Nieuws- en Advertentieblad
Bols ward en Wonseradeel.
1909.
No. 5.
48ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
Amsterdamsche Beelden.
Zondag 17 Januari.
Ingezonden.
VOOR
BINNENLAND.
grootendeels
de gasfa-
het verbod van samenscholing afgekondigd,
V
nog grooter tegenslag
nog eens op waagden
muziek hebben)
te geven aan
zoogenaamde muziek
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
1 cent toch bestemd
van den mijnheer, die
Geachte Redactie!
Wordt het niet eens hoog tijd, dat in
den Gemeenteraad de aandacht gevestigd
wordt op den grooten last, de burgers (in
we zelfs
Eerst
aan het
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten, ondier No. 4.
was op het terrein met
Ten gevolge deze gebeurtenissen is gisteren
IV O AhknJ C1. -1 2 J
juffrouwen, die u dan niet laten weggaan
zonder dat gij een doosje schoensmeer van
een kwartje hebt meegenomen, de aardappel-
schilmachinetjes, de fonografen, de electrische
piano’s en verdere permanente clou’s, die
met het doel der tentoonstelling: „bandwerks-
nijverheid, reclame, bakkerij of koffiehuis
wezen” al in heel verwijderd verband staan.
Dat teveel van klein grut bederft de animo
voor iets goeds en groots, het vertrouwen
gaat er uit, zoowel exposanten als bezoekers
denken: ’t zal wel niet zoo iets zijn als den
vorigen keer, toen beiden misschien hun geld
betreurden. Als gevolg daarvan minder bezoek
minder exposanten en
voor hen, die ’t er
te exposeeren.
Maar dit jaar zal ’t beter worden. Om te
beginnen wordt de Amsterdamsche tentoon
stelling gehouden in het Paleis v. Volksvlijt,
dus in dezelfde beperkte ruimte, waarin de
vak-tentoonstellingen gehouden worden.
hUitzetten” gaat moeilijk, hoogstens zal
men vóór zetten een ander voorzetsel kunnen
plaatsen als een entree gévraagd wordt, die
niet in overeenstemming is met het gebodene.
Qua quantiteit zal er dus onmogelijk meer
te zien kunnen zijn dan op de kleine ten
toonstelling voor handwerksnijverheid, waar
de inzendingen opgepropt stonden.
Maar de qualiteit, dat zal het hem doen.
De vaktentoonstelling voor handwerksnijver
heid is vooral dank zij de Belgische
afdeeling in haar soort uitmuntend geslaagd.
Maar nu wordt het geheel iets anders: een
middenstandstentoonstelling. Wat daarmee
bedoeld wordt? ’t Begrip is nogal rekbaar,
’t Is tegenwoordig in de mode net als vroeger
de werkman, toen je werkmanscostuums,
werkmanssigaren en werkmanskaarten voor
Artis kon koopen, terwijl men tegenwoordig
een heerencolbert voor tien gulden, een
Brazielsigaar met Borneodek voor 2 cent en
een kaart als stadgenoot van een kwartje
voor de Diergaarde neemt.
Middenstandstentoonstelling. Wie hoort
eigenlijk niet tot den middenstand? Allen,
uitgezonderd zij die meer dan f 5000 of
minder dan f 500 per jaar verdienen. Dat
zijn er dus heel wat. Dat wordt dus ook een
tentoonstelling voor mijpapier, pennen, waar
nooit een haar aan zit, scharen, eveloppen,
hectografen die niet vloeien, kachels die niet
uitgaan als je ze door ’t schrijven vergeet.
Maar neen, in de praktijk zijn middenstand
en winkelstand zoo wat synoniem geworden.
We krijgen dus een verbeterde editie etalage
wedstrijd, die echter niet gratis bekeken kan
worden zoöals in de Kalverstraat
Laten wij voor alle zekerheid het prospectus
eens nazien.
Daarin lezen we dan dat „de tentoon
stelling zich ten doel stelt verschillende
vakken van het klein-bedrijf, waarin handen
arbeid zich paart aan machinale bewerking,
voorzien van de nieuwste technische hulp
middelen, in vol bedrijf te doen zien ten
einde aan de beoefenaars van zoo’n vak de
voordeelen van de toepassing dezer nieuwe
technische hulpmiddelen helder voor oogen
te stellen en aan te toonen hoe het bedrijf
door gebruikmaking dezer hulpmiddelen en
door aanwending der meest practische methoden
het best en het voordeeligst kan worden
uitgeoefend”.
We zijn er, maar er is een goede adem
voor noodig, om dezen zin, die ik zóó over
schreef, uit te spreken. Hebben we die
woordenchaos nog eens overgelezen en be
grepen, dan treft ons de merkwaardige overeen
stemming, niet alleen wat grootte, maar ook
wat het doel betreft der tentoonstelling van
1907.
Datzelfde hebben de nijverheidsmannen óók
beloofd en óók gegeven. Enfin op één punt
hebben we nu zekerheid, van een tentoon
stelling, die een attractie wordt voor eiken
vreemdeling, die hier drukte, werk, welvaart
en leven zou brengen, komt voorloopig niets.
Amsterdam kan wachten.
Doorloopen als ’t u blieft.
Stavoren, 13 Januari. Statig kwam zij
tegen 11 uur aanstoomen, de Enkhuizer
veerboot. Niets' geen belemmering had zij
hoogstwaarschijnlijk ontmoet.
Doch zie, op ’t havenhoofd ontplooide de
wind de wapperende roode vlag: „de haven
geblokkeerd” moedig echter stoomt ze vooruit
ongeveer 30 Meter de haven in. Haar streven
om verder door te dringen is tevergeefs. Tot
driemaal toe beproefde ze haar krachten doch
zonder resultaat.
Eier blies ze toen den aftocht, de Enk-
huizer veerboot, en wendde den steven naar
den overkant, waar open water haar wacht.
Hedenmiddag gelukte het de stoom
boot „Dokkum I” van Amsterdam naar
Leeuwarden door aanhoudend vooruit en
achteruitstoomen zich een baan te breken
door het ijs en een veilige ligplaats te
zoeken in de spoorhaven.
Be Koningin.
Men schrijft uit ’s-Gravenhage
Alg. Handelsblad
Terwijl H. M. de Koningin in den laatsten
tijd rustig op straat kon wandelen, is sedert
eenige dagen met leedwezen opgemerkt, dat
daarin verandering is gekomen.
’t Was evenals in het begin opnieuw waar
te nemen hoe de Koningin op onbescheiden
wijze gevolgd werd door nieuwsgierigen en
drommen van menschen die zich langs den
weg opstellen om H. M. te zien voorbijgaan.
Waar gedurende geruimen tijd het publiek
blijken gaf te begrijpen dat aan de Koningin
gedurende dezen tijd geen beter bewijs van
aanhankelijkheid kon gegeven worden dan
door H. M. rustig Haar wandelingen te laten
vervolgen, is weer aan den dag gekomen dat
dit begrip in de jongste dagen bij een groot
gedeelte van het publiek verdwenen is en
de vroeger betoonde medewerking heeft op
gehouden.
Een nieuw beroep daarop is daarom dringend
nöodig.
Huldeblijk aan H. M. de Koningin.
Uit de verschillende provincie-hoofdplaatsen
komen berichten over het vormen van dames
commissies voor het aanbieden van een hulde
blijk aan H. M. de Koningin, bij de te
verwachten heugelijke gebeurtenis.
Te Leeuwarden is van het comité baron
nesse van Harinxma thoe Slooten, de echt-
genoote van den Commissaris der Koningin,
Eere-presidente, en mevrouw Zimmerman,
echtgenoote van den burgemeester van Leeu
warden, presidente.
Het Leeuwarder damescomité heeft een
rondschrijven gericht tot de echtgenooten der
hoofden van de gemeenten in onze provincie,
met het verzoek daar sub-comité’s te vormen
of te laten vormen.
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
Afzonderlijkenos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Zoo wordt het plan op grooter lijnen gezet
en zal, gelukt deze aansporing, de deelname
zoo algemeen mogelijk zijn.
Naar wij vernemen, zal het geschenk
bestaan uit een verzameling Friesch kinder
speelgoed.
Te Sibculoo, gemeente Friezenveen, zijn
de twaalf-jarige dochter en de vrouw van
den arbeider Last, met levensgevaar onder
het ijs uit de diepe Friezenveensche wijk
opgehaald, gered door den heer O. Bouma,
hoofd der openbare school aldaar. Nadat
deze zwemmende, waarbij hij zich nog aan
het scherpe ijs in de zijde bezeerde, het
reddingswerk had volbracht, heeft de vrouw
van den heer B. het geheel bewustelooze
meisje volgens de bekende drenkeling-voor-
schriften behandeld, met gunstig gevolg.
Wie hoog klimt, valt laag.
In de schuur van den landbouwer E. H.
te Blijham was het in één der laatste nachten
niet pluis. Daar klonk aanhoudend een
ongewoon gerommel en gestommel.
Fluks het licht opgestokeu en een onder
zoek ingesteld eerst in den stal. Daar bleek
een koe in de gelederen te ontbreken. Weer
gerommel in de richting der turf. Nu daar
gekeken en jawel ons koetje stapte juist
van den turfhoop op den zolder: heel voor
zichtig poot voor poot.
Toen echter zij haar schreden verder richtte,
bleek de zolder tegen haar gewicht niet
bestand.
Krak, krak ging het en de koe kwam
van den zolder in de keuken terecht.
Wat weet zoo’n koe ook van hoog klimmen
en laag vallen
Geen misdaad.
Gisteravond stelde het parket uit Haarlem
bij Halfweg een onderzoek in naar het ver
miste dienstmeisje uit Haarlem, dat Maandag
avond een bijeenkomst zou hebben met iemand
uit Amsterdam. Intusschen is voldoende ge
bleken, dat aan een misdaad niet moet worden
gedacht.
Nog meldt men uit Halfweg
Nader blijkt, dat het sedert Maandagavond
vermiste Haarlemsche dienstmeisje waarschijn
lijk alhier over de trambruggen is geloopen
en daarop in de snelstroomende kom van
het stoomgemaal is- gevallen. Uit het onder
zoek blijkt tenminste, dat zij, van Haarlem
komende, in gejaagden toestand aan de eerste
halte is uitgestapt en van daar naar de
plaats van ontmoeting is geloopen daarbij
heeft zij vermoedelijk de toch voldoende af
gesloten en zichtbare brug gevolgd. Dit
staat ten minste vast, dat zij wel te Halfweg
is geweest, doch dat de ontmoeting niet heeft
plaats gehad.
De O. H. Ct. deelt mede, dat de
politie er in geslaagd is een drietal knapen
van 14- tot 16-jarigen leeftijd op te sporen,
die te Haarlem met Haarlemmerolie dames-
kleeren bedierven.
Relletjes te Breda.
Te Breda zijn de laatste dagen relletjes
voorgekomen bij het uitgaan van de ijzerfabriek
De Etna, in verband met een staking of uit
sluiting.
Het Dagbl. van N.-Br. meldt
Woensdagavond was de menigte zeer sterk
aangegroeid. Men bepaalde zich nu niet meer
tot het volgen van een vormer, men volgde
er zes. Doel is blijkbaar deze werkwilligen
zoo zeer te bemoeilijken, dat zij het werk
neerleggen. Intusschen zorgt de politie voor
voldoende bescherming maar Woensdag is het
tot handelend optreden gekomen. Het volk
drong op, de commissaris werd met een steen
geworpen. De commissaris heeft eerst gewaar
schuwd, dat hij driemaal zou som meeren,
en dat degene, die dan niet achteruit zou
gaan, strafschuldig zou zijn.
Desommaties volgden. En de klappen daarna.
Twee personen drongen nog vooruit, zij zijn
gearresteerd en naar het politiebureau ge
bracht.
Dat gebeurde op het plein voor de gasfa
briek. En op weg naar de huizen der werk
willigen bleven er menschen opdringen, zoodat
herhaaldelijk weer van den wapenstok gebruik
werd gemaakt.
De burgemeester
den ambtsketen om.
Doorloopen als ’t u blieft!
Het parool van eiken Amsterdamschen
politie-agent. Die ’t nog niet wist, heeft ’t
kunnen leeren uit het Flora-revuetje, dat nu
weer tot het verleden behoort. Maar politie
verordeningen zijn eigenlijk vreemde zaken,
die de menschen, die er mee hebben te maken
veel verdriet verschaffen en weinig vermaken.
Er bestaat natuurlijk geen verbod om op
straat te blijven stilstaan en toch kan men
de kans loopen geverbaliseerd te worden als
men niet doorloopt, wanneer een agent dit
heeft „gelast”. Evenmin bestaat er een ver
bod om te blijven stilstaan met een kar,
maar veel kleine kooplieden, zullen met dat
niet bestaan dier verordening weinig bekend
zijn, waar hen zoo vaak door een gehelmde
werd toegesnauwd„Je weet toch wel, dat
je niet mag blijven staan”. Zoo iets gebeurde
natuurlijk ’t meest als koopmannetje aan ’t
verkoopen was en dat moest hij toch doen
om z’n belasting te betaling, waarvan het
zooveelste gedeelte van
was voor het salaris
hem met je aansprak.
Dat hij dit nu weet, dankt hij aan een
der ambtenaren van het O. M. bij het kanton
gerecht. Hoewel algemeen als regel gegolden
heeft, dat het parket als natuurlijke be
schermer der politie optreedt, is hierin vooral
bij het Amsterdamsche kantongerecht een
wijziging gekomen. Voorgegaan door den
rechter, deelt het O. M. tegenwoordig ook
vrij geregeld reprimandes uit aan verbali-
seerende politiebeambten, gevolgd door een
eisch tot vrijspraak jegens den beklaagde.
Deze week was het doorloopen-thema aan
de orde en als gold het een groote rechtzaak
bepaalde de ambtenaar er zich niet toe een
gulden boete te prevelen, maar hield een
degelijk requisitoir. Hij .wees daarin er uit
drukkelijk op, dat de wet nergens verbiedt
met een kar te blijven staan, de wet zegt
alleen, dat men aan een bevel van de politie
tot doorloopen of doorrijden gevolg moet
geven. Aan de politie nu de verplichting dit
recht niet zonder noodzaak en niet zonder
tact toe te passen. Met een „je bent er bij,
hoor” of „onthoud je dag” (geliefde agenten
termen) worden noodeloos hee] wat slachtoffers
gemaakt.
De wet verbiedt dus niet met een kar stil
te blijven staan. De agent kan het wel ver
bieden. Ergo staat de agent dus boven de
wet. Kan de agent dus die vraag dringt
zich onwillekeurig op alles gelasten, wat
de wet niet gelast en maakt men zich straf
schuldig als men zoo’n bevel niet opvolgt?
De politieverordening is een vreemde zaak.
Doorloopen als ’t u blieft.
Dat „als ’t u blieft” vergeten, de waardige
opvolgers van „Foezel” wel eens!
We krijgen nu toch een tentoonstelling.
Er werd naar gehunkerd. Ze zal geopend
worden 15 Juni a.s. of wat later. Een ten
toonstelling kan in Amsterdam tenminste
weer wat leven en verkeer brengen, de hoofd
stad wekken uit den diepen slaap, waarin ze
al zoo lang verzonken is. De terreinen lagfen
er voor disponibel, uitgestrekte gemeente
gronden aan den Amsteldijk, dicht bij lijn IV,
die dan natuurlijk met een stukje zou kunnen
worden verlengd.
De vorige jaren was het een armzalig
peuteren. Vooraf werd er de nadruk op gelegd,
dat het geen groote wereldtentoonstelling zou
worden, doch alleen een voor den inlandschen
middenstand. Was men bang, dat de vreem
deling, die hier wel wat mocht verteren,
hier ook wel wat zou verdienen? En gehouden
moest de expositie worden achter het Rijks-
museum, waar vader en grootvader het ook
hadden gedaan en waar het altijd goed ge
gaan was. Men vergat echter, dat in ’81 de
Museum-terreinen veel verder van het centrum
der stad waren, dan nu de Amstel-terreinen,
bovendien, dat de eerste nu
zijn bebouwd.
Van het plannetje is niets gekomen
gelukkig. Kleine tentoonstellingen hebben we
nu genoeg gehad. Die van handwerksnijver
heid in het Paleis bijv, in 1907 was niet
onaardig, maar al die tentoonstellingen in ’t
klein lijken als twee druppels water op elkaar.
Overal vindt men den man met gesponnen
suiker, de cream-poelpommade, met den jongen
die „gratis” uw schoenen poetst en de Schotsche
elk geval hen, die gevoel voor
aangedaan, door vergunning
allerlei personen, om
te maken?
Gepasseerden Donderdag werden
vergast op 2 ploegen hoornblazers,
kwamen er 3 personen hunne wanklanken
uitstooten en een uur later 4 personen die
trachtten eene melodie te spelen.
Nu vraag ik, gaat dit zoo langer?
In de laatste weken kwamen nog eenige
pijporgels deze heerlijke concerten vermeer
deren. Dat, laat ik zeggen, ons „stadsorgel”
van Sietze eenmaal per week rondgaat, daar
zal wel niemand tegen wezen, maar verder...
ik geloof in naam der zeer groote meerder
heid der burgers te spreken, wanneer ik
vraag: Gemeenteraad, oefen uwen invloed
uit, om van deze plaag verlost te worden.
Behalve het onwelluidende, is het eene
zeer onaangename belasting.
Wanneer me nu wordt geantwoord „een
ieder is vrij iets te geven”, dan vraag ik,
wanneer men te kennen geeft, niets te geven,
men dan met een hartgrondig „stik” beant
woord wordt, of dit aangenaam is.
Laat een ieder de centen, thans voor
onwelluidende muziek gegeven, eens afstaan
als contributie of verhooging van contributie
aan eene weldadige vereeniging b.v. Groene
Kruis, Floralia of dergelijke, de giften worden
dan vrij wat beter besteed.
EEN BURGER.
Bolsward, 16 Jan. 1909.
Bolswardsche Courant