Meuws- en Advertentieblad
Bolsward. en Wonseradeel.
Een Tuberculose-Museum.
1908.
47ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 94.
Zondag 22 November.
1*
VOOR
zijn aan-
BINNENLAND.
I.
1
van den molen te komen,
de boot naar het vooreind
en juist was-de kop vrij,
van dit Museum is een
U
hun eigen grafschrift.
over ’t algemeen evenveel
Een jaar of tien, twaalf geleden floreerde
te Berlijn een sedert overleden portretschilder
Koner, die zich zeer in de gunst van den
Keizer verheugde. Herhaaldelijk mocht hij
den monarch schilderen en het heette over
het algemeen, dat hij met den Keizer goed
wist om te springen.
Eens op een dag had Koner weer een
portret van den Keizer gereed. Wilhelm II
kwam het in het atelier nog eens in oogen-
schouw nemen, doch maakte een opmerking
over een der handen, welke de schilder
echter niet kon billijken. De Keizer wilde
metterdaad aangeven hoe hij vond dat die
partij veranderd moest worden, en vroeg om
Koners palet, hetgeen door Koner met een
beleefde weigering werd beantwoord. Hierop
herinnerde Wilhelm II zijn schilder, dat deze
immers reserve-officier was, en dat hij dus
diende te gehoorzamen, wanneer de Oberste
Kriegsherr hem beval. Zeer gepast voerde
Koner hierop tegemoet, dat hij wel reserve-
officier, doch dat hij op dit oogenblik
niet in dienst was. Het kwam tot een breuk
tusschen den monarch en den schilder, welke
laatste hierdoor een goed deel van
zien in zekere kringen verloor.
Geruimen tijd daarna wandelde de Keizer
’s morgens te voet in den Thiergarten, toen
hij aan den overkant van den weg Koner
zag loopen. Zonder zich te bedenken liep
hij den schilder opzij, legde de hand op zijn
schouder en sprakzzKoner, wollen wir uns
wieder vertragen
De zonderlinge, onbehouwen Focquen-
broch vond het volgende fraais het meest
passend
Hier leid in ’t Onderaardse hok
Het rif van d’arme Mr. Fok,
Begraaven onder desen koorsteen.
Hij was geboren te Amsterdam
Zoo zwart als een Westfaalsche ham
Doorrookt gelijk zijn besjes schoorsteen.
De rook was ook zijn element
Waardoor hij menig parkement
Heeft om den damp aan stuk gekurven.
Hij hemeld’ op een Donderdag,
Had hij gewacht tot Zaterdag,
Hij was zoo vroeg noch niet gesturven.
tegen welke laatste logica zeker niets valt
in te brengen.
Alejandro San Martin, de overleden Spaan-
sche hoogleeraar in de chirurgie, senator en
ex-minister, heeft een treffend bewijs van
genegenheid aan de wetenschap gegeven.
Hij had testamentair bepaald, dat hij na
zijn dood nog eenmaal een laatste offer aan
zijn geliefd studievak wilde brengen. Zoo
rustte dan in de amphi-theaterzaal van het
gebouw der medische faculteit te Madrid op
de witmarmeren snijtafel, neergelegd op de
ambtelijke toga, het naakte lijk van den
uitnemenden Spaanschen geleerde. En terwijl
zijn talrijke leerlingen diep ontroerd de
collegebanken vulden, gingen zijn collega’s
over tot de sectie, met een wijding, die
treffend was, terwijl zij onder de autopsie
bewogen de verklaring gaven van het patho
logisch proces.
Daarna werd het lijk in plechtigen op
tocht naar het kerkhof geleid.
Dichters en
Dichters schijnen
aan hun onsterfelijke ziel, als aan hun ster
felijk lichaam te denken, althans van velen
zijn versregels bekend op hun laatste rust
plaats. Zoo Vondel er al geen vers op
schreef, van hem zijn ons door Brandt de
woorden bekend, die hij in zijn laatste dagen
schertsend uitsprak
Hier leit van Vondel zonder rouw
Hij is gestorven van de kou.
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
Afzonderlijkenos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Mevrouw doet te midden van aller
gespannen aandacht een inbrekersverhaal.
...Ik hoorde gerucht,... ik stond op...
en wat zie ik onder mijn bed?... twee
mansbeenen uitsteken!...
En heb je den inbreker gepakt is
de zenuwachtige vraag van de anderen.
Neen, luidt het antwoord j ’t waren de
beenen van m’n man. Hij had 't gerucht
ook gehoord.
Workum, 18 Nov. Hedennamiddag tus
schen 2 en 4 uur werden vele menschen
hier eenige malen opgeschrikt door een eigen
aardig gerommel, gevolgd door een hevig
gedreun, dat de huizen deed schudden. Som
mige deuren sprongen open en winkelbellen
deden geluid hooren. Evenals in Maart j.l.
hoorde men overal de glazen rinkelen, als
men zich op straat bevond. Toen werden
in de forten bij Helder geen geschutoefenin-
gen gehouden, nu misschien wel
Schoterland, 19 Nov. De heer Graaf
van Limburg Stirum, die te Oranjewoud
dezen zomer en herfst onder ressort van het
dorp Nijehorne eene groote uitgestrektheid
dalgronden tot schoone landerijen liet be
werken, heeft nu een uitgestrekt terrein van
het Burgerlijk Armbestuur een zooge
naamd schar aangekocht om ook te
worden ontgonnen. Tal van arbeiders zullen
daardoor weer werk vindenin dezen tijd
van werkeloosheid van zeer groot belang.
Fr. Zuidwesthoek, 18 Nov. Vooral in
deze dagen nu de wegen op vele plaatsen
met een dikke laag mac-adam of basaltslag
zijn bedekt doet zich de dringende behoefte
gevoelen aan goede fietspaden.
Langs de rijkswegen worden deze aange
troffen, maar in de gemeenten ontbreken ze.
Men behelpt zich daar met de enkele voet
paden in de bermen, die echter geheel onvol
doende zijn. Overwegende, dat het rijwiel
in onzen tijd zeer groote verkeersbeteekenis
heeft, zouden de Gemeente-besturen dus
velen hoogelijk verplichten indien ze konden
besluiten tot den aanleg over te gaan. Indien
noodig zou eene gemeentelijke rijwiel-belasting
verloren bermjacht kunnen vergoeden.
Een moeilijke redding op zee.
De baggermolen Drague”, gesleept door
de sleepboot zzOostzee” van Rotterdam naar
Bourgos, is op de Portugeesche kust op drift
geslagendit vaartuig dreef later op strand
en één van de twee opvarende runners, Ver
schoor, werd gered. De andere, Gruppelaar,
verdronk.
De geredde zeeman heeft aan de N. R. C.
van zijn redding het volgende medegedeeld
Spoedig nadat de baggermolen los was ge
broken, kwam een stoomschip in het gezicht,
dat een sein opzette, doch door de runners
op den molen niet begrepen en dus niet
beantwoord werd. Dit schip vervolgde zijn
koers.
Kort daarop kwamen twee booten naderbij,
een Noorsch stoomschip met hout beladen
en een Engelsch stoomschip, de ^Don Hugo”.
De Noorsche boot, die niet zoo gemakkelijk
hulp kon verleenen, vervolgde haar koers,
doch de zzDon Hugo” bleef. Men vroeg den
opvarenden van den baggermolen wat zij
In de laatste jaren heeft men hier te
lande veel gedaan ter bestrijding der zoozeer
gevreesde tuberculose, welke ziekte tal van
jonge en oude personen ten grave deed dalen.
Koningin Emma ging op vorstelijke wijze
Haar volk voor door zzOranje Nassauoord”
te doen inrichten tot herstelplaats voor degenen
die aan deze ziekte lijden en hierna werd
een groote nationale vereeniging in het leven
geroepen om in andere streken van ons land,
die daarvoor het best in aanmerking kwamen,
eveneens dergelijke sanatoria te.stichten. Een
speciaal Emma-fonds kwam tot stand, waaruit
gelden geput werden, benoodigd voor het
verplegen van arme lijders en lijderessen;
in verschillende steden werden consultatie-
bureaux opgericht, overal waar hiertoe gelegen
heid bestond werden sprekende platen opge
hangen, bevattende eenige hygiënische voor
schriften, kortom er werden op alle mogelijke
wijzen pogingen in het werk gesteld om den
vijand van zooveel dierbare levens zoo mogelijk
voor goed de vlucht te doen nemen. Zonder
twijfel hebben al deze bemoeiingen reeds
goede vruchten afgeworpen en de toekomst
zal leeren, dat zij dit zullen blijven doen.
Op het gebied der tuberculose-bestrijding
is op dit oogenblik voor ons land iets geheel
nieuws tot stand gekomen en wij haasten
ons hiervan mededeeling te doen.
Zondagmiddag is te Rotterdam op eene
vergadering der Tuberculose-Commissie van
de Vereeniging zzHet Groene Kruis” besloten
tot oprichting van een tuberculose-museum,
d.w.z. een museum, waarin omtrent aard en
wezen en de bestrijding dier volksziekte al
het wetenswaardige en nuttige kan getoond
en uitgelegd worden. Deze vergadering van
medici en andere belangstellenden, waartoe
ook wij behoorden, werd gepresideerd door
dr. C. Dekker uit Bodegraven, die in zijn
openingswoord mededeelde, dat de Regeering
tot verwezenlijking van het doel eene subsidie
van f 300 heeft gegeven en dat de Zuid-Hol-
landsche Vereeniging zzllet Groene Kruis”
een extra bedrag schonk van f 200, zoodat ’n
klein kapitaaltje bijeen is om voorloopig een
en ander aan te schaften, dat in een dergelijk
museum op zijn plaats is. Verschillende hoog -
leeraren aan universiteiten, doctoren en tal
van corporaties in den lande hadden van hun
belangstelling doen blijken en zegden steun
en hulp toe bij de oprichting van’t Museum,
dat een verplaatsbaar karakter moet dragen.
Voorloopig zal alles wat in het Museum een
plaats zal vinden, onder dak gebracht worden
in een kamer in het gemeentehuis te Bode
graven, terwijl later zal worden bekend ge
maakt in welke stad het Museum definitief
zal worden gevestigd.
Ter vergadering was aanwezig dr. Josselin
de Jong uit Rotterdam, die in Amerika
dergelijke tuberculosemusea had gezien. Deze
waren natuurlijk op veel grooter schaal inge
richt, dan hier mogelijk is, doch dit noemde
dr. de Jong juist goed. In het buitenland
zag men te veel op het gebied der tuberculose
bestrijding zonder dat men wist wat het was,
terwijl wanneer men eene kleine collectie
heeft, zooals in een Nederlandsch museum
onder dak zou worden gebracht, men dit
beter kan overzien, vooral wanneer, zooals
hier dan ook de bedoeling is, deskundige
voorlichting aan het publiek zal worden
gegeven.
De Tuberculose-Commissie heeft tot 1
Maart van het volgend jaar den tijd om den
inventaris van het Museum bij elkander te
krijgen en is zij daarmede geslaagd, dan is
het noodig, dat in steden, doch vooral ten
plattelande, de aldaar gevestigde geneesheeren
in staat zijn het publiek uit te leggen en
te verduidelijken wat in het Museum te zien
is. Ieder medicus ten plattelande zal het
Museum kunnen aanvragen om in zijn ge
meente een paar dagen te houden en het
publiek op de hoogte te brengen van den
interessanten inventaris. Natuurlijk is daartoe
noodig, dat de geneesheeren zelf hiervoor de
noodige liefhebberij hebben en de gave be
zitten om in een pakkendeli, aardigen en
vooral populairen vorm den belangstellenden
toehoorders en toehoorderessen duidelijk te
maken van welk een groot belang het is als
zij weten wilt er gedaan kan worden ter be
strijding der tuberculose.
Hij zal door middel van platen en licht
beelden, preparaten en allerhande voorwerpen
in natura, heldere en duidelijke begrippen
kunnen verspreiden over de oorzaken en de
gevolgen, de bestrijding en de voorbehoeding
der tuberculose, de behandeling der tuber
culose lijders en de inrichting der zieken
vertrekken. Hij zal b.v. bacillen kunnen
laten zien in melk en vleesch, hij zal ge-
slacbtsboomen van tuberculose families kunnen
vertoonen,graphische voorstellingen der sterfte-
verhoudingen in verband met gezonde en
ongezonde woningen, modellen van spuw-
flesschen en bakken, desinfectie-apparaten,
afbeeldingen van sanatoria en modellen van
lighallen enz., te veel om hier alles op te
noemen.
Het zullen leerzame voordrachten kunnen
worden, waardoor het publiek beter op de
hoogte kan komen van alles wat met tuber
culose in verbinding staat.
Dit is in het kort uiteengezet het doel
van de Tuberculose-Commissie, die thaps met
goeden en frisschen moed aan het werk tijgt
om tegen den volgenden winter alles in
gereedheid te hebben voor eventueele aan
vragen.
Met de oprichting
goede daad gedaan, die, als zij thans door
velen wordt gesteund, er zeker enorm toe
kan bijdragen, dat er onder het volk betere
en helderder begrippen omtrent het wezen
der tuberculose verspreid worden, dan nu
nog het geval is. N. Ct.
verlangden, waarop dezen antwoordden, dat
zij gaarne zouden worden afgehaald of op
sleeptouw genomen. De ffDon Hugo” seinde
terug, dat men zulks doen zou. De kapitein
van de zzDon Hugo” liet de groote redding
boot gereed maken en riep vrijwilligers op
voor het reddingswerk. Onmiddellijk boden
zich aan de 2e- en de 3e-stuurman, de boots
man, twee kwartiermeesters en een matroos,
die de boot bemanden en op reis gingen naar
den molen. Voorzeker een gevaarlijke tocht
in de woedende zee!
Men slaagde er in goed en wel aan lij
van den molen te komen. Verschoor sprong
van den molen in de boot, doch Gruppelaar
durfde den sprong niet wagen. Men was
dus genoodzaakt langszij van den molen te
gaan om ook hem aan boord te nemen.
Dit geschiedde. Nji echter lag de boot
tegen den molen, die met zooveel vaart voor
den wind afdreef, dat het onmogelijk bleek
met de boot vrij
Men werkte nu
van den molen,
toen de boot door een zee tegen de ladder
werd gezet,-klem geraakte tusschen de emmers
en op zij zoo goed als verbrijzeld werd.
Allen zagen kans over de ladder aan boord
van den molen te komen. De boot sloeg los.
Nu waren er acht menschen op den molen.
De 2e stuurman, die een roephoorn bij
zich had, riep den kapitein van de zzDon
Hugo” toe, dat de molen in goeden staat
was en verzocht hem te trachten den molen
op sleeptouw te krijgen. Onmiddellijk begon
het stoomschip vuurpijlen met lijnen af te
schieten, doch te vergeefs. Een lijn kwam
aan boord, doch brak. De molen dreef al
meer naar de kust en naar gissing bevond
men zich op 9 a 10 vm. water met de
branding zeer nabij en de steile rotskust in
het gezicht. Van de zzDon Hugo” werd nu
een 2-duims lijn met drie boeien naar den
molen gedreven, om zoodoende te trachten
verbinding te krijgen; echter bleven deze
boeien voor dit doel te ver weg. Drie man
sprongen van den molen, zwommen naar de
boeien en werden aan boord gehaald.
Opnieuw werden boeien in zee gelaten,
één lijn met 1 boei en één lijn met 3
boeien. Nu sprong Verschoor in zee, zwom
naar de boei en werd ook ingehaald. De
vier overigen durfden niet in zee springen
en wachtten tot de boeien van boord te
grijpen waren. Dit gelukte. De bootsman en
Gruppelaar aan één boei. Ook dezen werden
naar boord gehaald. Drie kwamen veilig aan
boord. Bij het ophalen van Gruppelaar ech^r
liet deze los, viel in zee en verdween.
Verschoor werd aan boord van de vDon
Hugo" liefderijk verpleegd en later geland
te Huelva. Van de redders bekwam niemand
eenig letsel. Alleen de bootsman was eenige
dagen ongesteld, doordat bij te veel water
had ingekregen.
De moedige redders hebben hun leven in
de waagschaal gesteld om dat van anderen
te redden en de gezagvoerder van de ffDon
Hugo" heeft, zoodra hij den in nood ver-
keerende baggermolen met bemanning bemerkte
niet geaarzeld pogingen tot redding aan te
wenden, niettegenstaande de plaats, waar het
reddingswerk moest geschieden, gevaar op
leverde voor zijn eigen schip.
Een treurig ongeval had Woensdag te
Amsterdam bij een familie, wonende op den
Amsteldijk, plaats.
Een ongeveer tweejarig meisje dat aldaar
met haar moeder te logeeren was, kreeg een
stukje brood in de keel, met het gevolg,
dat zij, nog voor een onmiddellijk ontboden
geneesheer aanwezig was, stikte. De vader is
zeevarend en thans in Indië. L. en F.
De zzOnder de Streep” schrijver van
’t Algemeen Handelsblad schrijft:
De Duitsche Keizer. Nu iedereen haast
in de gansche wereld voor een poosje over
den Duitschen Keizer spreekt, over zjjn
vreemde karaktereigenschappen, over zijn
plotseling imperatief optreden, over het eigen
aardig gebruiken of misbruiken van zijn
macht, en ook over de loyauteit, waarmee
hij somtijds probeert zijn fouten weer goed
te maken, haalt de N. R. Ct. de vol
gende anecdote aan, welke door iemand, die
goed op de hoogte pleegt te zijn, werd ver
teld, en die in deze rubriek wel een onder
komen mag vindetn
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
Bolswardsche Courant