Nieuws- en Advertentieblad
Bols ward en Wonseradeel.
ST. EH601&&S.
Nieuwe Abonnés
ontvangen dit Blad tot
Nieuwjaar gratis.
I
47ste Jaargang. 1908.
No. 96.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
St. NIC!
PARAP
1
Zondag 29 November.
Een
Een chique gekleurd Heere
Moderne Handschoenei
en Frontknoopen, Kragen
I gen we.
Voor het Kantongerecht.
elegante Heer»
VOOR
1/
1/
iets te
BINNENLAND.
omstandighelen
beklaagden.
A. B. te
24.
zonder
dagen.
25.
tegenover
doet, zeer
AANBEVELEND,
A F.
naar
kwam daar Donderdag-
onder geneeskundige behandeling gesteld,
nrvhk maVpn kaf AJ2 1. 1 1
1/
een
ernstig
-
over 14 dagen,
4
I
ADVERTENTIEPRIJS; 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4.
27.
morgen
den weg
tot t/2 uur voor
noodig is. Eisch f 3 of 2 dagen.
28. H. v. d. L. te Oosterend reed 26
Oct. zonder licht op de fiets. Eisch f 3 of
2 dagen.
Uitspraak der vonnissen
zijnde 4 Dec. a.s.
Warns reed ’s avonds
licht op zijn fiets. Eisch f 3 of 2
ABONNËMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
Afzonderlijkenos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
daar zeer onheusch ontvangen en kreeg
dreigementen te hooren, als er drukte van
gemaakt werd.
De heer Kantonrechter vindt dit optreden
ambtenaar die zijn plicht
en de heer Ambtenaar
eischt f 10 of 5 dagen tegen elk dezer
Zitting van Vrijdag 20 Nov. 1908.
Slot.
19. J. S. te Franeker liep 13 October
met een geweer over land dat voor hem
verboden was.
Bekl. zegt, dat hij in een ander land op
eenden had geschoten, en een aangeschoten
vogel daar heen vloog. Hij ontlaadde zijn
geweer en ging die eend opzoeken, en dat
is nu de geheele overtreding.
De ^politieagent geeft een andere lezing.
Hij heeft wel gezien en gehoord dat deze
beklaagde in ’t andere land een eend schoot,
doch dat er een naar het verboden terrein
vloog, heeft hij niet gezien, doch daar zaten
verscheidene eenden, tamme, en die zouden
met kluitjes modder daar weg gedreven worden,
om ze dan te kunnen schieten, wanneer ze
in ’t andere land waren. Toen getuige deze
bekl. hierover onderhield, kreeg hij zeer
brutale bedreigingen, en bekl. staat trouwens
bekend, als een jager die veel werk van
tamme eenden maakt. Eisch f 5 of 3 dageq.
Bekl., daar ben ik niet mee tevreden 1
De heer Kantonrechter antwoordt hem,
dat zijn wijze van optreden tegen de politie
geen aanleiding geeft tot clementie.
Bekl., ja ’k heb mij wel iets door drift
laten verleiden, maar ze hebben mij nog
nooit //eerlijk” kunnen krijgen, en nu word
je zoo behandeld. Als ik werkelijk straf
verdien, wil ik het wel hebben ook, maar
nu niet.
20. W. S. te Oosterend liet 19 October
eenige kalveren grazen op den berm van den
weg onder Ytens. De politie nam hiermee
geen genoegen en maakte proces. Bekl. is
aanwezig en bekent dat hij zijn kalveren
daar heeft laten grazen, maar het was zijn
eigen gras. Hij heeft die bermen gehuurd.
Er stond nog een beetje gras op, doch niet
genoeg om het te maaien, daarom liet hij
de kalveren er even grazen.
De heer Ambtenaar vraagt hem, hoe het
hem toeleek, als elk huurder van wegen er
zijn vee maar liet loopen, of dat het publiek
verkeer ook kon belemmeren, als overal
koeien liepen! Bekl. antwoordt, dat hij bij
die kalveren bleef en ze langzaam langs den
weg dreef, naar het land.
De heer Ambtenaar onderricht bekl. dat
de bermen volstrekt geen weiland zijn, en
hij eischt f 5 of 3 dagen.
21. P. H. te Rauwerd is chauffeur op
een auto. Den 15 Oct. reed hij den weg
van Harlingen naar Bolsward. Onder het
behoor van Witmarsum ontmoette hij twee
rijtuigen elk met een paard bespannen. De
bestuurder van het achterste rijtuig heeft
beklag ingediend, dat de auto niet stopte,
toen zij daartoe het verlangen te kennen
gaven, waardoor zij met hun paard in gevaar
verkeerd hebben, volgens hun beweren. Bekl.
is tegenwoordig en zegt, dat het mistig was,
maar toen hij de rijtuigen zag aankomen,
gaf hij met den hoorn een signaal, schakelde
de verbinding der machine uit, en remde
zoodat de auto slechts heel langzaam reed,
maar de boeren waren blijkbaar banger voor
het stoomros dan hun paarden. Zij begonnen
te schreeuwen, sprongen overhaast uit de
tilbury, en maakten daardoor wellicht het
paard meer verschrikt, dan door de auto.
De getuige 8. Abbema van Witmarsum
was in het voorste rijtuig. Toen hy de auto
zag aankomen, gaf hij door ’t opsteken der
hand te kennen dat hij verlangde dat de
auto zou stoppen, deze reed evenwel door.
Toen deze hem gepasseerd was, zag hy om
naar ’t andere rijtuig en zag dat die werk
hadden het paard te houden. Het rijtuig
was even als het paard op en over de rails
en geheel aan den kant van den weg. -Bekl.
antwoordt, dat dit achterste rijtuig op zeer
korten afstand pas naar den rechter kant
uitweek, en met de geringe vaart van de
auto achtte hij niet noodig te stoppen. Deze
menschen begonnen toen te schreeuwen en
veel meer lawaai te maken dan noodig was.
Getuige Feenstra van Schettens verklaart dat
hij de handen meer dan vol had om het
paard te houden, maar riep en wuifde om
te stoppen, wat niet gebeurde. Op wel 100
meter afstand was hij reeds uit de tilbury
gesprongen en week toen rechts uit. Toen
de auto ons passeerde, staken de inzittenden
ons ook nog de gek aan, waarop wij hen
nariepen ze te zullen vinden, en schreeuwden
hun het nummer na van hun rijtuig B 196,
dat zij vermoedden dat wij niet gezien hadden.
De 3de getuige G. Jansen van Schettens
reed met Feenstra mee, en bevestigt diens
verklaring, en ook, dat het paard en rijtuig
in den onderwal geraakten. Bekl. herhaalt,
dat deze menschen zeer overdreven waren,
gevaar hadden ze van de auto niet te duchten.
Was ’t noodig geweest, hij had bij de geringe
vaart waarmee hij reed, wel onmiddellijk
kunnen stoppen. Er zijn van die overdreven
menschen die de schrik om ’t hart slaat,
als er een auto nadert, en dat was hier ook
het geval.
De heer Kantonrechter is het met de
verklaring van bekl. niet eens. Het blijkt
toch uit de verklaringen van al de getuigen
dat het paard schichtig werd, en dan had
hij dit moeten zien en stoppen, te meer nog,
toen zii he^vejlan^en daartoe te
y y morphoseeren in
Sneek. Gistermorgen even vóór half vijf
werd onze stad opgeschrikt door een hevigen
slag, veroorzaakt door een gasontploffing op
de boven voorkamer van De Metalen Wereld”.
Naar men meedeelt hoorden de bovenbe
woners, de oude heer Volkers en diens
echtgenoote, omstreeks genoemden tijd iets
vallen op de voorkamer.
De oude heer ging eens kijken wat de
oorzaak er van was en byna op ’t zelfde
oogenblik volgt een ontzettende knal en de
gansche keurige voorkamer, incluis ’t plafond,
is vernield.
De heer V. werd spoedig daarna naar ’t
Ziekenhuis gebracht, waar men zijn bekomen
wonden ging verbinden.
Buiten en behalve dat er in ’t winkelhuis
beneden vrij wat schil is aangericht, zijn
onderscheidene spiegelruiten in de buurt en
zelfs aan den overkant van ’t Grootzand
gebroken, waardoor de Glasverzekeringmaat-
schappijen een niet onbelangrijke scha, lijden,
M. J. te Exmorra was 22 Oct.
dronken te Makkum. Eisch f 3 of 2 dagen.
26. L. B. te Witmarsum en N. J. te
Bolsward zijn beiden schippers. Zij hadden
in den nacht van 23 Oct. geen licht op
hun schip branden. Eisch elk f 3 of 2 dg.
A. de J. te Rien reed in den vroegen
van 28 Oct. met een wagen langs
en had vergeten dat ook ’s morgens
uur voor zonsopkomst een licht
Wat weer een gezellige tijd is er op
handen. Men hoort de kinders nu al vragen
Moeke is St. Nicolaas al in ’t land Mag
ik dan van avond mijn schoen opzetten
Nu me dunkt nog een paar dagen wachten,
luidt Moeke haar antwoord, en dan als jelui
heel zoet zijn, nu dan over een paar dagen.
Zoo worden bij vele huisgezinnen zeker de
laatste dagen voor den Sint doorgemaakt. En
eindelijk is de groote dag dan daar. Vele
der kinderwenschjes zijn vervuld. Hunne
mondjes staan dan ook niet stil, om over
al dat moois te vertellen. Nu, als men de
stad zoo rondloopt, deze dagen voor St.
Nicolaas, dan geven vele winkels wat mooie
étalages te zien.
Daar heeft men b.v. de speelgoedwinkels,
want dat is ’t eerste voor de jeugd nietwaar,
en dit feest is ook eigenlijk voor de jeugd.
Echte leuke speeldingen ziet men daar zoo
uitgestald. Men zou er (tenminste zij, die
er veel voor voelen) wel de geheele kinder
wereld mee gelukkig willen maken.
En dan komen de suikergoedwinkels, ja
daarin wordt de jeugd ook niet vergeten.
Eerst mogen ze eens rondzien, ’t zij alleen
of met Moeke, en dan een paar centjes
versnoepen, veelal gaat er dan een taschje
mee om de gekochte waar voor thuis te be
waren. De eene trakteert daar Vader en
Moeder dan op, de andere speelt er nog
wat mee.
Verder ziet men keurige étalages in de
galanteriewinkels, doch dat is meer waar
voor groote menschenwant al is ’t een
kinderfeest, toch doen de grooten ook wat
graag daarin mee. Daarom ziet men ook
alle winkels tegen dien tijd zoo aanlokkelijk
geëtaleerd. Want zie maar eens voor de
manufactuurwinkels, 't is alles echt geschikt
voor cadeautjes, en ook de aanverwante garen
en bandwinkels, een keur van fijne hand
schoenen, ceintuurs en khedjes (’t zij die
kant en klaar zijn of waaraan men zelf nog
iets moet bewerken)Dan komen de winkels
met heeren-artikelen, en daaraan wordt nu
ook door de dames wel attentie bewezen.
Want al hoort men menig heer zeggen, ik
geef er niet om, zoo geloof ik zeker, dat
ieder heer er toch wel door gestreeld is, als
hij bemerkt dat er ook om hem gedacht is.
De sigarenwinkels vallen daarvoor nu ook
in de termen, vele mooie kistjes met geurigen
inhoud lokken daar ook tot koopen uit. En
in die sigarenwinkels bemerkt men ook, dat
er mooie luxe-busjes zijn, inhoudende chocola
en thee. Voor menig heer wel gemakkelijk,
want daar is hij gauw klaar om
vinden voor Moeder de Vrouw.
De boekwinkels zijn meer voor iedereen,
daar vindt men voor Jong en Oud wat, men
ziet er daar dan ook dikwijls iemand in
wippen.
Voor den goudsmidswinkel moet men meer
’t publiek met dubbeltjes hebben, en ’t moet
gezegd, wie daar iets uit vandaan krijgt,
heeft wel wat voor op den duur.
Want daar heb je nu de delicatessewinkels,
hun St. Nióolaas-étalages lokken wel't meeste
tot koopen uit, maar al dat lekkers is zoo
gauw verdwenen, hoewel men daar in den
regel gauw tot een keuze komt, en voor een
lekkeren mond heeft haast ieder wel wat over.
Vraag maar eens aan de bolleloopster, haast
overal verkoopt zij wat, doch ook ontmoeten
zij velen, die haar iets in de hand stoppen,
en zie, dat doet de zulken ook zoo goed,
want de meesten hebben wel kinders of klein-
kinders en ieder geeft toch met St. Nicolaas
graag wat.
Mijn praatje is dan nu uit, ik hoop waarde
lezers en lezeressen, dat gij allen met mij
deze rondreis hebt gemaakt en dat zij, die
't kunnen doen, maken dat .er vele blijde
gezichten komen op St. Nicolaasavond.
Naar we vernemen moet de toestand van
den ouden heer Volkers nog al redelijk zijn.
Nader vernemen we dat ’t naar beneden
komen van een gasornament de oorzaak van
de ontploffing is geweest. Bij het openen
van de deur der voorkamer is ’t gas door
een in de slaapkamer staand nachtlichtje
ontvlamd en is de ontploffing gevolgd.
De baard van den heer V. en diens hoofd
haar hebben ’t geducht moeten ontgelden,
maar nog meer ’s mans zenuwgestel, dat er
nog al door geschokt moet zijn.
De materieele schade is vrij groot. Toch
is er hier weer geluk bij een ongeluk; was
’t plafond niet naar beneden gekomen, vrij-
zeker was men ’t begin van brand niet zoo
snel meester geweest.
Gaasterland, 25 Nov. Wie het Handels-
blad leest of het Vaderland of een ander
groot Hollandsch blad, moet de vorige week
tot de conclusie zijn gekomen, dat in onze
gemeente op jachtgebied alles op zijn kop
wordt gezet, vlak onderst-boven. Ér heerscht
totale anarchie „in de akkers”, „in de heggen-
openingen”, //in de boschwallen”, overal
i Gaasterland, de schoone, schijnt zich te meta-
i een grooten hazenstrik, als
Daphna in een bloem...
Én dan volgt een lesje in ’t strikken,
waarbij zelfs de bekende kamergenoote Felis
manuculata domestica te pas moet komen.
Alles, in verband met het feit, dat het
laatste jachtjaar van de heeren Wassenaar en
Taconis verloopt...
Wat er van is, van dezen toestand Niets,
dat is te veel gezegd, maar schromelijk over
dreven is de voorstelling zeker. Het strikt
meer dan in de laatste jaren, maar toen was
de toestand ook zeer gunstig.
En de wildstand in de bosschen blijft voor
treffelijk, dank zij ook het weidelijk werk
van de tegenwoordige pachters. Het strikken,
de strooperij mag dan nog toenemen, zal
hierin noch voorbands, noch op den duur
belangrijke verandering kunnen brengen.
Hindeloopen, Nov. 1908. Benoemd tot
Rijksveldwachter, standplaats Kockenge (Dr.),
J. Kracht, thans gemeente-politie alhier.
Waterland. Over het algemeen wordt er,
en zeker terecht, over geklaagd dat de deel
name aan het herhalingsonderwijs op onze
lagere scholen zoo gering is. Eene zeer
gunstige uitzondering hierop maken zeker
wel de in onze environs gelegen dorpjes
Broek cn Goingarijp. In het eerste plaatsje
bezoeken niet minder dan negentien, in het
laatste zeven leerlingen de lessen. Bij die
negentien zijn er zelfs enkele die de twintig
reeds gepasseerd zijn. Stellig iets, wat na
volging verdient.
Bange oogenblikken.
Men meldt uit Vlissingen:
In den nacht van Woensdag op Donder
dag omstreeks 1 uur, zou nabij het licht
schip Schouwenbank het stoomschip „Saxonia”
door een daar kruisenden Vlissingschen loods
schoener No. 15, schipper J. Meijnderts,
van een loods worden voorzien. Daartoe
begaf zich in de sloep de zeeloods J. P. C. Baart,
de loodskweekeling le klasse J. L. van Hoeke,
de loodskweekeling 2de kl. W. Rijkeboer
en de matroos J. But. Kort na het verlaten
van den loodsschoener werd de sloep door
een vrij hooge doch korte zee omgeslagen,
waardoor alle opvarenden te water geraakten
en een hunner zelfs onder de omgekeerde
sloep terecht kwam. Hij wist al zwemmende
zich gelukkig van onder de boot te werken
en de opvarenden slaagden in den pikdón-
keren nacht er in de sloep weder om te
werken en daar in te klimmen.
Natuurlijk riepen allen luidkeels om hulp,
omdat de loodsschoener nog in de nabijheid
was. Dit hulpgeroep werd op den schoener
gelukkig bemerkt en dadelijk de reddings
boei met Holmesreddinglicht overboord^ge-
worpen en tevens de andere loodssloep
onmiddellijk te water gestreken. Men slaagde
er toen door handig manoeuvreeren in allen
behouden aan boord van den loodsschoener
te krygen de,sloep werd door den donker
verloren.
De loodsschoener heeft dadelijk koers
Vlissingen gezet en 1
middag binnen. De schipbreukelingen werden
doch maken het naar
Bolswardsclie Courant
V
•OOWOOOO-