Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
tl
I
Nieuwe Abonnés
ontvangen dit Blad tot
Nieuwjaar gratis.
I
I
1
4
1908.
47ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 102.
Verbetering Vaarwater.
I
Nog eens „de donkere dagen
voor Kerstmis”.
H. DE JONGE’S LE
H. DE JONGE’S JA
H. DE JONGE’S GL1S iï8cM., blJ een
op vierkante
Voor levering beveelt ziel
1 Firma H. DO
i
B
Zondag 20 December.
voor
I
Ingezonden.
Kantoor: Poe een dlkte va“28 C’M*
VOOR
'Ui
de spreekster van den
Vr. K. is voldaan,
wordt gewijzigd, dat
(Builen verantwoordelijkheid der Redactie.)
en bebazalte wegen,
modderige paadjes,
en is de
W ater-
of Mej. K. er
aan sommigen
van de
’t Maakt
kant men
bril men
qui pleure” gebruikt altijd
S«. CA
Aan het Texelsche strand is ’t lichaam
van een groote visch gevonden, wegende
ongeveer 100 K.G. De lengte van deze
visch, hoogst waarschijnlijk een zuigvisch,
is 128 c.M., bij een breedte van 78 en
ons tot de donkerheid geweken
ons tot alles nieuw is geworden
weer met goeden moed een elk
aan zijn dagelijksch werk.
Ws.
jare plaatshebbende volksverhuizing, die voor
valt in de donkere dagen voor Kerstmis.
Welkom thuis, gij allen, welkom in ,/’t
heitelan”.
Blijf bij
is, blijf bij
en dan
op zijn plaats,
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
Afzonderlijkenos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
een groot verschil van welken
een zaak bekijkt, door hoedanigen
zijne observatie verricht. „Jean
zeer donkere glazen
voor zijn bril, zijn broer, „qui rit” ziet door
helder, lichtend kristal de wereld rond.
De stemming, waarin men verkeert, is
ook al van invloed op de idéé, welke men
zich van een zaak, ding, voorval, tijdperk
maakt.
Zoo is het ook gekomen, dat //de donkere
dagen voor Kerstmis” in miscrediet zijn
geraakt, ’t Is waar, donker zijn zij, mise
rabel donker. Het wordt bijkans niet licht.
Maar, geen nood, wij maken licht. Moeder
de vrouw consulteert meer dan anders /zde
petroalje-snip”, want: //Sjoch, it nimt tsjin-
wirdig sa’n bulte oalje”. Dit is al heel
koren op den molen van de reuzenpetroleum-
wagen, die, getrokken door ’n paar stoere
paarden, den ganschen dag op onze wegen
te zien is.
Ja, ’n landauer zie je niet langs onze
//dijken” in deze dagendie komt alleen
voor ’t licht als ’t mooi is op het land, als
z/bou en greide” in zomertoilet gekleed
gaan, als natuur hoogtij viert.
Dan is ’t tijd voor studiereisjesmakende voog
den en inspectie houdende commissie-leden
om zich, deftig neergezakt in de kussens
van het rijtuig, door de dorpsjeugd te laten
bewonderen.
In deze dagen, nu wij aanhoudend krijg
voeren tegen begrinte
slippende wielbanden en
laat men ons in ons verdriet alleen
kantonnier volslagen Minister van
staat ten platten lande.
Ten platten lande, daar wapent men
zich tegen de donkerheid en het korte der
dagen. Men zorgt voor afwisseling, variatie.
En waar de ouderdom dezen tijd bizonder
geschikt acht voor het houden van vergade
ringen, pandoerstudien in café en in huis,
bijeenkomsten van polder-, dijks- of spaar-
banksbesturen, zoeken jongeling en jonge-
dochter hun amusement in het bezoeken van
broodjefeesten en het van buiten leeren van
samenspraken of, ter anderer zijde, in het
bestudeeren van tooneelstukken van Hol-
Jandschen bodem of in de eigen landstaal.
Geen dorp zoo klein of het beeft een
jongelingsvereeniging, een Dorcas-clubje, een
zangvereeniging of een fanfare.
Ja, die Fanfare’s, die hebben het druk
tegenwoordig. Niet dat er zooveel geblazen
wordt, neen, dat doet men meer ’s zomers.
In den winter wordt het concoursstuk in
gehengst waarmee men in ’t aanstaande zomer-
saison zal uitkomen, maar is er ook wat
anders aan de hand. Doordien de zalen op
onze dorpen gewoonlijk minder geschikt zijn,
om er muziekuitvoeringen te geven, en er
toch ’n winterfeestje moet zijn, is het in de
laatste jaren usance geworden om op den
2den Kerstdag of een der volgende dagen
eene tooneelvoorstelling te geven. Op de
avonden dat er gespeeld wordt, is het geheele
dorp tegenwoordig, luistert met aandacht
naar hetgene wordt opgevoerd en voldoet
met groote toewijding aan het bevel//efternei
dounsje”.
In de //donkere dagen voor Kerstmis”
wordt aan dit alles de laatste hand gelegd.
Repetities en composities zijn in vollen gang.
Met ernst wordt er gewerkt, geheimzinnige
besprekingen gehouden met coiffeurs du théatre
in de hoofdstad onzer provincie, en zoo wacht
men op den grooten dag, dat voor ouders,
vrienden en belangstellenden zal worden ver
toond de vrucht van weken arbeids.
Dan komen in die donker# dagen van
verre en van nabij kinders opdagen, om de
feestdagen door te brengen in het ouderhuis;
vacantie hebbende //fier van hüsers” verlaten
hunne haardsteden, om wut fen hfis” te gaan,
naar ’t kleine dorpje in den greidhoek of
't vriendelyk stadje aan zee, Dat is de telken-
't woord gaf aan
avond.
Het verslag dezer rede namen wij reeds
in ons vorig no. op.
Na de rede werd door mej. Kramers ge
legenheid gegeven tot lid der vereeniging
voor V.-K. toe te treden alsmede tot in
debat treden.
Mevr. HagaGorter zou gaarne weten,
dat, als men lid wenscht te worden
afdeeling, dat lidmaatschap een uiting moet
zijn van belangstelling in ’t streven van de
Vereeniging, of dat men door toetreding
plichten op zich neemt, die men bezwaarlijk
kan vervullen.
Mej. Kramers, die wegens hardhoorendheid
van mej. Groot, de taak van deze overneemt,
deelt de vraagster mee, dat ’t de plicht van
elk lid is, op de hoogte te komen met alle
zaken, die vrouwenkiesrecht aanbelangen, be
langstelling alleen is niet voldoendemen
werke er ook voor.
Tijdens de pauze mocht men de voldoening
smaken dat 40 dames zich als lid voor een
afdeeling opgaven.
Voor het debat had zich aangemeld ds.
De Haas.
Een schriftelijke vraag die was ingekomen,
diende mej. K. eerst te beantwoorden.
Die vraag luidde, of de vereeniging V.-K.
ook is voor A. K.
’t Antwoord was: wij bemoeien ons niet
met bepalingen inzake het kiesrecht. Wij
blijven één doel beoogende vrouw worde
als vrouw niet uitgesloten. Wij kunnen ons
niet aansluiten aan een politiek program als
vereeniging mogen we niet strijden voor ’t
belang van een groot deel der kiezers. Ik
b.v. ben voor algemeen kiesrecht, een ander
voor inkrimping er van. Onze vereeniging
vraagt daar niet naarwij noodigen alle per
sonen, onverschillig van welke richting, uit,
om met ons te strijden.
Ds. De Haas vraagt o. a.
vrede mee zou hebben, als
vrouwen ’t kiesrecht werd verleend.
Mej. K. moet weer herhalenOnze ver
eeniging doet nooit iets voor eenige politieke
partijenkel willen we opheffing van uit
sluiting der vrouw, geen ander streven heb
ben we dan dit.
Ds. de Haas maakt daarna spreekster een
principieele opmerking.
De Vereeniging voor
indien de Kieswet zoo
’t kiesrecht aan een deel van de vrouwen
wordt toegestaan. Wij meenen, zegt spreker,
dat de vrouw daarmee niet geholpen is, maar
dat zij nog erger in den knel zal geraken,
welk laatste door den kranigen debater nog
nader wordt toegelicht.
Wilt ge met ons strijden, met ons pleiten
voor algemeen kiesrecht voor mannen en
vrouwen, dan kunnen we samengaan, dan
meenen we sterker te worden in bestrijding
van klasse-willekeur.
Als ’t z.g. burgerlijke deel onder de
vrouwen ’t kiesrecht wordt gegeven, dan
wordt de kapitalistische partij er door be
stendigd en bevorderd.
In beginsel zijn we ’t eens, maar als ge
’t kiesrecht aan een beperkt deel geeft, dan
zal er een veel grootere onderdrukking van
de vrouw komen.
Mej. K. antwoordt, dat er van avond alles
is behandeld, ’t welk ’t standpunt der Ver
eeniging heeft uiteengezet. Politieke zaken
kunnen in de afdeelingen worden behandeld.
Voor of tegen de grenzen, daar kunnen
we ons niet in begeven.
Nadat over en weer over de bewuste
kwestie nog eenige woorden worden gewisseld,
dankt Mej. K. de aanwezigen voor de op
komst, inzonderheid ds. De Haas.
Daarna vertoefden nog eenige oogenblikken
de 40 aangeslotenen, uit wie als voorloopig
bestuur werden benoemd de volgende dames:
Mevr. Bauer, Mej. Anna ten Gate en Mej.
M. Grefe, successievelijk Presidente, Secre
taresse en Penningmeesteresse; verder leden
wwt j ‘Mevrouw Andreae, Mevrouw R. Gorter,
IC gOCClC W <UIP VOO1’ 2 Mevrouw Regenbogen en Mevrouw Van Hout.
tot west te maken breede en diepe kanaal,
bij harden wind, moeten varen; waartegen
zeker niet zal kunnen opwegen de besparing
van onkosten, waarop werd gewezen, die men
zich denkt, van de enkele malen dat de
faecaliën, met buitengewoon groote schepen,
zouden kunnen worden afgeleverd, als het
kanaal er was.
De belangen, die enkele ingezetenen mogen
hebben bij de verlaging van de brug //het
hooghout” en het leggen van enkele stukken
land (tusschen het Oordje en den te verwachten
dijk) aan den Noordkant van het nieuwe te
maken kanaal, kunnen gewis niet in aan
merking komen, althans niet van invloed
zijn bij de vraag:, of eene, verbinding van
de Makkumer- en Workumervaart noodig is
voor een beteren afvoer van het boezem
water. Daarvoor zal alleen rekening worden
gehouden met de eischen van den waterstaat.
En het bouwen van huizen en fabrieken kan
daar thans evengoed geschieden als de eige
naren dier landen voor afstand van grond
te .vinden zijn. Trouwens om en bij de stad
ligt genoeg terrein, dat geschikt is voor het
stichten van -fabrieken en dat wel in koop
zal zijn te verkrijgen, als men het ernstig
meentaan den weg en aan het water beide
wel.
Het is bekend, dat de provincie alleen
subsidie geeft voor verbetering van vaarten
en andere werken, de bruggen en wegen
daaronder begrepen, wanneer deze het pro
vinciaal belang raken, d.w.z. noodig zijn voor
den waterstaat; maar niet wanneer die werken
enkel van particulier belang zijn. Zijn ze
dit, dan kan de provincie zich niet inlaten
met de bekostiging daarvan, ook niet gedeelte
lijk en kunnen ook geen concessiën verleend
worden voor vaart-, brug-, tol- en weggelden
ter bestrijding der onkosten, van onderhoud
dier werken, noch eenige verplichting worden
opgelegd om de ingezetenen die te doen
dragen. De Staten der provincie hebben dan
wel het onmiddellijk toezicht over de werken
en te waken, dat deze naar behooren worden
onderhouden en door kundige en bekwame
manschappen bediend, doch de aanleg, onder
hunne goedkeuring, moet even als de instand
houding bekostigd worden door hen, die er
belang bij hebben en voor de bereiking van
hun doel deze belangen behoorlijk motiveeren.
De provincie zelf kan zeker niet geacht
worden eenig belang te hebben bij de be
sproken verbinding, daar de stad Bolsward,
meer dan eenig andere gemeente omgeven is
van waterwegen en dus ook het overtollige
water van hier uit naar alle kanten af-
stroomen kan, naar Harlingen, Bolswarder-
brug bij het Kanaal LeeuwardenHarlingen,
de Lemmer, Workum en naar Makkum op
twee wijzen. Zelfs werd opgemerkt dat de
provincie geen belang ziet in het bestaan
der oude Makkumervaart.
Hoe dit zit kan het voorloopig comité
informeeren, dat nog nader onderzoeken zal
of van den kant der provincie op eenigen
steun en medewerking mag worden gerekend.
Ook zal dit comité wel eerst nauwkeurig
dienen te berekenen hoeveel duizenden gul
dens voor een eventueele uitvoering van het
plan vereischt worden. Het kanaal toch
moet breed en diep zijn daarbij zijn twee
bruggen noodig, wil meJ den weg niet doen
vervallen, dien anderen niet kunnen missen,
en men bedenke wel dat bij de bruggen
woningen gebouwd moeten worden voor
brugwachters en dat deze menschen ook
gesalariëerd behooren te worden. Als men
dit kapitaliseert weet ik niet precies hoeveel
duizenden guldens er nog bijgerekend dienen
-Jenever, Brandewijn, Flat
Mijnheer de Redacteur
Gepasseerden Woensdagavond werd eene
vergadering gehouden, waarbij enkele per
sonen waren uitgenoodigd, aan wier aandacht
werd onderworpen een sinds jaren reeds in
Bolsward besproken plan van doortrekking
der Makkumervaart en deze in verbinding
te brengen met de Workumervaart.
Van de uitgenoodigden waren opgekomen
12 personen.
Zij, die zich tot een voorloopig comité
hadden gevormd, rekenden er op, belang
stellenden en belanghebbenden te hebben
uitgekozen, en zij meenden, dat bij het be
oogde plan groot belang zouden hebben
lo. de Ned. Tramweg Mij., omdat de
oprid naar de hooge Marnezijl vaak een
groote moeite veroorzaakt en dikwijls niet
vrij van gevaar is;
2o. De fabriek //Hollandia”, om de ge
legenheid te krijgen, groote schepen en stoom-
booten te kunnen ontvangen, onmiddellijk
bij de opslagplaatsen, voor lossen en laden
van goederen
3o. de gemeente Bolsward, door eveneens
groote schepen te kunnen ontvangen voor
afvoer van faecaliën van de opslagplaats der
gemeente-reiniging
4o. verschillende ingezetenen, door dien
dan de brug //het Hooghout” kan worden
verlaagd en aan verschillende zijden een
aanmerkelijke terrein uitbreiding kan worden
verkregen, geschikt voor aanbouw van huizen
en fabrieken
5o. de Provincie, die dan de gelegenheid
krijgt de oude Makkumervaart op behoorlijke
diepte te kunnen brengen, geschikt voor de
groote scheepvaart en voor een betere af-
strooming van het boezemwater.
We hoorden verluiden, dat door enkele
personen nog al bezwaren daartegen werden
ingebracht, die daarbij de vraag stelden of
het voorloopig comité zich wel een voldoend
denkbeeld had gemaakt, pro en contra goed
overwogen en rekening gehouden had
met de belangen van anderen dan de on
middellijk aangrenzenden en of men inderdaad
eenige hoop koesterde, dat de provincie zich
met het plan zou kunnen vereenigen.
Hoe mooi het plan, oppervlakkig beschouwd,
mocht lijken, bij nader inzien, werd gezegd,
zijn er gewis vele schaduwzijden aan ver
bonden en kunnen enkele moeilijkheden, die
waren genoemd, op andere wijze worden
ondervangen. Men redeneerde: Om de tram
is geen nieuw kanaal noodig, terwijl de ver
betering van den tramweg kan verkregen
worden door den weg lager te leggen en in
de plaats van de vaste brug een draaibrug
over de Marnezijl te bouwen.
De fabriek Hollandia wenscht de bestaande
aanlegplaats voor Jaden en lossen van schepen
niet te missen, omdat juist aan die zijde
hare bergplaatsen zijn gebouwd en voor haar
een nieuw kanaal volstrekt niet noodig is.
Het gedeelte vaart van Marnezijl tot aan de
Witmarsumervaart kan derhalve niet gedempt
worden, zoodat de illusie vervalt, die men
had, n.l. de ten noorden van dat gedeelte
vaart gelegen landen (door die demping) bij
de stad aan te sluiten.
De gemeente Bolsward zou zelf in groote
ongelegenheid geraken wanneer dat gedeelte
vaart gedempt werd, daar dan de gewone
dienst met pramen, voor het ophalen van
faecaliën, asch en vuilnis, vervolgens langs
het nieuwe kanaal zou moeten worden uit
gevoerd en dit primo een grooten omweg zou
noodig maken met veel tijdverlies en secundo
niet vrij van gevaar en dikwijls zeer hinderlijk
zou zijn, als de kleine, vaak diep geladen
pramen, door het in de richting van oost j
Bolswardsche Courant
4
4