Kieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
I
1909.
No. S7.
48ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
I I
l.
Zondag 4 April.
Uit de Raadszaal.
I
I
VOOR
Afzonderlijke
Voorzitter
den raad
f
al of niet verdere
de
W. om
Vergadering op Donderdag 1 April 1909.
genomen,
moeielijk.
om
in
gezegd
F
dan zou ’t toch nog vreemd zijn, dat de
anderen garandeeren, wat door een of twee
wordt uitgevoerd.
Men zei ook „er
Ook dat betwijfel ik.
doen aan
terrein zou het
kunnen worden
I
kan verlengd worden,
genomen hebben van
besloten worden om
publiciteit aan
Het voorstel
van B. en W. wordt de wijzi-
F
r
Ij
lh
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
toestand heeft bestaan door dat den geheelen
winter dien gashouder reeds op nonactiviteit
moest worden gesteld. Voor den komenden
winter kan het werk genoeg klaar zijn, en
gelijk ik in de vorige vergadering ook reeds
heb besproken, ik ben van meening dat onze
timmerlieden, die de lasten der gemeente
dragen, ook in de gelegenheid behooren te
worden gesteld mee te dingen als er voor
hen wat te verdienen valt. Ik zal daarom
tegen het voorstel B. en W. stemmen en
hoop dat de meerderheid van den raad met
mij gaat.
De Voorzitter, ’t Is volstrekt niet de
bedoeling van B. en W. om tegen te werken,
dat onze aannemers zullen mogen meedingen.
In de vorige vergadering heb ik zelfs gezegd,
dat ik ’t bij voorkeur door een ingezetene
zou zien uitgevoerd, maar de heer Bakker
heeft bezwaren geopperd in verband met de
waterbouwkunde. Steeds heeft deze voorop
gesteld, dat dit werk secuur moet worden
uitgevoerd en de inmenging van derden kan
het werk nadeel doen. Nu wordt door de
vereeniging van aannemers hier wel garantie
beloofd, maar kan die vereeniging dit doen
Heeft die rechtspersoonlijkheid Hoewel
in 't algemeen alle werkzaamheden liefst
in de stad houdende, zijn er toch ook
gevallen dat men daar buiten moet gaan.
Dat gaat evenzoo met de werken des rijks,
en ook bij de gasfabriek zijn van de overige
werken verschillende constructiën, die niet
door ingezetenen konden verricht worden.
Enkel en alleen om het werk zelf wordt
door B. en W. het voorstel gedaan.
De heer Roeier. Een kleine opmerking wil
ik hierop maken. Dat die fundeering zoo’n
vreeselijk stuk werk is, daar heb ik in ’t
begin niets van vernomen. Nu het plan
Bakker komt, schijnt dit slechts door één
persoon te kunnen worden gedaan. Mij dunkt
echter, dat onze aannemers dat ook heel wel
kunnen.
De heer Eerdmans. 't Is moeielijk voor
niet-deskundigen om hierover een besluit te
nemen. Mij dunkt toch als bij het eerste
oorspronkelijke plan onderheiïng was voor
geschreven, zou dit zeker aanbesteed geworden
zijn, en dat zulks nu niet kan, ligt aan den
heer Bakker. Ik vraag mij echter af, gaat
het werk van den gemeenteraad uit of van
den heer Bakker? En hierbij zijn twee be
langen verbonden, n.l. Ie Bakker te behouden
als opzichter en 2e het werk te laten aan
besteden, zoodat ook werklui uit onze ge
meente kunnen mededingen. Ik zou gaarne
die twee belangen willen vereenigen en zou
dat niet kunnen door het werk bij publieke
aanbesteding te doen uitvoeren onder toezicht
van den'heer Bakker?
De heer v. d. Meer. Reeds door enkelen
is het aangestipt, dat wij bier allen staan
als niet-deskundigen. B. en W. hebben zich
neutraal, totaal onzijdig gehouden, ofschoon
zij ook liever het werk zouden houden in
de plaats. Er is hier een strijd van belangen.
Een tracht deze belangen te vereenigen, doch
’t is hier geen algemeen plan, doch een
speciaal plan. Drie plannen hadden wij, waar
van twee zijn afgekeurd en een, het plan
Bakker, is over gebleven, dat speciale be
kwaamheden vraagt. Als het alleen ’t heiwerk
betrof, dan kon ’t nog wel in de plaats
blijven, maar betonwerk vraagt bijzonder toe
zicht en toewijding. De heer Bakker wijst
er dan ook op dat de N. T. M. bij haar
gebouw hier ter stede een bijzondere firma
de betonformatie opdroeg. Ér zijn firma’s
die niets anders doen dan zulk werk, en wij
als niet-deskundigen kunnen daarover geen
oordeel vellen. Onder den gasketel zullen 25
putten komen, nu moet de druk zuiver gelijk
verdeeld worden, want geschiedt dit niet dan
zal men later gebreken krijgen. Ik vraag dan
ook, hoe kan ’t nu anders, dan in het rapport
is omschreven? Men zegt wel, onze aannemers
geven dezelfde garantie, maar dat betwijfel ik.
De vereeniging bezit denkelijk geen rechts
persoonlijkheid, doch al ware dat wel ’t geval.
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 .Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
en voor dien tijd zullen vyij waarschijnlijk
geen vergadering meer hebben.
De Voorzitter. Die missive van 11 Maart
is aan B. en W. gericht, daarvan is mede-
deeling gedaan, en die lag ter inzage met
het antwoord. De leden konden er kennis
van nemen, ’t Gaat moeielijk aan, nu te
beslissen over de opname in ’t verslag, en
ik ben er ook voor om de behandeling uit
te stellen. Het antwoord van B. en W. is
trouwens reeds verzonden aan Gedeputeerden.
De heer Cuperus zou graag hooren, of de
missive aan B. en Wdan wel aan den
raad is verzonden.
De Voorzitter leest een clausule uit die
resolutie, waaruit blijkt, dat naar aanleiding
der gehouden kasverificatie door Gedepu
teerden eenige opmerkingen zijn gemaakt, om
„die ter kennis uwer vergadering te brengen”.
De heer Vis. Door dit gedeeltelijk voor
te lezen, wordt niet de geheele waarheid
gezegd. Er staat in dat het noodig wordt
geacht dat het ter kennis van
wordt gebracht.
De Voorzitter leest nu nog een clausule,
waarin staat dat het niet alleen onder de
aandacht van B. en W. wordt gebracht,
maar „ook aan den raad kennis er van moet
worden gegeven”.
De heer Vis. Ik handhaaf dus mijn
voorstel. De heer Rosier ondersteunt het.
De heer Lunter. Ik ben beslist tegen dit
voorstel. De stukken lagen in portefeuille,
ieder kon er inzage van nemen, en van de
opname in ’t raadsverslag zie ik de nood
zakelijkheid niet in.
De heer Oosterbaan. Ik begrijp dus dat
het toch aan den raad is gericht. Wijl
allen nog geen kennis van den inhoud hebben
is de discussie daarover thans
Ik ben voor ’t voorstel v. d. Meer
i de beslissing uit te stellen.
De heer Eerdmans. De ter inzage ligging
Als alle leden kennis
den inhoud, kan beter
er
te geven.
van den heer v. d. Meer,
ondersteund door den Voorzitter, wordt aan
genomen met 9 tegen 4 stemmen (de heeren
Boersma, Vis, Rosier en Heukels.)
PUNTEN van BEHANDELING.
1. Behandeling van het adres van
timmerheden-patroonsvereeniging, omtrent tim
mer- of metselaarswerkzaamheden aan de hei-
fundeering van den gashouder, met advies van
Burgemeester en Wethouders.
Het in de vorige vergadering besproken
overleg met den heer Bakker heeft plaats
gehad, en deze heeft bij uitvoerige missive
geantwoord. Nog is ingekomen van de ver
eeniging Timmerlieden alhier een nader
schrijven, waarin zij nogmaals verzoeken,
voor de uitvoering der fundeeringswerken
onder den gashouder in aanmerking te komen,
en zij gezamenlijk de garantie willen geven,
die in het rapport Bakker werd aangeboden.
De heer Bakker zegt in zijn nader rapport,
dat de uitvoering minder geschikt is voor
publieke aanbesteding, wijl de uitvoering
speciale kennis eischt van waterbouw. Zonder
aan met opzet knoeien te denken, kan toch
een kleine fout bij een der fundeeringsputten
begaan, oorzaak zijn, dat later de ongelijke
druk ongewenschte gevolgen heeft. Dan nog
gaat met de aanbesteding altoos eenigen tijd
verloren, heeft de aannemer soms de ver-
eischte gereedschappen niet voorhanden, wat
ook tijd kan vorderen, zoodat latere inge
bruikstelling van den gashouder kan ont
staan. Hij merkt op, 'dat de uitvoering van
betonwerken uit den aard slechts aan des
kundigen kan toevertrouwd worden, en wijst
er op, dat de directie der Ned. Tramweg-
Mij. de betonwerken daarom ook niet door
den aannemer van den bouw alhier liet uit
voeren.
Op grond van een en ander stellen B.
en W. voor, op het adres der timmerlieden
afwijzend te beschikken.
De heer Boersma. Als ik den heer Bakker
goed begrijp, wil hij het werk doen uitvoeren
door iemand uit Harlingen, en ik twijfel er
niet aan, dat zal wel een goede vakman zijn.
Toch is bij mij de vraag gerezen of wij door
het werk aan een vreemden aannemer te
geven, onze timmerlieden geen brevet van
onbekwaamheid geven, en wij ze eigenlijk
niet mogen passeeren. Die gedachte heeft
mij geleid en geen vrijheid gegeven met het
voorstel B. en W. mee le gaan.
De heer Rosier. Ook ik kan mij niet
met dat advies vereenigen. Ik betreur het,
dat er eerst een groote fout is begaan met
dien gasketel en nu zal er weer een fout
komen, door onze aannemers te passeeren en
het werk onderhands aan een buitenwonende
toe te schikken. De heer Bakker wijst in
zijn rapport op tijdverlies, doch de treurige
is nog tijd genoeg”.
Er is nog meer te
de gasfabriek en op dat bekrompen
een door het ander gehinderd
en wij moeten vóór den
winter toch de fabriek geheel op capaciteit
hebben.
Een ander zei, dat men door het aan
vreemden op te dragen, onze aannemers een
brevet van onbekwaamheid ging uitreiken.
Die uitdrukking begrijp ik niet. Onze aan
nemers hebben wel groote werken uitgevoerd
ook elders en dus staat hun bekwaamheid
in ’t vak boven twijfel verheven. In het
rapport Bakker is er op gewezen welk een
bijzondere zorg dit plan eischt. Ik geloof
wel dat de heer Bakker het opzicht zal willen
uitoefenen, ook als men gaat aanbesteden,
maar geeft ons dat dan die garantie, welke
in de uitvoering van een speciaal deskundige
ligt opgesloten? Wil de raad evenwel aan
besteden, goed, maar dan wil niet het college
van B. en W. de verantwoording dragen,
maar die rust dan op den raad.
De heer Boersma komt er even op terug, dat
hij niet zoo beslist heeft gezegd dat men
door dit werk aan vreemden te geven, onze
timmerlieden een brevet van onbekwaamheid
zou geven, doch dat het den schijn zou
hebben, als of ’t zoo was. Hij heeft toege
stemd, dat dit werk omzichtigheid eischt,
maar moet dit nu daarom juist worden uit
gevoerd door dengene, door den heer Bakker
daarvoor aangewezen? Onze timmerlieden
zullen er een eer in stellen, dat werk naar
eisch uit te voeren.
De heer v. d. Meer. De firma Boersma
van Harlingen is door den heer Bakker
slechts op ’t allerlaatste oogenblik genoemd
en waarom juist die? Omdat die al verschil
lende zoodanige werken heeft uitgevoerd.
Die is ook door den heer Klönne gevraagd,
naar de kosten volgens diens plan. Onder
den gasketel te Harlingen heeft deze firma
ook de fundeering aangebracht. De keuze is
dus wel gerechtvaardigd en ik zou denken
dat ’t een gelukkige keuze was. B. en W.
konden in hun advies onmogelijk anders
voorstellen dan het in de rapporten van den
deskundige wordt aangegeven.
Het voorstel B. en W. wordt aangenomen
met 8 tegen 5 stemmen (de heeren Boersma,
Vis, Rosier, Heukels en Eerdmans).
2. Behandeling van het adres van E. R.
Feenstra c.s. om goedkeuring van een straten
plan, met advies van Burgem. en IFeths.
Burg, en Weths. adviseeren het nu inge
diende bouwplan goed te keuren. Spoedheids-
halve is het adres direct gezonden naar de
gezondheidscommissie en het advies hiervan
wordt overgelegd.
Onder bepalingen dat de riolen van om
schreven grootte en constructie, onder den
Harlingerweg door in da oude Makkumer-
vaart zullen uitmonden, en ook derden het
recht hebben hun waterlossingen daarop aan
te sluiten, wordt voorgesteld het verzoek in
te willigen.
De heer Keikes wenscht lezing van het
adres. Dit is de vorige maal niet gebeurd.
Hieraan wordt voldaan en blijkt dat ver
zocht wordt te bouwen de woningen A aan
de straat van 8 meter, waarvan nu 4 meter
bestraat wordt, terwijl als de woningen B
gebouwd worden ook de overige 4 meter
bevloerd wordt.
De heer Keikes. Het bevreemdt mij, dat
het advies van B. en W. niets wordt
van de zaak waar het op aankomt,
terwijl een geheele pagina wordt gewijd aan
wat den raad eigenlijk niet aangaat n.l. de
rioleering. Dit is aan B. en W. opgedragen
doch de aanvraag of de straat openbare
straat zal worden, de toestemming om voor
eerst 4 meter te bestraten, daar staat niets
van in. Gaarne had ik gezien dat ook daar
omtrent nadere bepalingen gesteld waren,
o.a. wanneer ook die andere 4 meter moest
gereed zijn, en of het openbare straat zal
worden ja of neen.
De heer v.d. Meer. In het adres wordt
gevraagd het te bestemmen als openbare
straat, en dit kan niet toegestaan worden
als de rioleering niet goed in orde is. Eerst
dan komt de vraag of er gebouwd mag
worden. Het doel was om eerst de rioleering
De Burgemeester is afwezig,
is de heer Kramer.
Alle 13 raadsleden zijn present.
De Voorzitter stelt voor, het lezen der
notulen uit te stellen tot de volgende ver
gadering. Dit wordt goedgekeurd.
Ingekomen stukken
a. Resolutie van Ged. Staten, houdende
goedkeuring van het primitief kohier van
hondenbelasting.
b. Missive van de Commissie der ge-
meentereiniging, houdende inzending der
rekening balansstaat en verslag over 19Q8.
c. Missive van de Stadswerkinrichting,
houdende inzending der rekening over 1908.
Deze zal in een volgende vergadering
worden behandeld.
d. Adres van Sj. Terpstra en anderen,
bewoners aan de straat achter ’t postkantoor,
verzoekende verbetering van den v uilen toe
stand van het pad van en naar hun woningen.
In handen van B. en W. om advies.
e. Resolutie van Ged. Staten, houdende
goedkeuring der tijdelijke geldleening en der
wijzigingen der gemeentebegrootingen over
1908 en 1909.
Aangenomen voor kennisgeving.
f. Resolutie van idem, verzoekende uit
de voorwaarden voor de geldleening groot
f 11.500 te schrappen de woorden „onder
hands”, zoodat de inschrijving publiek moet
geschieden.
Op voorstel
ging goedgekeurd.
g. Een voorstel der heeren Boersma,
Rosier en van Randen, leden van den raad,
die het betreuren, dat bij de bouwing van
den grooten gashouder een ernstige fout is
begaan, wat de gemeente groote finantieele
offers zal kosten, noodigen B. en W. uit
met den Directeur der Gasfabriek in overleg
te treden, om in der minne overeen te
komen, dat niet de gemeente de geheele
aansprakelijkheid zal dragen, doch de Directeur
ook een deel der kosten zal dragen, wijl zij
meenen, dat daardoor ook de eer van dezen
ambtenaar wordt hersteld.
Gesteld in handen van B. en
advies, de Gascommissie gehoord.
De heer Vis vraagt of er‘ nog niet meer
ingekomen stukken* zijn. Hij meent dat op
een missive van Ged. Staten d.d. 12 Maart
een antwoord van B. en W. is opgemaakt,
dat wel ter inzage lag, doch waarvan door
alle leden geen inzage zal zijn genomen.
De Voorzitter. In de vorige vergadering
is besloten die missive van Ged. Staten ter
inzage te leggen.
De heer Fis. Zeker, maar er is nu een
antwoord van B. en W. op en dat had nu
bij de ingekomen stukken vermeld behooren
te worden, daar enkelen slechts kennis van
missive en antwoord zullen hebben genomen.
De heer v. d. Meer. Die missive is als
ingekomen ingediend. Het was een stuk
waarop door Gedeputeerden geen antwoord
werd uitgelokt, maar B. en W. hebben op
de bemerkingen geantwoord. Hij meent dat
de zaak daarmede voldoende is behandeld.
De heer Fis meent toch, dat de Ifteren
hiermede een beetje afdwalen. In die missive
staat, dat de opmerkingen ter kennis van
den gemeenteraad moeten worden gebracht,
die missive had dus eigenlijk ook voorgelezen
behooren ie worden, al mocht dit het Dag.
Bestuur minder aangenaam zijn. Hij vindt
nu opneming van missive en antwoord in
het off. raadsverslag nog wel noodig.
De Voorzitter. Hierover is met den Burge
meester niet gesproken. In ’t antwoord van
B, en W. zijn de gemaakte opmerkingen
behoorlijk weerlegd. Voor de raadsleden lag
dat ter inzage. Ik vind het beter om later,
als ook de Burgemeester aanwezig is, te
beslissen over de opname in ’t verslag.
De heer Vis stelt toch voor om resolutie
en antwoord in ’t off. verslag op te nemen.
De heer v. d. Meer stelt daartegenover
voor, om het aan te houden tot de volgende
vergadering.
De heer Vis. Uitstel zal moeilijk gaan,
het antwoord wordt vóór 15 April verwacht,
I
Bolswards che Courant
I