Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. n i Ld 1909. No. 28. Verschijnt Donderdags en Zondags. 48ste Jaargang. 1 l wl Donderdag 8 April. i I ^1 Voor het Kantongerecht. VOOR ifll a 5 Cent. verbeurdverkla- 1 v. G. de J. allen te BINNENLAND 39. J. S. flesch als li? Fl 1 k u R 1'1 kwamen om «Grenadine”, de andere zonder etiquet. Het onderzoek heeft voor elke en N.) een ijzer (een kobbeitel) een naburig schip. De er ’s avonds een en den agentO, nu dat wekt mijn Zitting van Vrijdag 2 April 1909. w Brandstichting De stichters van den brand te Willems oord in de Maatschappij van Weldadigheid zijn door de politie opgespoord. Het zijn twee broeders, die hebben bekend hel rieten dak aangestoken te hebben. Terwijl Zaterdag de begeleider D. van een wagen vee met bestemming voor Italië op de veelading tte Zwolle zich even uit den wagen wilde begeven voor het halen van een emmer water, werd op hetzelfde oogenblik een andere wagon tegen de zijne aangedrukt, waardoor de deur terug liep en D. met het hoofd tusschen deur en lijst bekneld geraakte. Gelukkig kwam hij er met een betrekkelijk lichte verwonding af, n.l. een paar gescheurde oorschelpen, welke door dr. Vitringa werden aangenaaid. D kon daarop in functie blijven, 4. met een 2 dagen. 5. U. maar het en daarom van de wielbanden. Eisch f 10 8. H. te Lollum, J. Y. te te op een fiets zonder ieder f 3 of 2 dagen. Nadat volgens de kinderwetten 2 over tredingen waren behandeld in geheime zitting, werd de zitting publiek en werden eerst 2 zaken aangaande de leerplichtwet behandeld. 1. J. W. te Welsrijp, tegen wien bij verstek werd geëischt f 3 of 2 dagen. 2. C. v. d. Z. te Bolsward. Deze is present en hem wordt ten laste gelegd dat zijn kind niet geregeld de school heeft bezocht. Het procesverbaal wordt gelezen, het hoofd der school gehoord of het kind nog onder de leerplichtwet valt en of het de in ’t ver baal genoemde datums de school heeft verzuimd, wat beide in bevestigenden zin wordt beant woord. Gedurende deze behandeling stond bekl. alles kalm aan te hooren, blijkbaar wel over tuigd van zijn onschuld in dezen. Het bewijs dezer onschuld verschool zich in een enve loppe, die hij achter zich, dus voor ’t oog der rechters verborgen hield, maar voor het publiek was ’t zichtbaar, dat dit document straks moest dienen, want de hand, hoewel van ’t ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Eranco per post 50 Cents. Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar aangetoond dat ,/Grenadine”-flesschen ook jenever kunnen bevatten. Eisch f 30 of 20 dagen, en ring der in beslag genomen sterken drank. 10. H. M. te Burgwerd en 11. J. v. K. te Corn werd zijn bekeurd wegens rijden op een rijwiel zonder licht. Eisch ieder f 3 of 2 dagen. 12. Tj. W. te Makkum liet een trekdier onbeheerd op den weg staan terwijl hij zich even verwijderde. Eisch f 3 of 2 dagen. 13 P. K. H. te Burgwerd vervoerde wat te veel melkkannen op zijn wagen, naar verhouding der breedte der wielbanden. Eisch f 10 of 5 dagen. 14; J. de B. te Workum reed met paard en wagen in draf over een Brug aldaar. Bekl. is niet aanwezig, maar de twee getuigen wel. De eene verklaart dat hij er in harden draf overging, de andere sprak van in vliegenden draf, dus volgens beider verklaring strookte de overtocht niet met het bordjeSTAPVOETS. Eisch f 5 of 4 dagen. 15. M. B. te Stavoren werd bekeurd wegens openbare dronkenschap. Eisch f 10 of 3 dagen. 16. K. T. te Witmarsum en 17. A. R. te Schaard zijn melkrijders die te veel melk bussen op hun wagen hadden. Eisch voor ieder f10 of 5 dagen. 18. H. R. te Bolsward dronken. Eisch f 3 of 2 dagen. 19. S. M. te Wommels reed in draf door de kom van het dorp waar door borden is aangegeven dat daar stapvoets moet Worden gereden. Eisch f 3 of 2 dagen 20. J. P. te Exmorra had 24 Feb. te veel melkkannen op zijn wagen. Eisch f 10 of 5 dagen. 21. J. B. te Sneek reed over Lutkewierum met een hondenwagen, en had geen naam en woonplaats op zijn kar. Eisch f 5 of 4 dagen. 22. F. de V. te Kimswerd had den 4 Feb. een minderjarigen knecht in zijn werk plaats bezig bij een machine, waarvan de kamraderen niet behoorlijk waren beschut, zooals dit door den inspecteur van den arbeid was voorgeschreven. Eisch f 10 of 5 dagen. 23. R. v. d. W. te Pingjum had 26 Feb. zijn paard en wagen even onbeheerd op den weg staan, toen juist de politie daar langs kwam. Bekl. is tegenwoordig en bekent de overtreding, hij heeft altoos een bij het paard, als hij boodschappen bij de menschen heeft, maar toen was er geen jongen in de nabij heid. Eisch f 3 of 2 dagen. 24. H. d. V. te Oosterend is vracht rijder. Hem werd ten laste gelegd niet behoor lijk te zijn uitgeweken met zijn hondenkar toen een wagen hem tegenkwam, en tevens dat hij op de kar bleef zitten. Er had een aan rijding der voertuigen plaats, waarom eene klacht tegen den map van de hondenkar werd ingediend. Deze is heden tegenwoordig, zegt wel uitgeweken te zijn, maar de wagen week te laat uit, zoodat toen hij er naast was, het achterwiel nog niet ver genoeg van de midden was, en daardoor botsten de wielen even. De getuige Rolsma, de bestuurder van den wagen, zegt dat het aanrijden ontstond, doordat beklaagde op de kar was blijven zitten, en de honden den draai om zijn wagen te kort namen. Het wiel van getuiges wagen was beschadigd en zakte spoedig in elkaar. Bekl. zegt dat de botsing weinig betee- kende. Hij heeft aan zijn kar ook geen averij opgedaan, maar ’t wiel brak even verder in de weeke modder van een dam. Nog een tweede getuige Dirkje de Jong had de aanrijding gezien. Zij meent dat beide wagens wel genoegzaam uitweken, en er geen ongeluk zou zijn geschied, als beklaagde even van de kar was gesprongen. Nu namen de honden den draai wat te kort. Bekl. beweert dat deze getuige het niet gezien heeft, maar is opgesnord, om toch maar een getuige te hebben. Getuige zegt hier tegen in, dat zij aan ’t kanschoonmaken was, en heel goed heeft gezien, hoe ’t ongeluk ontstond. Eisch wegens ’t blijven zitten op de kar f 5 of 4 dagen, met vrijspraak voor ’t ten laste gelegde niet uitwijken. 25. H. E. te Oldehove, is bekeurd wijl hij te Stavoren, waar zijn schip in de gracht 45. Tegen J. G. V. te Workum werd een klacht ingediend wijl hij met een geweer in het veld was, zonder daartoe gerechtigd te zijn. Twee getuigen bevestigen de aanklacht. Bekl. zegt dat het er om te doen was hem er in te laten loopen. ’t Is niets dan verraderij en wel om te maken dat hij ’t volgend jaar geen jachtactë zal kunnen krijgen. De eisch luidt f 10 of 4 dagen en voor 't niet in beslag genomen geweer ook f 10 of 4 dagen of de uitlevering van ’t ver beurde wapen. 46. M. W. te Bolsward was 9 Maart dronken op de oude Turfkade alhier. Eisch f 3 of 2 dagen. 47. T. V. te Warns is jager. Hij werd in gesloten jachttijd in ’t veld aangetroffen met een geweer. Bekl. bekent, dat hij het geweer in een foudraal hebbende, het veld inging, wijl er wilde ganzen zaten. Hij meende als houder van een jachtactë ook wel op dat schadelijk wild te mogen jagen. Hem wordt beduid, dat dit niet het geval is. In gesloten jachttijd mag hij niets meer dan een gewoon burger van den staat, en die jachtactë dekt in dit geval niet zijn persoon en ook niet zijn geweer. De jpolitie geeft een gunstige verklaring van dezen beklaagde, die bekend staat als een zeer eerlijk jager, en hij wil zelfs aan nemen, dat bekl. bij deze overtreding ter goeder trouw heeft gehandeld en in de veronderstelling verkeerde, dat hij op die wilde-ganzen wel jacht mocht maken. Eisch f 5 of 4 dagen en f 10 of 4 dagen voor ’t niet in beslag genomen geweer. Bekl. vindt het wel wat veel straf, die hij voor dat geweer moet betalen. Hij had het, toen de politie op hem af kwam, dadelijk getoond, ’t Zat in een foudraal en het was toen ongeladen, daarbij is hij al zoo lange jaren jager, heeft nog nooit met de politie in aanraking geweest, en zou, als hij geweten had, dat het niet mocht, niet op die ganzen zijn los gegaan. Geschoten heeft hij ook niet, want ze vlogen te gauw op. Hem wordt nog geantwoord, dat als hij in gesloten jachttijd op ganzen wil jagen, hij een consent van Ged. Staten moet hebben. 48. O. M. te Kimswerd werd bekeurd omdat zijn arbeider den 8en Maart op zijn last vervoerde 12 zakken kunstmest ieder wegende 75 kilo. Dat vrachtje woog 900 kilo dus en daarvoor waren de wielbanden van den wagen te smal. Bekl. is aanwezig en bekent, had gevroren, de weg was hard meende hij dat het wel mocht. Als hij ’t geweten had, dat het verboden was, zou ’t niet gebeurd zijn. Hij is er erg tegen dat de wegen door de zware vrachten ver nield worden en hij ziet dat menigmaal ge schieden, zonder dat er „kruptie" om komt. Hij is nooit gewaarschuwd en had dus niet direct een proces verwacht. Hem wordt beduid, dat het in het belang der wegen zeer noodig is, dat er streng op wordt toegezien, en die bekeurd wordt, moet als voorbeeld voor anderen zich de straf ge troosten. De gemeentewegen worden soms erg gehavend, alsof ’t met opzet geschiedt, maar er wordt nu scherp op toegezien. Eisch f 10 of 5 dagen. Uitspraak op Dinsdag 13 April a.s. borrel. De zaak was evenwel in de agent, het wel wat onbeleefd zoo weer heen te gaan, vroeg glas bier. Dat werd hem geweigerd nu was ’t bescheid van dus je vertrouwt mij niet, wantrouwen, en nu zal ik dan ook eens een inspectie instellen in je tapkast, en jawel hoor, daar werd een flesch gevonden, die toen de agent de kurk er af nam, naar jenever riekte. Die flesch werd in beslag genomen en procesverbaal opgemaakt. In plaats van een glas bier te koopen, nam de beambte dus nu zonder betaling een sterke drank. Beklaagde is heden afwezig, maar getuigen tegen hem staan heden op tafel twee verzegelde flesschen, de een dragende het onschuldige etiquet nog op den rug, begon reeds teekenen ongeduld te geven. Eenmaal zelfs zou den rechter worden gepresenteerd, maar 't verhoor was nog niet afgeloopen, het document moest nog even achter beklaagdes rug gede poneerd blijven. Eindelijk dan klonk de vraag, wat beklaagde op die beschuldiging had aan te merken, en luidde ’t antwoord: «Mijn kind was die dagen ziek; zie hier ’t bewijs!” En nu kwam te voorschijn een briefje van den geneesheer, die verklaarde, dat het kind die dagen onge steld was geweest. De heer Ambtenaar, die voor dezen bekl. als recidivist waarschijnlijk al een flinken eisch gereed had, moest nu vrijspraak van het ten laste gelegde vragen. De heer Kantonrechter wijst beklaagde er echter op dat het toch beter was, dat hij het hoofd der school tijdig van deze onge steldheid kennis had gegeven, en bekl. belooft ook dat voortaan te zullen doen doch is thans blijkbaar in ’t bewustzijn dat hij heden maar eens netjes den dans is ontsprongen, en verlaat met een zegevierenden blik en opgeheven hoofd de rechtszaal. 3. J. de V. te Oudega (H. O. is onder Molkwerum bekeurd wegens te zware vracht op zijn melkwagen, naar verhouding der breedte of 5 dagen. H. H. te Bolsward reed bij donker wagen zonder licht. Eisch f 3 of M. te Workum heeft buren gerucht gemaakt en was toen «in kenlijken staat” zoodat hij 2 processenverbaal te gelijk opliep. Eisch 2 maal f 5 of 3 dagen boete. 6. E. 8. te Workum en 7. H. Z. te Hindeloopen hebben beiden te veel gepimpeld. Eisch voor ieder f 3 of 2 dagen. 8. J. 8. te Arum reed met een fiets zonder licht. Eisch f 3 of 2 dagen. 9. K. K. onder Workum is verlofhouder. Toen laatst op een avond een rijksveldwachter, die op surveillance was, daar passeerde en licht zag branden, dacht hij, laat ik eens een kijkje nemen of daar ook in ’t gelag zitten met een borrel. De zaak was c- orde, en vindende, gemeerd lag, des nachts geen licht had branden. Bekl. is tegenwoordig en bekent, dat des morgens de lantaarn uit was, maar hij had deze des avonds wel opgestoken. Of deze uit gewaaid of door vijandige handen uitgedraaid is, durft hij niet te zeggen, maar ’t is buiten zijn schuld geweest. Eisch f 1 of 1 dag. 26. R. E. te Zuidhorn wordt ten laste gelegd, dat hij met heeft geworpen op getuige Eppinga, verklaart, dat te Stavoren iets op zijn roef werd gegooid, dat hij niet kon vinden, maar den volgenden morgen vond hij den beitel, waarop de naam van den eigenaar stond, en het was dus van het naburige schip gekomen. Die heeft ongenoegen met ons, en wilde blijkbaar de lamp in de roef stukgooien. Bij onderzoek der politie heeft beklaagde bekend, met dat gereedschap dat heden hier aanwezig is, te hebben geworpen. Eisch f 5 of 3 dagen. 27. H. P. te Bolsward heeft 27 Feb. de orde verstoord op de Hoogstraat. Er stonden een aantal menschen om heen toen hij kabaal maakte. Eisch f 3 of 2 dagen. 28. J. v. A. te Bolsward reed 27 Feb- op de fiets, zonder licht te branden. Eisch f 3 of 2 dagen. 29. Y. G. teBurgwerd idem. Eisch idem. 30. S. K. te Hartwerd reed 26 Feb. ook zonder licht op de fiets. Bekl. is tegenwoordig en bekent... maar hij is het niet, die in dat procesverbaal staat want er staat: geboren 10 Jan. en dat is hij niet, hij is 16 Jan. jarig. De beambte die hem bekeurde herkent hem als dezelfde persoon, hij heeft ook vooraf bekend, daar op den weg met de fiets te zijn geweest, en dus hij was het toch wel. Eisch f 3 of 2 dagen. 3135 L. B. te Burgwerd, K.B. aldaar, 8. L. te Arum en D. K. aldaar zijn allen melkrijders die te veel melkkannen op hun wagens vervoerden, naar verhouding der breed te van de wielbanden. De eerste kreeg zelfs dubbel procesverbaal wijl op zijn wagen en ook op de kar daarachter te veel melkbussen waren. Eisch eerste: 2 maal f 8 of 4 dagen elke boete, de tweede: f 8 of 4 dagen, de drie laatsten elk f 10 of 5 dagen. 36. H. v.d. M. te Delfzijl voer 23 Feb. met een stoomboot in het vaarwater te Stavoren, zonder daarvoor een consent van Ged. Staten dezer provincie te hebben. Eisch f 10 of 5 dagen. 37. L. de B. te Oosterend heeft 8 Maart met paard en wagen in draf gereden op den weg waar dat niet mocht. Bekl. bekent dat hij in draf reed, maar hij heeft niet de waarschuwingsborden kunnen zien, want hij kwam tusschen die borden in op den weg. De politie verklaart hem vroeger reeds gewaarschuwd te hebben en de borden staan ook nog in de buurt waar hij passeerde. Bekl. daarentegen merkt op, dat die bordjes in de buurt wit geverfd zijn, daar staat geheel niets op. Toch wordt heel goed ingezien, dat bekl. wel wist, dat daar niet in draf mocht worden gereden, en luidt de eisch f 5 of 4 dagen. 38. ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens |10,'.Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. G. M., T. R. en Hemelum hebben den 7 Maart onder Kol- derwolde ’s avonds de orde verstoord. De menschen kwamen in nachtgewaad hun woningen uit, om te zien, wat er aan de hand was. Eisch.voor ieder f 3 of 2 dagen. P. de V. te Franeker zat 4 Maart in ’t dorp Rien op zijn hondenkar, en dat mag daar niet. Eisch f 3 of 2 dagen. 40—43. Schettens, E. V. te Sneek Lollum reden allen licht. Eisch voor 44. M. K. te Hartwerd vervoerde te veel melk op zijn wagen met smalle wiel banden. Eisch f 10 of 5 dagen. In deze zaak was een getuige opgeroepen die niet verschenen is, waarvan acte werd opgemaakt. en een Bolswardsche Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1909 | | pagina 1