na verbonden
te zijn door den geneesheer is de toestand
van H. de J. niet zonder gevaar en lijdt hij
aldoor hevige pijnen in het hoofd.
Pas een uur had de man zijn vrouw ge
zond en wel verlaten of op boven omschreven
wijze werd hij thuis gebracht. Men kan zich
den toestand van de vrouw voorstellen en
later van de kinderen bij het hooren van het
droevig ongeluk.
De uitslag der Zondag en Maandag,
op de Wilhelminabaan te Leeuwarden gehou
den Internationale Kaatswedstrijd, waaraan
door 23 parturen werd deelgenomen, is als
volgt: le prijs B. Anema te Leeuwarden,
Tj. Kooistra te Dokkum en C. Werkhoven te
Witmarsum; 2e prijs P. Hovinga te Engelum,
A. Groeneveld te Beetgum en F. Jongsma te
L Engelum; 3e prijs L. Kuipers, J. van der
J -Schel en J. Yetsinga, allen te Arum, en
4e prijs Jean de Lanoit, Florent Hylebos en
Robert Debilde, allen te Grammont.
De volgende kaatsers zijn aangewezen voor
de wedstrijden op 15 en 16 Augustus te
Brussel en hebben zich bereid verklaard daar
te spelen: Anema, Leeuwarden; T. Kooistra,
Dokkum; Werkhoven en S. Kooistra, Wit
marsum; H. Terpstra en Minze de Vries,
beiden te Beetgum.
Hoor jagers.
meren, poelen
'ansa1
Bolswardsche Courant
608
;ï.l to
-AAA AAA AAA AA A
I.
1 x I xI 1 x_
llübici
werd?t£ Zeep
j was midden in het Amstel-^ Zeep,
hoewel ’t nog in den voor-
van bereidwillige handen:
den dreumes uit het water;