Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
No. 31.
1909.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
48ste Jaargang.
gME*» Voor belangstel'
w lenden zyn losse
nommers van dit Blad ver
krijgbaar a 5 cent.
i
Zondag 18 April.
VOOR
Afzonderlijke
en daarop werd spreker de
plan te ontwerpen, hoe op
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Z/HET LAATSTE WOORD IS AAN
DEN BEKLAAGDE”.
toch
en met
behoef daarin voor
niemand onder te doen. Wellicht speel ik
niet genoeg den onderdanigen dienaar, maar ’k
meen dat de betrekking van een hoogeren
ambtenaar, die te doen heeft met personeel
onder- zich, in aanraking komt met de gas
gebruikers, die de Gascommissie, Burg, en
Weths. en den raad boven zich heeft, dat
die betrekking moet zijn een zelfstandige
betrekking. Ik aanbid niet het gouden kalf
noch het proletariaat, maar handel, naar
bestweten steeds in ’t belang der gemeente,
der gemeenschap dus, zij ’t dan met de
stoerheid, het Friesche karakter eigen. Ik
heb mij dan ook de vraag gesteld, of na het
verhandelde in die raadsvergadering het wel
raadzaam was, publiek op te treden, of het
met het oog op een eventueele salarisregeling,
wel in ’t belang van mij zelf en mijn gezin zal
zijn,—en na ernstige aarzeling ben ik toch
tot de slotconclusie gekomen Liever schade
in de beurs dan schade aan de ziel, ’k Had
in open brief of bij ingezonden artikel in
de courant mij kannen verdedigen, maar
meen dat mondelinge uiteenzetting de voor
keur verdient, te meer daar ik meen dan
het minst scherp te zijn. Ik zie er geen
belang in de kwestie scherper te maken dan
zij reeds is, maar hoop dat de aanwezigen
zich van weerszijden in de kwestie zullen
indenken, en dan kan deze bespreking nog
vruchten dragen.
Eerst gaat Spreker
van
het best in de behoefte aan
18 Juni
van de Gascommissie het advies
W. dat uitbreiding gebiedend
noodzakelijk was,
opdracht gedaan een
de beste finanlieele en technische wijze in de
behoefte kon worden voorzien. 29 April
1907 was ook de Gascommissie persoonlijk
overtuigd, dat mijn- plan goed was, doch
dat er toch een technisch deskundige om
advies zou worden gevraagd. Spreker vindt
tjie handelwijze goed, doch zou dat liever
Woensdagavond werd in z/de Doele” een
openbare vergadering gehouden, waarbij onge
veer 150 belangstellenden aanwezig waren.
De heer D. Terhenne opende de bijeenkomst
en zeide, dat hij met den heer Praamsma,
op verzoek als vrienden, de leiding dezer
vergadering op zich nam, waarin de heer
Tromp zich heeft voorgenomen de kwestie
van den gashouder, een uiterst moeielijke en
technische kwestie te bespreken. Hij hoopt
dat Spreker en de mogelijke debaters zich
op zakelijk standpunt zullen houden en per
soonlijkheden buiten ’t spel laten blijven.
De heer TROMP begint met de mede-
deeling dat hij eenige jaren geleden in de
Leeuwarder Courant eens een verslag eener
rechtszitting las w’aarbij de advocaat de
uitdrukking bezigde: zzHet laatste woord is
aan den beklaagde”. In de zaak omtrent den
gashouder had Spr. verwacht dat ook eenige
der raadsleden zouden hebben gevraagd, na
al hetgeen den Directeur ten laste was gelegd,
,/heeft de beklaagde ook iets te zeggen
Slechts één lid van den raad, de heer Lunter,
heeft zich persoonlijk tot den Directeur
gewend en inzage van diens verweer genomen.
Daar niemand hem het woord dus gaf, heeft
Spr. de vrijheid gehad, het woord te nemen,
niet omdat hij zich schuldig gevoelt, maar
om zich te verdedigen tegen de ontboeze
mingen in rijm en proza, op hem gericht
in de raadsvergadering van 19 Maart j.l.
Geen ambtenaar die zoo besproken en aan
gevallen werd als spreker.
Toch is ’t mij, zoo vervolgt hij, afgeraden
om in een publieke meeting op te treden.
Ik ben bij de leden van den raad niet
populair, zei men. ’t Is waar, m;jn natuur
mag een beetje strijdlustig zijn, maar
heb ik 24 jaar de gemeente trouw
toewijding gediend, en
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
direct bij de opdracht geweten hebben, want
zoo’n tweede deskundige ziet alleen naar de
technische eischen, en behoeft met de finan-
tiën niet zoo zeer rekening te houden als
de ontwerper. Dr. v. d. Weij, zaliger, zei
dan ook eensZ/Een adviseur raadplegen
maakt de zaak maar duur”. Het toeval wilde
dat de deskundige die dit ontwerp onderzocht,
de heer Polet van Middelburg, een humaan
man was, die getuigde, zzeen eeresaluut niet
te mogen onthouden aan den ontwerper als
te zijn een practisch technicus”. De plannen
werden met op 1 na algemeene stemmen
in onzen raad aangenomen.
Het le gedeelte er van is reeds uitgevoerd,
en alles is goedbevonden, behalve de gashou
der. Hierbij deed zich een verzakking voor.
Spreker gaat nu uiteenzetten de reden, con-
stateering, aard en grootte der verzakking,
verklaart dat de aannemers van onder- en
bovenbouw hun werk correct- hebben uitge
voerd. De ontwerper van het plan is dus
de schuldige, hoewel hij naar beste weten
heeft gehandeld. Gashouders van geslagen
plaatijzer worden tegenwoordig meest op
den grond geprojecteerd, in tegenstelling
met de vroegere, die in den grond werden
ingelaten. Een heifundeering had f 5000
moeten kosten, maar Spreker meende, dat
de grond het zoo kon dragen, en wilde die-
som voor de gemeente besparen. Absoluut
zeker is men van den grond nooit, wiskun
dige zekerheid geeft alleen een heifundeering.
Hier nu ontstond grondverschuiving, en van
daar verzakking. Spreker wilde in zijn plan van
herstel de verdere verschuiving voorkomen,
en 5 Januari kwam dit plan in behandeling.
In een vorige beraadslaging was ’t voorloopig
goedgevonden, doch nu kwam men, weer
achteraf dus, met het voorstel om deskundig
advies in te winnen. Dat was de 2e maal
dat na het gereed zijn der plannen, een des
kundige werd geraadpleegd. Spreker gaat na
dat hij met zijn plan een voldoende her
stelling beoogde, of bij vergelijking een bur
gerpot wilde koken, geen gastmaal echter
durfde bereiden, want dat kwam te duur.
Hij staat lang stil bij de uiteenzetting van
dit plan, deelt mee hoe andere deskundigen
het goedkeurden, maar aan den heer Bakker
te Harlingen werd opgedragen het plan te
beoordeelen. 14 Jan. kreeg Spreker daarvan
kennis, niet officieus maar officieel werd de
zaak behandelddat was ’t begin en ’t eind
is, dat de centen in Harlingen komen. Spreker
kreeg voor zich ’t oordeel dat op hem toe
passelijk werd het /Barbertje moet hangen”
uit de Max Havelaar. Opnieuw worden tech
nische beschouwingen gegeven, hoe ook elders
in zulke gevallen o. a. in Goes werd gehan
deld maar onze Burgemeester verklaarde in
de gehouden bijeenkomst waar het Dag.
Bestuur, de leden der Gascommissie, de heer
Bakker en Spreker tegenwoordig waren, dat
men nu een wiskunstig zeker plan moest
hebben en werd het eerst het woord aan den
heer Bakker gegeven. Dit was reeds een
bevoorrechting van dien heer. Wat Spreker
tot verweer heeft aangevoerd, het rapport
er van wordt voorgelezen wordt aan ’t
oordeel der aanwezigen onderworpen en dan
gevraagd hoe B. en W. later konden zeggen
dat zzde Directeur tot hun leedwezen een
vreemde houding had aangenomen” en z/de
naakte waarheid gezegd dient te worden”.
Spreker licht zijn verweer nog nader toe
en vraagt nogmaals of zijn houding vreemd
was? Men zei dat mijn verdediging zoo
zwak was gevonden, en daar er geen over-
eenstemming kwam, want Spr. is overtuigd
dat voor f 3200 kan verholpen worden, wat
nu f 10.000 zal moeten kosten, heeft hij
den volgenden dag afgezien van ’t plan om
met Bakker samen te werken, en achtte zich
door aan dat plan mede te werken, tegenover
de gemeente niet verantwoord.
Wel heb ik, zegt Spr. het voorstel gedaan
om een 3e deskundige te benoemen op mijn
kosten, door den heer Bakker te kiezen, en
als die mijn plan onvoldoende vond, dan
eerst zou ik overtuigd zijn dat het plan
Bakker noodzakelijk is, en was ook eerst dan
bereid tot samenwerking. Dit loyale voorstel
is echter afgeslagen en zegt Spreker: Was
mijn houding zwak of vreemd? Die van den
heer Bakker vond ik beneden peil. -
PAUZE.
Na eenige oogenblikken pauze ging Spreker
eenige in de zaal opgehangeu teekeningen
praatjes maken is gemakkelijk, maar kan
ten verderve leiden.
De heer Rosier betoogt in den raad, dat
het ongeluk een geluk zou geworden zijn,
als ’t zoo goedkoop hersteld kon worden als
Sprekers plan aangeeft. Welnu, zoo vervolgt
Spr. ik was met mijn plan in goed gezelschap,
n.l. den heer Klönne, een wereldfirma, die
alleen in ’t vorig jaar 38 gasfabrieken bouwde
of verbouwde. Ik heb bij het bouwen van
slechts 3 fabrieken toezicht gehouden, en er
slechts 5 in teekening gebracht, maar ben
toch den heer Bakker vooruit, die vroeger
nog geen een enkele onderhanden heeft gehad.
Hadden de raadsleden nota van mijn bemoei
ingen genomen, dan zou ’t misverstand zijn
opgelost, hoe van de firma Klönne tweeërlei
advies is gekomen. De heer Lunter heeft den
brief gelezen, waarin wordt gezegd, dat die
ingenieur „tot de overtuiging is gekomen, dat
een nieuw ftindament niet noodig is”. De
heer Rosier wil den directeur doen deelen in
de kosten door de gemaakte fout veroorzaakt.
Dit zou grond hebben, zegt Spreker, als er
eigen voordeel bij de verbouwing was, en
dan zou ik dat nog niet uit dien mond
verwacht hebben; een arbeider te straffen
voor een gemaakte fout ’t zij groot of
klein een gulden of duizenden guldens,
de zaak blijft er hetzelfde om
De heer Eerdmans legt in den raad de
verantwoording op den directeur, omdat deze
vooraf gewaarschuwd is. Terloops wil spreker
zeggen, dat de heer Polet in diens rapport
zegt, met de gesteldheid van den bodem
onbekend te zijn en zich totaal onbevoegd
rekent, om den grondbouw te beoordeelen
of eenige wenken te geven. Acht de heer
Eerdmans daarin al een waarschuwing te
zien Laat ik zeggen, dat had ik maar geen
waarschuwing opgevolgd, de fout wellicht
niet begaan zou zijn. De bovengrond, die
uitgegraven is, werd door zand vervangen.
Op eens anders aanraden is dat zand geplempt,
en ’t was beter geweest het droog te laten,
want nu is de kleilaag er onder’ te week
geworden en naar de vaart verschoven.
De heer Eerdmans acht het onuitvoerbaar
den directeur voor de fiantieele schade aan
sprakelijk te stellen, doch schijnt het op de
salarisregeling wel te willen verhalen. Hij
schijnt dus niet afkeerig zoo te nemen, wat
van rechtswege niet te krijgen is. Als de
directeur er ook zoo eens over ging denken,
en dan ging nemen wat hem van rechtswege
onthouden werd? Ik zelf zegt Spr. heb ook
wel eens iets gezegd waar ik later spijt van
had, doch die woorden mogen dit raadslid
zeker spijten.
De heer Van Randen noemde mijn wijze
van bouwen een proefneming. Dit is niet
het geval. In Franeker staat de groote gas
houder ook geheel zonder fundeering, even
wel die is iets verder van de vaart verwijderd.
Ik erken de fout, dat ik niet diep genoeg
heb geboord, dat is een technische fout,
maar in een oud bouwkundig werk van Storm
van ’s Gravezande lees ik, dat het oordeel
van deskundigen, die met den aard van den
grond bekend zijn, boven het boren gaat,
want met boren is men niet zeker. Welnu,
ik die 24 jaren hier gewoond heb, vele
bouwwerken mocht doen uitvoeren, meende
zekerheid te hebben den grond te kunnen
vertrouwen.
Er blijft nog altijd veel geheimzinnigs
voor mij. De heer Bakker drukte de belasting
uit per vierkante Meter, dan klinkt het
vooral voor leeken veel meer, dan zooals
gebruikelijk is het per cM2. te doen, 10.000
Kilo per M2. hoort veel erger dan 1 Kilo
per cM2., maar dat is niet het verschil,
tusschen een waterbouwkundige en een ge
woon mensch, ook niet het verschil tusschen
een ingenieur van den waterstaat en een
polderjongen I
Op ons bouwmeesters rust een groote
moreele verantwoordelijkheid, Of wij een
ongeluk krijgen bij heien, bij niet heien of
bij onvoldoende heien, het doet er niet toe,
de bouwmeester wordt als de schuldige aan
gezien. Bij den bouw der nieuwe gasfabriek
te Snéek is onvoldoende geheid. Ik heb het
uit goede bron, dat dit misschien f 25.000
schade geeft. In de Bolswardsche Courant
zocht ik te vergeefs naar een bericht daarover,
de Sneeker Courant meldt in ’t raadsverslag
dat voor noodzakelijke herstelling f 3000
noodig is, en zonder discussie keurde daar
de raad de begrooting goed.
na de geschiedenis
de verbouwing der fabriek. Volgens
instructie werd in 1903 hem opgedragen
eens bij andere gasfabrieken rond te zien,
hoe hier bij ons L„. --
uitbreiding kon worden voorzien.
1906 kwam
bij B. en
bespreken, waarin wordt verduidelijkt hoe de
verzakking van den gashouder ontstond, hoe
Spreker verdere grondverschuiving wenscht
te voorkomen, wat reeds als noodmaatregel
werd uitgevoerd enz. enz., een betoog alleen
voor deskundigen misschien van belang, doch
zonder die teekeningen niet weer te geven
in een verslag. (Omtrent de technische mede-
deelingen moeten wij ons in dit relaas trouwens
toch zeer beperken, de ruimte gedoogt geen
meerdere uitvoerigheid, gesteld al, dat wij
het verhandelde nauwkeurig vermochten aan
te geven).
Spreker herhaalt vervolgens hoe hij voor
zich meer en meer gevoelde dat voor hem
gold: z/Barbertje moet hangen, hij is schuldig,
hij houdt er een overtuiging op na, hij lijdt
aan eigenwaan”
De leden van den raad en ook B. en W.
stonden in hun recht om met steenen te
werpen. Toch heeft Spr. nog een ingenieur
van de firma Klönne op eigen kosten laten
overkomen doch aan deze werd geseind, dat
hij vooraf bij den Burgemeester moest komen.
Toen de ingenieur een tram later dan vermoed
werd aankwam, was reeds tweemaal een bood
schap aan de fabriek gekomen, dat die ingenieur
bij den Burgemeester moest komen echter
dat was het bruto-recht van B. en W. Het
gedicht van Heye braaf is braaf en slecht
is slecht geldt voor ieder, door ’t maken van
een fout is men nog niet slecht, en er is
ook verschil tusschen een misdaad en een
fout. Met Napoleon roep ik zegt Spreker
dan ook uitOnze lieve Heer beware mij
voor mijne vrienden, op mijne vijanden zal
ik zelf wel passen, en met een anderen
heerscher, de Cesar der Romeinen mag ik
uitroepen: Ook gij, mijn zoon Brutus! De
heer Boersma toch heeft in de raadsver
gadering gezegd, zich niet te verwonderen,
dat het voor B. en W. en de Gascommissie
geen aangename taak is met deze kwestie ter
tafel te moeten komen, maar dat het dit
voor de raadsleden ook niet was. Nu voor
mij, zegt Spreker was het ook stellig niet
aangenaam, en toch ik moest het nog voelen.
Die zaak met den gashouder was en is nog
voor mij zeer onaangenaam. Slapelooze nachten
heb ik er om doorgebracht de wijze van
optreden van enkele raadsleden heeft mijn
toestand eenigszins verlicht, en ik ben ze
daarvoor dank verschuldigd. De heer Boersma
wijst op den bouw der vroegere gashouders,
en Spreker legt daartegenover uit, dat ketels
van geslagen ijzer eenige speling kunnen uit
staan en dan ook gewoonlijk, zooals te voren
reeds is gezegd, op den grond geprojecteerd
worden. Die heer wilde voor f 140,000 met
nog f 35,000 er bij dus voor 175 mille een
nieuwe fabriek gebouwd hebben, en meent
dat men met de verbouwing in de luren is
gelegd, dat wil dus zeggen, dat Spreker de
gemeente in de luren heeft gelegd. Gaat
dat niet te ver?
Te Velzen, zoo wat even groot als Bolsward,
werd van ’t bouwen eener nieuwe fabriek
afgezien, omdat f 350,000 te zeer zou drukken
op de gemeente. De heer Boersma deelt mee
dat te Kampen zoo goedkoop is gebouwd,
doch te Leeuwarden is ook zulk een fabriek
gebouwd hoewel zonder ringmuur voor
f 65,000, want de Kamper fabriek is een
hulpfabriek voor waterstofgas. Ik vraag nu
roept Spreker uit, wie legt ons in de luren,
de heer Boersma of ik I (Gelach.)
Die heer wees op onze voorouders hoe
secuur en degelijk die bouwden, en haalt ook
den stadhuistoren met zijn pilaar aan. Spreker
laat nu een teekening zien, waarop in rood is
aangegeven wat van later tijd is, en dan
blijkt dat die onderbouw zeer versterkt werd,
omdat de toren verzakte, nog later is de
pilaar aangebracht en nog zakte het gevaarte,
eerste bij de laatste restauratie is de zaak
wiskunstig zeker gemaakt. (Gelach.)
Met den heer Boersma stemt Spr, in, dat
het terrein voor onze gasfabriek niet gelukkig
is gekozen, maar eene nieuwe fabriek bad
f 220,000 gekost, en deze verbouwing voorziet
voor 25 a 30 jaar in de behoefte. Spr. wil
een voorspelling doen Als er een 30 jaar
verloopen is, hoopt hij, dat de stad zoo in
bloei is vooruitgegaan, dat men opnieuw
moet uitbreiden, doch dan wordt evenmin
als nu een nieuwe fabriek gebouwd, het geld
en de saldo’s zijn dan opgeteerd. Wellicht
wordt er dan een hulpfabriek bij gemaakt,
als nu te Kampen is geschied. Studie maken
en een onderzoek instellen, kost moeite, doch
ft
Bolswardsche Courant
jj