Nieuws- en Advertentieblad
Bols ward en Wonseradeel.
4
I
I
I
r
1908.
47ste Jaargang.
No. 71.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
I ri
Donderdag 3 September.
Uit de Raadszaal.
w.
r
1
r4
VOOR
-
I
commission met
en W,
ik U gaarne den raad geven in dezen
Koninklijk besluit te nemen, en wel
om persoonlijk de zaak met heeren
eens te bespreken en, zoo
een bevredi-
stukken.
den Commissaris der Ko-
den Burgemeester verlof is
aan te
Beijer alhier,
en met bepa-
na 1 Oct. zal
er geen hiaat, geen gaping mag zijn,
dat het ontslag niet ingaat voor een
Zoo’n college
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4.
u direct een
kon de Raad bezwaarlijk doen ’t is niet
voldoende geweest. Maar met dat al geeft
deze zaak voor de buitenwereld geen aange-
namen klank en geloof ik, M. de V., dat
hier van weerszijden wel wat „stijfheid” in ’t
spel is. En waar nu de heer Kramer U
straks geluk wenschte met de Koninklijke
onderscheiding U ten deel gevallen, daar
zou
een
dit
Armvoogden nog
mogelijk, langs dien weg tot
gende oplossing te brengen.
De Voorziter. Ik heb naar mijn beste weten
in deze zaak steeds den Koninklijken weg
bewandeld, door herhaaldelijk te erkennen,
dat het nooit mijne bedoeling geweest is
heeren Armvoogden ook maar in ’t minst
te grieven. Dat college heeft zelf erkend,
gedwaald te hebben. Ik meen dat zaken
steeds zakelijk, persoonlijke zaken persoon
lijk dienen behandeld te worden. Meer kan
ik er niet ven zeggen en er verder ook
niets aan doen.
De heer Rosier. M. de V. ik acht deze
zaak, evenals de heer Boersma, een bijzonder,
een onaangenaam geval. Maar uit het onaange
name kan misschien ook hier iets goeds voort
komen. Ik ben er dan ook voor 1
te accepteeren, maar bij een nieuwe benoeming,
zou ik gaarne een nieuwe regeling zien n.l.
het aanstellen van een „armmeester". Dat
komt mij zeer gewenscht voor, omdat er dan
een betere controle is. Meer wensch ik hier
over niet te zeggen. Ik wensch niemand te
verdenken, maar ik ben voor een nauwkeurige,
voor een zuivere controle.
De heer Keikes. Ook ik ben het vol
komen eens M. de V. met den heer Boersma
dat deze zaak is een kwestie tusschen heeren
Armvoogden en den Voorzitter van den Raad.
Armvoogden hebben steeds- getracht een uit
spraak van den Raad te krijgen. Deze heeft
steeds gezwegen. Daarna kwam de motie-Vis;
daarmee zijn Armvoogden niet tevreden en
komen nu met een aanvrage om ontslag. Ik
heb het reglement op het Armhuis geraad
pleegd en daaruit blijkt mij, dat in dit geval
niet direct is voorzien. Kunnen Armvoogden
zich met ’t geen in dezen gebeurd is niet
vereenigen, dan kunnen ze ontslag nemen.
Dat valt door den Raad eervol of niet-
eervol niet te geven. Ik stel dus voor
het ingediende ontslag aan te nemen en een
nieuwe benoeming te doen.
De Voorzitter. Wenscht
nieuw college te benoemen?
De heer Keikes. Neen, M. d. V. dat kan
ook later wel geschieden.
De heer v. d. Meer, ’t Is ook aan de
aandacht van B. en W. niet ontgaan, dat
in het bijzondere geval, ’t welk zich hier
voordoet, bij reglement niet is voorzien. En
dat is, juist om ’t bijzondere dat er in
gelegen is, begrijpelijk. Maar aangenomen,
dat het burgerlijk armbestuur valt in de lijn
van andere, door den Raad benoemde colleges,
dan zal toch ook hier wel de regel gelden,
dat
m.a.w.
ander college benoemd is.
dient steeds geconstitueerd te zijn, anders
zou ’t geval zich kunnen voordoen, dat
er geen bestuur was. Armvoogden zullen dus
hun mandaat niet eerder mogen, niet eerder
kunnen neerleggen, dan wanneer nieuwe
Armvoogden benoemd zijn. Op ontslag nemen
moet de sanctie van den Raad volgen, maar
daar volgt uit, dat de Raad dan ook kan bepalen,
dat dit ontslag niet eerder ingaat, dan wan
neer een nieuw college is geïnstalleerd.
Het advies van B. en W. wordt aange
nomen met elf stemmen; de heer Keikes
hield zich buiten stemming.
4. Behandeling van de gemeente-rekening
over 1907, met rapport der commissie en
het antwoord van Burgem. en Weths.
Uit het antwoord van B. en W. op het
rapport der commissie blijkt, dat B. en
het op vele punten met de bemerkingen der
commissie eens zijn, en op de daarbij ge
geven wenken zullen letten.
Wij stippen uit dat antwoord daarom enkel
nog aan
a. Dat B. en W. in 1909 met nieuwe
voorstellen omtrent de huur van de Exmorra-
zijl hopen te komen.
b. Bij „Uitgaven van
werkzaamheden belast” wenschen B,
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
Afzonderlijkenos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Vergadering Dinsdag 1 Sept. 1908, des
morgens 10 uur.
Tegenwoordig waren 12 leden, absent de
heer Oosterbaan, wegens uitstedigheid.
De Voorzitter opent de vergadering en
verleent het woord aan den heer Kramer.
De heer Kramer wenscht mede namens
den Raad den Voorzitter geluk met diens
onderscheiding, dat H. M. de Koningin hem
benoemde tot Officier in de Orde van Oranje
Nassau. Toen zoo zegt de heer Kramer
ongeveer toen H. M. enkele jaren geleden
bij haar bezoek U tot Ridder benoemde, zijt
ge niet gaan rusten, maar steeds hebt ge U
tot Bolsward aangetrokken gevoeld, de be
langen der stad bevorderd; dat is thans
ook van hooger hand erkend, uwe verdiensten
zijn op prijs gesteld en tot Officier zijt ge
opgeklommen. Dat is een eer voor U en
voor ons is het aangenaam U geluk te
mogen wenschen. En als nu straks het
Officierslint U zal sieren, vertrouwen we dat
de Officiersstaf voor U geen staf der ruste zal
zijn, maar dat ge aan de spits van Bolswards
burgerij, de belangen der gemeente zult
blijven voorstaan, gedachtig aan het „excel
sior!” dat U steeds bij al uw streven be
zielde. (Applaus.)
De Voorzitter. Ik dank U Mijnheer Kramer
voor ’t gesprokene en U allen heeren leden
van den Raad, dat ge in mijn vreugde, die
deze onderscheiding' onwillekeurig bij me op
wekte, deelt. „Rust”, een woord zoo even
genoemd, rust ken ik niet. Ik hoop steeds
getrouw te blijven aan de woorden bij mijn
installatie gesproken nl. dat ik er steeds naar
trachten zal en hoop te werken om Bolsward
te verheffen en Bolswards bloei te bevorderen.
(Applaus.)
De notulen worden gelezen en goedgekeurd.
De heer Praamsma. M. de V. aanmerkingen
op de notulen heb ik niet, maar gaarne
wensch ik iets op te merken omtrent het
officieel raadsverslag. Een en andermaal is
dat reeds door andere leden en terecht
gedaan. Dat „officieel verslag” M. de V.
moet dienen om bewaard te blijven, ten
einde later na te gaan hoe er gestemd is, welke
discussiën gehouden, welke argumenten aange
voerd, welke besluiten genomen worden,
enz. Langen tijd heeft dat verslag, door
zijn nauwkeurigheid uitstekende diensten be
wezen, maar naar ’t mij voorkomt zijn we
met het tegenwoordig verslag op den ver
keerden weg.
Het is in den laatsten tijd zeer onvolledig,
laat gevoerde discussies eenvoudig achterwege
en houdt niet de minste rekening met billijke
eischen van aangevoerde gronden. Daarbij is
mij gebleken, dat het officieele verslag soms
weinig meer is, wat de discussies betreft,
dan een copie van ’t geen enkele dagen te
voren in Westergoo vermeld werd. Ik vraag
gaat dat goed? Naar mijn gevoelen niet.
De heer Cuperus. Ik beaam ten volle het
door den heer Praamsma gesprokene M. de V.
en wensch tevens op te merken, dat in het
laatste verslag een foutieve stemming voor
komt. Ik stemde n.l. niet vóór maar tegen
het voorstel Vis om het maximum salaris
van het hoofd der school voor M. U. L. O.
direct op f 1750 te bepalen.
De Voorzitter, ’t Heeft ook de aandacht
van B. en W. getrokken dat ’t officieel ver
slag dikwijls foutief is, maar dat vooral het
laatste wemelt van onjuistheden. B. en W.
hebben dan ook den uitgever, den heer
de Jong, daarover reeds geïnterpelleerd. Ge
lukt het niet op deze wijze verbetering te
krijgen, dan dienen andere maatregelen te
worden genomen.
De Voorzitter deelt verder mede, dat aan
H. M. de Koningin gisteren een gelukwensch
is verzonden, waarop een dankbetuiging is
ingekomen.
En verder dat het heden 30 jaar geleden
is, dat de Commissaris der Koningin dezer
provincie als zoodanig benopmd werd. En
ofschoon die benoeming niet officieel zal wor
den herdacht, wenscht spreker toch namens
den Raad, een telegram van gelukwensching
aan te bieden.
Met applaus daartoe besloten.
Ingekomen
a. Bericht van
ningin, dat aan
I
Igemeene stemmen alzoo besloton.
Behandeling van de missive van Voog-
het Algemeen Stads-Armenhuis om
er voor te zorgen, dat in ’t vervolg vaste
prijzen voor diners enz. worden gédeclareerd
en dat het fooienstelsel vervalt.
c. „Onderhoud trekweg naar Pijphorne”.
B. en W. hebben hierover den gemeente-
architect gehoord en leggen diens rapport
daaromtrent over bij hun antwoord. In de
instructie van den architect wordt dezen
geene verplichting opgelegd, den weg te
inspecteeren, toch doet hij zulks geregeld,
in 1908 reeds acht keer.
d. Omtrent „praamshuur” merken B. en
W. op, dat zij op de begrooting een som
denken aan te brengen voor een nieuwe
ijzeren praam.
e. Voor „onderhoud bruggen” was, vooral
ook met het oog op onvoorziene gevallen,
de som van f 1345 geraamd. B. en W.
achten ’t een verblijdend verschijnsel, dat
de uitgaven zoover beneden de raming zijn
gebleven.
f. Wat de uitgaaf voor het schoon
houden van het lokaal van het muziekkorps
en de uitgaaf voor het aanzetten van
kachels in dat lokaal betreft, vroeger zijn
op dien post nooit aanmerkingen gemaakt
en is dus de usance gevolgd. Een afdoend
besluit zal in dezen noodig zijn. 'f Zal
bezwaarlijk gaan voor herstellingen aan ver
hef ontslagschillende bruggen, vooral bij „trambruggen”
steeds een anderen timmerman te nemen.
Voor werkzaamheden aan de zuivelschool
gaat dit beter.
De heer Praamsma. M. de V. voor mij
en ook voor mijne medeleden in de com
missie met het nazién der rekening over
1907 belast, was het aangenaam te ervaren,
dat onze opmerkingen een goed onthaal
hebben gevonden bij B. en Wdatzelfde
gevoelen blijkt ook uit uw antwoord, daar
voor onzen dank.
Nu zou ik hiermee kunnen eindigen, wan
neer door B. en W. niet was overgelegd een
groote missive van den gemeente-architect,
nog wel met het verzoek van dien ambtenaar,
om haar onder de aandacht der raadsleden
te brengen. M. de V. onze commissie con
stateerde niets anders dan feiten, B. en W.
hadden daarop te antwoorden en deden dat,
de gemeente-architect spreekt die feiten niet
tegen. Nu valt er misschien van zijn kant,
om voor hem overwegende redenen, wel iets
voor te zeggen, voor sommige werkzaamheden
steeds dezelfde personen te kiezen, maar onze
commissie wenscht geen bevoorrechting, wij
wenschen „gelijk recht”, recht voor allen,
dat is bij ons rapport onze leidende gedachte
geweest.
Het rapport der commissie de heeren
v. d. Werf, Cuperus en Praamsma om
de rekening vast te stellen met een batig
saldo van f 804,545 wordt met algemeens
stemmen aangenomen. (De heeren Wethou
ders onthielden zich van stemmen.)
Daarna sluiting der vergadering.
BINNENBAN D
Sneek. Vrijdagavond had in het café
„Onder de Linden” van den heer J. Rijpkema
eene vergadering plaats van de kiesvereeniging
„Sneek” ten einde een candidaat te stellen
voor het lidmaatschap van den gemeenteraad,
in de vacature, ontstaan door het overlijden
van den heer J. J. Beekhuis.
Van het op het gros geplaatste tiental
personen werd eerst tot candidaat gekozen
de heer L R. Veen, die echter wegens drukke
bezigheden daarvoor bedankte. Daarna werd
gekozen de heer A. F. Hingst.
Het bestuur werd door de vergadering ge
machtigd om voor de in November a.s. te
houden verkiezing van leden van de Kamer
van Koophandel candidateu te stellen en
daarbij te letten op de aftredende leden, die
zich weer herkiesbaar stellen.
De antirev. kiesvereeniging „De vrije
Fries” vergaderde Vrijdagavond in de Chr.
Bewaarschool aan de Ged. Pol, voor het
stellen van een candidaat voor de op Dinsdag
8 Sept. a.s. plaats hebbende verkiezing voor
een lid van den gemeenteraad (vacature J.
J. Beekhuis, overleden.)
Tot candidaat werd gekozen de heer Mr.
D. Okma.
Naar we vernemen wordt deze candidatuur
ook gesteund door de Chr. Hist., terwijl de
R. C. partij ditmaal van het stellen vair een
candidaat heeft afgezien.
De 8. D. A. P. heeft voorloopig tot
candidaat geproclameerd de heer A. Rienstra»
verleend, zich van 218 Sept, buiten de
gemeente op te houden.
b. Adres van den heer S. Kótpmans,
dankende voor het aan hem verleende eervol
ontslag als stadstuinman, en daarom ver
zoekende hem zijn salaris van het tijdstip
zijner schorsing 25 Juni tot dat van
zijn ontslag 15 Augustus alsmede
het bedrag eener ingediende nota uit te
betalen.
In handen van B. en W. om advies.
c. Schrijven van den heer K. Tromp,
er op wijzend, dat met een kleine wijziging
van het oorspronkelijke plan, de condensor
in lokaal 6 onder dak kan worden gebracht,
wat ruimte zal geven op het terrein, terwijl
de gasleidingen beter kunnen worden aan
gebracht en de kosten eerder minder dan
hooger zullen zijn.
Ter inzage voor de leden.
d. Advies van B. en W. op de adressen
van de heerenP. Sevensma te Helpman
(bij Groningen) en T. de Boer te Bolsward.
Het advies luidt in hoofdzaak: aan Sevensma
vergunning te verleenen tot afgraving van
een strookje grond vóór zijne huizen aan
het hooge bolwerk, tegen f 2,50 per M2.,
totaal f 30,75; niet in te willigen zijn ver
zoek tot koopen van een plek grond. Aan
T. de Boer te verkoopen de door hem ge
vraagde plek grond, teneinde daar twee nette
burgerwoningen op te bouwen, tegen f 2,50
per M2. totaal f 216,75.
Een en ander’ onder de gewone voorwaar
den en met bepaling dat de grond aan den
publieken dienst zal worden onttrokken.
Ter visie.
PUNTEN VAN BEHANDELING.
1. Benoeming van een Wethouder, tenge
volge periodieke aftreding van den heer A.
van der Meer.
De heer v. d. Meer wordt herbenoemd
met 10 stemmen; de heer Vis verkreeg 1
stem, een briefje blanco.
Op de vraag van den Voorzitter of de
heer v. d. Meer zich direct wenscht te ver
klaren, antwoordt deze:
M. de V., nu de herbenoeming voor mij
zoo eervol is uitgevallen, wensch ik direct
te verklaren, dat ik, onder dank voor het
in mij gestelde vertrouwen, die herbenoeming
gaarne weder aanneem. (Applaus).
De Voorzitter. Dan wensch ik U gaarne
geluk met uwe eervolle herbenoeming. Gij
hebt steeds getoond een goed Wethouder te
zijn en met vreugde zie ik U opnieuw in
ons college plaats nemen. Waar we steeds
in harmonie samenwerkten, geeft me dat
gegronde hoop, dat dit ook voor ’t vervolg
het geval zal zijn. (Applaus).
De heer Kramer. Ook mijne welgemeende
gelukwenschen met uwe herbenoeming.
2. Voorstel van Burgem. en Weths. tot
het aangaan eener lijdelijke geldleening
Daar de storting der gesloten leening
groot f 470U0 niet eerder dan 1 Oct. plaats
heeft, en enkele betalingen eene leening
van f 7000 noodig maken, stellen B. en W.
voor een zoodanige tijdelijke leening
gaan bij Gebr. Mispelblom
onder de gewone voorwaarden
ling dat de aflossing direct
geschieden.
Met ai
3.
den van
collectief ontslag.
De Voorzitter. Burg, en Weth. geven in
overweging aan het college van Armvoogden
eervol ontslag te verleenen, onder dank voor
de vele en gewichtige diensten die het be
wezen heeft, en dit ontslag te doen ingaan
den 1 November, in elk geval niet vóór
een nieuw college van Voogden is geïnstal
leerd.
De heer Boersma. ’t Is zeker een feit M. de
V. dat een zaak als deze tot de groote zeld
zaamheden behoort, ’t Is een strijd tusschen
een college, dat jaren lang het vertrouwen
van den Raad genoot en niet den Raad,
maar zijnen Voorzitter. En juist daarom
is het zoo moeielijk voor den raad in dezen
een beslissing te nemen. Dacht ik eerst
dat ’t om zoo te zeggen „een storm in een
glas water” zou zijn, 't'is gebleken dat dit
niet het geval was. Een motie van ver
trouwen in ’t college is gesteld meer
P
Bolswarclsche Courant