Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. 1 I •h KEMA Jzn. No. 78. 47ste Jaargang. 1908. Verschijnt Donderdags en Zondags. •DiJooia. ,e Vleescliwarenhandel, X Zondag 27 September. ÜIT DE PERS. Jan de Ploeg*er. De nieuwe postwet. 41 VOOR Afzonderlijke Maar wat BINNENLAND. dit den tolk. i f f bij eer i K l van die inkt- dat daar sol- ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4. Een leelijk gezicht, om, meende de tolk. Daar heeft Uwes gelijk aan, waagde ik aan te merken. Maar je moet altijd je mooiste brood voor ’t venster leggen. Wij denken maarAchter woont geen volk en daar komt ’t er zoo net niet op aan. Maar als Zijne Majesteit nou nog ereis terugkomen wil, dan zal ik ’m ereis voor de kramen om laten loopen en dan zal ie nog ereis wat bijvoegsels, bedraagt per nummer of exem plaar voor een gewicht van niet meer dan 55 gram x/2 cent. Boven 55 tot en met 150 gram 1 cent, en voorts voor elk meerder gewicht van 50 gram of van een gedeelte van 50 gram cent daarboven.” Art. 5. In art. 27 der voormelde wet wordt na het bepaalde’ sub. 3e, eene nieuwe bepaling opgenomen van den volgenden inhoud v3e. bis hij, die in stukken, waarvoor bij bijzondere wetten kosteloos vervoer per post is toegestaan, opneemt, of insluit andere mede- deelingen of voorwerpen dan waarvoor het kosteloos vervoer is toegestaan.” vooruit dan maar, trein, eerste klas zit 't daar lekker wel Sultan van zag Westergo, 24 Sept. De evolutie in het boerenbedrijf we hebben op het oog de ontwikkeling in wetenschappelijke richting trekt door en maakt goede vorderingen. Voor wie aandachtig toeziet is het te bemerken in de grondbewerking, de bemesting der lande rijen, de verzorging en voedering van het vee, de melkerij, de aanlok, de handel,' het vervoer en de behandeling van den zuivel, kortom in het gansche omvangrijke beheer. Maar ook daar buiten. De belangstelling om te leeren is levendig, evenals die om te onderhouden. Populaire vaklectuur wordt gaarne genotenlezingen en vergaderingen gaarne bezocht. Overal beijveren de afdeelin- gen der F. M. v. L. zich om vee-concoursen te houden, telken jaar breeder opgezet en geen oord is er meer, hoe afgelegen ook, dat geen adspiranten heeft voor een cursus in vee- of paardenkennis, in bemestingsleer of landbouwboekhouden Het is wel een feit van beteekenis dezen vooruitgang te mogen constateeren in kringen, waar jaren aaneen sleur en traditie het hoogste woord hebben gevoerd. Gaasterland. In de bosschen zal in de komende weken het roofwild het weer hard te verantwoorden krijgen. De vogelaar zal het eiken dag hardnekkig vervolgen en geen middel onbeproefd laten, om het er onder te krijgen, liefst totaal te verdelgen. Bunzings, marters, kraaien en gaaien staan op de lijst der vogelvrij verklaarden wéé hun, indien de vogelaar ze kan bestraffen Ook de boschkatten, deze eigenaardige tijgertjes van onze wouden, krijgen geen pardon, evenmin als de buit van den lijsteraar genade vindt in hunne oogen. Het gaat hard om hard, maar de roovers winnen het gewoonlijk, want we zullen het straks weer hooren, honderden lijsters vastgezet in de strikken, worden hunne prooi, waarvoor echter velen hunnen huid zullen moeten laten dat is de strijd. Joure. Op de Donderdag gehouden vee- en paardemarkt waren aangevoerd 100 koeien, 641 paarden, 60 varkens, 10 geiten en 82 schapen, langs den weg, per tram en door middel van 7 stoombooten, motorschepen en 4 veepramen. De handel was over ’t geheel tamelijk vlug. ’s Morgens was men op de paardemarkt over een viervoeter aan 't onderhandelen. Natuurlijk moest het dier even z/bedraafd” worden. Ongelukkig liep het daarbij pardoes met den kop tegen een boom en viel morsdood neer. Oudemirdum. De heer A. H. Couvée, cand. tot den H. Dienst te ’s Gravenhage, heeft het beroep naar de Ned. Herv. Gemeente alhier aangenomen. Gaasterland. In het dorp Ruigahuizen zou de vorige week een voerman met een houtkoopman afrekenen. Hij vergiste zich echter, en gaf hem inplaats van één briefje van veertig gulden, twee, althans zoo beweert de koopman. De voerman beweert dat hij maar een briefje heeft ontvangen en de dochter van den koopman beweert dat zij gezien heeft dat haar vader hem, den voerman, twee briefjes heeft gegeven. De zaak is in handen der politie, maar het zal wel moeilijk zijn, licht in deze zaak te krijgen. O. N. Naar de N, R. C. verneemt heeft de justitie de hand gelegd op vier personen, die verdacht worden van het vervaardigen en uitgeven van valsch geld. Zij zijn naar het huis van bewaring te Rotterdam gebracht^ moet gelooven. anders zien. Daar laten we ons van den schoohen kant bekijken. Piek, piekfijn alles hoorDaar mankeert niemendal aan. Nou, daar heb je nou Hoorn Nou, dag MajesteitGoeie reis, hoor en de groeten is. Zeg, meneer de tolk, zorg jij nou ereis, dat ik ook ’n lintje of zoo’n ding krijg Die hebben ze daar toch zeker in Assahan ook wel Of werken de menschen daar soms alleen uit overtuiging en niet om roem of eer? Nou, ajuus, hoor 1 peert, dan dat je er zelf aan Daar moet je maar tegen kunnen en als je ’t niet houden kunt, dan moet je ’t maar geven. En wat hindert ’t ’m nou eigenlijk ook M’n lieve tijd, er leven zooveel men schen in de Streek eigenlijk meer dan te veel zoodat ’t er op ’n stuk of wat niet aankomt. Inkschreeuwde onze chocola-Majesteit. Ik keek ’m aan als ’n schelvisch, die op ’t strand z’n belijdenis doet, en schikte ’n beetje van ’m af. Ja, zei ik tegen den tolk, als Zijne Maje steit schrijven wil of zoo iets, dan moet ie wachten tot ie straks in Amsterdam komt. Hier houden we die spullen er niet op na. Daar, daar 1 Ink, Ink 1 riep ie weer. Wat wil ie toch vroeg ik. Hij wil weten, wat of die zwarte vloei stof daar in die sloot is. Hij denkt, dat ’t inkt is. a De Enkhuizer Courant bevat het volgende praatje van Ploeg Jan vroeg ie. Watte Ik keek ’m in z’n chocola-gezicht, of ik ’m verslinden wou. Wat zei ie? vroeg ik z’n tolk. Zijne Majesteit vraagt of jij Jan de Ploeger bent O, zoo, zei ik, ja ik ben ’m. is hij? 't Is de Sultan van Assahan, zei de tolk. O zoo, zei ik. Onderdanige dienaar, Ma jesteit. Hoe gaat ’t met u Al te veel eer 1 Al te veel eer 1 En ik maakte ’n kwartdraai rechts en boog onder een hoek van negentig graden, dat ’n dansmeester ’t me niet verbeteren zou want zie je, ik ben erg op m’n pont- deneur, al zeg ik ’t zelf en ik weet waar ik staan moet. O zoo, zei ik, komt u ereislci’OIll verkrijgbaar bij ons kijken. Al A vee! eer 1 Uw onderdanige dienaar. Ik zien wil, jou landl zeid’ ie. Wat wil ie? vroeg ik aan Zijne Majesteit wil je land zien, was ’t i i i Nou, zei ik, dan zal ie van ’n bedroefd nrvr cirrr 4 tïta slechte kermis komen. Ik heb net zooveel BOLSWARD. land als er op m’n beddebordje liggen kan en dat heeft ie gauw bekeken. Maar dan AAnaf/lllin (V zal ik eerst even Trijntje waarschuwen, dat fjl I L( IUIIWLtjl 111112 ze de kreb er uithaalt. e r’ Neen, zei de tolk, Zijne Majesteit komt^y* l\ f 10 IVO/1 Pl 1T uit Groningerland en Friesland en nou wilJ-U- LtVO 1(1 Lil d Llv UvLll Jj A, ie de Z/Streek” ereis zien. Daar heeft ie--- licht uitblaas dan stoppen ze me achter de tralies of ze zeggen, dat ik ontoerekenbaar ben. En dan sturen ze me naar Medembük te warskip. Maar als ik iemand langzaam en langzaam aan z’n leven vergiftig en hij krijgt dan typhus of tering of zoo iets, dan kraait daar geen haan naar. Dat mag je in een vrij land gerust doen. Kijk, kijk SchilderhuisSoldaatriep zijne Majesteit opgewonden. Ik zag overal rond maar speurde in velden noch wegen een soldaat of ’n schilderhuis. Ontoerekenbaar, dacht ik. Wat wil ie toch vroeg ik den tolk. Zijne Majesteit denkt, dat al die kleine gebouwtjes baar op den kant sloot schilderhuisjes zijn en daten in de wacht houden. O zoo, zei ik. Wacht houden tegen de koolbladenwerpers, zooals ze dat in Amster dam tegen de inktwerpers doen. Neen Majesteit, dat komt in ’n vrij land niet te pas. Ziet U, dat zijn nu van die gelegenheden, waar Uwe Majesteit niets meer of minder is dan ’n gewoon mensch, behalve dat Uwe Majesteit misschien tot de deur begeleid wordt door ’n partij lakkeien om op alle gebeurtelijkheden te letten. Wij noemen dat gewoonlijk een privaat of op z’n dwars dagelijks gesproken z/’n huisie”. Dat staat vanwege de zindelijkheid over de sloot en daar mag je die mee vergiftigen, zooals de sloot ’t op haar beurt m’n buur vrouw of buurman weer doet. Maar soldaten, neen, hoor, die komen er heelemaal niet bij te pas, of ’t moest wezen, dat ze ook in hoogen nood verkeerden. Die gebruiken we alleen maar om parade te maken. En als Uwe Majesteit nou aanstonds in Hoorn komt, dan moet U ereis op de v Witte Kruistentoonstelling” gaan kijken. Daar probeeren ze de zaken weer in ’t reine te brengen, die wij bederven. Wat wij of ónze buren van allerlei ellendigheden in ’t lichaam brengen, daar willen zij ons leeren hoe we er die weer uit moeten helpen Zoo blijft er altijd werk aan den winkel en dat is niet meer dan betamelijk en behoorlijk. zoo achter de Streek Friesland en zien, zooveel van hooren spreken. A zoo, zei ik, en dat ik ’m die moet laten zien. Ja, zei de tolk. O zoo, nou Majesteit ga dan maar effen- tjes mee. Zijne Majesteit gaat met den trein naar Amsterdam, beduidde me de tolk, en nóu wil ie, dat je mee gaat, om ’m van alles ereis wat te vertellen. Accoord, zei ik, nou En we stapten in den hoorAllemachtig, wat in. ’k Wou er wel Sultan van Assahan voor wezen, al zag ik dan ook zoo zwart als ’n nikker, laat staan koffiekleurig. Zoo zacht, of je op je moeders bed leit. Stink riep zijne Majesteit. Wat blief? vroeg ik. Stink Raam dichtcommandeerde hij. zei ik, U bedoelt, dat het hier Ja, ziet U, we zijn Uwe Majesteit. O zoo, niet aangenaam riekt, hier niet in ’t land van Daar zorgen ze beter voor je gezondheid. Dat heb ik tenminste wel ereis gehoord. Alles moet daar even geurig en fleurig zijn. En nou wil ik, om Uwe Majesteit te pleizieren, die ramen wel dicht doen, maar bat zal ons bebroefd weinig baten. De odeur dringt overal doorheen. Neen, maar dan moet Uwe Majesteit ereis bij me aan huis komen. Daar is ’t gewoonweg geen harden. En dan zeggen de dokters nog wel, dat we voor de frischheid ramen en deuren open moeten zetten. Maar wij ruiken dat al niet meer. We zijn er al aan gewend en alles gewent, zelfs het hangen. Hoe zoo dat komt? Hoe dat komt I Ja, Majesteit, kijk nou voor de aardigheid ereis in die sloot. Daar zijn koolbladeren, Majesteit I En daar kan je over loopen, als je dat verkiest. En nou hebben ze heelemaal dijkjes ingelegd. Dan gaat dat boeltje verrotten, ontbinden, zeggen de geleerden, en dan stijgen er allemaal van die welriekende geuren uit op. Is dat in Uw land zoo niet? Kop af 1 riep de Sultan. Wat zeit ie? vroeg ik. De Sultan zegt, dat ieder, die ’t in zijn land probeert ’n hoofd kleiner gemaakt wordt I Neen, maar Majesteit, zei ik, dat gaat hier maar zoo niet. We leven in een vrij land en daar mag je doen en laten wat je wilt, 't Zou ’n mooie grap geven, als ze je voor paar koolbladeren zoo’n koopje leveren zou den. Ongezond, meen je? Ja, gezond is ’t piet. ’t Is echter beter, dat ’n ander ere» Al te veel eerAl te veel Bij Koninklijk besluit is bepaald dat de gewijzigde Postwet den Isten October in werking zal treden. Wij laten hieronder den tekst van wetje volgen. Art. 1. Het bepaalde bij art. 1, sub. b, c, d en e, van voormelde wet, wordt gelezen als volgt b. onder,gedrukte, stukken alle op papier, perkament of andere soort gelijke stoffen, door middel van plaat-, steen of lichtdruk vermenigvuldigde stukken en die welke, hoewel op andere wijze vervaar digd, door ons met gedrukte stukken zullen worden gelijkgesteld; c. onder nieuwsbladen de gedrukte stukken, welke tenminste een maal per maand verschijnen als courant of tijdschrift; d. onder bijvoegsel: het vervolg van een nieuwsblad, namelijk dat gedeelte, waarvoor het hoofdblad geen genoegzame ruimte aanbiedt, doch dat overi gens, hoewel op een afzonderlijk vel gedrukt in strekking met dat blad overeenstemt, of dit op eenigerlei gebied aanvult, daarvan kennelijk een wezenlijk deel uitmaakt en niet afzonderlijk verkrijgbaar wordt gesteld of voor afzonderlijke verspreiding bestemd is; e. onder monsters: monsters of stalen van koopwaren en mo dellen, op zichzelf geen handelswaarde be zittende en uitsluitend moetende dienen om over de waar of de soort te kunnen oordeelen. Art. 2. Artikel 3 van voormelde wet wordt gelezen als volgt: Het port der brieven bedraagt, bij vooruit betaling voor elke briefkaart 2x/2 cent; voor eiken anderen brief: van een gewicht van niet meer dan 20 gram 5 cent; boven 20 tot en met 200 gram 10 cent; boven 200 tot en met 500 gram 15 cent; en voorts voor elk meerder gewicht van 500 gram of een gedeelte van 500 gram, 5 cent daarboven; behoudens dat het port van een brief van een gewicht van niet meer dan 200 gram, te bestellen binnen den kring van het post- of hulpkantoor, waar die ter post is bezorgd, bedraagt, bij vooruitbetaling, voor elke briefkaart lucent; voor eiken anderen brief van niet meer dan 20 gram... 3 cent; boven 20 toten met 200 gram..5 cent. Voor de toepassing van het bij het vorig lid bedoelde tarief kan door onzen minister, met de uitvoering dezer wet belast, worden bepaald, dat twee aan elkander grenzende kringen van post- of hulpkantoren geacht worden één kring te vormen, bijaldien daartoe bijzondere aanleiding bestaat. Heeft er geene vooruitbetaling plaats gehad, dan wordt het alsdan volgens bovenstaand tarief van den geadresseerde te heffen port, behoudens het bepaalde bij het volgend artikel voor elke briefkaart met twee en een halven cent, voor eiken anderen brief met vijf cent verhoogd. Hetzelfde verhoogde port wordt toegepast bij ontoereikende frankeering, doch na aftrek van de waarde der gebezigde postzegels.” Art. 3. Het eerste lid van artikel 5 van voormelde wet wordt gelezen als volgt: ffHet port der gedrukte stukken bedraagt: Voor gewicht tot en met 500 gram leent per 50 gram of gedeelte van 50 gram boven 500 tot en met 750 gram 121/2 ct.; boven 750 tot en met 1000 gram 15 ct., en voorts voor elk meerder gewicht van 1000 gram of gedeelte van 1000 gram 21/2 cent daarboven. Art. 4. Het eerste lid van artikel 6 van voormelde wet wordt gelezen als volgt: »Het port van nieuwsbladen, met of zonder i Bolswardsche Courant 1 iwumrsi; i g 1 WT.UUL LtfU t

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1908 | | pagina 1