Nieuws- en Advertentieblad Bols ward, en Wonseradeel. Een krantenpraatje. 1909. 48ste Jaargang. No. 2. Verschijnt Donderdags en Zondags. Drentsche Stoom WascF Donderdag 7 Januari. HELDER ”\1; VOOR Afzonderlijke BINNENLAND. vóórlichting op allerlei gebied over- 1 1 mnd. opz. 3 °/o ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Aan De Zuivelcourant ontleenen wij het volgend artikel over: De Rijkszuivelschool in de Tweede Kamer. toepassing van praktisch zuivel- Bergum, 4 Jan. De heer E. Braaksma ging Zondagmorgen met zijn vrouw oogen- schijnlijk gezond en wel ter kerke, teneinde bij die godsdienstoefening als herkozen diaken bevestigd te worden. Het heeft evenwel niet zoo mogen zijn. Onder het eerste zingen gevoelde Braaksma zich onwel en moest het kerkgebouw verlaten. Zijne vrouw volgde hem. Na enkele uren van hevige pijn leed hij. Dit plotseling sterfgeval van een zoo geacht dorpsgenoot verwekt hier alge- meene deelneming. Wonseradeel, 1 Jan. Te Zurich is thans een coöperatieve wierhandel opgericht. Voor dit doel is reeds een pers aangeschaft, om het wier in pakken te persen en alzoo te vervoeren. Te Schraard is met ingang 16 Januari benoemd tot postbode de heer F. Nauta aldaar. Hepk. N. v. Fr, Sneek. In den loop van deze maand zal te dezer stede door het Christlik Seiskip for Fryske tael- en Skriftenkenuisse een tijdschrift in de Friesche taal worden uitgegeven onder den naam /zYn us eigen Tael” en onder redactie van Dr. G. A. Wutnkes. in zuiver bp MEPPEL. InJ Inrichting naar de eischen des tijd;. Terugzending binnen 8 dagen na onti geheel opgemaakt. Speciale Inrichting Vitrage Gordijnen en Wollen Goederen. Halve vrachten voor onze rekening.. Geachte lezeressen en lezers der Bolserler krant ik wil eens een praatje met u gaan maken over kranten. Over kranten, zegt ge, over krhnten Nou, dat ’s een afgezaagd onderwerp, hoor! Dat weten we nu allemaal wel, wat dat voor dingen zijn. Je hebt ze nu eenmaal en om op de hoogte van je tijd te blijven, om te weten wat er in de wereld gebeurt, moet je ze nog wel eens lezen ook. Nou, dat doe je dan ook meestal, je bladert gauw even het buitenlandsch nieuws door, zoodat je weet hoe ’t nu met de Balkan- kwestie staat, die je eigenlijk allang begint te vervelen en waar je tóch niks aan doen kunt, dan even de nieuwtjes: branden, spoorwegongelukken, mijncatastrophes, etc., voor de liefhebbers de langdradige kamer- en raadsverslagennu ja, soms staat er wel eens een leuk stukje in buiten en behalve de feuilletons; maar wat zou er nu eigenlijk voor nieuws en interessants van de kranten te vertellen zijn? Ja, kijk es, vrienden ik zal u vertellen hoe ik zoo aan. dit onderwerp kom. Laatst was ik eens op een gezellig avondje bij een mijner vrienden en toen kregen we ’t dan ook over de kranten. En toen hadt ge eens moeten hooren hoe die man daar tegen uitvoer. Vrééselijk was ’t gewoon. Het was een bederf voor de maat schappij. Waar dienden die dingen nou eigen lijk voor! Door de uitvoerige, gedetailleerde beschrijvingen van de schrikkelijkste misdaden werd maar de verbeelding geprikkeld en werden de gemoederen der zwakken, erfelijk belasten, de slechte neigingen wakker ge roepen. Wie wist niet hoe de pers vaak was een werktuig der grootkapitalisten, en hoe vaak de mooie van vaderlandsliefde blakende hoofdartikelen door dezen met goud werden betaald omdat zij ze noodig hadden voor de bereiking van hun doel, het bezit van deze of gene rijke landstreek. Hoe de pers dus vaak de bewerkster was van het grootste onheil dat de menschen zich zelf berokkenen, nl. de oorlog. De pers, de kranten, daar moest ik hem niet van praten, het was een uitvinding des duivels. Ik zeg: man, je mist je verstand, je overdrijft schromelijk. De kranten dat zijn juist de grootste zegen voor onze tegenwoordige maatschappij. Stel je voor, als er géén kranten waren. Ik zeg je, de wereld zou niet kunnen bestaan. De menschheid zou binnen korten tijd ten prooi worden aan allerlei rampen en tegenspoeden. In de eerste plaats zou zij geteisterd worden door schrikkelijke ziekten en de vreeselijke plagen die nü worden voorkomen. Staan niet dagelijks in schier alle bladen /belangrijke berichten” door edele menschenvrienden inge zonden en waarin den leek op heldere en duidelijke wijze het karakter dier kwalen wordt uitgelegd niet alleen, maar tevens ook middelen aan de hand worden gedaan om de eerste symptomen in een ommezientje èn op een koopje den kop in te drukken? Maar niet alleen dat de volksgezondheid ernstig werd bedreigd, wanneer aan jou wensch gevolg werd gegeven en alle kranten op één grooten brandstapel werden gebracht, ook de volkswelvaart zou een gevoeligen knak krijgen. Wat zou er terecht komen van onzen bloeienden handel en industrie. Zij zouden beginnen te kwiinen --- baren tijd, uit den tijd zou kunnen raken, die vrees werd zeer gewettigd, hadden we niet alweer onze tallooze dagbladen. Want is niet alweer de krant de meer en meer gebruikelijke weg (in de toekomst misschien de éénige) tot het aangaan van verbintenissen welke het eenig afdoend middel zijn om een dergelijken val van ons edel geslacht te voorkomen? En de eigenlijke schrijverij, waar je nu zoo tegen te keer gaat? Och, kom, dat kun je zoo niet meenen. Jij beziet de dingen ook door zoo’n schrikkelijk zwarten bril. Je noemt nu een paar dingen die misschien wel eens zullen gebeuren, maar wat bewijst dat nu? Dat de heele instelling niet deugt? Maar man, omdat er onder ons menschen nog al eens een paar zwakke broeders rondloopen, deugt daarom de heele menschheid niet? Deug jij daarom niet en je onderdanige dienaar b.v.? 't Is immers te gek om van te praten. Neen amice, de kranten2 de pers als zoodanig is, niettegenstaande er onder haar óók zwakke broeders rondloopen, de nuttigste aller nuttige instellingen. Buiten en behalve het vele goede dat ik reeds opnoemde, en dat eigenlijk maar bij wérk voor haar is, doet ze in haar hoofdwerk in- en voorlichting aangaande alle belangrijke dingen die er op dit ondermaansche gebeuren, iets dat nooit genoeg gewaardeerd kan worden. Stel je eens voor als je ’s morgens bij je ontbijt niet meer je krant vondt om je op de hoogte te helpen van wat er zoo weer in de wereld voorgevallen was. Als je niet meer tusschen twee happen door zou kunnen lezen dat er door deze of gene groote //mogendheid” een rijk stukkie land gestolen, pardon, ik wil zeggen geannexeerd was. Of dat bij boer Sijmen te Driehuizen een ham geannexeerd was, och nee, ik wil zeggen gestolen was. Of dat boer Japik toen hij wat laat van de markt te X huiswaarts zou keeren met paard en al te water raakte, of de //vecht-graag- Jetjes” weer eens op nieuw de Engelsche parlementsleden en hun gebouw aan een bestorming hebben onderworpen. Of dat ons eigen parlement weer eens in een bui van welsprekendheid belangrijke theoretische be schouwingen heeft gehoudenEn dan de ons dagelijks door de kranten verstrekt! Ik zal twee der voornaamste dingen noemen, waarvan we voorlichting door onze kranten niet kunnen missen, nl. de politiek en de kunst. Ik vraag je, hoe zou ons gezegend koninkrijkje, mits gaders alle overige koning-, keizer- en pre- sidents-rijken, geregeerd kunnen worden indien het volk - de volkeren - niet verdeeld was - waren - in diverse politieke partijen en ieder dier partijen niet zijn eigen orgaan had om den volke precies uit te leggen langs welke wegen waterwegen natuurlijk het schip van staat gestuurd dient te worden. Hoe zou het volk - de volkeren - dan kunnen oordeelen en hoe zouden ooit 2e kamers, parlementen, rijksdagen, doema’s, etc. etc. bij elkaar ge flanst kunnen worden. En dan in de hooge sferen der kunst! Och, wij gewone, nietige doorsneemenschjes, wij die gewoonlijk in zoo lage sfeer verwijlen! Wij willen zoo graag ook over die dingen eens meepraten, 't staat zoo gekleed om eens in gezelschap met een oordeel voorden dag te komen over een boek, een concert, een tooneelvoorstelling, over beeldhouw-, schilder- en woordkunst. Och arme, hoe zouden we dat kunnen, wij die dagelijks tot over onze ooren in onzen prozaïschen arbeid zitten, hadden we niet alweer onze kranten! Nu is 't gemakkelijk genoeg; je slaat je krant maar even op en je weet tot op een haartje wat je van een boek, concert of tooneelvoorstelling, schilderij of beeldhouw werk moet denken, wat je met verheffing van stem kunt ophemelen: //prachtig, artistiek echt mooi, kunst” en wat je als een kenner kunt beschouderophalen en bewenkbrauw- fronsen: „hus, niet veel bizonders”. Heb ik nu genoeg opgenoemd dat ten voordeele der kranten pleit, of wil je nog meer hooren? Mijn vriend schudde heftig van neen, en liet nog een soort dof gebrom hooren, maar was toch niet in staat mijne krachtige argu menten te ontzenuwen deed het ten minste niet. En ik zette mij een paar dagen later aan het werk om van dit krantenpraatje een //praatje” te maken voor de krant. Dm. bedrijf. Wij zullen het toen gezegde niet herhalen en ons bepalen tot het uitspreken van deze algemeene opvatting Zal van de zuivelschool te Bolsward ge maakt worden wat er van te maken is, dan moet gebroken worden met het beginsel dat het onderwijs alleen bestemd is voor a.s. directeuren van zuivelfabrieken. Naast dezen toch moet ook plaats zijn voor allen die bestemd zijn, of benoemd worden, voor het geven van advies en voorlichting d.w.z. de zuivelconsulenten, zoo mogelijk ook de veeteeltconsulenten, de leeraren bij de zui- velbonden enz. Verder moet worden uitge breid de gelegenheid om, door het volgen van bepaalde cursussen, onderricht te ont vangen in het eene of andere onderdeel van het vak. Bovenal echter wenschen wij van onze eenige zuivelschool te maken: het instituut waar onze nijverheid wetenschappelijk en praktisch wordt bestudeerd, vanwaar uitgaan, de denkbeelden omtrent ontwikkeling en vooruitgang. Wij herhalen dat voor hetgeen wij wenschen een bedrijf onmisbaar is. Intusschen zouden wij al tevreden zijn als de Regeering, indien zij in ernst van de school wil maken wat er van te maken is, zich liet voorlichten door eene commissie van deskundigen waarin ook de praktijk voldoende is vertegenwoor digd. Een dergelijke commissie, toegerust met volledige kennis van hetgeen in het buitenland op het gebied van het zuivel- onderwijs wordt gedaan en volledig bekend met de behoeften der industrie in eigen land, zou voorzeker den weg kunnen wijzen waarlangs de zuivelschool zou kunnen worden een zegen voor onze zuivelindustrie in het algemeen. St. Nicolaasga, 4 Jan. Het bericht in een vorig nommer betreffende de nieuwe verlichting van de boterfabriek alhier behoeft in zooverre verbetering, dat het geen acety leen-, doch een Benoïd-lichtgas-verlichting is, geleverd door den heer Th. H. v.d. Meulen te Bolsward. De nieuwe inrichting moet, vernemen wij, aan de hoogste eischen voldoen. Beetsterzwaag, 4 Jan. De jacht op hazen, fazanten en verder wild is voor dit seizoen gesloten, doch de jacht op het konijn wordt voortgezet. Vier heeren jagers wisten heden 59 konijnen te bemachtigen. Lemmer, 4 Jan. Nu onze haven door het ijs is gesloten en de zee met ijs bedekt, en onze visschers dientengevolge niet ter vischvangst kunnen uitzeilen, zijn zij weer met het spieringvisschen onder het ijs bezig. In het geheel werd hier de afgeloopen week reeds 15000 pond groote- en 2000 pond kleine spiering op deze wijze gevangen. Voor de groote werd van f 5 tot f 8 en voor de kleine van f 2,50 tot f 3,50 de 100 pond besomd. Volgens de verslagen in de dagbladen werd, bij de behandeling van de Staatsbe- grooting voor 1909 afdeeling Landbouw, Handel en Nijverheid, over de Rijkszuivel school gesproken door den heer Reyne. Deze wenscht zich niet te verzetten tegen de uitbreiding der school mits deze gepaard ging met wijziging in den aard van het onderwijs. Men had met bezwaren tegen het karakter van het onder wijs meer rekening moeten houden. de heer Schokking, die niet kan toegeven dat de school eene mislukking zou zijn. Daaarvoor bestaat zij nog te kort en was het aantal leerlingen nog te gering. Toch is het goed dat dit aantal niet te groot is. Immers was dit wel aanzienlijk, dan zouden er meerdere rondloopen met een diploma in den zak zonder eene plaats te kunnen krijgen als directeur van een zuivelfabriek. Voor die fabrieken wordt het diploma tegen woordig geëischt. De Minister van Landbouw enz. Deze wil niet ingaan op de vraag of het beter zou zijn geweest de school te Leeuwarden te vestigen en of daarmede meer succes zou zijn verkregen. Men moet van de school, die thans twee klassen krijgt elk met een jaar leertijd, maken wat er van te maken is. De Minister wil gaarne overwegen de bedenkingen van practici tegen het onderwijs. Men zal wel niet tegenspreken dat dit debat den indruk geeft van vrij oppervlakkig te zijn geweest. Toch willen wij een paar opmerkingen neerschrijven. In de eerste plaats is het onzen wensch, in het belang van het Zuivelonderwijs, dat men niet telkens een oude koe uit de sloot haalt. Als men altijd weer komt aandragen met de bewering dat de zuivelschool niet te Bolsward maar te Leeuwarden moest gevestigd zijn, dan trekt men de aandacht van de hoofdzaken af. De school is nu eenmaal te Bolsward gebouwd en zelfs de warmste voorstanders van Leeuwarden zullen niet durven beweren dat de plaats van ves tiging van zoo ingrijpende beteekenis is dat men er telkens op moet terugkomen. Er zijn meer dergelijke inrichtingen die niet precies gevestigd zijn daar waar zulks het meest gewenscht is maar die toch bloeien. De redeneering van den heer Schokking dat het maar goed is dat er geen meër leer lingen te Bolsward zijn is een beetje onbegrijpelijk. Men zegt wel eens dat bij de behandeling van sommige onderdeden van de Staatsbegrooting de afgevaardigden zich verplicht achten iets te zeggen over onderwerpen waarmee de werkelijke, of vermeende, belangen van hun district zijn gemoeid. Die opvatting wordt onwillekeurig versterkt door redeneeringen als de genoemde. Wij herinneren ons niet ooit vernomen te hebben dat een druk bezoek van een onderwijsinrichting niet wenschelijk is en wij verwerpen zooiets geheel waar slechts ééne inrichting van onderwijs aanwezig is voor eene industrie die tot de belangrijkste behoort van het geheele land. Het komt ons voor dat leden van de Volksvertegenwoordiging, die over zaken als deze willen spreken, wel de moeite mochten nemen om zich vooraf eens goed op de hoogte te stellen. Verder springt het bij de behandeling van Landbouw, en vooral van zuivel belangen, zeer duidelijk in het oog dat geen der Kamerleden met dit volksbelang voldoende vertrouwd is om een grondig advies te geven. Eindelijk het gezegde van den Minister dat men van de school moet maken wat er van te maken is en dat hij gaarne rekening wil houden met de bedenkingen van de practici. Erg opwekkend en bemoedigend klinkt dit gezegde niet en het komt ons voor dat de Minister niet instemt met de meening van den heer Schokking dat het gering aantal leerlingen een voordeel is. Onze persoonlijke meening omtrent school en onderwijs hebben wij indertijd uitvoerig uiteengezet bij gelegenheid van eene ge dachtenwisseling met den heer Swierstra. Grondtoon van die meening was onze op vatting dat aan een zuivelschool onvermijde lijk verbonden moet zyn een practised zuivel- ADVERTENTIEPRIJS17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. Openen Rekening-Courant. K Koopen en verkoopen Coupons Che Incasseeren, disconteeren en foin’ Fourneeren pandbrieven en bezor Nemen gelden A deposito tegen i met 8 dg. opz. 1 mnd. opz. 3f 2^2 °/o Bolswardsclie Courant 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1909 | | pagina 1