Nieuws- en Advertentieblad
Bols ward en Wonseradeel.
Donderdag 22 October.
IJsclub„Bolsward
POTTENDRAAIER gevraa
PELSWERK.
1908.
47ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 85
JAARVERGADERING
EEN NET DRAAIER’,
bekend met het maken van SCHOORSTË
POTTEN, BUIZEN en TRECHTERS.
ZUIVEREN en VERMAKEN v
alle soorten
Rapport Raadscommissie
Zaterdag 24 October a
VOOR
deze
BINNENLAND.
BENEFICIALE GOEDEREN.
J. G. CUPERUS.
D. B. EEROMA NS.
(w.g.) G. KEIKES.
n
Beschermheer de EdelAchtb. Heer C. J.
VEEN, Burgem. van Bolsward.
op
des avonds 8 uur,
den Heer GALA
Lemmer, 20 Oct. 1908. Tengevolge den
hevigen oostenwind van de laatste dagen is
het zeewater hier tot een buitengewone laagte
gezakt (8 dM. beneden A.P.) De salonboot
„Bolsward* van de Holl. Friesl. lijn en de
^Groningen 3" van de Oude Lemmernacht-
boot Mij. komende van Amsterdam konden
hier heden morgen tengevolge dezen lagen
waterstand niet binnen komen maar moesten
op een 1000 Meter voor onze haven ankeren.
Nadat de passagiers met een visschersschuit
zijn afgehaald en aangebracht, is de „Bolsward*
op haar gewonen tyd weer naar Amsterdam
vertrokken,
Ten einde onze lezers volledig over boven-
Op de DAKPANNEN- en BUIZ
FABRIEK van A. OOSTHOEK Z00
Alphen a./d. Rijn, kan geplaatst wjh
Woonhuis disponibel.
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4.
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
Afzonderlijkenos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
middelen te zorgen voor het door haar te
geven onderwijs, maar tegenover deze Inkomst
staan openbaar en bijzonder onderwijs precies
gelijk, met dezelfde rechten, als vormende
te zamen het schoolwezen in Bolsward.
Toen de scheidingsacte is opgemaakt (1856)
bestond er slechts één school(gebouw) en
was dus in die school het schoolwezen te
Bolsward belichaamd.
Voor dat schoolwezen waren de opkomsten
bestemd.
Langzamerhand heeft nu dat schoolwezen
zich ontwikkeld. Br zijn Bijzondere Scholen
gebouwd, er zijn ook nog Openbare Scholen
gebouwd.
Echter zal nu toch niemand kunnen be
weren dat de later opgerichte Bijzondere
Scholen niet meer onder het schoolwezen in
Bolsward vallen, en daartegenover later opge
richte Openbare Scholen weer wel.
Neen, of de opkomsten der Beneficialen
waren bestemd alléén voor de toen bestaande
school, of voor het schoolwezen, zoo het zich
in den loop der tijden zou ontwikkelen.
Ook hieromtrent laat de Akte aan duide
lijkheid niets te wenschen over.
Er is in de Akte geen sprake van eene
toen bestaande school en evenmin wordt
gesproken over het toen gegeven onderwijs.
Zonder eenige beperking, en wat betreft het
aantal scholen en wat betreft het te geven
onderwijs wordt het //derde deel” der kerke
lijke of Geestelijke goederen, in eigendom
toegewezen aan de gemeente Bolsward, bestemd
voor het schoolwezen in die stad.
Op grond van het vorenstaande kan en
mag er dan ook, bij het toekennen van een
deel dezer opkomsten aan de inrichtingen
van Bijzonder Onderwijs, niet gesproken
worden van eene Gemeentelijke subsidie aan
het Bijzonder Onderwijs, maar hebben ook
deze scholen volle recht op hun deel van
deze gelden en dat recht vraag ik ook voor dat
deel van het schoolwezen in Bolsward. Ook
kan bij de krachtige ontwikkeling van het
Bijzonder Onderwijs de vraag gesteld worden,
wat er met deze gelden zou moeten geschieden,
indien alle kinderen eens gebruik zouden
maken van het Bijzonder Onderwijs. Dan
was toch met de Opéfibare School} het school
wezen te Bolsward nog niet opgeheven, maar
zouden zeer zeker de bestaande Bijzondere
Scholen heel het bedrag der inkomsten van
de Benificiale goederen moeten ontvangen.
Echter blijkt hieruit dan ook duidelijk,
dat ook thans de Bijzondere Scholen hetzelfde
recht hebben als de Openbare Scholen, omdat
zij te zamen het schoolwezen in Bolsward
vormen.
Waar tot nog toe naar mijn oordeel niet
het schoolwezen in Bolsward, maar alleen de
gemeente Bolsward van de inkomsten dezer
goederen heeft geprofiteerd en zoodoende door
die gelden een equivalent op de uitgaven
van het door de Gemeente te bekostigen
onderwijs werd gevonden, daar kan en mag
ik Uwen Raad niet adviseeren in dezen mijns
inziens onrechtmatigen weg voort te gaan.
Maar heb ik de eer aan Uwen Raad voor
te stellen om voortaan de inkomsten voort
vloeiende uit de z.g. Beneficiale goederen,
proportioneel, naar het aantal kinderen, te
verdeelen over al de bestaande inrichtingen
voor Lager Onderwijs in Bolsward en zoo
doende deze gelden aan hunne bestemming
te doen beantwoorden.
Aldus vastgesteld in onze vergadering van
den 16en September 1908 en aan den Voor
zitter van den Raad ingezonden den 29 Sep
tember 1908.
de beneficiale goederen bij de scheiding
de Gemeente in eigendom overgegaan
Deze vraag kan zeker niet anders dan
bevestigend worden beantwoord. Uit de
scheidingsacte van 1856 hoe men ook
over den in houd daarvan moge denken
blijkt duidelijk dat B. en W. die goederen
niet langer voor de rechthebbenden zouden
beheeren, maar dat die aan de Gemeente in
eigendom zouden overgaan, ook door over
schrijving der acte in de hypotheekregisters.
Uit bovenstaande motiveering volgt derhalve
dat de opkomsten uit de beneficiale goederen
moeten vloeien in de gemeentekas en aange
zien bij art. 3 al. 3 der Wet op het lager
onderwijs wordt gezegd, dat aan bijzondere
scholen van wege de gemeente geene gelde
lijke bijdragen of eenige andere ondersteuning
middellijk of onmiddellijk mogen worden toe
gekend, is het volgens ondergeteekende niet
geoorloofd uit die opkomsten iets aan de
bijzondere scholen af te staan.
De tweede ondergeteekende, J. C. Cuperus,
beschouwt de burgerlijke gemeente Bolsward
door de acte van scheiding, gepasseerd den
30 Dec. 1856, als eigenares der benefiiciale goe
deren (het zoogenaamde schoolfonds) waarvan
de inkomsten vloeien in de gemeentekas.
De opbrengst van dat fonds kan enkel
en alleen ten goede komen van het openbaar
qnderwijs, daar toch het Gemeentebestuur
van
wordt
duidelijk aangegeven. Op verschillende plaat
sen in de Akte'van scheiding wordt het aan
de Gemeente komende deel der goederen
betiteld als „Schoolfonds*.
Onder tertio der Akte wordt uitdrukke
lijk verklaard, dat deze opkomsten moeten
strekken als Schoolfonds. Terwijl geheel
afdoend is, wat onder ten negenden der Akte
wordt gelezen n.m.
z/Dat nimmer ten laste van het aan de
//Burgerlijke Gemeente van Bolsward ten
//behoeve van het Schoolfonds en het Onder-
wijs toegedeelde, zal kunnen worden gebracht,
„de uitkeering van eenige gelden waarop de
„liefdadigheid nader zal blijken recht te
„hebben*.
Waar dus vaststaat dat van deze opkomsten
bij het in eigendom overgaan aan de Ge
meente, in dezelfde Akte ook de bestemming
is aangegeven, daar mag niet eenzijdig,
(misschien met het oog op voordeel der
Gemeente) een deel van het schoolwezen te
Bolsward van het voor haar bestemde worden
verstoken.
De Gemeente Bolsward heeft uit eigen.
bij de wet verplicht is om voor dat onder
wijs te zorgen; terwijl de wet tot regeling
van het Lager onderwijs een gemeentelijke
subsidie aan het bijzonder onderwijs verbiedt.
Het is verder zijne vaste overtuiging,
dat de Gemeenteraad niet bevoegd is om
wijziging in den bestaanden toestand te
brengen. Stel voor, dat eene toevallige meerder
heid in den Raad uit een oogpunt van
billijkheid of uit liefde voor het bijzonder
onderwijs een andere bestemming aan het
schoolfonds zou geven en eenige jaren daarna
door wisseling van Raadsleden de mogelijk
heid zou openstaan, om dat besluit weer
ongedaan te maken, op welke losse schroeven
zou dan alles komen te staan Zulk een
handeling zou eiken rechtsgrond missen en
aanleiding kunnen geven tot groote willekeur.
Naar zijne meening heeft ieder, die recht
op de beneficiale goederen meent te hebben,
daartoe den gewonen weg van procedure te
volgen en moet zijn recht kunnen bewijzen.
Volgens hem komt dus de opbrengst der
beneficiale goederen uitsluitend ten bate van
het openbaar onderwijs in deze gemeente.
Terwijl eindelijk de derde ondergeteekende
D. B. Eerdmans, als zijn gevoelen het
volgende opmerkt
Wat betreft het onderzoek in deze zaak
is de Akte van scheiding het oudste stuk
dat over de z.g. kerkelijke of Geestelijke
goederen handelt.
Dit moet dus dienen als grondslag en
uitgangspunt. In deze Akte wordt „een
derde deel* der opkomsten toegewezen aan
de Burgerlijke Gemeente Bolsward.
Was dit geschied zonder eenige bepaling,
dan zou de bewering van de Heeren de
Kok en van der Weij (in het door hen
uitgebrachte Rapport 1 Juli 1875) recht
van bestaan hebben, namelijk
Dat bij het toe wij zen van een deel der
opkomsten óók aan de bijzondere scholen,
daardoor aan die scholen een subsidie uit
de Gemeentekas werd verstrekt.
Dit is echter niet het geval.
Immers de inkomsten van deze goederen
mogen niet willekeurig voor verschillende
doeleinden worden besteed. De Gemeente
raad heeft hier niet de vrije beschikking.
Wel is het eigendom der Gemeente Bols
ward, maar met een bepaalde bestemming.
Uit deze opkomsten zijn dan ook nooit
andere uitgaven bestreden, dan die voor het
onderwijs.
De akte spreekt in dezen ook duidelijk.
Eerst wordt aangegeven waaraan deze
gelden vóór de scheiding werden besteed, n.m.
A. Om daaruit te vinden de kosten van
den Eeredienst bij de Hervormde. Kerk te
Bolsward.
B. De kosten van dat schoolwezen in de
gemeente Bolsward.
Er wordt hier dus niet gesproken over
onderwijs van de gemeente Bolsward, waar
onder men alleen zou kunnen verstaan het
door haar gegeven onderwijs, maar kan men
bepaling niet anders uitleggen als
bedoelende tegemoet te komen in de kosten
van heel het schoolwezen in de Gemeente
Bolsward.
En ook bij het overgaan in eigendom
deze goederen aan de Gemeente Bolsward,
de bestemming hiervan op nieuw
op de bovenzaal van
„Hof van Holland.”
Trouwe opkomst wordt beleefd verz
HET BESTUU1
verpiichïnrgctnr~ verzorging Van tiet ónder-
wijs krachtens de wet op het lager onder
wijs. Hunne verplichting om uit dat fonds
het schoolwezen in en met van de Gemeente
Bolsward te steunen is dan van volkomen
gelijken aard als hunne vóór de scheiding
bestaande plicht om zorg te dragen voor
de bekostiging der eerdienst welke geheel
buiten den kring van hunne gemeentelijke
bevoegdheid lag. In dat geval zijn zij vrij
de opkomsten der goederen te verdeelen.
In het tweede geval echter, zoo die
góederen in eigendom aan de Gemeente zijn
gekomen
dat de bestemming van de opbrengst dier
goederen dan moet geacht worden deze te
zijn
dat de gelden worden besteed voor een
bepaalden tak van dienst n.l. het onderwijs.
De vraag is dus ten slotte deze: Zijn de
de beneficiale goederen bii de scheiding aan
Ook de Sneekerboot (de z. g. Groote
Suup) trachtte hier te vergeefs binnen te
komen en is weer naar vol zee terug ge
stoomd ten einde een andere haven op te
zoeken.
Leeuwarden. Ter voldoening aan een in
de raadsvergadering van 6 Februari 1906
aangenomen motie, hebben Burg, en Weth.
thans aan den raad een ontwerp-werk lieden
reglement ingediend. De instelling, samen
stelling en wijze van werken van het scheids
gerecht zullen bij afzonderlijke verordening
worden geregeld.
Kimswerd, 19 Oct. De twee zathen en
landen reeds jaren gebruikt door de heeren
H. en F. Postma', hebben Zaterdag bij finalen
verkoop opgebracht de som van f 227,408,
plus 6 pCt. kosten.
Ze waren groot bijna 300 pondematen,
zoodat ’t pondemaat op ruim f 800 komt te
staan. Ruim 120 pondemaat zijn in handen
van drie koopers gekomen, de overige zijn
gekocht door verschillende personen.
Hennaarderadeel. De vrijzinnige, anti
revolutionaire en roomsch-katholieke kies-
vereenigingen hebben besloten bij de volgende
twee periodieke gemeenteraadsverkiezingen een
poging te doen om tot evenredige vertegen
woordiging te geraken, en wel op dezen
grondslag: 4 christelijk-historischen, 3 anti
revolutionairen, 1 katholiek én 3 vrijzinnigen.
De chr.-hist. kiesvereeniging is om mede
werking verzocht.
In tegenstelling met de verklaring van
Minister Sabron, in antwoord op de vraag
van den heer Thomson, verzekert „Een
milicien met groot verlof* in de „Prov.
Overijs. en Zwolsche Crt.” dat de gezond
heidstoestand bij ’t 5e en 9e regiment in
fanterie, manoeuvreerende op de Zeisterheide
niet gunstig was. Zoo stonden er ’s avonds
van den 3en September, dus reeds voor den
eigenlijken manoeuvretijd, 14 24 Sept.,
bij het 5e tusschen 500 en 600 man op het
ziekenrapport.
Een oorzaak van de voetziekten noemt de
schrijver de „onbenulligheid* van den model
schoen, een ding, waarin iemand, die 20ste-
eeuwsch schoeisel gewoon is, geen uur kan
loopen zonder pijn, laat staan 25 K.M,. zooals
de Minister wil.
Laat zoo schrijft hij, de Minister
eens een proef bataljon uitrusten met een
soort burgerschoen dat bataljon zal beslist
een goed figuur maken op het gebied
van marschvaardigheid, en de Minister
zal met het ziektecijfer wat voetziekte aangaat
voor den dag kunnen komen I
Dat over ’t algemeen de gezondheidstoe
stand niet nog ongunstiger was, is wel te
verwonderen bij oefeningsdagen, die bijv,
’s nachts 2 uur begonnen om den volgenden
dag ’s middags 4 uur te eindigen. Dat de
haanschappen doorloopend uitgeput waren,
bleek wel den 23en September, toen ze na
een zware oefening gebruikt werden om een
tijdlang in de houding te staan bij een orde-
uitreikings-plechtigheid. Bij ’t 2e bataljon van
’t 5e regiment vielen er zooveel flauw, dat
1 der compagnies-commandanten met ammonia
liquida rondging om hier en daar eens te
laten ruiken
Te Breklenkamp, een buurtschap onder
Denekamp vervoegde zich een mijnheer in
grijs costuum, zich uitgevende voor schapen
koopman en wonende te Maasniel bij Venlo.
Bij drie landbouwers kocht hij schapen, doch
veel te duur, zoodat hij gemakkelijk kooper
werd. Hendrik Smits, dien naam gaf hij ten
minste op, moest nu nog de schapen ver
voeren, waarvoor hij een wagen wou laten
komen uit het dorp, waarom hij even een
fiets moest hebben. Hij maakte van die
gelegenheid gebruik om zich met de fiets
uit de voeten te maken. Vermoedelijk is
dat dezelfde schapenkoopman, die meermalen
in het Politieblad werd gesignaleerd.
De heer H. J. Haytink, thans leeraar
bij den Bond van Coöperatieve Zuivelfa
brieken in -Friesland, is benoemd tot tech
nisch assistent bij de Koninklijke Neder-
landsche Maatschappij van kaas en room
boterfabrieken, gevestigd te Sneek.
Naar de Stichtsche Cl. verneemt, zal
dr. A. Kuyper niet aan de begrootings-de-
batten deelnemen, omdat hij zich reeds
eenigen tijd geleden verbonden heeft, voor
een viertal weken naar Berlijn te gaan.
Bolswardsclie Courant
■X-
MOT