Nieuws- en Advertentieblad
Bols ward en Wonseradeel.
Van gaan en van komen!
48ste Jaargang. 1909.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 1.
k.
Vrijdag 1 Januari.
J
Uit de Raadszaal.
VOOR
I
c.
aan
ADVERTENTIEPRIJS:
10 Cts. per regel. Overigens
Randen heeft er eens over
zou de brugwachterswoning
om J. W. v.d. Wei] als
te stellen wordt eveneens
voor de onderhandsche inhuring
perceel trekweg.
van Gebrs. Cuperus, waarbij
den grond bij hunne woning
een lid van
het Houckamaleen, buiten-
jaar is gekomen. Het is ons welkom dat
jonge jaar, het zij blij begroet bij zijn
intrede.
17 regels 50 Cts. Vervolgens
s naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
b. Een missive van idem, dat aan H. M.
de Koningin de vernietiging is gevraagd van
art. 6 der verordening tot regeling der jaar
wedden van het onderwijzend personeel.
c. Resolutie van idem, begeleidende het
Kon. Besluit tot goedkeuring der heffings-
verordening op den hoofdel. omslag.
d. Missive van den heer W. Terpstra
onder Wommels, waarbij hij aanneemt de
voorwaarden
van een
e. Missive
zij aannemen
in bruikleen.
f. Missive van den heer P. Fopma, waarbij
hij aanneemt in huur de woning bij de
Gasfabriek.
Een en ander voor kennisgeving aangenomen
g. Een missive van het afgetreden college
Armvoogden, waarbij zij onder toezending
der betreffende missive met de 6 bijbehoorende
stukken, mededeelen, dat die stukken geen
datum dragen.
De Voorzitter. Ik wensch hierbij op te
merken dat uit die stukken blijkt, dat inder
daad de datum 1 November niet is ingevuld.
Waar het copieboek dien datum duidelijk
aangeeft, en ik mij uit de oorspronkelijke
stukken niet kon overtuigen, meende ik toch
mijn bewering te mogen doen. Door een on
verklaarbare nonchalance van den secretaris
zijn de stukken verzonden zonder dat die
datum was ingevuld. Dat dit een abuis was
wisten die heeren Armvoogden hee] wel, te
meer nog wijl een hunner als secretaris der
gezondheidscommissie een brief heeft ont
vangen d.d. 1 Mei 1908, waarin belicht werd
dat heeren Armvoogden zijn aangeschreven
bedoelde verbeteringen vóór 1 Nov. aan te
brengen. Door eene vriendschappelijke be
spreking had dat verzuim gemakkelijk hersteld
kunnen worden, dit heeft echter niet mogen
zijn. De nieuwe Armvoogden zullen nu worden
aangeschreven inzake de verbetering van
woningen.
De Voorzitter deelt nog mede dat de Vee
markt thans is verpacht voor f 379 aan
P. F. Feenstra voor drie jaren, de tegen
woordige pacht bedraagt f 280. De verhooging
is gekomen doordat de reiniging der markt
nu van gemeentewege zal geschieden, waarvoor
tegen een geschikten prijs is overeengekomen
met de gemeentereiniging. De som zal de
volgende vergadering worden meegedeeld.
De heer Cuperus vraagt of er geen missive
is ingekomen van den veearts, dat deze zijne
benoeming aanneemt.
De Voorzitter. Die is niet ingekomen, maar
hij heeft mij mondeling meegedeeld dat hij
het wel aanneemt en zal morgen als zoodanig
beëedigd worden.
PUNTEN VAN BEHANDELING:
1. Benoeming van leden van verschillende
colleges en besturen tengevolge periodieke
aftreding, als
a. Voogd van het Algemeen Stads-Ar menhuis
de aanbeveling bestaat uit de heeren
H. A. Lunter, aftr. Voogd
en H. J. van den Oever.
De heer H. A. Lunter wordt met alge-
meene stemmen herbenoemd.
b. Bestuurslid van de Stads-spaarkas
de aanbeveling bestaat uit de heeren
W, Nauta Jz., aftr. lid
en G. H. Plantinga.
De heer W. Nauta Jz., wordt met alge-
meene stemmen herbenoemd.
Lid der Plaatselijke Schoolcommissie p
de aanbeveling bestaat uit de heeren
A. C. D. Stockmann, aftr. lid,
M. J. Wartna
en S. E. Lunter.
De heer A. C. D. Stockmann wordt met
algetneene stemmen herbenoemd.
d. Lid der Dames commissie voor het hand-
werks-onderwijs
de voordracht bestaat uit de dames:
M. Westerbaande Vos
en M. EismaAbbink.
Mevr. M. Westerbaande Vos wordt her
benoemd met 10 stemmen, Mevr. M. Eisma
Abbink had 2 stemmen.
2. Benoeming van twee leden der Com
missie voor de Glasfabriek.
De heer Cuperus wordt herbenoemd met
11 stemmen, 1 briefje was blanco,
ziet
van
kan geschapen worden.
De heer Oosterbaan begrijpt dus dat deze
woning niet, maar brandspuithuisje en grond
wel publiek zullen worden verkocht.
De Voorzitter bevestigt dit.
De heer van
nagedacht, doch
liever binnen de gracht houden, anders moet
de man altijd de brug over voor hij kan
draaien.
De beer Boersma kan met dit gezegde
gedeeltelijk meegaan. Hij wil meeWerken tot
verfraaiing door een nette brugwachterswoning
te stichten.
De heer v. d. Meer vindt het bezwaar van
den heer van Randen denkbeeldig, wijl de
bediening dezer brug op de brug zelf geschiedt
de telefoon kan evengoed in ’t nieuwe huis
aangebracht worden om de nadering der
trammen aan te kondigen. Overigens kan
hij met de heer Boersma meegaan om
te verfraaien, maar als daar op de plaats der
tegenwoordige brugwachterswoning wat fraais
gebouwd zal worden, komt men voor hooge
kosten te staan. Wil men geen verfraaiing,
dan kan ’t tegenwoordige brandspuithuisje
wel blijven.
De heer van Randen blijft toch prefereeren
om de woning voor den brugwachter in de
stad te hebben. Versieren kan evengoed als
er op de tegenwoordige plaats een net huisje
wordt gebouwd, aan winkelhuizen is bij die
poort geen behoefte..
De heer Kramer merkt nog op, dat de
bediening der brug op de brug zelf geschiedt
en ’t uitzicht op ’t water voor de scheepvaart
is veel beter, als het huis aan den buitenkant
komt.
De heer Cuperus vindt het ’t beste, dat dit
voorstel wordt gesplitst, eerst over de amo-
veering der woning en dan over den verkoop
van grond te stemmen.
Dit geschiedt en nu wordt met algemeene
stemmen aangenomen om de oude brugwach
terswoning te verkoopen, vervolgens met 11
stemmen goedgekeurd om brandspuithuisje en
grond publiek te verkoopen. De heer van
Randen stemde tegen.
Nu kwam puntc, het bouwen eener woning
met brandspuithuisje en zandhok over en bij
de Harlingerbrug in behandeling.
De heer Boersma ziet in ’t bouwen
den buitenkant eigenaardige bezwaren
liever op den wal binnen de jt**5
brug willen bouwen.
Ter ruste, nu! in oud’jaarsnacht,
Met al de dagen van ’t Verleden,
Al wat ons vrees of kommer bracht
En uit die ruste ontwake een Heden
Vol hope en ootmoed, liefde en kracht.
Dat wil zeggen, dat we niet meer om
moeten zien, niet bij de pakken neerzitten.
Neen, het pas begonnen jaar wil dat we vol
nieuwen levensmoed onze taak weer zullen
opnemen, dat we met opgewektheid onzen
weg zullen vervolgen.
Niet dat we //de dagen van Voorheen”
geheel zullen moeten vergeten, wegbannen
uit onze herinnering, al wat daar indruk had
achtergelaten; neen, integendeel. Is niet de
herinnering het eenige paradijs, waaruit wij
door niemand verdreven kunnen worden.
Maar wij mogen geen afgoderij plegen met
onze Memorandums, opdat die ons niet de
kracht tot voortgaan ontnemen. Zeker, ’t
heeft zijn moois, om af en toe in den geest
eens rond te dwalen in de dagen van voorheen.
Maar daaraan niet te veel tijd besteed,
het leven, de toekomst eischen al onze kracht,
al ons kunnen, kennen en willen. Het leven
van het heden vraagt ons zelf, ons zelf,
heelemaal met alles wat in ons is.
De tijd, waarin we leven, met zijn schreppen
en jagen, zijn haast en zijn snelheid, laat
niet toe, dat we veel geestesuitstapjes maken
in het verleden.
En daarom, laat ons met waardeering in
gedachten houden, alles wat wij voor aange
naams mochten ondervinden, alles wat ons
ontnomen werd, alles wat wij verloren
maar laat ons met ons geheele z ij n dit
nieuwe jaar ingaan, de lendenen omgord,
het slepende gewaad opgenomen, opdat we
niet zullen struikelen vol vertrouwen, vol
hoop, vol geloof, vol liefde. Ws.
Vergadering op Dinsdag 29 December 1908.
Tegenwoordig waren alle 12 leden. (Er is
eene vacature).
De notulen werden gelezen en goedgekeurd.
Ingekomen stukken.
a. Resolutie van Ged. Staten, houdende
goedkeuring van het suppl. kohier van honden
belasting.
10. Voorstel van Burg, en Wethouders:
a. tot publieken verkoop van de brug
wachterswoning bij de Harlingerbrug met
brandspuithuisje en strook grond daarnevens.
b. tot publieken verkoop van het zieken
huis bij de Franekerstraat.
C. tot het bouwen eener brugwachterswoning,
brandspuithuisje, zandhok en bergplaats over
de Harlingerbrug
Daar deze brugwachterswoning niet meer
voldoende wordt geacht, dient deze te worden
verkocht. De westkant der stad kan hier door
verfraaid worden als ’t brandspuithuisje met
streek grond verkocht worden, kan daar een
net huis verrijzen. B. en W. stellen in
verband daarmee voor een nieuwe woning
voor den brugwachter te bouwen bij de brug
aan den buitenkant der stad en tevens een
brandspuithuisje en zandhok daarbij te hebben
en den verkoop op te dragen aan de 2 hier
gevestigde notarissen.
De heer Boersma vraagt of de strook waar
vaak karren staan, ook bij deze wdning behoort,
wat door den Voorzitter bevestigend wordt
beantwoord, waarop de heer Boersma herinnert
aan de onderhandelingen met den vroegeren
bewoner Stallinga, daar het hier een vreemd
geval is, wijl deze woning boven de keuken
van dat huis is gebouwd.
De heer Eerdmans wilde ook vragen of er
met den tegenwoordigen bewoner van dat huis
ook overleg is gepleegd, die man heeft er ’t
meeste belang bij.
De heer v. d. Meer. De bedoeling is zoo
als de heeren opmerken. Het voorstel tot
publieken verkoop betreft den grond daar,
met brandspuithuisje enz. en over den ver
koop dezer brugwachterswoning een voorstel
van den bewoner van ’t aangrenzende huis
uit te lokken. Deze brugwachterswoning is
slecht, de trap ontsiert daar de stad, het erf
er schunnig uit, en nu zijn B. en W.
oordeel dat daar een andere toestand
De heer Oosterbaan wordt herbenoemd
met 10 stemmen. De heer Vis had 1 stem
en 1 briefje was blanco.
3. Benoeming van twee leden der Com
missie voor de Gemeentereiniging
De heer J. v. d. Werf wordt herbenoemd
met 10 stemmen. De heer Keikes had 1
stem en 1 briefje was blanco.
De heer Boersma wordt herbenoemd met
11 stemmen, 1 briefje was blanco.
4. Benoeming van twee leden der Com
missie voor het Stedelijk Muziekkorps.
De heer Vis wordt herbenoemd met 11
stemmen, 1 briefje was blanco.
De heer Oosterbaan wordt herbenoemd
met 10 stemmen, 2 briefjes waren blanco.
5. Benoeming van twee leden der Com
missie voor het ontwerpen van strafverorde
ningen.
De heer Keikes wordt herbenoemd met 10
stemmen. De heeren Vis en v. d. Werf
hadden ieder 1 stem.
De heer Cuperus wordt herbenoemd met
11 stemmen, 1 briefje was blanco.
6. Benoeming van een lid van den raad
als bestuurslid van
geicone vacature.
De Voorzitter deelt mee, dat de vacature
ontstond, doordat de heer Praamsma heeft
opgehouden lid van den Raad te zijn. De
heer Lunter heeft reeds zitting in ’t bestuur
van dit leen.
De heer Eerdmans wordt benoemd met 6
stemmen. De heer Vis had 2 stemmen, de
heeren Cuperus, Rosier en van Randen elk
1 stem en 1 briefje was blanco.
7. Benoeming van een bestuurslid van de
Stadswerkinrichting, buitengewone vacature;
de aanbeveling bestaat uit de heeren
Petrus Boersma.
Jan Sjoerds Faber
en Koet Terhenne.
De Voorzitter deelt mee dat wegens over
lijden van den heer G. J. Keilman, eene
vacature ontstond, waarom die commissie
bovenstaande aanbeveling heeft ingezonden.
Bij eerste stemming verkregen P. Boersma
4, Faber 3 en Terhenne 3 stemmen.
Bij de 2de stemming verkregen Boersma
en Faber elk 3 en Terhenne 6 stemmen.
Stemming tusschen de 2 eerstgenoemden,
wie hunner met den heer Terhenne in her
stemming zal komen. Uitslag is: Faber 6,
Boersma 4 stemmen, 2 blanco.
Herstemming tusschen de heeren Terhenne
en Faber. Eerstgenoemde wordt benoemd met
7 stemmen, de heer Faber bekwam 5 stemmen.
8. Adres van A. Leenstra om onderhands
te pachten de opkomsten van de brug „de
Njezijl met advies van Burg, en Weth.
Van den pachter der ,/Nijezijl” is een
adres ingekomen om de brug voor 3 jaren
tegen een pachtsom van f 1684 per jaar
te pachten.
Burg, en Weth. adviseeren gunstig op dit
adres te beschikken. De tegenwoordige pacht
som bedraagt f 1659, was in 1903 f 1353.
Zij vinden deze billijk, de bediening der
brug laat niets te wenschen over, zoodat
B. en W. dezen pachter niet gaarne missen.
Met algemeene stemmen het adres inge
willigd.
9. Voorstel van Burg, en Wethouders om de
doorvaartsrechten van de Harlingerbrug te
innen bij gaardering, en een gaarder aan te
stellen.
De Voorzitter deelt mee, dat de ervaring
der laatste jaren heeft doen inzien dat voor
de publieke veiligheid een vertrouwd persoon
met de bediening der draaibrug moet zijn
belast. B. en W. meenen zulk een persoon
te hebben gevonden in J. W. van der Weij
te Greonterp, vroeger pachter der Ymswolder
tille, en hehben met dezen overleg gepleegd.
Ook is met de Directie der Tramwegmij.
overleg gepleegd en nu doen B. en W. het
voorstel, om de doorvaartsgelden bij gaardering
te doen innen, den brugwachter tegen genot
van vrije woning en f 300 de bediening op
te dragen, op overigens te stellen conditiën.
Het voorstel om deze brug niet weder te
verpachten, wordt met alg. stemmen goed
gekeurd.
Het voorstel
brugwachter aan
met algemeene stemmen goedgekeurd,
En het is morgen geweest en avond ge
worden, de (laatste) dag. Alweer is ’t Oude
jaarsavond geweest, alweer hebben de klokken,
over stad en land, verkondigd, dat het laatste
uur daór was.
Het laatste uur. Hoe ongelijk is dat
doorleefd. Met hoe verschillenden gemoeds
toestand is teruggezien op die reeks van 365
dagen, nu ter ziele.
Hier is met vroolijk gemoed herdacht het
vele goede dat ten deel viel, daar gedankt
voor zegen, gezondheid, ondervonden liefde.
Elders is ’n traan geplengd en een woord
van herdenking gewijd aan hen, die henen
gingen; ter andere plaatse zit men in zak
en assche, gevolg van afval, hoogmoed, niet
opvolgen van goeden raad.
Ik ontving eens een brief waarin deze zin
voorkwam//men moet alles zelf maken,
zelfs zijn eigen geluk”.
Ja, dat is waar, maar hij, die verkeerd
gereedschap gebruikt daartoe, bereikt zijn
doel niet. Omi eigen geluk te maken, zijn
allereerst noodig: //beproefde trouw, oprecht
heid, af keer van leugen, beginselvastheid en
een open oor voor goeden raad van ouderen
en verstandigen”.
Wie al dit mist of in den wind slaat,
brengt dat laatste uur des jaars door in
bitterheid, zittende op de puinhoopen van
door eigen schuld verwoest levensgeluk.
Maar de tijd stond niet stil. Geen minuut
houdt hij op om ons gelegenheid te geven
te rusten, voort gaat het, altijd voort. En
zoo is ook voorbijgegaan de Oudejaarsavond,
met al zijn weelde, zijn smart, zijn herinnering,
zijn ernst. En de klanken der middernachts
klokken hebben in een en denzelfden toon
dood en geboorte aangekondigd.
1908 ging heen, het had zijn plicht vol
bracht, het ruste in vrede, het nieuwe
jaar is gekomen.
X
Bolswardsche Courant
V.
1
en zi