Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. Het Arbeidscontract. Een Nutsavond. No. 7. 1909. Verschijnt Donderdags en Zondags. 48ste Jaargang. Zondag 24 Januari. VOOR Afzonderlijke nos. ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. toch voor dien verzuimden tijd te betalen. Vervolgens ging Spreker nog na, dat wan neer wegens schulden gerechtelijk beslag op het werkloon van een arbeider is gelegd door den patroon, dan mag deze toch nimmer meer dan 1/g van het loon inhouden, ook als een arbeider zijn loon verkocht heeft, mag er nimmer meer dan 1/5 per week van worden gekort. Betaling van het loon moet bij voorkeur aan den arbeider zelf geschieden. Ook de minderjarige arbeider mag zijn loon zelf ont vangen, tenzij de voogd schriftelijk kennis heeft gegeven dat het loon hèm geheel of gedeeltelijk moet worden uitgekeerd. Bij de boete, die vooraf schriftelijk moet bepaald worden, staat Spr. ook nog al ge- ruimen tijd stil, en wijst er op, dat die boete nooit ten bate van den werkgever mag komen, doch voor het breken van gereed schappen bijv, mag wel schadeloosstelling gevorderd worden evenwel dit mag niet 2/5 van het weekloon te boven gaan. Over //staangeld”, dat is een soort van waarborgsom om daaruit de schadevergoeding te kunnen verhalen welke de arbeider bij het einde van den diensttijd mocht verschul digd zijn, wegens het onrefchtmatig verbreken der overeenkomst, en die hoogstens 2 maal het weekloon mag bedragen, zegt Spreker dat dit hoogst zelden zal worden toegepast, want dat het wel een caricatuur kan heeten. Die som moet n.l. belegd worden bij de Rijks-postspaarbank, en als een patroon nu die som wil opvorderen dan moet hij eerst een procedure beginnen, als hij vonnis heeft moet nog een heelen omweg bewandeld, om die som uit de spaarbank te lichten, en dan heeft de patroon de kosten der procedure te betalen. Dit geldt voor één arbeider, maar op een fabriek, waar velen werken, zal toch voor ieder afzonderlijk geprocedeerd moeten worden, zoodat van dit recht om het staan geld op te vorderen wel geen gebruik zal worden gemaakt. Wanneer het loon niet op tijd wordt be taald, heeft de arbeider het recht om 5 pCt. voor elk der 4 eerste dagen en verder 1 pCt. rente per dag tot een maximum van maal het loon. De patroon moet dat bijpassen en 't is dus ook reeds daarom raadzaam om op tijd te betalen. Tot heden zijn de verplichtingen van den werkgever hierbij besproken, voor den arbeider bestaan ook verplichtingen waarvoor slechts vijf artikelen zijn aangebracht. Deze wet is dan ook meest in het belang van den arbeider, en daarom is het wat vreemd, dat de soc. dem. kamerleden tegen deze wet hebben ge stemd. Dit is evenwel gekomen, doordat er ook bezwaren tegen de wet zijn. Een eerste bezwaar was dat de patroon wel verplicht is bij ziekte het loon uit te betalen, doch niet als deze ziekte door eigen schuld is veroorzaakt ook in geval eenige verborgen kwaal of oor zaak is verzwegen, en als het een ongeval geldt, mag de patroon de uitkeering die de Rijks-verzekeringsbank verstrekt op het te betalen loon korten. Een tweede groote grief is dat de uit keering van ziekengeld kan worden uitbe dongen, alsmede dat bij schriftelijk contract meerdere bepalingen dezer wet kunnen worden verzacht of te niet gedaan, 't Was daarom dat de socialen in de Kamer zich ontevreden betoonden. PAUZE.— Wegens de uitvoerigheid van het onderwerp, zal het 2e. gedeelte der rede in het volgend nummer geplaatst worden. het als dienstwerk Een koetsier, die een heer rijdt, is volgens de wet niet in dienst van dien heer, wel als dit rijden geregeld of op vaste tijden geschiedt tegen een bepaald loon, zoo zijn de vaste melkrijders wel in dienst van den boer. Als een werk is aanbe steed, wordt de aannemer niet als dienstbare beschouwd, wel de mannen die het werk voor den aannemer uitvoeren, evenwel voor ziet de wet er wel in, dat door gefingeerde aanneming, de wet niet kan worden ontdoken. De verschillende gevallen zijn soms moeilijk te onderscheiden, doch in het practische leven is ’t het best te gevoelen, wanneer men in dienst van een ander werk verricht. De De Doelezaal was Woensdagavond flink bezet toen de heer H. EISMA, op verzoek der vereeniging //Handel en Nijverheid” als spreker optrad om de wet op het Arbeids contract, die met 1 Februari in werking treedt, uit te leggen en te verklaren. De Voorzitter van genoemde vereeniging, de heer D. Terhenne, opende de vergadering en wees er op dat //Handel en Nijverheid” meermalen voor actueele onderwerpen een spreker laat optreden en zoo ook nu, voor de verklaring eener in het maatschappelijk leven krachtig ingrijpende wet, waarbij heer en knecht, werkgever en werknemer, zijn betrokken, het voorrecht had den heer Eisma bereid te vinden van deze wet ons allen een nadere verklaring te geven. Volgaarne ver leent hij dezen daartoe het woord. De heer EISMA begint met de mededeeling dat ons Burgerlijk wetboek 4 boeken telt, waarvan het 3e boek handelt over koop- en huurovereenkomsten. Het mag eenigszins verwondering baren, dat een soort van huur overeenkomst, n.l. die van de verhuring van zijn arbeidskracht, zoo weinig in de wet omschreven is en hieraan slechts 3 artikelen zijn gewijd. Nu dateert ons Burgerl. wetboek reeds van 1838 en toen gevoelde men nog niet de noodzakelijkheid om daar veel aan dacht aan te wijden, doch in de latere tijden is er dikwijls op aangedrongen dat het arbeidscontract, dat toch inderdaad heel iets anders is dan de huur van goederen, nader geregeld zou worden. Op herhaald aandringen gaf in 1891 de regeering hieraan in zooverre gevolg dat zij aan prof. Drucker de opdracht deed, een ontwerp van wet gereed te maken. In 1894 was deze daarmee gereed, doch ’t duurde nog tot 1898 eer dat ontwerp publiek werd gemaakt. Langzamerhand werd dat in de Kamers behandeld en den 13 Juli 1907 als wet aangenomen, ’t Duurde evenwel nog tot nu a.s. 1 Febr. voor de wet wordt inge voerd. Nu men dus voor de invoering staat, begrijpt men niet en vraagt men zich af hoe ’t mogelijk is, dat zulk een belangrijke wet zoolang afwezig bleef, want inderdaad bij deze wet hebben allen belang. De wetgever kon met deze wet twee wegen inslaan, de publiek-rechtelijke of de privaat rechtelijke. In het eerste geval zou staats controle noodig zijn, en dat bracht nog al kosten van toezicht mee, daarom is de privaat rechtelijke weg gekozen en dus de handhaving der wet aan de belanghebbenden zelf opge dragen. In het Burgerlijk wetboek handelden de artikelen 1637, 1638 en 1639 over de arbeidsovereenkomst en deze 3 artikelen zijn nu zoodanig bij afzonderlijke wet uitgebreid en nader omschreven, dat elk art. nu ge middeld meer leden (littera’s) kreeg als het' abc letters telt, in ’t geheel zijn er nu 119 artikelen. Voorop stelde Spreker de mededeeling dat de nieuwe wet niet geldt voor staats-, pro vinciale- en gemeente-ambtenaren en werk lieden, ook niet voor de werklieden van een publiek-rechtelijk lichaam als waterschappen, sporen, trammen enz. en verder dat de wet twee partijen bij den arbeid onderscheidt, n.l. werkgevers en arbeiders. Onverschillig welke de rang of stand der persoon is, om ’t even wat soort van werk er verricht wordt, hij die in dienst van een ander is, voor een ander werk verricht, wordt arbeider genoemd en hij die anderen in dienst heeft, heet werkgever. Het werk moet evenwel eenigen tijd vorderen, zal aangemerkt worden. De vergadering van het Departement Bols ward der Maatschappij tot Nut van ’t Al gemeen j.l. Donderdag in //De Doele” ge houden, was tamelijk goed bezocht. De Voor zitter, de heer H. Eisma, constateerde met genoegen dat steeds de Nutsavonden nog al goed bezocht worden, doch betreurt het, dat het ledental nog altijd klein blijft. De heer BRUIN WOLD RIEDEL, lid van ’t hoofdbestuur, is overgekomen om eens te vertellen wat //het Nut” eigenlijk wel doet en beoogt. Deze Spreker verklaart, gaarne gevolg te hebben gegeven aan de tot hem gerichte uitnoodigiog om hier te komen spreken. Hij ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. herinnert er aan dat de Maatschappij in 1784 werd opgericht door Ds. Nieuwenhuysen van Monnikendam, 't Was nog even vóór de Fransche revolutie, de strijd om vrij te komen van de macht van de geestelijkheid en de vorsten. Die revolutie bracht de leuze: vrij heid, gelijkheid en broederschap, en de stichter der maatschappij, die strooming ziende aan komen, wenschte die te leiden, waarvoor hij met eenige vrienden de vereeniging in ’t leven riep. Het doel van ft Nut” is om de volks opvoeding, het onderwijs op christelijken grondslag, te bevorderen, doch zoo, dat zonder op godsdienstig of staatkundig gebied onder scheid te maken, de volksontwikkeling wordt bewerkt. Door de uitgaaf van tal van boeken op eiken tak van wetenschap werd in den aanvang veel goeds uitgewerkt, doch de zoon van den stichter was meer practisch en be greep dat men met het kind moet beginnen. Goed onderwijs volgens beproefde methode werd nu voorgestaan, en ook de opleiding der onderwijzers werd ter hand genomen en in theorie en practijk is door //tNut” heel veel uitgewerkt in den tijd, toen ons Volks onderwijs nog zeer achterlijk was. De nuts- scholen waren dan ook de modellen waarnaar in 1806 de eerste schoolwet werd opgesteld. Spreker wenscht, om verder aan te toonen wat het Nut zooal heeft uitgevoerd, dat in twee hoofdlijnen aan te geven en wel lo. wat ten opzichte het volksonderwijs en 2o. ten opzichte der volkswelvaart is gedaan en ge daan wordt. Het onderwijs en de opvoeding beginnen bij het kind, ja eigenlijk reeds vóór de ge boorte. Door het Nut werden cursussen in ’t leven geroepen waar aan moeders en aan staande moeders een oordeelkundig onderricht gegeven werd, hoe zij hun kinderen hebben te verzorgen en het blijkt dat hierdoor zeer veel goeds wordt uitgewerkt. Voor den werk mansstand, waar vele moeders soms hun kroost moeten verlaten om elders te gaan werken en dan die kinderen moeten overlaten aan oudere zusjes of oude vrouwen, is het een zegen, dat het Nut kinderbewaarplaatsen heeft opgericht, waar in goede lokalen onder voldoende toezicht de kleintjes kunnen ver blijven. Dan wordt ook de bewaarschool ter harte genomen en in deze scholen onder des kundige leiding worden volgens de Fröbel- methode de kleintjes nuttig en aangenaam bezig gehouden. Ook voor de opleiding der bewaarschooljuffrouwen heeft ten allen tijde de Maatschappij heel véél gedaan. En dan komt nog het lager onderwijs, de grondslag van alle verdere-ontwikkeling. Dit onderwijs moet aansluiten aan ’t werkelijke leven, vooral voor hen, die geen verder onderwijs ont vangen. Hoewel nu mag getuigd worden, dat Nederland, wat het gewone volksonderwijs betreft, niet achterstaat bij andere natiën, toch heeft men gevoeld dat onze school nog te veel leerschool is, te veel theoretisch, te weinig practisch. In Amerika heeft men de methode om zelfwerkzaamheid te bevorderen, de kinderen meer zelfstandig te leeren denken, en ’t is ook het streven van onze Mij. om het onderwijs te leiden in zulke banen, om de verstandelijke vermogens zoo te ontwikkelen dat de leerlingen de dingen juist leeren zien. Dat van het geleerde vaak zoo veel vervliegt en vergeten wordt, heeft voor een groot deel zijn oorzaak in het niet grondig begrijpen van het geleerde. De wet op het onderwijs van 1878 later gewijzigd in 1890' en 1905 heeft grooten invloed op de openbare school, nu ook de bijzondere rijkssubsidie ontvangt. Overal zijn dan ook bijzondere scholen verrezen. Spreker verklaart zich geen vriend van het bijzonder onderwijs, en hoewel bij liefst kosteloos open baar onderwijs ziet, waar allen zitten naast elkaar, gelijk ook de burgers van den staat bij en naast elkaar behooren, toch heeft nhet Nut” zich niet tegen die subsidie verzet, omdat de billijkheid het meebracht. Hen die eenmaal dat openbaar onderwijs niet willen, er aan te laten betalen en ze dan nog zelf voor hun eigen onderwijs te laten zorgen, was niet billijk. De Mij. heeft ook daarom in die subsidie bewilligd, wijl zij hoopte, dat het peil van dat bijzonder onderwijs verhoogd zou worden wijl er beter toezicht van staatswege op wordt uitgeoefend. Het gehalte van 't bijzonder onderwijs is op vele scholen dan ook enorm verbeterd, maar ’t valt niet te ontkennen, de openbate school komt nu hier en daaf overeenkomst omtrent werk en loon kan schriftelijk geschieden, maar noodzakelijk is dit niet. Waar geen schriftelijke overeenkomst bestaat, gelden de wettelijke bepalingen, schriftelijk kan men zelf deze bepalingen in zekere mate wijzigen. De partijen zijn dus bij die schriftelijke overeenkomst vrij, de minderjarige en de gehuwde vrouwen zijn dit niet geheel. De gehuwde vrouw wordt geacht de machtiging van haar man te hebben, wanneer zij voor een ander werk verricht, doch zonder nadere machtiging mag zij een contract sluiten als arbeidster en ook zelf dat loon ontvangen en zelf aanwenden ten bate van haar gezin. In dit opzicht is deze wet dus een verbetering van de positie der vrouw. De minderjarigen hebben den bijstand noodig van hun vader of voogd, dit kan mondeling of schriftelijk geschieden, doch bijzondere bepalingen moeten schriftelijk op gesteld worden, bijvoorbeeld over het loon, den tijdduur enz. Zijn de partijen hierbij in verzuim, dan wordt, als er 4 weken verloopen zonder dat er van den vader of voogd verzet komt, de vereischte toestemming als gegeven geacht. Aan minderjarigen moet de gelegenheid om herhalingsonderwijs, godsdienstonderwijs enz. gegeven worden als zij dit onderwijs nog jgoodig hebben. Ook de vervulling van gods dienstplichten moet vrij blijven. Het loon kan bestaan in vast loon, stuk loon of provisie (tantièmes). Voor vast loon geldt de regel dat het betaald moet worden op tijd, dus gewoonlijk per week, voor stukloon kunnen bepalingen gemaakt worden, maar toch moet per contract 3/4 van het weekloon per week uitbetaald worden, opdat later vol ledige verrekening plaats vinde. Voor loon geldt de regel dat het in geld moet worden uitbetaald, doch ’t is geoorloofd dat een deel in anderen vorm wordt verstrekt, als: 1°. voedsel, mits te gebruiken waar de arbeid geschiedt, 2°. dienstkleeding (costuum, liverei), 3°. eerste levensbehoeften voor den arbeider en zijn gezin, voor zoover het voort brengselen zijn van het eigen bedrijf, 4°. woning, 5°. onderwijs aan den arbeider, door of vanwege den werkgever, 6°. grond- of hulpstoffen die in het bedrijf van den werkgever zoowel als in dat van den arbeider gebruikt worden, 7°. het gebruik van een stuk grond (tuingrond of schapenweide), 8°. gereedschappen of werktuigen als ook het onderhoud daarvan. De gedwongen winkelnering is verboden, en de bepalingen hierop zijn zoo kras, dat de arbeider, al heeft hij zulke waren uit een gedwongen winkel ontvangen, toch recht heeft het volle loon te vorderen, zonder die opge drongen waren terug te geven. Verder rijst de vraag: wanneer bet loon moet betaald worden Dit moet geschieden volgens overeenkomst, doch dit mag niet willekeurig bepaald worden. Voor ambtenaren op kantoren behoort regel te zijn per maand, mag het hoogstens per kwartaal geschieden, en waar een weekloon is bepaald, mag dit hoogstens per halve maand uitbetaald worden. Wanneer het weekloon minder dan f 4,— bedraagt mag het nergens om de maand uitbetaald worden. Waar 't loon betaald moet worden is ook eenigszins geregeld. De drankwet verbiedt reeds de uitbetalang in drankhuizen, maar nu is er bij bepaald dat het op de werk plaats of in het kantoor moet plaats vinden, of ook mag het den arbeider aan huis be zorgd worden. Ten opzichte van dit loon uitbetalen behoort een werkgever voorzichtig te zijn, en vooral ten opzichte van kortingen op het loon zijn er nog al krasse bepalingen gemaakt. Zoo is het den patroon niet geoorloofd den arbeider te korten als hij door ernstige ziekte van zich zelven of van zijn huisgenooten, of wegens begrafenis van bloedverwanten, wegens het vervullen van zijn stemrecht moet ver zuimen. Zelfs als er op stukwerk wordt gewerkt, moet bij verzuim wegens ernstige omstandigheden, toch het loon uitgekeerd worden voor hetgeen zulk een werkman in dien tijd had kunnen verrichten. Bij getuigenis in rechtszaken behoeft geen loon wegens verzuim gegeven te worden, wijl de arbeider dan door het getuigengeld reeds schadeloos is gesteld, doch als op geenerlei wijze schade loosstelling wordt verstrekt, en de arbeider wegens ernstige omstandigheden het werk moet verzuimen, is de werkgever verplicht, Bolswardsclie Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1909 | | pagina 1