Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
Zondag 9 Augustus.
1908.
47ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 64.
l
EBICHTI
’s middags 12 uur verschijnen.
Korte Levensschetsen v. Gysbert Jacobs,
enkele Familieleden, Kennissen, Frienden
en Geestverwanten van den Dichter,
door D. BARTSTRA,
Archivaris der Gemeente Bolsward.
i
VOOR
de
D. BARTSTRA.
BINNENLAND.
stierf twee
moeder. Zij werden
be*
voor die woningen aangebrachte
en kon er zich niet weer uit-
Halbertsma had dezen naam verkeerd
gelezen, zoodat. allen, die hem navolgden, in
dezelfde fout vervielen,
Gevaar van duiken. Een Amerikaansch
geneeskundig blad vestigt de aandacht op de
gevaren van het duiken in het zwembad.
Het water daarin is natuurlijk nooit zuiver,
en daardoor kunnen allerlei infecties van het
oor het gevolg zijn. Een van de doctoren in
Boston had daarvan tal van voorbeelden ge
zien. Er waren jongens, die telkens oor
ontstekingen hadden, en daarvan pas bevrijd
werden, toen zij hun liefhebberij van duiken
opgaven.
SALVUS GYSBERTS HOLCKAMA,
geboren 30 Mei 1641, was, nadat voor 1656
vijl kinderen van Gysbert en Sijke overleden
waren, het eenigste kind, dat hun was over
gebleven. Geen wonder waarlijk, dat zij op
den toen 14-jarigen knaap overbrachten al
de liefde, die hun ouderhart geven kon, en
al de hoop vestigden, waartoe zijn gunstige
aanleg ’t recht gaf. Zooals meermalen met
een overgebleven lieveling, werd ook dit
ouderpaar bitter in hunne hoop en verwachting,
teleurgesteld en gekrenkt in hunne liefde.
Salvus had te Leeuwarden de Heelkunst
geleerd, en zich als Chirurgijn te Rien, een
volkrijke buurt van Lutkewierum, nedergezet.
Maar hier gaf hij zich over aan ongeregeld
heden, nachtbraken en ’t maken van schulden,
en ten laatste, geheel verlegen, verliet hij
het dorp, zonder zijne beloopen boeten en
breuken en verdere schulden te betalen.
Daarop vertrok hij naar Ameland, tot
Heelmeester aldaar aangesteld door/Jr. IFatse
van Cammingha, Vrij- en Erfheer van dat
eiland, die toen op Heremahuis te Bolsward
woonde. Doch op Ameland, onder lucht
hartige zeevaarders, werd hij niet beter,
eerder nog slechter. Binnen den tijd van
derdehalf jaar maakte hij daar schulden tot
een bedrag van ruim 1600 caroliguldens.
Op het bericht van de ziekte zijner ouders,
kwam hij geheel berooid in Bolsward, werd
ook door de pest gegrepen, en
dagen na zijn vader en
naast elkander in de Sint Martinikerk
graven.
Magistraat van ’t jaar 1663.
Burgemeesters.
B
Dr. doecke jelles hemminga,
een der meest bekende Rechtsgeleerden van
Verkeerd begrepen. De vorst van een
Duitsch staatje tot een dorpsburgemeester
Dat is de eerste keer, burgemeester, dat
ik je per automobiel bezoek.
De dorpsburgemeester: O, Doorluchtigheid,
dat beteekent heusch niets, hoor... bij ons
stinkt het toch altijd een beetje door de
zwijnen.
Ten einde het personeel onzer
drukkerij ook van het Gysbert
Japiksfeest te kunnen laten profiteeren, zal
het volgend no. van de Bolswardsche Courant
a.s. Woensdag,
Verzoeke beleefd vroegtijdige toezending
van advertenties enz.
Firma B. CUPERUS Az.
nu alles te zamen
door het
houten stekje
werken.
't Gehuil der kleine werd echter spoedig
opgemerkt.
Een der buren, de heer v. d. S., mocht
het gelukken, door het stukzagen van een
der latten, het kind uit haar benauwde positie
te verlossen. F. D.
Witmarsum. Tram in volle vaart Con
ducteur op ’t balcon Hevige wind
Conducteur’s pet af en den weg op. Toe-
tre-toetoe-tre-toe Machinist hoort niets.
Nogmaals getoeter; nog eens en nog eens.
Hoort niets, niets! Harder geblazenEindelijk
verstaan, geremd en conducteur af om pet
te zoeken.
In de tram een gezelschap dames en heeren;
dezen ook af, gaan aan den weg zitten wachten
op conducteur. Een kwartiertje van lachen
en gekscheren. Eindelijk conducteur terug;
stijgt in, gezelschap neemt ook plaats; tram
in beweging
In den tramgezelschap veel schik, reizigers
voor den trein veel geraas! Ons Noorden.
Ongeveer 14 dagen geleden werd een
Duitscher, ernstig ziek, opgenomen in de
Roomsch-Katholieke Ziekenverpleging te
Amsterdam. Hij werd natuurlijk met veel
zorg verpleegd, nacht en dag werd bij zijne
sponde gewaakt, tot hij eenige dagen ge
leden door den dokter genezen werd ver
klaard en in zijn huiskleeren in den tuin
mocht wandelen.
De Duitscher nam er een goed leven van,
liet zich door wijn en lekkere schoteltjes
aansterken, tot... hij plotseling den aftocht
blies, zonder iemand vaarwel te zeggen. En
het ergste hij vergat blijkbaar nog onder
den invloed van zijne ziekte de rekening
te vragen.
’s Avonds miste men hem eerst op het
appèl. De le klasse-patiënt heeft sedert
niets meer van zich laten hooren.
Bemerkende, dat gisterochtend in de
afdeeiing gemengde baden te Scheveningen
iemand door den sterken stroom afgedreven
en blijkbaar onmachtig was terug te keeren,
begaf een der badlieden zich te water. Hij
had ’t geluk den bader te grijpen en werd
daarin gesteund door een anderen badman,
die, gevaar vermoedende, te paard was ge
stegen en ging helpen. Wel een bewijs van
waakzame plichtsbetrachting, door de om
standers hoorbaar op prijs gesteld. Na eenigen
tijd op verhaal te zijn gekomen, kon de
bader huiswaarts keeren.
De arbeider V. te Driel heeft, naar
de Tielsche Ct. meldt, den boerenknecht H.,
met wien hij wegens een liefdesgeschiedenis
nog een appeltje te schillen had, terwijl hij
hem op den weg ontmoette, met zijn zeis
trachten te raken. De slag miste H. maar
trof het paard voor zijn wagen. Het arme
beest ontving zulk een diepe wond, dat de
veearts ’t raadzaam oordeelde, het af te
maken.
De „Onder de Streep” schrijver van
’t Algemeen Handelsblad schrijft:
Foor de Rechtbank. Rechter: Jansen,
ik had toch werkelijk niet gedacht, je zoo
spoedig weer hier te zien
Vagebond: Dat moet ik erkennen, Edel
achtbare, de politie is hier kolossaal vooruit
gegaan.
Dewijl men zich, nopens de inwendige
geschiedenis der familiën van dezen derde
halve eeuw achter ons liggenden tijd, wegens
gebrek aan betrouwbare gegevens, toch op
het uitgebeide veld der gissingen heeft moeten
begeven, wil ik het wagen, ten opzichte van
Gysbert en Sijke nog een paar vooronder
stellingen in ’t midden te brengen, die, al
mogen zij aan sommigen heel, heel roman
tisch voorkomen, mede kunnen getuigen, dat
het werkelijke leven soms romantischer is
dan de meest opgesierde roman.
Gesteld eerst, dat Sijke de oudste der kin
deren van Salvus Thomasz. en Reimerich
Mevis, gehuwd in Sept. 1613, en dat zij in
1614 geboren is, dan was zij bij de komst
van Gysbert te Witmarsum reeds een aan
komend meisje van elf jaar.
Gesteld verder, dat hare moeder niet ter
stond, nadat zij weduwe geworden was, naar
Bolsward, waar zij vandaan was, is vertrokken,
maar nog eenige jaren te Witmarsum is ver
bleven, totdat zij omstreeks 1630 hertrouwde
met Joost Hendriks Schenkel, Chirurgijn en
Vroedsman te Bolsward, en met hem daar
heen verhuisde, hare kinderen natuurlijk
medenemende, dan is daartegen weinig in te
brengen.
En al zwijgt het Trouwboek van Bolsward
over dit huwelijk, het kan te Witmarsum
zijn gesloten, want dat zij in 1632 gehuwde
lieden waren, blijkt uit andere officieele stukken
in ’t archief.
Gesteld voorts, dat de weduwe in 1625
den jongen nieuwen meester als kostganger bij
zich aan huis heeft genomen, kan dan de dich
terlijke, zangerige, levendige Gysbert Jacobs,
door den dagelijkschen omgang op de zich
tot eene frissche, bloeiende maagd allengs
ontwikkelende dochter zijner hospita zijn
verliefd geworden? Men behoeft slechts zijne
zangen, in het eerste deel der //Rymlarije”
te lezen, om zulks alleszins mogelijk te
achten.
En al was nu Reimerich Mevis omstreeks
1630 door haar huwelijk met Schenkel naar
Bolsward verhuisd, ook hare 16-jarige dochter
medenemende, dan zal toch meester Gysbert
de zoo goed als volwassen maagd niet hebben
vergeten, maar den omgang met haar hebben
voortgezet, en daar zijne ouders mede in
Bolsward woonden, zal men hem zonder
twijfel dikwijls in de stad hebben gezien.
Gysbert Jacobs en Sijke Salvis kunnen te
Bolsward zijn gehuwd in 1633, zonder dat
daarvan het bewijs te leveren is, wijl van 3
Eebruari 1633 tot 14 Januari 1644 deaan-
teekeningen in het Trouwboek geheel ont
breken.
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
Afzonderlijkenos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
Friesland van dien tijd, behoorde tot eene
der voornaamste patricische familiën der stad
Bolsward, was Advocaat en Procureur. Hij
onderteekende alle van hem uitgaande stukken
eenvoudig Duco Gellii (Doecke Jelles) presi-
deerende Burgemeester. Hij was gehuwd met
Claescke, dochter van Menno Hilbrandts
Hillebrandts, Secretaris van de Grietenij
Wonseradeel en stierf in 1684.
FLORIS FLORIS POSTHUMUS, ex-
kapitein ter zee, nam in den tweeden Engel-
schen oorlog, 16631667, in zijnen rang
weder vrijwillig dienst, en sneuvelde in 1666.
Hij was in 1663 sequens of opvolgend, d.i.
vice-burgemeester en in 1639 gehuwd met
Auckjtn, dochter van Ige Meijes Algra, Apo
theker en Burgemeester te Bolsward.
TARQUINIUS (TJERK) VAN BOELENS
denkelijk een zoon van Pieter of van Lieuwe
van Boelens en kleinzoon van dien Tjerk van
Boelens, die van 16181639 Grietman van
Achtkarspelen was, volgens van Sminia, Nieu
we Naamlijst van Grietmannen; maar volgens
Andreae, Nalezing daarop, een zoon van
Gatze van Boelens en Antje Rederhof. Hij,
geboren in 1632, huwde lo. met Aaltje van
Uouma, en 2o. met Anna, dochter van Regnerus
van Andringa, Grietman van Utingeradeel,
en toen weduwe van Saco Foekens, Grietman
over Lemsterland. In 1649 student geworden
te Franeker, en in 1656 te Leiden, promo
veerde hij aldaar tot Doctor in de beide
Rechten, en werd in 1659 aangesteld als
Secretaris van Wonseradeel. In deze kwaliteit
woonde hij te Bolsward, en reeds in 1660
koos men hem in de Vroedschap en in 1662
werd hij benoemd tot Burgemeester in <L
plaats van Dr. Adrianus van Felsen, over
leden in 1661. In Augustus 1670 aangesteld
tot Grietman van Achtkarspelen, beeft hij
dat ambt slechts drie jaren bekleed, want
hij overleed in 1673. Als Secretaris van
Wonseradeel is hem opgevolgd zijn zoon uit
zijn eerste huwelijk, Gajus van Boelens.
FEIJCKE GENES JORNA, van beroep
Lakenkooper.
SIJBE DOECKES HEMMINGA, neef van
Duco Gellii, vorengenoemd, was Houtkooper
van beroep.
FRANS ARJENS RIEMERSMA, Goud
en Zilversmid.
Raadsl uiden.
HILBRANDT HILBRANDTS REMSMA,
Boterkooper.
SIJMON SIPCKES WELLINGA, Hout
handelaar en Steenfabrikant.
GYSBERTUS FONGERS S1ERSMA, Se
cretaris.
21 Juli 1908.
De in deze beschrijving genoemde personen
komen voor in den optocht van 12 Aug. a.s.)
Familieleden, Kennissen, Vrienden
en Geestverwanten van Gysbert Jacobs.
Slot.
SIJKE SALVIS dr.,
de vrouw van Gysbert Jacobs, was, zegt
Halbertsma, Hulde II, blz. 294, eene dochter
van Salvus Claesz. en Aeltje Lenaerts dr.,
zonder ons mede te deelen uit welke bron
hij dit bericht bad geput, of, wat hetzelfde
is, in welke Doop-, Proclamatie-, Huwelijks
boek of eenig ander officiéél stuk hij zulks
had gelezen. En daarom is ten opzichte van
de deugdelijkheid en de waarde van deze
opgave gegronde twijfel ontslaan.
In den Frieschen Volksalmanak van 1893,
blz. 130 noot, schreef wijlen de heer J. van
Loon Jz., //Mij is de vraag gedaan, of
Sijke Salvis ook eene dochter kan zijn geweest
van Salvus Tjommes de voorganger van
Gysbert Jacobs te Witmarsum?” Deze
vraag werd door den heer van Loon later
tot mij gericht, opdat ik zou trachten, daarop
het antwoord te vinden. Dat antwoord,
of het 't ware is? ga ik hier nu leveren.
Volgens het oudste Trouwboek van Bols
ward huwde Salvus Thomae d.i. Thomaszoon,
Schooldienaar te Witmarsum, den 11 Sept.
1613 met Reimerich Mevis, jongedochter van
Bolsward. Het Trouwboek voegt er nog aan
toe: getrout tot Witmarsum.
Salvus Thomaszoon schijnt overleden te zijn
in ’t voorjaar van 1625, want in April dezes
jaars werd hij opgevolgd door Gysbert Jacobs.
N u zegt Halbertsma verder//dat Sijke
eene zuster had, Joukje geheeten, gehuwd
met Daniel Eilshemius, Predikant eerst te
Anjum en later te Birdaard, benevens een
broeder, geheeten Mevis Salvis Rolwagen,
Heelmeester te Bolsward”.
Nu is ’t volkomen zeker, dat Mevis Salvis
Rolwagen een zoon is geweest van Salvus
Thomaszoon en Reinerich Mevis dochter, en
is hij dan tevens een broeder geweest van
Sijke en Joukje, dan zijn dezen ook kinderen
geweest van genoemde echtelieden.
Het bewijs, dat Mevis Salvus Rolwagen
hun zoon was, heb ik geput uit het Doop
boek van 1657, waarin staat opgeteekend,
dat bij den 18 Januari van dat jaar eene
dochter heeft laten doopen, die naar zijne
moeder den naam ontving van Reimerich,
een naam, die zelden voorkomt, en dien ik
buiten deze familie nergens in ’t archief heb
aangetroffen. Ook zijn zoon, de latere Bur
gemeester, Salvus Mevis Rolwagen, heeft 24
Augustus 1671 eene dochter laten doopen
met den naam Reimerich, genoemd naar zijne
oudste zuster.
Wanneer ik nu alles te zamen neem,
beweer ik, dat èn de tijd, èn de omstandig
heden èn de namen der personen er voor
pleiten, dat Sijke Salvis, de vrouw van Gys
bert Jacobs, eene dochter is geweest van
Salvus Thomaszoon en Reimerich Mevis dochter,
en dat de doode, voor wie Gysbert Jacabs
den 18 Februari 1654 zes gulden aan de
Kerkvoogdij heeft betaald voor’t lichten van
den steen, evengoed Reimerich kan hebben
geheeten als Aeltje, temeer daar ook Hal-
ïertsma van den naam heèlemaal niet zeker is.
Joure. Door zich in een vischgraat te
steken, kreeg de vrouw van O. K. alhier
een wondje aan den vinger, met ’t gevolg
dat bloedvergiftiging ontstond en genees
kundige hulp moest worden ingeroepen.
De gehouden vergadering van het
Hoofdbestuur Friesch Volkssanatorium besloot,
de schenking van Herema-State op de door
eigenaren gestelde voorwaarden te aanvaarden.
De oprichting van het Sanatorium te
Joure gaat dus door.
Workurn, 6 Aug. Onder de vele bezoekers
van de landbouwfeesten alhier, bevonden
zich ook verscheidene kooplieden, met aller
hande waren, om te trachten een goede dag
huur te verdienen. De kleine Simon van
T. V. kocht een klein rond fluitje, hetgeen
hij pej ongeluk in de keel kreeg. Met veel
moeite kon de geneesheer dit kleine voorwerp
verwijderen, waarom hem de lust was benomen
zich dien dag verder op straat te bewegen
en hij in bed moest bljjven.
Sneek. ’t 15-jarig meisje van den grint-
schipper P. Tichelaar (gedom. te Witmarsum),
dat Dinsdagmorgen zulke treurige brandwon
den bekwam, is dienzelfden avond in ’t St.
Antonius Ziekenhuis opgenomen. Haar toe
stand kan op ’t oogeublik gunstig worden
genoemd. De uitstekende verpleging en ’t
krachtig gestel zijn de oorzaak, dat ’t kind
tot heden zonder koorts bleef.
Een dochtertje van den spoorweg
beambte C., aan de Parkbuurt alhier, geraakte
Woensdagmiddag al spelende met haar hoofdje
Bolswardsche Courant.
g
L
J