Nieuws- en Advertentieblad
Bols ward en Wonseradeel.
Het Arbeidscontract.
Een Nutsavond.
J
1909.
No. 8.
48ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
I
Donderdag 28 Januari.
i
VOOR
Afzonderlijke
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
//novum" een nieuwigheid
i een collectief arbeids
vereeniging bijv, een
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4.
geschoten is, dan tot dien tijd werd ver
diend. De theorie is wel zoo dat het dan
te verhalen is, doch practisch gaat dit vaak
met moeielijkheden gepaard.
Verder kan men nog wel veronderstellen
dat de arbeider zedelijk bewust zal zijn, dat
het zijn plicht en ook in zijn belang is, die
schuld af te doen.
De Voorzitter dankte daarna den Spreker
hartelijk uit naam van alle aanwezigen voor
de prettige, degelijke en heldere uiteenzetting
van deze wet, en tevens wil hij de opge
komen belangstellenden dank brengen voor
hun opkomst, maar meent er aan te mogen
herinneren, dat de Vereeniging z/Handel en
Nijverheid” meermalen zulke actueele zaken
behandelt, doch ook steeds ijverig in de bres
is waar het de belangen onzer gemeente
betreft op het gebied van posterijen, tram-
diensten, de verbetering van verkeerswegen,
de bevordering van het vreemdelingenverkeer.
Nu ontbreken op de ledenlijst nog zoo velen,
die daar eigenlijk behoorden. De contributie
bedraagt slechts f 2 per jaar. Gedachtig aan
de spreuk nEendracht maakt macht”, hoopt
hij dat velen zich zullen aansluiten.
Van de gelegenheid om vragen te stellen
of nadere inlichtingen te vragen werd door
tusschenkomst van den Voorzitter de vraag
gedaan of het ook Sprekers gevoelen was
wat in de Leeuwarder Courant had gestaan,
dat als een boer in den zomer hooiers had,
en deze wegens regenachtig weer niets
konden uitvoeren, hen dan voor die dagen
geen loon behoefde te worden uitgekeerd
een paar
patroon die
van zijn
en dus
voor
Slot.
Na de pauze kwam Spr. toe aan ’t volgen
der tweede lijn en wel aan de behandeling
van ’t geen het Nut doet op het gebied der
maatschappelijke vraagstukken. De grondslag
voor maatschappelijke welvaart is een gezond
lichaam en een gezonde geest. Daarmee hield
de Mij. tot Nut van ’t algemeen voor 25
jaar geen genoeg rekening. Zij hield zich
toen uitsluitend bezig met de ontwikkeling
van ’t verstand, karaktervorming en bevor
dering van den schoonheidszin. Sedert 1885
is dit echter veranderd. Art. 1 onzer wet is
toen in dien zin aangevuld, dat de Mij. zich
ook op sociaal gebied kan en mag bewegen.
Men gevoelde, dat dit dringend noodig was.
Hulp verleenen aan minder bedeelden, niet
alleen aan de leden maar in het algemeen
tot ieders welzijn. Niet altijd alleen, maar
ook in medewerking met andere vereenigingen.
Zoo heelt de Mij. helpen bevorderen en tot
stand doen komen herstellingsoorden, gezorgd
voor goed en doelmatig voedsel van zieken
en herstellenden. Zij heeft de vervalsching
van levensmiddelen bestreden. Spr. wees op
de door de Mij. in ’t leven geroepen cur
sussen, waarop gediplomeerde onderwijzeressen
aan de jonge meisjes en aanstaande vrouwen
eten koken en het huishouden leeren. Deze
onderwijzeres leert haar de voedingswaarde
der levensmiddelen kennen en de kunst om
deze smakelijk toe te bereiden. Om zich
zelf van een en ander te overtuigen worden de
bereide spijzen door de leerlingen zelve gegeten.
Het meisje en de aanstaande vrouw leeren
begrijpen, dat de werkman niet genoeg heeft
aan aardappelen met lawaaisaus maar dat er
meer fut in het voedsel moet zitten, zullen
z’n hersenen niet werkeloos worden.
Om nu ook die meisjes en vrouwen van
deze lessen te kunnen doen profiteeren, die
niet in de gelegenheid zijn een cursus bij te
wonen, heeft de Mij. zich een paar reizende
keukens aangeschaft. Spr. had gaarne daar
voor een automobiel gehad doch dat kwam
te duur. Twee inventarissen zijn reeds gereed
een is in gebruik genomen in Tilburg en
Winterswijk, een gaat naar een plaats wier
naam Spr. is ontgaan, en aanvankelijk met
heel veel succes. Het Hoofdbestuur hoopt,
dat op een volgend jaar door de Departementen
met behulp van geldelijken steun der Mij.
eveneens dergelijke instellingen in ’t leven
zullen worden geroepen. En naast goed voedsel
heeft de werkman noodig een gezonde woning
te vaak laat deze te wenschen over. Gelukkig
heeft de woningwet daarin veel verbetering
gebracht, er zijn een groot aantal krotten
opgeruimd. Voor een groot deel is deze wet
te danken aan de Mij. Deze bracht een rapport
uit, zette in een boek den toestand uiteen
en gaf de lijnen aan, hoe in de behoefte
moest worden voorzien. Zij heeft de woning
wet populair gemaakt. Deze kwestie omtrent
arbeiderswoningen moet ook door de Depar
tementen worden aangepakt, de arbeiders
woningen moeten worden hervormd,» de man
moet van den arbeid in een gezonde woning
komen, de vrouw moet haar arbeid in een
(Vervolg en Slot.)
Spreker heeft nog iets te zeggen over den
opzeggingstermijn, doch ten believe der aan
wezige dames zal hij iets vooraf laten gaan.
De wet geldt ook voor interne bedienden,
en dienstmeisjes vallen er alzoo ook onder.
Met dezen kan een schriftelijk, doch ook een
mondeling contract gemaakt worden. Afwij
kingen of beperkingen op de wettelijke be
palingen moeten schriftelijk gemaakt worden,
en daarin kan men dan regelen alles wat op
de dienstbetrekking slaat zooals loon, werktijd,
vacantietijden, uitgaansdagen, enz. Voorop
wil spreker nog zeggen, dat het geven van
de gebruikelijke hand- of godspenning geen
wettelijke kracht heeft. De werkgever kan
niet door het laten houden van de handpenning
de arbeider of dienstmaagd niet door het
teruggeven er van, van de uitvoering der
overeenkomst afzien.
De loonbetaling kan men regelen naar
overeenkomst, en bestaat dan natuurlijk uit
loon in geld en in kost en inwoning. Deze
kost moet dan ook zijn in overeenstemming
met plaatselijke gebruiken, naar den stand
waarin men is geplaatst, en ook moet kost
en inwoning zijn volgens de regelen van
gezondheid en goede zeden.
Bij ziekte en ongeval moet het loon worden
uitgekeerd en is ook de verpleging ten koste
van den werkgever, dus dokter en apotheker
moeten door den huisheer of de mevrouw
betaald worden, en deze hebben recht volgens
het volle tarief te rekenen.
Deze bepalingen omtrent ziekte en ongeval
kunnen door een schriftelijke overeenkomst
niet te niet worden gedaan, en is de ziekte
of het ongeval aan den patroon te wijten,
bijv, door onvoldoende voorzorg, gebrekkig
gereedschap of iets dergelijks, dan is hij nog
daarenboven tot schadevergoeding verplicht.
De verplichting tot verpleging bestaat daaren
tegen niet als de ziekte is veroorzaakt door
onzedelijkheid of eigen schuld, en ook mag
de patroon op het loon korten wat uit
ziekenfonds of ongevallen wet wordt uitgekeerd.
Wordt wegens een uitspanningsreisje de
huishouding tijdelijk opgebroken, dan is de
patroon verplicht de dienstbode in dien tijd
niet alleen het loon, maar ook kostgeld uit
te betalen.
Het arbeidscontract kan voor bepaalden
en ook voor onbepaalden tijd gesloten worden.
Een aangenomen werk geldt als voor be
paalden tijd, en wel den tijd die de uitvoering
vordert. De dienst mag binnentijds niet op
gezegd worden, en niet eindigen dan volgens
overeengekomen tijd of met inachtneming
van den opzeggingstermijn. Bij den gewonen
arbeider gaat de termijn van week tot week,
en is wederzijds deze termijn van opzegging
in acht te nemen. Voor dienstboden geldt
de termijn van 6 weken, bij schriftelijke
verbinding kan de termijn ook korter gesteld
worden. Hoe gaat het nu wanneer iemand
op staanden voet weggaat of weggezonden
wordt? Dit wordt in de wet onrechtmatig
geacht, dan is de werknemer, indien ’t weg
zenden zonder dringende reden geschiedt
verplicht het loon uit te betalen van den
tijd der opzeggingstermijn, en kan bovendien
nog schadeloosstelling gevorderd worden, als
er schade geleden wordt. De dringende redenen
zijn door de wet omschreven in 12 categoriën
alslo. misleiding door valsche getuigschrif
ten enz., 2o. ongeschiktheid voor den arbeid
in erge mate, 3o. dronkenschap of wangedrag
(mits eerst na gewaarschuwd te zijn), 4o.
diefstal, verduistering of bedrog, 5o. belee-
diging van of bedreiging jegens den werkgever
of diens huisgenooten, 6o. verleiding of po
gingen daartoe strijdig met wetten en goede
zeden, 7o. opzettelijk of roekeloos beschadigen
of vernielen van des werkgevers eigendom,
8o. opzettelijk of roekeloos anderen aan gevaar
blootstellen, 9o. bijzonderheden aangaande de
huishouding openbaar maken, lOo. niet vol
doen aan redelijke bevelen of opdrachten,
Ho. het verwaarloozen van zijn plichten, en
12o. het door opzet of roekeloosheid buiten
staat geraakt zijn, om den bedongen arbeid
te verrichten. Van de zijde des arbeiders zijn
een tiental gewichtige reden opgesomd, die
het plotseling verlaten van den dienst wettigen
als: lo. als de werkgever (of diens huisge-
Booten) den arbeider of dienstbode mishandelt,
niet waar te zijn, dan kan de gever
dat getuigenis worden aangesproken om
goeding en aan den anderen kant maakt
men een afgedankten bediende ten onrechte
te zwart, dan kan deze, als hij daardoor
schade lijdt, den voormaligen patroon aan
spreken om vergoeding. Men moet in die
getuigschriften dus de juiste waarheid zetten.
Omtrent de geschillen uit het arbeidscon
tract voortvloeiende, kan van de zijde der
arbeiders heel gemakkelijk een rechtsgeding
begonnen worden. Kan men een bewijs van
onvermogen overleggen, dan mag men
kosteloos procedeeren en behoeft het verlof
daartoe niet eerst van den rechter te worden ge
vraagd. De manier waarop omtrent dit arbeids
contract recht kan worden verkregen, is, zegt
Spreker, op eenigszins slordige wijze geregeld
en daar de patroon uit den aard der zaak
zelden een bewijs van onvermogen kan
krijgen, is deze rechtsspraak gunstiger voor
de werknemers dan voor de werkgevers.
Spreker staat er vervolgens even bij stil,
dat als geen scheidslieden worden benoemd,
alle zaken betrekkelijk de arbeidsovereenkomst
door den Kantonrechter behandeld worden
en slechts bij sommen f 50 te bovengaande
is hooger beroep bij de rechtbank mogelijk.
Wat wenschelijk is, een schriftelijk arbeids
contract te maken of niet wil Spr. aan het
slot zijner rede behandelen. Eerst nog wil
hij wijzen op een
bij deze wet, dat is
contract. Heeft eeu
op ernstige wijze bedreigt of beleedigt, 2o.
verleiding tot handelingen strijdig met wetten
of goede zeden, 3o. het loon niet op tijd
betalen, 4o. als kost en inwoning (waar die
bedongen zijn) niet behoorlijk zijn, 5o. als
geen voldoend werk wordt verschaft, waar
het loon afhankelijk is van den volbrachten
arbeid, 6o. waar hulp bij den arbeid is toe
gezegd, deze niet wordt verstrekt, 7o. wanneer
de werkgever de plichten veronachtzaamt,
welke de overeenkomst hem oplegt, 8o. wan
neer de werkgever zijn ondergeschikten tégen
hun zin, werk gelast in het bedrijf van een
ander, 9o. wanneer het in dienst blijven gevaar
oplevert voor leven, gezondheid, zedelijkheid
of goeden naam, en lOo. wanneer de arbeider
door ziekte of andere oorzaken den bedongen
arbeid niet kan verrichten.
Wie nu ontslag geeft zonder dringende
redenen, is verplicht het loon uit te be
talen en in sommige gevallen nog schade
vergoeding bovendien, zooals boven reeds is
aangegeven, en ook hij die binnentijds den
dienst verlaat, verbeurt het nog te vorderen
loon en ook schadevergoeding, indien dit
vooraf bepaald is. De practijk zal evenwel
leeren, dat het in vele gevallen ondoenlijk
zal zijn, die te verhalen op het dienstperso
neel, zooals omtrent het staangeld boven
ook reeds besproken is.
Hoe gaat het nu bij werkstaking Dit is
niet altoos een streven om den dienst te
eindigen, maar gewoonlijk is het te doen
om betere voorwaarden of hooger loon te
verkrijgen. Toch is het aan den anderen
kant waar, dat de arbeider die staakt, niet
voldoet aan de opdracht, hem verstrekt, en
dus is hij aansprakelijk om schadeloosstelling.
Dit zal in de meeste gevallen evenwel ook
al weer een doode letter blijken, en te
meer als de onderhandelingen tot overeen
komst leiden, zal ten minste die schade
loosstelling wel op niets uitloopen.
Nog een soort van overeenkomst dient
besproken en wel het concurrentiebeding,
d.i. een verbod aan den arbeider om bij ’t
verlaten van den dienst, in dezelfde plaats
voor zijn eigen rekening of ook in dienst
van anderen den patroon geen concurrentie
aan te doen. Dit is vaak noodig om met
de geheimen van het vak of de technische
vaardigheid, in dienst van den patroon ver
kregen, later niet te kunnen gaan concur-
reeren. Deze bedingen hebben nu wettelijk
recht verkregen, als zij volgens de wettelijke
voorschriften zijn bedongen, en de schade
vergoeding, is dan wettelijk recht geworden.
Er zijn echter ook weer dringende redenen,
welke dit recht doen vervallen. Alles in de
puntjes aan te geven, zou ons verslag al te
uitvoerig doen worden.
Omtrent getuigschriften valt ook nog al
wat op te merken. In het algemeen moet
men hiermee voorzichtig zijn. Zijn de ge
tuigenissen te gunstig, en wordt er omtrent
bekwaamheid iets in gezegd, wat later blijkt
van
ver-
De Voorzitter zelf wenschte ook
vragen te doen, en wel of een
wegens schuld beslag op het loon
ondergeschikte heeft laten leggen
i/g van het weekloon kan in houden,
die volgende week opnieuw beslag moet
laten leggen dan wel dat één procedure
voldoende is, om dan wekelijks i/g weekloon
in.te houden zoolang de geheele schuld is
afgedaan, en ditzelfde zou hij ook wel
wenschen te weten omtrent geleend geld.
De heer Eisma antwoordt nu wat de
vraag aangaat bij de landbouwwerkzaamheden,
dat in het algemeen het loon moet worden
betaald vólgens den overeengekomen tijd en
wordt er niet gewerkt, dan moet toch eigen
lijk het loon worden betaald. Toch kan zich
bijv, bij hooiers het geval voordoen dat er
overmacht heerscht, dat is een wettelijke
benaming voor omstandigheden die ’t werk
onmogelijk maken. Regenacbtig weer kan
dan wellicht wel als overmacht beschouwd
worden. Overmacht geldt ook als er werk
staking is, en door ’t afwezig zijn van
eenigen, den anderen, die wel willen werken,
geen geregelden arbeid kan verschaft worden,
dat kan zich in fabrieken heel goed voor
doen. De overmacht nu is een reden, die
de verplichting om te loonen voor arbeid,
die niet verricht wordt, in te houden.
Maar voor de hooiers is dan gewoonhjk
nog wel eenig ander werk te vinden, maar
wat de wettigheid aangaat, is Spreker het
eens met de opvatting, die de Leeuwarder
Courant verkondigde.
Wat de vragen van den heer Terhenne
betreft, deze kunnen in één slag beantwoord
worden.
Iemand kan ineens beslag laten leggen
voor de geheele verschuldigde som, en dan
iedere week een deel van het weekloon in
houden tot de geheele schuld is vereffend.
Doch de patroon kan alleen bij ’t eindigen
van den werktijd beslag leggen als meer voor-
vakvereeniging een gezamenlijke overeen
komst opgemaakt, over de voorwaarden van
den arbeid, dan mag als particulier door
geen hunner daarvan worden afgeweken, en
ook kan een patroon voor zijn fabriek of
werkplaats een arbeidsreglement opstellen,
altijd met inachtneming van eenige wettelijke
bepalingen, en dan moet ieder werkman
daarvan een afschrift hebben, en bovendien-
moet er ter griffie van het Kantongerecht
een afschrift gedeponeerd worden dat voor
het publiek ter inzage ligt. Dit laatste vindt
Spreker al heel vreemd, hij begrijpt niet
dat het publiek daarmee iets te maken heeft.
Dan wil Spreker ten slotte nog behan
delen waarom hij over ’t algemeen zou
aanbevelen om geen schriftelijk contract te
sluiten met zijn bedienden, arbeiders en
dienstmeisjes. De verhouding tusschen werk
gever en werknemer moet zijn, zooals deze
wet dat omschrijft als//goede mannen
naar billijkheid". Elk der partijen moet zijn
verplichtingen begrijpen en de wet moet
niet leiden tot verscherping der verhou
dingen, maar wel tot Eet bekomen van
betere toestanden. Schriftelijke bepalingen
zijn meestal beperkingen en zulke bepalingen
worden dan ook, dat is te Leeuwarden reeds
gebleken, met wantrouwen aangezien. Alleen
in buitengewone omstandigheden dus zou
Spreker slechts een schriftelijk contract
durven aanbevelen. Omtrent den opzeggings
termijn bijv, zou soms wel een nadere re
geling gewenscht kunnen zijn, doch dit kan
ook heel goed mondeling geregeld worden.
Is dan, zoo besluit Spreker, is dan alle
goede trouw verdwenen Mag men weder
zijds niet verwachten dat men zich zal
gedragen gelijk het betaamt Het goed
vertrouwen is het zwaartepunt van deze
wet. Van de goede bepalingen zal men be
leven veel zegen, en dus behoeft men deze
wet niet te vloeken, maar te beschouwen
als een werk van betere regeling van den
arbeid, als een werk van hoogere sociale
opvatting. Applaus.
Bolswardsche Courant,