Kieuws- en Advertentieblad
Bols ward en Wonseradeel.
I
No. 16.
1909.
Verschijnt Donderdags en Zondags. 48ste Jaargang.
I
Donderdag 25 Februari.
3
Voor het Kantongerecht.
r
VOOR
I
Afzonderlijke nos.
opleiding ontvangen,
waarvan
nog
voor
het
voor
I
van
den grootsten veestapel
bedenke wel, dat de
voor jongelieden uit
Rijksschoolterwijl
w
er niet bij was.
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
ze niet op het erf
B o 1 s w a r d, 19/2 1909.
Zitting van Vrijdag 19 Febr. 1909.
Nadat in geheime zitting 4 zaakjes van
minderjarigen waren behandeld, n.l. van 3
jongelui van Bolsward wegens straatschenderij
•en iemand uit Lollum die een rijwiel zonder
licht bereed, werd het eerst aan de orde
gesteld een strafgeding tegen 2 jagers.
Op den 2den Kerstdag ’s morgens omstreeks
10 uur, kwamen een 7 a 8tal mannen op
het boerenerf toe van H. Adema op Jonkers
huizen nabij Tjerkwerd. Twee dezer personen
waren voorzien ieder van een dubbelloops
jachtgeweer en het was blijkbaar te doen
om de eenden, die daar op het erf zaten.
Wellicht hebben ze gedacht dat het manvolk
naar kerk was, en zij dus ongehinderd hun
slag konden slaan. Evenwel de boer kwam
zelf uit het huis en wilde ze beletten aan
zijne eenden te komen, maar zij waren zoo
dicht bij hun buit, een zoo’n bejaard man
daar behoefden ze niet voor terug te deinzen,
en met dreigementen van heengaan of dood
trappen, was de boer genoodzaakt zich terug te
trekken en in huis in veiligheid te komen.
Hij aanschouwde nu, hoe daar zijn eenden
werden geschoten en meegenomen. Met een
18tal eenden als buit ging het gezelschap
er van door.
Dat de politie hiervan aangifte werd
gedaan is waarlijk niet te verwonderen en
heden staan terecht 8. N. van Bolsward en
J. K. van Schettens. Beiden zijn tegenwoordig
en bekennen, dat zij die eenden bemachtigden,
maar zij hadden als jagers er recht op. De
boer beweert wel, dat het zijn eenden zijn,
maar dit is niet zoo, zeggen zij, het waren
veldeenden, waarop niemand eigendomsrecht
heeft.
H. Adema, getuige, verklaart dat het zijn
eenden zijn, hij bewaarde ze des nachts in
de schuur en toen die jagers kwamen, zaten
ze op zijn erf.
De bekl. zeggen dat
maar op het ijs zaten.
C. Conradie, de polsdrager bevestigt, dat
die eenden daar bij den boer bemachtigd zijn,
maar aan wie ze behooren, weet hij natuurlijk
niet.
Getuige Adema verklaart nog dat hij voor
het geweld moest wijken. Hij had eenige
der eenden wel als zijn eigendom kunnen
herkennen maar ’t werd hem belet. Door de
bedreigingen tegen hem geuit, moest hij zich
wel verwijderen. Hij vertelt nog, als bewijs
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
.10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
hoe onbesuisd hier geschoten werd, dat een
hagelkorrel door een koevenster is gegaan.
De heer Kantonrechter ziet in het optreden
dezer beklaagden een zeer ernstige overtreding,
’t Is maar gelukkig voor hen, dat de jacht
wet geen hooger maximum stelt, op dit
maximum kunnen ze al vast rekening maken.
Ware het wettig bewijs van eigendom dezer
eenden geleverd, dan hadden bekl. voor dief
stal moeten terecht staan, en zouden ze er
niet zoo gemakkelijk afkomen. Het lijkt wel
dat bekl. zich in Amerika denken, en zij
maar op plundertochten kunnen uitgaan.
Eisch voor elk f 20 of 4 dagen en voor
ieder buitgemaakte eend f 1 of 1 dag, dus
samen nog f 18 of 18 dagen.
Nadat deze zaak, die begrijpelijkerwijze
zeer de aandacht van het aanwezige publiek
trok, was afgehandeld, werden bij verstek
nog eenige lichtlooze wielrijders, een paar
gevallen van dronkenschap behandeld, waarop
weer een jachtovertreding volgde.
Den 11 Jan. waren een rijksveldwachter
en een gemeente-agent van Workum op sur
veillance, en vermoedden dezen, dat er in
den Workumer meerpolder gejaagd werd.
En ja hoor, toen zij om den hoek kwamen,
zagen zij twee personen zich haastig ver
wijderen, die zich achter de rieten of russchen
verborgen hadden gehouden en blijkbaar op
de eenden daar in den omtrek loerden, want
een jachtgeweer hadden ze bij zich. De
politie riep ze aan om te blijven staan, maar
des te sneller gingen ze er van door, en na
een poos achtervolging moest de politie den
wedloop opgeven. Daarmee was de jager, die
herkend was, er evenwel niet af, en ’s avonds
kreeg hij bezoek aan huis van de mannen
der wet, doch hij hield zich van den domme,
had met geen geweer geloopen, was alleen
met een puthaak eens ’t veld in geweest.
Heden staat terecht F. v. d. P. te Wor
kum, wegens het zich met geladen geweer
in het veld bevinden. Bekl. is tegenwoordig
maar ontkent een geweer gehad te hebben,
het was waarlijk een puthaak geweest, en
dan begrijpt hij ook niet hoe in het proces
sprake kan zijn van een zzgeladen” geweer,
dit heeft de politie niet kunnen con-‘
stateeren, evenmin kan zij de waarde schatten
en toch staat daarvoor f 15 gerekend.
De beide agenten bevestigen wat zij in ’t
verbaal opteekenden, dat het geen puthaak
was hebben zij heel duidelijk gezien, en zelfs
hebben zij nog gemerkt hoe de kameraad
van bekl. onder ’t Joopen nog pogingen deed
om ’t geweer uit elkaar te nemen om er
minder hinder van te hebben bij hun vlucht.
De heer Kantonrechter antwoordt bekl.
verder, dat als iemand met een geweer loo-
pende, door de politie wordt aangeroepen en
toch er van doorgaat, het geweer als geladen
wordt beschouwd, en ook de waarde wordt
dan maar naar gissing geschat. Als de be
klaagden het in hun belang achten er van
door te gaan, wordt de zaak er niet beter om.
Eisch f 10 of 4 dagen en f 15 voor ’t
geweer of 6 dagen.
Bekl. is hiermee niet tevreden. Hij had
geen geweer en met een puthaak mag hij
toch wel loopen.
H. B. te Hartwerd is melkrijder, en werd
13 Jan. bekeurd, wijl de melkkannen op zijn
wagen samen een inhoud hadden van 880
liter, terwijl hij naar verhouding der breedte
van de wielbanden hoogstens 800 liter mocht
vervoeren.
Bekl. is aanwezig en zegt, dat hij slechts
596 liter melk op zijn wagen had, de bussen
waren lang niet alle vol, en te zwaar gewicht
had hij dus niet.
Hem wordt geantwoord, dat niet de melk
die vervoerd wordt, maar de inhoudsgrootte
der kannen wordt gerekend. Zoodra in een
kan maar een weinig melk is gegoten, wordt
de geheele kan berekend.
Bekl. vindt dit al een zeer vreemde be
paling. Hij vervoert voor verschillende boeren
de melk en nu kan hij toch niet die melk
bij elkander doen om de kannen te vullen.
De heer Kantonrechter antwoordt, dat bij
de wet deze bepaling is gemaakt, wijl anders
alle kannen van zoo’n melkwagen zouden
moeten worden gewogen en gemeten hoeveel
liter in elke kan aanwezig is. De melkwagens
vernielen hier in onze provincie in zulke
mate de kunstwegen dat een verscherpt toe
zicht op het melkvervoer wel noodig was en
ah hij de wielbanden breeder maakt (15 cM.^
heeft hij geen gevaar voor een dergelijk
aantal kannen bekeurd te worden.
Bekl. vindt toch dat door het te zware
gewicht de wegen vernield worden, en hij
had niet te veel gewicht, doch hij neemt
nu een kar achter den wagen en plaatst
daarop ook een gedeelte der kannen.
De Kantonrechter antwoordt, dat het dan
ook in orde is, maar ’t neemt toch niet weg
dat hij 13 Januari in overtreding was.
Eisch f 5 of 4 dagen.
G. G. te Burgwerd werd 8 Jan. ook be
keurd wijl hij te veel kannen op zijn melk
wagen had. Zijn wielbanden waren 5 cM.
breed en dan is 400 liter het maximum.
Eisch f 5 of 4 dagen.
N. V. te Makkum was 14 Jan. te Zurich
met 3 honden onder de kar. Hij verwijderde
zich van de kar en liet de dieren met de
kar onbeheerd op den publieken weg staan,
toen de politie daar juist arriveerde. Hij
zzwas er bij” omdat hij
Eisch f 3 of 2 dagen.
J. V. te Workum werd 19 Januari in
’t veld aangetrofl’en met een „afdraaier”.
Dit schietgeweer werd in beslag genomen
en behalve dat dit nu verbeurd verklaard
wordt, luidt de eisch bovendien f 10 of 5 dg.
K. D. te Workum was 15 Jan dronken.
Eisch f 3 of 2 dagen.
G. St. te Witmarsum reed 16 Januari
’s avonds 6 uur met een wagen waarop geen
lantaarn brandde. Eisch f 3 of 2 dagen.
U. de B. te Burgwerd, A. G. te Oosterend,
L. D. B. te Makkum en T. Gl. te Exmorra
zijn allen bekeurd op het berijden van een
fiets zonder het vereischte licht te branden.
Voor den eerste is de eisch f 1 of 1 dag,
voor de anderen elk f 3 of 2 dagen.
D. D. te Tirns werd te Rien aangetroffen
in zzkenlijken staat”. Het is hem reeds meer
malen overkomen en daarom luidt de eisch
10 dagen hechtenis.
8. H. te Idsegahuizen werd bij avond op
een rijwiel zonder licht gezien. Eisch f 3 of 2 d.
8. R. te Witmarsum was 25 Jan. te Arum in
zwaaienden gang, met dubbelslaande tong en
wat dies meer zij. De eisch hiervoor is f 15
of 3 dagen.
K. F. te Arum werd dienzelfden dag ook
in benevelden toestand aangetroffen. Voor
hem luidt de eisch f 3 of 2 dagen.
K. H. te Wons werd ’s nachts 3 uur op
den weg aangetroffen zonder licht op zijn fiets.
Wie zou op dat nachtelijk uur ook een
politie verwachten en ’t was mooie lichte
maan, dus...
Maar ja, toch hoor, ook ’s nachts ben je
niet veilig voor ’t wakend oog der politie om
de wet te ontduiken. Eisch f 3 of 2 dagen.
M. J. te Arum had 30 Jan. twee honden
onder zijn kar en een er van had geen muil
band om. Eisch f 3 of 2 dagen.
In den nacht van 30 op 31 Januari om
streeks 12 uur, werd te Workum bij M.
Steigenga het blind voor de ramen opge
scheurd, en daarna baldadig op de glazen
geslagen. De huishouding was al ter ruste
gegaan, alleen de man was nog op, doch
stond ook gereed ter kooi te kruipen. Het
baldadig gespuis om huis deed ook de vrouw
weer te voorschijn komen en door de ramen
zagen man en vrouw duidelijk dat er aan
eiken kant van het raam een man stond, die
op de glazen sloegen. Zij herkenden ze goed
want het maantje scheen helder. Zij waren
over deze rustverstoring zeer slecht tevreden
en gaven er de politie kennis van, die de
twee daders proces-verbaal beteekende.
H. V. en E. S. beiden te Workum, staan
daarom heden terecht doch ontkennen daar
geweest te zijn. Hun houding en gedrag ge
tuigt dat zij zich van de zaak niet veel
schijnen aan te trekken, maar Steigenga en
de vrouw verklaren beiden beslist hen te
hebben herkend als de daders, en de getui
genis van de politie strekt deze twee jongelui
niet tot eer.
Na een ernstige waarschuwing, die zij ook
nog al luchtig schijnen op te nemen, luidt
de eisch voor ieder f 15 boete of 3 dagen
hechtenis.
Bekl. zijn met dien eisch niet tevreden,
zij nemen niets aan, want zeggen ze
wij zijn onschuldig.
De uitspraak van alle behandelde zaken
wordt bepaald op Vrijdag 5 Maart a.s,
daar hun
velen beroemd zijn.
Toen besloten werd tot reorganisatie en
het stichten van een Rijkszuivelschool
hebben verschillende heeren getracht deze
te Leeuwarden te krijgen. Bolsward behield
echter de eer.
De school kan niet meer leerlingen be
vatten dan ze thans telt. Er is niet
gerekend en volstrekt geen behoefte
op een grooter aantal, wil men de sollici
tatie van bekwame mannen, die gevormd
zijn in een tweejarigen cursus, niet over
voeren en de belooning voor directeuren
van zuivelfabrieken niet weer gaan drukken.
De directeur en leeraren der school, ver
kozen uit de beste krachten die in ons
land bestaan, zijn uitmuntend geschikt voor
hun moeilijke taak.
De jongelieden, die tot de school zijn
toegelaten, hebben het rustiger te Bolsward
dan te Leeuwarden, waar meer gelegenheid
bestaat tot uitgaanzij kunnen alzoo,
zonder veel afleiding, de onderscheidene
vakken van onderwijs behoorlijk leeren. De
uitkomst van de vorige cursussen bewijst
dat, want de meesten hunner vonden reeds
goede plaatsing door het bezit van het
getuigschrift, waaruit blijkt, dat zij het
onderwijs aan de school met vrucht hebben
gevolgd.
Bovendien is het een feit, dat Bolsward
ligt in het midden van de beste klei
gronden en van
der provincie. En men
school niet enkel is
den omtrek, maar eene
de jongelieden te Bolsward veel goedkooper
kunnen inwonen dan te Leeuwarden.
Met dankzegging voor de plaatsing van
bovenstaande Uw dw. dn.
O.
Op verzoek nemen wij het volgende over
uit bet Algemeen Handelsblad
Landbouw en Veeteelt in Friesland.
Men schrijft ons uit Friesland
Zoo in één provincie van Nederland, dan
heeft in Friesland de ontwikkeling van
landbouw en veeteelt met alles wat er toe
behoort, in de laatste jaren een hooge vlucht
genomen. Voor een groot gedeelte is dit
wel te danken aan de Friesche Maatschappij
van Landbouw, die nu eenige jaren geleden
haar gouden jubilé mocht vieren, maar
tevens aan de krachtige bevordering van
landbouw en veeteelt, trouwens de hoofd
bronnen van bestaan in Friesland, door het
gewestelijk bestuur, dat nu reeds sedert
lang, jaar op jaar weinig minder dan
f 40.000 tot genoemd doel op de prov.
begrooting uittrekt.
Daarbij komt het landbouw onderwijs, tot
het ontvangen waarvan al meer en meer
op tal van plaatsen de gelegenheid werd
geopend mede door toedoen van genoemde
Maatschappij. Zoo is er thans op 20
plaatsen een wintercursus uitsluitend voor
landbouwerszoons, waaraan door meer dan 300
jongelui wordt deelgenomen op 9 plaatsen
een cursus voor volwassenen in bemestings-
proevenop 2 plaatsen een cursus
volwassenen in de behandeling van
graslandop 4 plaatsen een cursus
volwassenen in de gezondheidsleer van het
vee; op 15 plaatsen een cursus in paarden-
en veekennisop 3 plaatsen een cursus in
het landbouw-boekhouden. Al deze cursussen
worden door het Rijk gesteund met te
zamen f 7200 ’s jaars.
Behalve deze cursussen zijn er te Leeu
warden een landbouw-cursus voor onder
wijzers en vanwege genoemde Maatschappij
3 cursussen voor melkonderzoek voorts op
5 plaatsen een cursus voor het personeel
van zuivelfabrieken, uitgaande van den
bond van coöperatieve zuivelfabrieken in de
provincie, op 2 plaatsen een cursus voor
hoefbeslag, uitgaande van de vereeniging
zzHet Friesch Paardenstamboek", geldelijk
gesteund door het Rijk en de provinciale
regelingscommissie voor de paardenfokkerij
in Friesland.
Vanwege het Rijk zijn er nog 2 in
richtingen de landbouwwinterschool te
Leeuwarden, die jaarlijks door verscheidene
jongelieden uit den omtrek wordt bezocht
en de zuivelschool te Bolsward, van welke
ditzelfde niet kan worden getuigd. Het
gemiddeld getal leerlingen dezer school is
niet meer dan 15. De fout ligt in de
plaats, waar deze school is gevestigd. Zooals
men zal weten was de hoofdstad der pro
vincie er voor aangewezen en ware hieraan
gevolg gegeven, dan zou de school zeker
tot bloei zijn gekomen. Door verschillende
invloeden werd Bolsward er voor gekozen,
maar nu heeft de school ook een kwijnend
bestaan, wat dadelijk werd voorspeld toen
het wijzigingsbesluit werd genomen.
Als antwoord daarop verscheen het vol
gende in genoemd Blad.
Aan de Redactie
In uw blad van 19 Febr. j.l. onder
zzLandbouw", schrijft men uit Friesland,
omtrent de vanwege het Rijk te Bolsward
geplaatste Zuivelschool, dat deze inrichting
niet meer dan 15 leerlingen telt, als gevolg
van de plaats waar de school is gevestigd
ware, zoo wordt beweerd, de hoofdstad der
provincie er voor aangewezen, dan zou de
school zeker tot bloei zijn gekomen, nu
heeft ze een kwijnend bestaan.
Naar mijne bescheiden meening mag het
wel eens uit zijn met die wrevelige ont
boezeming, met de teleurstelling van degenen
die alle moeite hebben aangewend om de
school van Bolsward naar Leeuwarden over
te brengen, met de klacht dat Bolsward
niet zoo geschikt ligt en met de onware
mededeeling dat de school een kwijnend
bestaan heeft.
Er is in het geheel geen fout begaan,
door Bolsward te kiezen. Dit weet de Mij.
van Landbouw en Veeteelt in Friesland
evengoed als de Regeering.
De school werd, als eene vereeniging,
die tot stand gekomen is op initiatief van
de voormelde Mij. en door den grooten
financieelen steun der gemeente, te Bolsward
gevestigd pirn, 90 zuiveldirecteuren hebben
Bolswardsclie Courant
i
I